Download Print deze pagina

Advertenties

LBP253x
Gebruikershandleiding
USRMA-0774-00 2016-06 nl
Copyright CANON INC. 2016

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon LBP253x

  • Pagina 1 LBP253x Gebruikershandleiding USRMA-0774-00 2016-06 nl Copyright CANON INC. 2016...
  • Pagina 2 Inhoudsopgave Belangrijke veiligheidsinstructies ....................2 ................................. 3 Installatie .............................. 5 Elektrische aansluiting ................................. 6 Hantering ............................9 Onderhoud en inspecties ..............................10 Verbruiksartikelen Basishandelingen ............................14 ........................16 Onderdelen en de bijbehorende functies ................................17 Voorzijde ................................. 19 Achterzijde ................................ 21 Binnenzijde ............................
  • Pagina 3 ....................89 Schakelen tussen enkelzijdig en 2-zijdig afdrukken ..........................91 Afdrukken sorteren per pagina ....................... 93 Meerdere pagina's op één vel afdrukken ............................... 95 Posters afdrukken ..............................96 Boekje afdrukken .............................. 98 Randen afdrukken ......................... 99 Datums en paginanummers afdrukken ..........................
  • Pagina 4 ....................187 Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren ..........................191 Printerpoorten configureren ............................ 196 Een printserver instellen ..................... 199 De machine configureren voor uw netwerkomgeving ........................200 Ethernet-instellingen configureren ........................ 202 De maximale verzendeenheid wijzigen ..................203 Een wachttijd instellen voor verbinding met een netwerk .............................
  • Pagina 5 ..........................312 Geregistreerde data laden Overzicht van menuopties ........................ 315 ..............................316 Papierinstellingen ............................. 317 Netwerkinstellingen ................................328 Voorkeuren .............................. 333 Tijdklokinstellingen ............................337 Algemene instellingen ........................339 Afdrukinstellingen geheugenmedia ..............................343 Printerinstellingen ............................367 Aanpassing/onderhoud ..........................372 Instellingen Systeembeheer Problemen oplossen ..........................
  • Pagina 6 ..........................455 Aantal afdrukken weergeven ........ 456 Een USB-geheugenapparaat gebruiken voor het opslaan / laden van geregistreerde gegevens ................. 457 Geregistreerde gegevens opslaan op een USB-geheugenapparaat ................459 Geregistreerde gegevens laden van een USB-geheugenapparaat ....................461 Instellingen terugzetten op de standaardwaarden .............................
  • Pagina 7 Belangrijke veiligheidsinstructies Belangrijke veiligheidsinstructies Belangrijke veiligheidsinstructies ......................2 ................................3 Installatie ............................5 Elektrische aansluiting ................................6 Hantering ............................9 Onderhoud en inspecties .............................. 10 Verbruiksartikelen...
  • Pagina 8 Canon of een hiervoor door Canon aangewezen partij.
  • Pagina 9 ● Als vreemde voorwerpen in het apparaat vallen, haalt u de stekker uit het stopcontact en neemt u contact op met uw Canon-dealer. Plaats het apparaat niet op de volgende locaties Het apparaat kan dan vallen, met beschadiging en/of lichamelijk letsel als gevolg.
  • Pagina 10 Belangrijke veiligheidsinstructies Andere belangrijke aandachtspunten ● Volg de instructies in deze handleiding wanneer u het apparaat gaat dragen. Als u het apparaat niet op de juiste manier draagt, kan het vallen en beschadiging of lichamelijk letsel veroorzaken. ● Let er bij het installeren van het apparaat op dat uw handen niet bekneld raken tussen het apparaat en de vloer of een muur, of tussen de papierladen.
  • Pagina 11 Belangrijke veiligheidsinstructies Elektrische aansluiting 0XEA-002 Dit apparaat kan worden gebruikt met een spanning tussen 220 tot 240 V, en een elektrische frequentie van 50/60 Hz. ● Gebruik alleen een voeding die voldoet aan de aangegeven spanningsvereisten. Als u dat niet doet, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
  • Pagina 12 0XEA-003 ● Haal direct de stekker uit het stopcontact en neem contact op met een erkend Canon-dealer als het apparaat vreemde geluiden maakt, rook of een vreemde geur verspreidt of extreem heet wordt. Als u het apparaat onder die omstandigheden blijft gebruiken, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
  • Pagina 13 Belangrijke veiligheidsinstructies ● Tijdens en onmiddellijk na gebruik zijn het binnenwerk van het apparaat en de uitvoersleuf extreem heet. Raak deze gebieden niet aan, om brandwonden te voorkomen. Bedrukt papier kan direct na uitvoer ook heet zijn; ga hiermee dus voorzichtig om. Als u dat niet doet, bestaat de kans op brandwonden.
  • Pagina 14 Belangrijke veiligheidsinstructies ● Om papierstoringen te voorkomen, mag u tijdens het afdrukken het apparaat niet uitschakelen, de klep niet openen/sluiten en geen papier laden/verwijderen. ● Het display is een aanraakscherm. Druk er zachtjes op om het te bedienen. Druk er niet op met puntige voorwerpen zoals een vulpotlood of balpen.
  • Pagina 15 Belangrijke veiligheidsinstructies Onderhoud en inspecties 0XEA-004 Reinig het apparaat regelmatig. Als er sprake is van stofvorming, werkt de machine mogelijk niet goed. Let op de volgende punten als u de machine gaat reinigen. Zie Problemen oplossen(P. 384) als er tijdens gebruik een probleem optreedt.
  • Pagina 16 Belangrijke veiligheidsinstructies Verbruiksartikelen 0XEA-005 ● Gooi lege tonercartridges niet in open vuur. Bewaar tonercartridges of papier niet op een plek die wordt blootgesteld aan open vuur. Hierdoor kan de toner ontbranden, met brandwonden of brand als gevolg. ● Als u per ongeluk toner morst, veeg het tonerpoeder dan op met een zachte, vochtige doek zonder het in te ademen.
  • Pagina 17 Let op vervalsingen ● Houd er rekening mee dat er Canon-namaaktonercartridges in omloop zijn. Het gebruik van namaak- tonercartridges kan resulteren in slechte afdrukkwaliteit of prestatie van het apparaat. Canon is niet verantwoordelijk voor eventuele storingen, ongelukken of schade als gevolg van het gebruik van een namaak-tonercartridge en -drumeenheid.
  • Pagina 18 Belangrijke veiligheidsinstructies Verpakkingsmateriaal van tonercartridges ● Bewaar het verpakkingsmateriaal van de tonercartridge. U hebt het nodig als u het apparaat gaat vervoeren. ● De verpakkingsmaterialen kunnen worden gewijzigd in vorm of plaatsing, of kunnen zonder kennisgeving worden toegevoegd of verwijderd. ●...
  • Pagina 19 Basishandelingen Basishandelingen Basishandelingen ............................. 14 ......................16 Onderdelen en de bijbehorende functies ................................ 17 Voorzijde ..............................19 Achterzijde ..............................21 Binnenzijde ..........................22 Multifunctionele invoer ..............................23 Papierlade ............................24 Bedieningspaneel ..............................27 Display ............................31 Het display gebruiken ..............................34 Tekst invoeren ..........................
  • Pagina 20 Basishandelingen Basishandelingen 0XEA-006 In dit hoofdstuk worden de basishandelingen beschreven, zoals het gebruiken van het bedieningspaneel of het plaatsen van het papier. Het gaat hier om handelingen die vaak worden uitgevoerd om de functies van het apparaat te gebruiken. ◼ Onderdelen en de bijbehorende functies In dit gedeelte wordt aandacht besteed aan de externe en interne onderdelen van het apparaat en hun functie.
  • Pagina 21 Basishandelingen ◼ Papier plaatsen Dit gedeelte beschrijft hoe u het papier in de papierlade en de multifunctionele lade plaatst. Papier plaatsen(P. 38) ◼ Energie besparen Dit gedeelte beschrijft hoe u het stroomverbruik kunt minimaliseren. Energie besparen(P. 66) ◼ De automatische uitschakeltijd instellen Dit gedeelte beschrijft hoe u de instelling <Automatische uitschakeltijd>...
  • Pagina 22 Basishandelingen Onderdelen en de bijbehorende functies 0XEA-007 In dit gedeelte worden de onderdelen van het apparaat beschreven (buitenzijde, voorzijde, achterzijde en binnenzijde), evenals de functie die ze hebben. Naast de onderdelen van het apparaat die nodig zijn voor het uitvoeren van basishandelingen zoals het laden van papier en het vervangen van tonercartridges, wordt hier ook aandacht besteed aan de toetsen op het bedieningspaneel en het display.
  • Pagina 23 Basishandelingen Voorzijde 0XEA-008 Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat numerieke toetsen, een display, statuslampjes enzovoort. U kunt hier alle bewerkingen uitvoeren en instellingen opgeven. Bedieningspaneel(P. 24) Display(P. 27) USB-poort (voor aansluiting van USB-toestellen) U kunt op deze poort een USB-geheugenapparaat of USB-toetsenbord aansluiten. Wanneer u een USB- geheugenapparaat aansluit, kunt u gegevens uit het geheugenapparaat afdrukken.
  • Pagina 24 Basishandelingen Klep aan de voorzijde Open de klep aan de voorzijde als u de tonercartridge wilt vervangen of een papierstoring wilt verhelpen. Tonercartridges vervangen(P. 439) Papierstoringen verhelpen(P. 386) Papierlade Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u het meest gebruikt. Papier in de papierlade plaatsen(P.
  • Pagina 25 Basishandelingen Achterzijde 0XEA-009 Bovenklep achterzijde Open deze klep als u papierstoringen gaat verhelpen. Papierstoringen verhelpen(P. 386) Etiket stroomverbruik Dit etiket vermeldt onder andere het serienummer. Dit nummer hebt u nodig als u vragen of problemen hebt. Wanneer een probleem niet kan worden opgelost(P. 426) Netstroomaansluiting Hier sluit u het netsnoer aan.
