Selecteer [Permit Specified Addresses] of [Reject Specified Addresses].
[Permit Specified
Addresses]:
[Reject Specified
Addresses]:
Configureer het IP-adres.
(1) Voer het IP-adres in van een computer waarvoor u afdrukken wilt toestaan of
weigeren.
Voer het IP-adres in door de getallen te scheiden met "." (punten), bijvoorbeeld
AAA.BBB.CCC.DDD.
(2) Klik op [Add].
Alleen de in [IP Addresses] opgegeven gebruikers kunnen
afdrukken.
De in [IP Addresses] opgegeven gebruikers kunnen niet
afdrukken.