  • Pagina 26 Basishandelingen USB-poort (voor aansluiting van computer) Hier kunt u een USB-kabel aansluiten om de machine te verbinden met een computer. LAN-poort Hier kunt u een LAN-kabel aansluiten om de machine te verbinden met een bekabelde LAN-router, etc. Verbinding maken met een bekabeld LAN(P. 155)
  • Pagina 27 Basishandelingen Binnenzijde 0XEA-00A Transportgeleiding Als het papier in het apparaat vastloopt, til dan de transportgeleiding op en verwijder het vastgelopen papier. Papierstoringen verhelpen(P. 386) Duplex transportgeleiding Als bij dubbelzijdig afdrukken het papier is vastgelopen, laat dan de transportgeleider zakken om het vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 28 Basishandelingen Multifunctionele invoer 0XEA-00C Papiergeleiders Stel de papiergeleiders exact af op de breedte van het geladen papier, zodat het papier mooi recht in de machine wordt gevoerd. Papierlade Trek de papierlade uit als u papier gaat plaatsen. Uitschuifblad Open het uitschuifstuk van de lade als u groot papier gaat plaatsen. KOPPELINGEN Papier in de multifunctionele lade plaatsen(P.
  • Pagina 29 Basishandelingen Papierlade 0XEA-00E Papiergeleiders Stel de papiergeleiders exact af op de grootte van het geladen papier, zodat het papier mooi recht in het apparaat wordt gevoerd. Druk op de ontgrendelingspallen die in de afbeeldingen met pijlen worden aangegeven om de geleiders te ontgrendelen, zodat u deze kunt verschuiven. Indicator papierniveau Geeft de resterende hoeveelheid papier aan.
  • Pagina 30 Basishandelingen Bedieningspaneel 0XEA-00F Display Toont de huidige afdrukstatus of andere bedrijfsstatus, fouteninformatie, resterend tonerniveau, enzovoort. Het scherm is ook een aanraakscherm, zodat u instellingen direct kunt opgeven door het scherm aan te raken. Het display gebruiken(P. 31) Display(P. 27) Start toets Indrukken om het scherm Start weer te geven, waarop u toegang krijgt tot verschillende functies zoals USB afdrukken of Beveiligde afdruk, en het menu voor instellingen.
  • Pagina 31 Merkteken NFC (Near Field Communication) U kunt ook functies gebruiken, zoals afdrukken, door met een smartphone of vergelijkbaar toestel waar op Canon Mobile Application is geïnstalleerd, over dit merkteken te bewegen. Verbinden met behulp van een tik op het apparaat (NFC)(P. 146) Energiebesparing toets Druk hierop om het apparaat in de sluimermodus te plaatsen.
  • Pagina 32 Basishandelingen Fout lampje Dit lampje knippert of brandt als er sprake is van een fout, zoals een papierstoring. Hoofdvoeding lampje Brandt als het apparaat is ingeschakeld. KOPPELINGEN Het display gebruiken(P. 31)
  • Pagina 33 Basishandelingen Display 0XEA-00H Het scherm Start of het instellingenscherm wordt op de display weergegeven, zodat u kunt beginnen met functies zoals USB afdrukken of Beveiligde afdruk. Met de display kunt u ook informatie controleren, zoals foutmeldingen en de bedieningsstatus van het apparaat. Het scherm is ook een aanraakpaneel, dus u kunt bedieningshandelingen uitvoeren door het scherm direct aan te raken.
  • Pagina 34 Basishandelingen <Apparaatstatus> Hiermee kunt u de status van de machine weergeven, zoals de hoeveelheid papier of de hoeveelheid toner die nog in de tonercartridge zit. <Papierinformatie> Druk hierop om informatie weer te geven over de verschillende papierbronnen. <Resterende inhoud in cartridge> Hiermee wordt weergegeven hoeveel toner er nog in de tonercartridge zit.
  • Pagina 35 Basishandelingen <Controleer tellerstand> Het scherm Wanneer u drukt op ), wordt het scherm <Controleer tellerstand> weergegeven. In dit scherm kunt u de tellerwaarden van afdrukken zien, en ook het serienummer van het apparaat en de configuratie van het apparaat. <Apparaatconfiguratie controleren> Toont het serienummer en de configuratie van het apparaat.
  • Pagina 36 Basishandelingen KOPPELINGEN Het display gebruiken(P. 31)
  • Pagina 37 Basishandelingen Het display gebruiken 0XEA-00J Het display is een aanraakscherm: u bedient het door het aan te raken. Vermijd de volgende handelingen. Hierdoor kunnen zich storingen voordoen of kan het display beschadigd raken. ● Hard drukken ● Drukken met puntige voorwerpen (vingernagel, balpen, potlood enzovoort) ●...
  • Pagina 38 Basishandelingen ◼ Items selecteren Tik op een itemnaam of knop om een selectie te maken. Als u een item per ongeluk aanraakt ● Schuif uw vinger weg en laat los om de selectie te annuleren. Teruggaan naar het vorige scherm ●...
  • Pagina 39 Basishandelingen ◼ Waarden en instellingen wijzigen Waarden wijzigen Tik op om waarden in te voeren. Als een pictogram zoals hieronder in de linkerbovenhoek van het scherm wordt weergegeven, kunt u waarden rechtstreeks met de numerieke toetsen invoeren. De cursor verplaatsen ●...
  • Pagina 40 Basishandelingen Tekst invoeren 0XEA-00K Voer met de display en de numerieke toetsen tekst en waarden in. Een ander type tekst kiezen Tik op <A/a/12> om te schakelen tussen het type tekst dat wordt ingevoerd. Het geselecteerde type tekst wordt aangegeven met 'A', 'a' of '12' rechtsboven het invoerveld. ●...
  • Pagina 41 Als u een spatie wilt invoeren, verplaatst u de cursor naar het einde van de tekst en tikt u op Voorbeeld van het invoeren van tekst en cijfers Voorbeeld: "Canon-1" Tik herhaaldelijk op <A/a/12> tot <A> is geselecteerd. Druk herhaaldelijk op totdat de letter "C" is geselecteerd.
  • Pagina 42 Basishandelingen Tik op <Toepassen>. ◼ Tekens invoeren met een USB-toetsenbord op het scherm wordt weergegeven, kunt u een toetsenbord aansluiten op de USB-poort voor USB-toestellen en tekst met het toetsenbord invoeren. Wanneer u een toetsenbord gebruikt, kunt u nog wel het numerieke toetsenblok gebruiken.
  • Pagina 43 Basishandelingen Aanmelden bij de machine 0XEA-00L Als Afdelings-ID beheer is ingeschakeld of er zijn Systeembeheerders-ID's geactiveerd, kunt u het apparaat pas gebruiken wanneer u hebt ingelogd. Wanneer het aanmeldingsscherm verschijnt, volg dan onderstaande procedure en voer de Afdelings-ID en pincode in. ●...
  • Pagina 44 Basishandelingen Papier plaatsen 0XEA-00R U kunt het papier plaatsen in de papierlade of in de multifunctionele lade. Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u het meest gebruikt. De papierlade is handig wanneer u grote hoeveelheden papier gebruikt. Gebruik de multifunctionele lade wanneer u tijdelijk een formaat of type papier wilt gebruiken dat niet in de papierlade is geplaatst.
  • Pagina 45 Basishandelingen ● Bewaar het papier in de originele verpakking om het te beschermen tegen vocht of droogte. ● Bewaar het papier niet op een manier waardoor het kan krullen of vouwen. ● Bewaar het papier niet verticaal of plaatst niet te veel papier opeen. ●...
  • Pagina 46 Basishandelingen Papier in de papierlade plaatsen 0XEA-00S Laad het papier dat u normaliter in de papierlade gebruikt. Als u wilt afdrukken op papier dat niet in de papierlade is geplaatst, laad het dan in de multifunctionele lade. Papier in de multifunctionele lade plaatsen(P. 44) Plaats het papier met de korte zijde naar voren ●...
  • Pagina 47 Basishandelingen Leg het papier zo dat de rand van de papierstapel net de voorzijde van de papierlade raakt. ● Plaats het papier met de korte zijde naar voren (staand), met de afdrukzijde naar beneden. U kunt papier niet laden met de lange zijde naar voren (liggend). ●...
  • Pagina 48 Basishandelingen Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het papier ● Als de papiergeleiders te los of te strak zitten, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of kunnen er papierstoringen ontstaan. Als u papier met een lengte korter dan A5 plaatst Als u A6 formaat papier of ander papier met een lengte korter dan 210 mm plaatst, schuif dan de papiergeleider aan de achterzijde naar de voorzijde toe en voorbij zijn positie voor A5 formaat papier.
  • Pagina 49 Basishandelingen ● Als u de papierlade plaatst met <Melden controle papierinst.> ingesteld op <Aan>, verschijnt een bevestigingsscherm. Melden om papierinstellingen te controleren(P. 379) » Ga verder met Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst(P. 54) Wanneer u papier van een ander formaat of soort gaat gebruiken ●...
  • Pagina 50 Basishandelingen Papier in de multifunctionele lade plaatsen 0XEA-00U Als u wilt afdrukken op papier dat niet in de papierlade is geplaatst, laad het dan in de multifunctionele lade. Laad het papier dat u normaliter in de papierlade gebruikt. Papier in de papierlade plaatsen(P. 40) Plaats het papier met de korte zijde naar voren ●...
  • Pagina 51 Basishandelingen Plaats het papier in de multifunctionele lade invoer tot het papier stopt. ● Plaats het papier met de korte zijde naar voren, met de afdrukzijde naar boven. U kunt papier niet laden met de lange zijde naar voren. ● Waaier de papierstapel uit en tik met de onderkant op een vlak oppervlak om de vellen papier mooi gelijk te leggen.
  • Pagina 52 Basishandelingen Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het papier ● Als de papiergeleiders te los of te strak zitten, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of kunnen er papierstoringen ontstaan. » Ga verder met Het papierformaat en de papiersoort in de multifunctionele lade opgeven(P.
  • Pagina 53 Basishandelingen Enveloppen plaatsen 0XEA-00W Strijk de enveloppen glad voordat u ze gaat laden. Let ook op de invoerrichting van de enveloppen en welke kant naar boven wijst. Let op: enveloppen kunnen niet in de papierlade worden geladen. Voordat u enveloppen gaat laden(P. 47) Enveloppen in de multifunctionele lade plaatsen(P.
  • Pagina 54 Basishandelingen Lijn de randen van de enveloppen uit op een vlak oppervlak. Enveloppen in de multifunctionele lade plaatsen Laad enveloppen van het formaat Monarch, COM10, DL of ISO-C5 met de korte zijde naar voren en met de kant zonder lijm (de voorzijde) naar boven. U kunt niet afdrukken op de achterzijde van enveloppen. Plaats de enveloppen zo dat de rand met de flap aan de linkerkant zit, zoals in de afbeelding.
  • Pagina 55 Basishandelingen Voorbedrukt papier plaatsen 0XEA-00X Als u papier gebruikt waarop vooraf een logo is afgedrukt, let u bij het plaatsen op de invoerrichting van het papier. Zorg dat het papier goed is geplaatst zodat er op de juiste kant van het papier met een logo wordt afgedrukt. Enkelzijdig afdrukken op papier met logo's(P.
  • Pagina 56 Basishandelingen Afdrukken op papier met logo's in de afdrukrichting Liggend Papier in de papierlade laden Laad het papier met de kant van het logo (de afdrukzijde) naar beneden. Papier in de multifunctionele lade laden Laad het papier met de kant van het logo (de afdrukzijde) naar boven. Dubbelzijdig afdrukken op papier met logo's Afdrukken op papier met logo's in de afdrukrichting Staand Papier in de papierlade laden...
  • Pagina 57 Basishandelingen Papier in de multifunctionele lade laden Laad het papier met de voorzijde van het bedrukte papier (de zijde voor de eerste pagina van het document) naar beneden. Afdrukken op papier met logo's in de afdrukrichting Liggend Papier in de papierlade laden Laad het papier met de voorzijde van het bedrukte papier (de zijde voor de eerste pagina van het document) naar boven.
  • Pagina 58 Basishandelingen De instelling <Invoermethode papier schakelen> ● Wanneer u afdrukt op voorbedrukt papier, moet u de afdrukzijde van het geladen papier wijzigen als u wisselt tussen enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken. Als <Invoermethode papier schakelen> echter is ingesteld op <Prioriteit afdrukzijde>, kunt u de afdrukzijde die u gebruikt voor het laden van voorbedrukt papier voor dubbelzijdig afdrukken (met de logokant naar boven voor de papierlade of naar beneden voor de multifunctionele lade) ook gebruiken voor enkelzijdig afdrukken.
  • Pagina 59 Basishandelingen Het type en formaat papier opgeven 0XEA-00Y U moet ervoor zorgen dat de instellingen voor het type en formaat papier overeenkomen met het papier dat is geladen. Vergeet dus niet de papierinstellingen aan te passen wanneer u papier gaat laden dat afwijkt van het eerder gebruikte papier.
  • Pagina 60 Basishandelingen Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst 0XEA-010 ● Om een aangepast papierformaat op te geven, moet u dat vooraf registreren. Een aangepast papierformaat registreren(P. 61) Druk op en tik op <Menu>. Tik op <Papierinstellingen>. Tik op <Lade 1>...
  • Pagina 61 Basishandelingen Selecteer het papiertype. KOPPELINGEN Papier in de papierlade plaatsen(P. 40) De papierformaten die worden weergegeven, beperken(P. 64) Papier(P. 480) Melden om papierinstellingen te controleren(P. 379)
  • Pagina 62 Basishandelingen Het papierformaat en de papiersoort in de multifunctionele lade opgeven 0XEA-011 Het onderstaande scherm wordt weergegeven als er papier is geladen in de multifunctionele lade. Volg de aanwijzingen op het scherm om instellingen op te geven voor het formaat en type papier dat is geladen. Het bovenstaande scherm wordt niet weergegeven als papier wordt geladen ●...
  • Pagina 63 Basishandelingen Geef de lengte van de zijde <Y> op (de lange zijde). ● Tik op <Y>. ● Geef de lengte van de zijde <Y> op en tik op <Toepassen>. Tik op <Toepassen>. <Vrij formaat> ● Als u <Vrij formaat> opgeeft, kunt u moeite besparen van het veranderen van de papierformaat-instelling iedere keer dat u afdrukt.
  • Pagina 64 Basishandelingen Standaard papierinstellingen voor de multifunctionele lade registreren 0XEA-012 U kunt standaard-papierinstellingen opslaan voor de multifunctionele lade. Hierdoor hoeft u niet steeds instellingen in te voeren wanneer u altijd hetzelfde papier gebruikt in de multifunctionele lade. ● Als u standaard-papierinstellingen hebt opgegeven, wordt het scherm met papierinstellingen niet meer weergegeven wanneer u papier laadt.
  • Pagina 65 Basishandelingen Een aangepast papierformaat registreren Tik op <Aangepast>. Geef de lengte van de zijde <X> op (de korte zijde). ● Tik op <X>. ● Voer de lengte van de zijde <X> in met of de numerieke toetsen, en tik op <Toepassen>. Geef de lengte van de zijde <Y>...
  • Pagina 66 Basishandelingen KOPPELINGEN Papier in de multifunctionele lade plaatsen(P. 44) De papierformaten die worden weergegeven, beperken(P. 64) Papier(P. 480)
  • Pagina 67 Basishandelingen Een aangepast papierformaat registreren 0XEA-013 U kunt maximaal drie aangepaste papierformaten opslaan die u regelmatig gebruikt. Druk op en tik op <Menu>. Tik op <Papierinstellingen>. Tik op <Gebruikerspapier registreren>. Tik op <Niet geregistreerd>. ● Als de papierformaten <1> tot en met <3> al zijn ingesteld, kunt u een instelling wijzigen of verwijderen om door te gaan.
  • Pagina 68 Basishandelingen Een instelling verwijderen Selecteer het geregistreerde formaat dat u wilt wissen. Tik op <Verwijderen>. Tik op <Ja>. Geef het papierformaat op. Geef de lengte van de zijde <X> op (de korte zijde). ● Tik op <X>. ● Voer de lengte van de zijde <X> in met of de numerieke toetsen, en tik op <Toepassen>.
  • Pagina 69 Basishandelingen Opgeslagen instellingen voor afwijkend papier selecteren De papierformaten die u met de bovenstaande procedure registreert, worden weergegeven in het scherm voor het selecteren van het papierformaat. Het papierformaat voor de papierlade selecteren Op het scherm waarop u het papierformaat kunt opgeven dat in de papierladen is geplaatst, ziet u de opgeslagen papierformaten.
  • Pagina 70 Basishandelingen De papierformaten die worden weergegeven, beperken 0XEA-014 U kunt ervoor zorgen dat alleen papierformaten die u vaak gebruikt, worden getoond in het scherm voor het selecteren van de instelling van het papierformaat. Druk op en tik op <Menu>. Tik op <Papierinstellingen>. Tik op <Veelgebruikte papierformaten selecteren>.
  • Pagina 71 Basishandelingen KOPPELINGEN Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst(P. 54) Het papierformaat en de papiersoort in de multifunctionele lade opgeven(P. 56) Standaard papierinstellingen voor de multifunctionele lade registreren(P. 58)
  • Pagina 72 Basishandelingen Energie besparen 0XEA-015 U kunt energie besparen door een instelling te realiseren opdat het apparaat automatisch naar de energiespaarstand (sluimermodus) of UIT gaat als er voor een bepaalde periode geen handeling wordt verricht, of het apparaat iedere dag van de week op een bepaalde tijd automatisch UIT gaat. De slaapstand instellen(P.
  • Pagina 73 Basishandelingen De slaapstand instellen 0XEA-016 In de slaapstand wordt het stroomverbruik verlaagd door de stroomtoevoer naar het bedieningspaneel te onderbreken. Als er gedurende bepaalde tijd geen bewerkingen worden uitgevoerd op de machine, zoals tijdens de lunchpauze, kunt u energie besparen door op op het bedieningspaneel te drukken.
  • Pagina 74 Basishandelingen De slaapstand verlaten Druk op . U kunt ook op het display tikken of op een andere toets dan drukken om de slaapstand te verlaten.
  • Pagina 75 Basishandelingen Op een vaste tijd UITschakelen 0XEA-017 U kunt een instelling realiseren dat het apparaat iedere dag van de week op een bepaalde tijd automatisch UIT gaat. Hiermee kunt u nutteloos stroomverbruik vermijden dat kan optreden als u nalaat het apparaat UIT te schakelen. Standaard is deze functie niet actief.
  • Pagina 76 Basishandelingen [Wekelijkse automatische uitschakeltimer instellen] Via het activeren van dit selectievakje kunt u de tijd instellen waarop het apparaat iedere dag van de week UIT gaat. [Zondag] tot [Zaterdag] Voer de tijd in waarop het apparaat UIT moet gaan. Als u op een bepaalde weekdag het vakje leeg laat, is de functie voor die dag niet actief.
  • Pagina 77 Basishandelingen De automatische uitschakeltijd instellen 0XEA-018 Door deze instelling in te schakelen, kunt u de machine zodanig instellen dat deze automatisch wordt uitgezet. De machine wordt automatisch uitgeschakeld zodra de opgegeven periode van inactiviteit is verstreken sinds het activeren van de slaapstand. U kunt instellen dat de stroomtoevoer automatisch wordt uitgeschakeld als u vergeet het apparaat uit te schakelen, bijvoorbeeld 's nachts of in vakanties.
  • Pagina 78 Afdrukken Afdrukken Afdrukken ................................73 ........................75 Basisbewerkingen met de printer ............................80 Afdrukken annuleren ......................83 Afdrukstatus en logboeken controleren ........................85 Verschillende afdrukinstellingen ..........................87 Vergroten of verkleinen ..................89 Schakelen tussen enkelzijdig en 2-zijdig afdrukken ........................91 Afdrukken sorteren per pagina ......................
  • Pagina 79 Zie de Installatiehandleiding printerstuurprogramma voor meer informatie. ● Als u een Mac-gebruiker bent, zie dan Canon UFR II/UFRII LT Printer Stuurprogramma Handleiding voor het installeren van het printerstuurprogramma en de Help van het Printerstuurprogramma voor het gebruik van afdrukfuncties ( Voor Mac OS-gebruikers(P.
  • Pagina 80 Afdrukken Open de printermap ( De printermap weergeven(P. 514) ) Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen] [Apparaatinstellingen] tabblad Schakel het selectievakje [Lade voor 500 vel] in [OK]...
  • Pagina 81 Afdrukken Basisbewerkingen met de printer 0XEA-01A In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document op uw computer afdrukt via het printerstuurprogramma. ● Ga pas afdrukken nadat u het formaat en het type papier hebt opgegeven dat is geladen in de papierbron. Papier plaatsen(P.
  • Pagina 82 Afdrukken [Paginaformaat] Selecteer het formaat van het document dat in de toepassing is gemaakt. [Uitvoerformaat] Selecteer het formaat van het papier waarop het document zal worden afgedrukt. Als het geselecteerde formaat verschilt van het formaat dat is opgegeven in [Paginaformaat], wordt het document automatisch vergroot/verkleind afgedrukt op het in [Uitvoerformaat] opgegeven formaat.
  • Pagina 83 Afdrukken [Papierbron] Selecteer de papierbron vanwaaruit het papier wordt aangevoerd. Instelwaarde Papierbron De papierbron wordt automatisch geselecteerd uitgaande van het opgegeven formaat Auto en de opgegeven papiersoort voor het afdrukken en de instellingen die zijn geconfigureerd in het apparaat. Multifunctionele invoer Papier is in de multifunctionele lade geladen.
  • Pagina 84 Afdrukken Klik op [Afdrukken] of op [OK]. ● Het afdrukken wordt gestart. In sommige programma's verschijnt het onderstaande scherm. ● Als u het afdrukken wilt annuleren, klikt u op [Annuleren] als het bovenstaande scherm wordt weergegeven. Nadat het scherm verdwijnt of als het scherm niet wordt weergegeven, kunt u het afdrukken op andere manieren annuleren.
  • Pagina 85 Afdrukken ● Als het bericht [Er is iets met de printer. Ga naar het bureaublad om dit op te lossen.] wordt weergegeven, gaat u naar het bureaublad en volgt u de instructies in het dialoogvenster. Dit bericht verschijnt als de machine zodanig is ingesteld dat de gebruikersnaam wordt weergegeven tijdens taken zoals afdrukken.
  • Pagina 86 Afdrukken Afdrukken annuleren 0XEA-01C U kunt het afdrukken annuleren vanaf uw computer of vanaf het bedieningspaneel van de machine. Vanaf een computer(P. 80) Vanaf het bedieningspaneel(P. 81) Vanaf een computer U annuleert het afdrukken vanaf het pictogram van de printer dat wordt weergegeven in het systeemvak van het bureaublad.
  • Pagina 87 Afdrukken Annuleren vanuit de externe UI ● U kunt het afdrukken annuleren vanuit de pagina [Opdrachtstatus] van de UI op afstand: De huidige status van afdruktaken controleren(P. 303) Annuleren vanuit een programma ● In sommige programma's verschijnt het onderstaande scherm. U kunt het afdrukken annuleren door te klikken op [Annuleren].
  • Pagina 88 Afdrukken ● Het is mogelijk dat er nog enkele pagina's worden uitgevoerd nadat u het afdrukken hebt geannuleerd. KOPPELINGEN Basisbewerkingen met de printer(P. 75) Afdrukstatus en logboeken controleren(P. 83)
  • Pagina 89 Afdrukken Afdrukstatus en logboeken controleren 0XEA-01E U kunt de actuele afdrukstatus en de logboeken voor afgedrukte documenten controleren. ● Als <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Uit>, kunt u de communicatielogboeken niet raadplegen. Weergave opdrachtlog(P. 377) Handig in de volgende situaties ●...
  • Pagina 90 Afdrukken <Status afdrukopdracht> Hier ziet u een lijst met de documenten die worden verwerkt, of op verwerking wachten. <Details> Hier ziet u gedetailleerde gegevens van het document dat u in de lijst hebt geselecteerd. De afdruklogboeken controleren Tik op <Opdrachtlog afdrukken>. Selecteer het document waarvan u het logboek wilt controleren.
  • Pagina 91 Afdrukken Verschillende afdrukinstellingen 0XEA-01F Er zijn verschillende afdrukinstellingen die u kunt kiezen, zoals vergroot/verkleind afdrukken en dubbelzijdig afdrukken. Vergroten of verkleinen(P. 87) Schakelen tussen enkelzijdig en Afdrukken sorteren per 2-zijdig afdrukken(P. 89) pagina(P. 91) Meerdere pagina's op één vel Posters afdrukken(P. 95) Boekje afdrukken(P.
  • Pagina 92 Afdrukken Bepaalde pagina's afdrukken op Documenttype selecteren(P. 105) Toner besparen(P. 107) ander papier(P. 103) Meerdere documenten Printerinstellingen configureren combineren en afdrukken(P. 109) op het apparaat(P. 113)
  • Pagina 93 Afdrukken Vergroten of verkleinen 0XEA-01H U kunt afdrukken vergroten of verkleinen door een vooraf ingesteld zoompercentage voor afdrukken te selecteren, zoals A5 naar A4. U kunt ook zelf een aangepast zoompercentage kiezen, dat u kunt verhogen of verlagen in stappen van Het zoompercentage voor afdrukken instellen door het formaat van het origineel en het papier op te geven (vaste schaal) Het zoompercentage voor afdrukken wordt automatisch ingesteld op basis van het formaat van het origineel en...
  • Pagina 94 Afdrukken ● Afhankelijk van het geselecteerde papierformaat, kunt u mogelijk niet het optimale zoompercentage voor afdrukken instellen. Dit kan zich uiten in grote lege vlakken op de afdruk of delen van het document die ontbreken. ● De instellingen voor vergroten/verkleinen in bepaalde programma's hebben prioriteit boven de desbetreffende instellingen in het printerstuurprogramma.
  • Pagina 95 Afdrukken Schakelen tussen enkelzijdig en 2-zijdig afdrukken 0XEA-01J U kunt enkelzijdig en dubbelzijdig afdrukken. De standaardinstelling is [Dubbelzijdig afdrukken]. Pas de instelling desgewenst aan. Controleer de juiste stand van de hendel om het papierformaat in te stellen ● Als u dubbelzijdig afdrukt, kan een verkeerde stand van de hendel om het papierformaat in te stellen leiden tot verkeerde papiertoevoer of vastgelopen papier.
  • Pagina 96 Afdrukken [Enkelzijdig/Dubbelzijdig/Boekje afdrukken] Selecteer [Enkelzijdig afdrukken] of [Dubbelzijdig afdrukken]. ● Voor [Boekje afdrukken], zie Boekje afdrukken(P. 96) . [Inbindlocatie] Geef de positie aan waar u de afdrukken wilt inbinden, bijvoorbeeld met een nietapparaat. De afdrukstand verandert als dat nodig is voor de opgegeven inbindlocatie. Klik op [Rugmarge] om de margebreedte voor de inbindpositie op te geven.
  • Pagina 97 Afdrukken Afdrukken sorteren per pagina 0XEA-01K Als u afdrukken wilt maken van documenten met meerdere pagina's, selecteert u [Sorteren] om complete sets op volgorde af te drukken. Deze functie is handig bij het voorbereiden van hand-outs voor vergaderingen of presentaties. [Algemene instellingen] tabblad Selecteer [Sorteren] of [Groeperen] in [Sorteren/groeperen] [OK]...
  • Pagina 98 Afdrukken ● Als u [Uit] selecteert, bepaalt de relevante instelling in het programma of de afdrukken al dan niet worden gesorteerd. KOPPELINGEN Basisbewerkingen met de printer(P. 75)
  • Pagina 99 Afdrukken Meerdere pagina's op één vel afdrukken 0XEA-01L U kunt meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Zo kunt u vier of negen pagina's afdrukken op één vel door [4 op 1] of [9 op 1] te gebruiken. Gebruik deze functie als u papier wilt besparen of een document wilt bekijken als miniaturen.
  • Pagina 100 Afdrukken [Paginavolgorde] Selecteer een indeling voor de paginaopmaak. Als u bijvoorbeeld [Horizontaal vanaf linkerzijde] selecteert, wordt de eerste pagina links bovenaan afgedrukt en vervolgens worden de volgende pagina's rechts daarvan geplaatst. KOPPELINGEN Basisbewerkingen met de printer(P. 75) Schakelen tussen enkelzijdig en 2-zijdig afdrukken(P. 89)
  • Pagina 101 Afdrukken Posters afdrukken 0XEA-01R U kunt één pagina van een document verspreid over meerdere pagina's afdrukken. Als u een document met één pagina van het formaat A4 bijvoorbeeld negen keer zo groot maakt, hebt u een poster van 3x3 vellen A4-formaat nadat u het document hebt afgedrukt en de vellen aan elkaar hebt geplakt.
  • Pagina 102 Afdrukken Boekje afdrukken 0XEA-01S U kunt twee pagina's van een document op beide zijden van één vel papier afdrukken en dan de bedrukte pagina's dubbelvouwen om een boekje te maken. Het printerstuurprogramma regelt de afdrukvolgorde, zodat de paginanummers kloppen. Controleer de juiste stand van de hendel om het papierformaat in te stellen ●...
  • Pagina 103 Afdrukken [Enkelzijdig/Dubbelzijdig/Boekje afdrukken] Selecteer [Boekje afdrukken]. ● Voor [Enkelzijdig afdrukken] en [Dubbelzijdig afdrukken], zie Schakelen tussen enkelzijdig en 2-zijdig afdrukken(P. 89) . [Boekje] Dit scherm wordt weergegeven. [Methode voor afdrukken van boekje] ● [Alle pagina's tegelijk]: alle pagina's worden tegelijk als één bundel afgedrukt, zodat u een boekje kunt maken door de bedrukte pagina's dubbel te vouwen.
  • Pagina 104 Afdrukken Randen afdrukken 0XEA-01U U kunt randen, zoals stippellijnen of dubbele ononderbroken lijnen, toevoegen aan de marges van afdrukken. [Pagina-instelling] tabblad Klik op [Pagina opties] Selecteer het randtype in [Kader] [OK] [OK] [Kader] Selecteer hier het type rand. Voorbeeld Hier ziet u een voorbeeld met de geselecteerde rand. KOPPELINGEN Basisbewerkingen met de printer(P.
  • Pagina 105 Afdrukken Datums en paginanummers afdrukken 0XEA-01W U kunt de informatie zoals datums of paginanummers afdrukken. Daarnaast kunt u aangeven waar in het document u deze informatie wilt afdrukken (linksboven, rechtsonder, enzovoort). [Pagina-instelling] tabblad Klik op [Pagina opties] Selecteer de afdrukpositie van de afdrukdatum, de gebruikersnaam of het paginanummer [OK] [OK]...
  • Pagina 106 Afdrukken KOPPELINGEN Basisbewerkingen met de printer(P. 75) Randen afdrukken(P. 98) Afdrukken met watermerk(P. 101)
  • Pagina 107 Afdrukken Afdrukken met watermerk 0XEA-01X U kunt een watermerk zoals "KOPIE" of "VERTROUWELIJK" afdrukken over het document. U kunt nieuwe watermerken maken of vooraf geregistreerde watermerken gebruiken. [Pagina-instelling] tabblad Activeer het selectievakje [Watermerk] Selecteer een watermerk uit [Watermerknaam] [OK] [Watermerk]/[Watermerknaam] Schakel het selectievakje [Watermerk] in om de beschikbare watermerken weer te geven in de vervolgkeuzelijst [Watermerknaam].
  • Pagina 108 Afdrukken [Toevoegen] Klik hierop om een nieuw watermerk te maken. U kunt maximaal 50 watermerken opslaan. [Naam] Voer een naam in voor het nieuwe watermerk. [Kenmerken]/[Uitlijning]/[Afdrukstijl] Klik op deze tabbladen om de tekst, kleur of afdrukpositie van het watermerk op te geven. Klik voor meer informatie op [Help] in het printerstuurprogramma.
  • Pagina 109 Afdrukken Bepaalde pagina's afdrukken op ander papier 0XEA-01Y U kunt bepaalde pagina's van een document afdrukken, zoals wanneer u het voorblad van een boekje afdrukt op gekleurd papier. Plaats in dit geval het gekleurde papier voor het voorblad in de multifunctionele lade, plaats normaal papier voor de middenpagina's in de papierlade en geef vervolgens de papierinstellingen op in het printerstuurprogramma.
  • Pagina 110 Afdrukken [Verschillend voor voorblad en Instellingen opgeven voor afdrukken van boekjes ( Boekje overige pagina's] afdrukken(P. 96) ). U kunt verschillende papier opgeven voor het voorblad en de pagina's van de tekst. Bijvoorbeeld u kunt het papier in de multifunctionele invoer opgeven voor [Voorblad] en het papier in de papierlade voor [Overige pagina's] (pagina's van de tekst).
  • Pagina 111 Afdrukken Documenttype selecteren 0XEA-020 U kunt het type document opgeven om zo een optimale beeldkwaliteit te garanderen. Er zijn verschillende instellingen voor fotodocumenten, documenten met grafieken en tabellen, en documenten met CAD-tekeningen met zeer dunne lijntjes. [Kwaliteit] tabblad Selecteer het documenttype in [Doel] [OK] [Doel] Selecteer een optie die het best past bij het type document of het doel van het afdrukken.
  • Pagina 112 Afdrukken ● Als u gedetailleerde instellingen wilt opgeven voor de items die u hebt geselecteerd bij [Doel], klikt u op [Geavanceerde instellingen]. Klik voor meer informatie op [Help] in het printerstuurprogramma. KOPPELINGEN Basisbewerkingen met de printer(P. 75)
  • Pagina 113 Afdrukken Toner besparen 0XEA-021 U kunt in het printerstuurprogramma instellen dat documenten met minder toner worden afgedrukt. ● Als de tonerspaarstand is ingeschakeld, bestaat de kans dat dunne lijnen en delen met een lichtere afdrukdichtheid vaag worden. [Kwaliteit] tabblad Selecteer het documenttype in [Doel] Klik op [Geavanceerde instellingen] Selecteer [Tonerspaarstand] in het [Geavanceerde instellingen] scherm Selecteer [Aan] uit de...
  • Pagina 114 Afdrukken [Geavanceerde instellingen] Er verschijnt een scherm met instellingen. Klik op [Tonerspaarstand] en selecteer [Aan] in de vervolgkeuzelijst onder aan het scherm. ● U kunt aangeven of u de tonerspaarstand wilt inschakelen voor ieder documenttype. Schakel voor elk documenttype dat wordt vermeld bij [Doel] al dan niet de tonerspaarstand in. ●...
  • Pagina 115 Afdrukken Meerdere documenten combineren en afdrukken 0XEA-022 Met behulp van Canon PageComposer kunt u meerdere documenten samenvoegen tot één afdruktaak en de taak afdrukken met de opgegeven afdrukinstellingen. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld documenten combineren die met verschillende programma's zijn gemaakt en alle pagina's op hetzelfde papierformaat afdrukken.
  • Pagina 116 Afdrukken ● Canon PageComposer wordt gestart. Het afdrukken wordt nog niet gestart. Herhaal stappen 1 - 4 voor de documenten die u wilt combineren. ● De documenten worden toegevoegd aan Canon PageComposer. Selecteer in de lijst [Documentnaam] de documenten die u wilt combineren en klik ●...
  • Pagina 117 De instellingen in dit scherm worden voor de volledige afdruktaak gebruikt. ● Klik voor meer informatie op [Help] in Canon PageComposer. [Details] Hiermee geeft u het scherm met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma weer. Er zijn minder...
  • Pagina 118 Afdrukken Selecteer in de lijst [Documentnaam] de gecombineerde afdruktaak die u wilt afdrukken en klik op ● Het afdrukken wordt gestart. ● Raadpleeg Afdrukken annuleren(P. 80) voor instructies voor het annuleren van het afdrukken. KOPPELINGEN Basisbewerkingen met de printer(P. 75)
  • Pagina 119 Afdrukken Printerinstellingen configureren op het apparaat 0XEA-023 Wanneer u een document afdrukt vanaf een computer, kunt u verschillende afdrukinstellingen opgeven in het programma waarmee u het document hebt gemaakt of in het printerstuurprogramma. Denk hierbij aan instellingen zoals het aantal exemplaren en enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken. De hieronder beschreven instelling <Papierformaat negeren>...
  • Pagina 120 Afdrukken Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken) 0XEA-024 Als u gaat afdrukken vanaf een computer, kunt u een pincode instellen voor een document. Het document blijft dan in het geheugen van het apparaat staan en wordt pas afgedrukt nadat op het bedieningspaneel van het apparaat de juiste pincode is ingevoerd.
  • Pagina 121 Afdrukken Instellingen configureren voor beveiligd afdrukken 0XEA-025 Zorg ervoor dat Beveiligd afdrukken is ingeschakeld in het printerstuurprogramma. ● Om de onderstaande procedure uit te voeren, moet u zich bij de computer aanmelden met een administratoraccount. Open de printermap. De printermap weergeven(P. 514) Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
  • Pagina 122 Afdrukken KOPPELINGEN Documenten beveiligd afdrukken(P. 117)
  • Pagina 123 Afdrukken Documenten beveiligd afdrukken 0XEA-026 In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een document vanuit een programma kunt afdrukken als een beveiligd document. Er wordt eerst beschreven hoe u een beveiligd document naar de machine stuurt en daarna kunt u lezen hoe u het beveiligde document kunt afdrukken.
  • Pagina 124 Afdrukken Als u [Ja] hebt geselecteerd Voer de gebruikersnaam voor [Gebruikersnaam] en de pincode voor [Pincode] in en klik op [OK]. ● De computernaam (aanmeldingsnaam) van uw computer wordt weergegeven in [Gebruikersnaam]. Als u de gebruikersnaam wilt wijzigen, voert u maximaal 32 alfanumerieke tekens in voor een nieuwe gebruikersnaam.
  • Pagina 125 Afdrukken Als u [Nee] hebt geselecteerd in stap 3 Voer de juiste waarde in bij [Documentnaam], [Gebruikersnaam], en [Pincode] en klik op [OK]. ● De documentnaam wordt automatisch ingesteld op basis van de informatie uit het programma. Als u de documentnaam wilt wijzigen, typt u maximaal 32 alfanumerieke tekens voor een nieuwe naam.
  • Pagina 126 Afdrukken Voer de pincode in met de numerieke toetsen en tik op <Toepassen>. ● Het afdrukken wordt gestart. ● Tik, als u het afdrukken wilt annuleren, op <Annuleren> <Ja>. De periode instellen waarna beveiligde documenten worden verwijderd De standaardinstelling van het apparaat is dat beveiligde documenten 30 minuten na ontvangst in het geheugen worden verwijderd als ze nog niet zijn afgedrukt.
  • Pagina 127 Afdrukken Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. KOPPELINGEN Instellingen configureren voor beveiligd afdrukken(P. 115) Afdrukstatus en logboeken controleren(P. 83)
  • Pagina 128 Afdrukken De gewenste afdrukinstellingen configureren 0XEA-027 U kunt combinaties van instellingen opslaan als "Profielen" om te voldoen aan uw diverse afdrukbehoeften. U kunt de instellingen die u vaak gebruikt ook opslaan als de standaardinstelling. Zodra de standaardinstelling is ingesteld, worden de opgeslagen instellingen automatisch weergegeven op het scherm van het printerstuurprogramma en kunt u de handelingen overslaan om de afdrukinstellingen op te geven en kunt u onmiddellijk afdrukken.
  • Pagina 129 Afdrukken Combinaties van veelgebruikte afdrukinstellingen opslaan 0XEA-028 Als u bij elke afdruktaak instellingen moet opgeven om bijvoorbeeld "enkelzijdig af te drukken op A4-papier in de afdrukstand Liggend", kan dit nogal tijdrovend en vervelend worden. Als u deze veelgebruikte combinaties van afdrukinstellingen echter opslaat als een "profiel", kunt u de gewenste afdrukinstellingen eenvoudig opgeven door het bijbehorende profiel te laden.
  • Pagina 130 Afdrukken Een profiel selecteren Selecteer het gewenste profiel en klik op [OK]. De instellingen van het geselecteerde profiel wijzigen ● U kunt de instellingen van een profiel wijzigen. Desgewenst kunt u de gewijzigde instellingen opslaan als een ander profiel. KOPPELINGEN Basisbewerkingen met de printer(P.
  • Pagina 131 Afdrukken De standaardinstellingen wijzigen 0XEA-029 De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven als u het scherm met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma opent. Voorbeeld: als u bij alle documenten steeds elke twee pagina´s wilt verkleinen en op één pagina wilt afdrukken, geef dan [2 op 1] op als de gebruikersstandaard voor pagina-indeling. Vanaf nu zal het printerstuurprogramma worden geopend met [2 op 1] gespecificeerd als pagina-indeling en u hoeft de instellingen niet iedere keer bij het afdrukken te veranderen.
  • Pagina 132 Afdrukken KOPPELINGEN Basisbewerkingen met de printer(P. 75) Combinaties van veelgebruikte afdrukinstellingen opslaan(P. 123)
  • Pagina 133 Afdrukken Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via USB) 0XEA-02A U kunt afbeeldingsbestanden die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat afdrukken door het USB- geheugenapparaat rechtstreeks op het apparaat aan te sluiten. Als u deze functie gebruikt, kunt u afdrukken zonder een computer te gebruiken. Ondersteunde bestandsindelingen U kunt de volgende soorten bestanden afdrukken.
  • Pagina 134 Afdrukken bestanden te verwijderen van het USB-geheugenapparaat of verplaats bestanden naar een andere map. Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-poort aan de zijkant van het bedieningspaneel. ● Verwijder het USB-apparaat niet terwijl er gegevens worden gelezen. Voorkom eveneens schudden of schokken van het USB-apparaat of de machine.
  • Pagina 135 Afdrukken ● Tik op een bestand als u de selectie ervan ongedaan wilt maken, (gemarkeerd als ● U kunt de inhoud van een map weergeven door de map te selecteren en erop te tikken. Druk op als u wilt terugkeren naar de map op het hoogste niveau. ●...
  • Pagina 136 Afdrukken ● U kunt de standaardweergavemethode instellen op <Details> of <Afbeeldingen>. Standaard weergave- instellingen (P. 341) Tik op <Alle items>. Tik op <Weergavemethode>. Tik op de weergavemethode. <Details> Selecteer deze optie om bestandsnamen en datums weer te geven. U kunt instellen dat bestandsnamen in verkorte vorm worden weergegeven. Weergavestijl bestandsnaam (P.
  • Pagina 137 Afdrukken De sorteervolgorde van bestanden wijzigen U kunt de sorteervolgorde wijzigen van de bestanden op een USB-geheugenapparaat. ● U kunt een instelling voor het sorteren opgeven, zoals <Naam (oplopend)> of <Datum/tijd (oplopend)> opgeven als de standaardinstelling voor de sorteervolgorde van bestanden. Standaardinstellingen bestandssortering (P.
  • Pagina 138 Afdrukken Geef de gewenste afdrukinstellingen op. ● Tik op de menuoptie die u wilt instellen. <Aantal kopieën> Geef het aantal kopieën op van 1 tot 99. Tik op of voer met de numerieke toetsen een hoeveelheid in en tik op <Toepassen>. <Papier>...
  • Pagina 139 Afdrukken <2 op 1> Kies deze optie om twee documenten op één vel af te drukken. <4 op 1> Kies deze optie om vier documenten op één vel af te drukken. <2-zijdig> U kunt dubbelzijdige afdrukken maken. Selecteer de inbindpositie. <Type boek>...
  • Pagina 140 Afdrukken <Densiteit> Stel de tonerdichtheid voor afdrukken af. Realiseer een instelling met behulp van en tik op <Toepassen>. Let op: als <Tonerbesparing> is ingesteld op <Aan>, kunt u dit item niet instellen. De fijnafstelling van de tonerdichtheid realiseren Als u de fijnafstelling van de tonerdichtheid op drie dichtheidsniveaus (hoog, middel en laag) wilt realiseren, gebruik dan de volgende procedure.
  • Pagina 141 Afdrukken ● <Datum afdrukken> is niet beschikbaar voor het afdrukken van PDF-bestanden. <Bestandsnaam afdrukken> U kunt de bestandsnaam onder elke afbeelding afdrukken. Tik op <Aan>. ● Hoewel <Bestandsnaam afdrukken> niet beschikbaar is voor het afdrukken van een index, wordt de bestandsdatum van het bestand automatisch onder elk document afgedrukt.
  • Pagina 142 Afdrukken <-> Hiermee worden documenten donkerder afgedrukt. <+> Hiermee worden documenten lichter afgedrukt.  ● U kunt de helderheid van TIFF-bestanden alleen aanpassen als deze via JPEG zijn gecomprimeerd. <Halftonen> U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit.
  • Pagina 143 Afdrukken <Uniforme RGB> Kleurgegevens worden zodanig naar zwart/wit geconverteerd dat R, G, en B gelijk worden geconverteerd naar dezelfde grijswaarde. <PDF-details instellen> U kunt de afdrukinstellingen voor PDF-bestanden wijzigen. <Vergroten/verkleinen vlgns papierformaat> Deze instelling vergroot of verkleint het originele document zodanig dat het in het afdrukvlak van het papierformaat past.
  • Pagina 144 Afdrukken <Uit> Drukt geen opmerkingen af. <Automatisch> Drukt alleen deze opmerkingen af die volgens opgaaf in het PDF-bestand moeten worden afgedrukt. <Wachtwoord om document te openen> U kunt een door een wachtwoord beveiligd PDF-bestand afdrukken door het juiste wachtwoord in te voeren. <Overige>...
  • Pagina 145 Afdrukken <sRGB> Kleurgegevens worden geconverteerd naar zwart/wit met nadruk op kleurverschillen, zodat een soepele gradatie wordt verkregen. <NTSC> Kleurgegevens worden zodanig naar zwart/wit geconverteerd dat de afbeelding eruit ziet als een televisieafbeelding (van het NTSC-systeem). <Geheel RGB> Kleurgegevens worden zodanig naar zwart/wit geconverteerd dat R, G, en B gelijk worden geconverteerd naar dezelfde grijswaarde.
  • Pagina 146 Afdrukken De standaardinstellingen voor afdrukken via USB wijzigen 0XEA-02C De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft op te geven als u gaat afdrukken.
  • Pagina 147 Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel ............142 ..................... 143 Verbinding maken met een mobiel toestel ..................144 Directe verbinding maken (Toegangspuntmodus) ................
  • Pagina 148 Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel 0XEA-02E Door het apparaat te gebruiken in combinatie met een mobiel toestel, zoals een smartphone of tablet, kunt u gemakkelijk een juiste toepassing gebruiken. Tevens kunt u een mobiel toestel gebruiken om het apparaat op afstand te bedienen, de afdrukstatus te controleren en de instellingen van het apparaat te wijzigen.
  • Pagina 149 Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Verbinding maken met een mobiel toestel 0XEA-02F Als u het apparaat wilt verbinden met een mobiel toestel, kunt u kiezen voor verbinding via een draadloos LAN, directe verbinding, of een tik op het apparaat (NFC). Selecteer de methode die het beste past bij uw omgeving en apparaten. ◼...
  • Pagina 150 Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Directe verbinding maken (Toegangspuntmodus) 0XEA-02H Zelfs in een omgeving zonder draadloos LAN router kunt u een verbinding tot stand brengen tussen het apparaat en uw mobiele toestel zonder dat u ingewikkelde instellingen hoeft door te nemen. U gebruikt gewoon de 'Toegangspuntmodus' waarmee u uw mobiele toestel draadloos direct kunt verbinden met het apparaat.
  • Pagina 151 Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel <Verbind. info.> Op het Direct Connection-scherm kunt u de informatie over de voortgang zien. <Verb. verbrek.> Stopt de procedure voor directe verbinding. Als het afdrukken of een andere gewenste handeling is voltooid, tik dan op deze knop om de verbinding te verbreken.
  • Pagina 152 Schakel op het mobiele toestel de NFC-functie in. Zie voor meer informatie de instructiehandleidingen voor uw mobiele toestel of neem contact op met de fabrikant. ● Installeer Canon Mobile Application op uw mobiele toestel. Zie voor meer informatie de Canon-website: http://www.canon.com/ . ●...
  • Pagina 153 U kunt een geschikte applicatie waarmee u kunt afdrukken door het apparaat vanaf uw mobiele toestel te bedienen. Het apparaat ondersteunt een speciale applicatie van Canon en verschillende andere applicaties. U kunt de applicatie selecteren die het meest geschikte is voor uw mobiele toestel, de toepassing, de situatie, enzovoort.
  • Pagina 154 Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Mopria™-instellingen bekijken Meld u aan op de UI op afstand in de stand Systeembeheerder ( De UI op afstand starten(P. 298) ) [Instellingen/registratie] [Netwerkinstellingen] [Mopria-instellingen] [Bewerken] Controleren dat het selectievakje [Mopria gebruiken] is geselecteerd [OK]...
  • Pagina 155 Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel Het apparaat op afstand beheren 0XEA-02L U kunt de UI op afstand gebruiken vanuit een webbrowser die op uw mobiele toestel is geïnstalleerd. Zo kunt u de status van het apparaat controleren en instellingen van het apparaat opgeven vanaf uw mobiele toestel. Geschikte browsers De volgende browsers zijn geschikt voor de UI op afstand van mobiele toestellen.
  • Pagina 156 Netwerk Netwerk Netwerk ................................151 ....................... 152 Verbinding maken met een netwerk ....................154 Bedraad LAN of Draadloos LAN selecteren ....................155 Verbinding maken met een bekabeld LAN ....................156 Verbinding maken met een draadloos LAN ............158 De verbinding instellen met behulp van de WPS Drukknop-modus ............
  • Pagina 157 Netwerk Netwerk 0XEA-02R De machine is ontworpen voor flexibel gebruik binnen verschillende omgevingen. Dit betekent dat de machine naast verschillende standaardfuncties voor netwerkgebruik, ook geavanceerde technologieën ondersteunt. Gelukkig hoeft u geen netwerkexpert te zijn om deze functies te kunnen gebruiken, bij het ontwerpen van de machine is immers ook rekening is gehouden met het gebruiksgemak.
  • Pagina 158 Netwerk Verbinding maken met een netwerk 0XEA-02S Wanneer u de verbinding tot stand brengt van het apparaat met een bekabeld of draadloos lokaal netwerk (LAN), moet u een IP-adres instellen dat uniek is voor het geselecteerde netwerk. Kies voor "bekabeld" of "draadloos", afhankelijk van de communicatie-omgeving en netwerkapparatuur.
  • Pagina 159 Netwerk ● Om verbinding te maken met een IEEE 802.1X-netwerk, raadpleegt u IEEE 802.1X- verificatie configureren(P. 275) . Kies voor een bekabeld of draadloos LAN. Bedraad LAN of Draadloos LAN selecteren(P. 154) Maak verbinding met een bekabeld of draadloos LAN. ●...
  • Pagina 160 Netwerk Bedraad LAN of Draadloos LAN selecteren 0XEA-02U Als u een beslissing hebt genomen ten aanzien van een bekabelde of draadloze verbinding tussen het apparaat en de computer, selecteert u Bekabeld LAN of Draadloos LAN op het bedieningspaneel. Als u de instelling verandert van <Bedraad LAN>...
  • Pagina 161 Netwerk Verbinding maken met een bekabeld LAN 0XEA-02W Sluit de machine via een router aan op een computer. Sluit de machine met een LAN-kabel aan op de router. Sluit een LAN-kabel aan. ● Sluit de machine met een LAN-kabel aan op een router. ●...
  • Pagina 162 Netwerk Verbinding maken met een draadloos LAN 0XEA-02X Als u een draadloze router (of een toegangspunt) gebruikt, loopt de verbinding tussen de machine en een computer via radiogolven. Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS), kunt u het netwerk automatisch en dus eenvoudig configureren.
  • Pagina 163 Netwerk ◼ Drukknop-modus Kijk of op de verpakking of behuizing van uw draadloze router het onderstaande WPS-merkteken staat. Controleer ook of het netwerkapparaat een WPS-knop heeft. De verbinding instellen met behulp van de WPS Drukknop- modus(P. 158) ◼ PIN-modus Sommige WPS-routers bieden geen ondersteuning voor de zogenaamde drukknop-modus. Als op de verpakking of in de documentatie van het netwerkapparaat over WPS en pincodes wordt gesproken, moet u de verbinding instellen door een pincode in te voeren.
  • Pagina 164 Netwerk De verbinding instellen met behulp van de WPS Drukknop-modus 0XEA-02Y Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de drukknop-modus van WPS, kunt u eenvoudig een verbinding configureren via de WPS-knop. ● De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp.
  • Pagina 165 Netwerk Druk de WPS-knop op de draadloze router in en houdt de knop ingedrukt. Binnen 2 minuten na het verrichten van stap 6 moet u de knop indrukken. ● Afhankelijk van het netwerkapparaat, moet u de knop 2 seconden of langer ingedrukt houden. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp.
  • Pagina 166 Netwerk Als het IP-adres van het apparaat is gewijzigd ● In een DHCP-omgeving kan het IP-adres van het apparaat automatisch worden gewijzigd. Als dit gebeurt, wordt de verbinding gehandhaafd op voorwaarde dat het apparaat en de computer nog steeds deel uitmaken van hetzelfde subnet.
  • Pagina 167 Netwerk De verbinding instellen met behulp van de WPS- pincodemodus 0XEA-030 Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de WPS PIN-modus, genereert u een pincode met de machine en registreert u deze code op het netwerkapparaat. ● De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp.
  • Pagina 168 Netwerk Tik op <Ja>. ➠ Er wordt een pincode gegenereerd. Vanaf een computer Registreer de gegenereerde pincode op de draadloze router. ● Registreer de pincode in het installatiescherm zoals weergegeven in stap 1. ● U moet de pincode binnen 10 minuten na het aantikken van <Ja> in stap 7 registreren. Als er een foutbericht verschijnt tijdens het installeren ●...
  • Pagina 169 Netwerk ● Als voor een verbinding meerdere draadloze routers beschikbaar zijn, maakt de machine verbinding met het apparaat met het krachtigste signaal. De signaalsterkte wordt gemeten met behulp van RSSI (Received Signal Strength Indication). Het stroomverbruik verminderen ● U kunt instellen dat de <Energiebesparingsmodus> van het apparaat moet worden geactiveerd als er bepaalde signalen van de draadloze router worden ontvangen.
  • Pagina 170 Netwerk De verbinding instellen door een draadloze router te selecteren 0XEA-031 U kunt de beschikbare draadloze routers (of toegangspunten) zoeken en een keuze maken uit de display van het apparaat. Geef voor de netwerksleutel een WEP-sleutel op of PSK. Controleer en noteer de benodigde configuratiegegevens, zoals de SSID en netwerksleutel ( De SSID en de netwerksleutel controleren(P.
  • Pagina 171 Netwerk Als <Kan toegangspunt niet vinden.> wordt weergegeven ● Er wordt een foutbericht weergegeven(P. 393) . Selecteer een draadloze LAN-router. ● Tik op de router waarvan de SSID overeenkomt met de SSID die u hebt opgeschreven. De details van beveiligingsinstellingen weergeven ●...
  • Pagina 172 Netwerk Als er een foutbericht verschijnt tijdens het installeren ● Tik op <Sluiten>, controleer of de netwerksleutel juist is en ga terug naar stap 5. Controleer of het Wi-Fi-lampje brandt op het bedieningspaneel. ● Het Wi-Fi-lampje brandt knippert als er een draadloze router is gedetecteerd. ●...
  • Pagina 173 Netwerk Verbinding maken met een draadloos LAN(P. 156)
  • Pagina 174 Netwerk De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven 0XEA-032 Als u gedetailleerde beveiligingsinstellingen wilt opgeven of geen draadloze verbinding tot stand kunt brengen via de andere procedures, kunt u alle benodigde gegevens voor de draadloze verbinding ook zelf invoeren. Controleer en noteer de benodigde gegevens voordat u de instellingen gaat opgeven.
  • Pagina 175 Netwerk WEP gebruiken Tik op <WEP>. Selecteer een verificatiemethode. <Open systeem> Hiermee stelt u de verificatiemethode in op Open systeem, ook wel "open verificatie" genoemd. <Gedeelde sleutel> Gebruik de WEP-sleutel als wachtwoord. Wanneer <Open systeem> is geselecteerd ● Wanneer u verbinding maakt met een draadloos LAN, treedt er op het apparaat een verificatiefout op als op de draadloze router verificatie met een gedeelde sleutel is ingeschakeld.
  • Pagina 176 Netwerk Tik op de WEP-sleutel die u hebt gewijzigd. WPA-PSK of WPA2-PSK gebruiken Tik op <WPA/WPA2-PSK>. Selecteer een encryptiemethode. <Automatisch> Hiermee wordt automatisch AES-CCMP of TKIP geselecteerd, afhankelijk van de instelling van de draadloze router. <AES-CCMP> Hiermee wordt AES-CCMP ingesteld als de coderingsmethode. Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven.
  • Pagina 177 Netwerk ● Als de configuratie is voltooid, wordt het onderstaande scherm weergegeven en gaat ongeveer 2 seconden later het Wi-Fi-lampje branden. ● Wacht ongeveer 2 minuten totdat de instellingen voor het IP-adres van de machine zijn voltooid. Signaalsterkte ● Als voor een verbinding meerdere draadloze routers beschikbaar zijn, maakt de machine verbinding met het apparaat met het krachtigste signaal.
  • Pagina 178 Als u een Mac OS gebruikt ● De DVD-ROM die bij het apparaat wordt geleverd, bevat niet de Canon MF/LBP Wireless Setup Assistant voor Macintosh. U kunt deze verkrijgen door naar de volgende Canon Website te gaan: http://www.canon.com/ Plaats de meegeleverde DVD-ROM in het cd-rom-station van uw computer.
  • Pagina 179 Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven(P. 516) ● Klik op [MInst.exe uitvoeren], als [Automatisch afspelen] wordt weergegeven. Klik op [Starten] voor [Canon MF/LBP-assistent draadloze verbinding instellen]. Lees de licentieovereenkomst en klik op [Yes] om akkoord te gaan.
  • Pagina 180 Netwerk Controleer de gegevens die worden weergegeven voor de draadloze router. ● Noteer de benodigde gegevens. Als u niet weet welke gegevens u nodig hebt, noteert u alle weergegeven gegevens. Als er geen draadloze routers worden gevonden ● Klik op [Refresh]. Controleer, als er niets gebeurt, dat de instellingen goed zijn geconfigureerd op de computer en op de draadloze router.
  • Pagina 181 Netwerk IP-adressen instellen 0XEA-034 Als u de machine wilt gebruiken in een netwerk, hebt u een uniek IP-adres nodig. Er zijn twee versies van IP-adressen beschikbaar: IPv4 en IPv6. Configureer het IP-adres afhankelijk van de netwerkomgeving. Als u IPv6-adressen wilt gebruiken, moet u de IPv4-adresinstellingen op de juiste manier configureren.
  • Pagina 182 Netwerk IPv4-adres instellen 0XEA-035 Het IPv4-adres van het apparaat kan automatisch worden toegewezen via een speciaal protocol zoals DHCP of het kan handmatig worden ingevoerd. Als u het apparaat verbindt met een bekabeld LAN, zorg er dan voor dat de stekker van de LAN-kabel stevig in de aansluiting zit ( Verbinding maken met een bekabeld LAN(P.
  • Pagina 183 Netwerk Tik op <DHCP>. Als u niet met DHCP/BOOTP/RARP een IP-adres wilt toewijzen ● Tik op <Uit>. Als u tikt op <DHCP> wanneer deze diensten niet beschikbaar zijn, zal het apparaat tijd en communicatiemiddelen verspillen met het op het netwerk zoeken naar deze diensten. Controleer of <Auto IP>...
  • Pagina 184 Netwerk Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Controleren of de instellingen juist zijn ● Controleer of het scherm van de UI op afstand kan worden weergegeven met uw computer ( De UI op afstand starten(P.
  • Pagina 185 Netwerk IPv6-adres instellen 0XEA-036 De IPv6-adressen van het apparaat kunnen worden geconfigureerd via de externe UI. Voordat u IPv6-adressen instelt, moet u de instellingen voor het IPv4-adres controleren ( IPv4-instellingen weergeven(P. 183) ). U moet de juiste IPv4- instellingen opgeven om te kunnen werken met IPv6-adressen. Het apparaat kan maximaal negen van de onderstaande IPv6-adressen gebruiken: Type Maximumaantal...
  • Pagina 186 Netwerk Klik op [Bewerken] in [IPv6-instellingen]. Schakel het selectievakje [Gebruik IPv6] in en configureer de vereiste instellingen.
  • Pagina 187 Netwerk [Gebruik IPv6] Schakel dit selectievakje in om IPv6 te activeren op het apparaat. Als u IPv6 niet gebruikt, schakelt u het selectievakje uit. [Gebruik stateless adres] Schakel dit selectievakje in als u een stateless adres gebruikt. Als u geen stateless adres gebruikt, schakelt u het selectievakje uit.
  • Pagina 188 Netwerk Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Controleren of de instellingen juist zijn ● Controleer of het scherm UI op afstand kan worden weergegeven op uw computer door het IPv6-adres van het apparaat te gebruiken.
  • Pagina 189 Netwerk Netwerkinstellingen weergeven 0XEA-037 IPv4-instellingen weergeven(P. 183) IPv6-instellingen weergeven(P. 183) Het MAC-adres weergeven voor Bedraad LAN(P. 184) Het MAC-adres en informatie weergeven voor Draadloos LAN(P. 184) ● Het IP-adres is niet goed geconfigureerd als dit wordt weergegeven als "0.0.0.0". ● Als u het apparaat aansluit op een switching hub of bridge, kan er sprake zijn van een verbindingsfout, zelfs wanneer het IP-adres goed is geconfigureerd.
  • Pagina 190 Netwerk Het MAC-adres weergeven voor Bedraad LAN Tik op <Menu> in het scherm Start. Tik op <Netwerkinstellingen>. ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk vervolgens op Aanmelden bij de machine(P. 37) Tik op <Instellingen Ethernet-stuurprogramma>.
  • Pagina 191 Netwerk Tik op <Verbindingsinformatie>. Selecteer de instelling die u wilt weergeven. Informatie over WEP en WPA/WPA2-PSK weergeven Tik op <Beveiligingsinstellingen>. Controleer de huidige beveiligingsinstelling en tik erop. ● Als de beveiligingsinstellingen niet zijn geconfigureerd, wordt <Geen> weergegeven. Selecteer de instelling die u wilt weergeven. WPA/WPA2-PSK ●...
  • Pagina 192 Netwerk Het apparaat configureren voor afdrukken vanaf een computer 0XEA-038 Als u het apparaat gebruikt als een netwerkprinter, kunt u de protocollen en poorten configureren die u wilt gebruiken voor afdrukken en een printserver instellen voor het apparaat. Ga het apparaat pas configureren voor afdrukken vanaf een computer nadat u de basisprocedures hebt uitgevoerd, zoals het installeren van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 193 Netwerk Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren 0XEA-039 Configureer de protocollen die worden gebruikt voor het afdrukken van documenten vanaf een netwerkcomputer. De ondersteunde protocollen zijn LPD, RAW en WSD (Web Services on Devices). ● Om de poortnummers van protocollen te wijzigen, raadpleegt u Poortnummers wijzigen(P.
  • Pagina 194 Netwerk LPD of RAW configureren Klik op [Bewerken] bij [LPD-instellingen] of [RAW-instellingen]. Configureer de instellingen. [Gebruik LPD-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via LPD. Als u niet afdrukt via LPD, schakelt u het selectievakje uit. [Gebruik RAW-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via RAW.
  • Pagina 195 Netwerk Configureer de instellingen. [Gebruik WSD-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via WSD. Als u niet afdrukt via WSD, schakelt u het selectievakje uit. [Gebruik WSD-bladeren] Schakel dit selectievakje in om via WSD informatie over het apparaat op te halen van een computer. Dit selectieve wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het selectievakje [Gebruik WSD-afdrukken] inschakelt.
  • Pagina 196 Netwerk WSD-netwerkapparaten instellen op Windows Vista/7/8 ● De WSD-printer kan worden toegevoegd vanuit de printermap. Open de printermap ( De printermap weergeven(P. 514) ) , klik op [Een toestel toevoegen] of [Een printer toevoegen] en volg de aanwijzingen op het scherm. Zie Installatiehandleiding printerstuurprogramma voor meer informatie over het installeren van het printerstuurprogramma voor de WSD-netwerkprinter.
  • Pagina 197 Netwerk Printerpoorten configureren 0XEA-03A Er kunnen afdrukfouten optreden wanneer het IP-adres van de machine is gewijzigd of wanneer er een printer is toegevoegd via de printermap van Windows. Deze fouten zijn meestal het gevolg van onjuiste printerpoortinstellingen. Zo kan er een onjuist poortnummer of type poort zijn opgegeven. In dergelijke situaties mislukt het afdrukken omdat de documentgegevens niet aankomen op de machine.
  • Pagina 198 Een MFNP poort toevoegen Klik op [Poort toevoegen]. Selecteer [Canon MFNP Port] bij [Beschikbare poorttypen] en klik op [Nieuwe poort]. Selecteer [Automatische detectie], selecteer het apparaat als dit is gevonden en klik op [Volgende]. Als het apparaat niet wordt gevonden Klik op [Vernieuwen].
  • Pagina 199 Netwerk Klik op [Add] (Toevoegen) [Finish] (Voltooien). Klik op [Sluiten]. Een standaard TCP/IP poort toevoegen Klik op [Poort toevoegen]. Selecteer [Standaard TCP/IP poort] bij [Beschikbare poorttypen] en klik op [Nieuwe poort]. Klik op [Volgende]. Voer het IP-adres of de DNS-naam van het apparaat in en klik op [Volgende]. ●...
  • Pagina 200 Netwerk Als u het [Apparaattype] selecteert, selecteer dan [Canon Network Printing Device with P9100] (Canon netwerk afdrukapparaat met P9100) onder [Standaard]. Klik op [Voltooien]. Klik op [Sluiten]. Het type poort of het poortnummer wijzigen Als het afdrukprotocol (LPD of RAW) aan de apparaatzijde is veranderd ( Afdrukprotocollen en WSD- functies configureren(P.
  • Pagina 201 Netwerk Klik op [OK]. Klik op [Sluiten]. KOPPELINGEN Een printserver instellen(P. 196)
  • Pagina 202 Overleg met uw netwerkbeheerder als u een printserver wilt implementeren in een domeinomgeving. Afdeling ID beheer uitvoeren met een afdrukserver ● In dat geval moet u Canon Driver Information Assist Service toevoegen tijdens de installatie van het printerstuurprogramma. Raadpleeg de Installatiehandleiding printerstuurprogramma voor meer informatie. Open de printermap.
  • Pagina 203 Netwerk Wanneer [Opties voor delen wijzigen] wordt weergegeven ● Klik op [Opties voor delen wijzigen]. Installeer eventueel aanvullende stuurprogramma's. ● Deze bewerking is noodzakelijk als u via de afdrukserver printerstuurprogramma's wilt installeren op computers met een andere bitarchitectuur. Klik op [Extra stuurprogramma's]. Schakel het selectievakje in van de bitarchitectuur van andere computers en klik op [OK].
  • Pagina 204 Netwerk ● Windows Vista/7/8/Server 2008/Server 2012 [x86] onder [Processor] ● Als u niet weet of uw Windows Vista/7/8/Server 2008/Server 2012 een 32-bits of 64-bits besturingssysteem is, raadpleegt u De bitarchitectuur controleren(P. 517) . Plaats de DVD-ROM in het dvd-rom-station van de computer, klik op [Bladeren] om de map met stuurprogramma's op te geven en klik op [OK].
  • Pagina 205 Netwerk De machine configureren voor uw netwerkomgeving 0XEA-03E De configuratie van een netwerk varieert naargelang de functie van het netwerk. Het apparaat is ontworpen voor compatibiliteit met zo veel mogelijk netwerkconfiguraties en ondersteunt om die reden verschillende technologieën. Overleg met de netwerkbeheerder en kies voor een configuratie die aansluit bij uw netwerkomgeving.
  • Pagina 206 Netwerk Ethernet-instellingen configureren 0XEA-03F Ethernet is een standaard voor het uitwisselen van gegevens in een lokaal netwerk (LAN). U kunt de communicatiemodus (Half duplex/Full duplex) en het type Ethernet (10BASE-T/100BASE-TX/1000BASE-T) instellen. Over het algemeen is het zo dat u het apparaat kunt gebruiken zonder dat u de standaardinstellingen hoeft te wijzigen ( Instellingen Ethernet-stuurprogramma(P.
  • Pagina 207 Netwerk In deze modus worden er afwisselend gegevens verzonden en ontvangen. Selecteer deze modus als het apparaat is aangesloten op een netwerkapparaat dat half duplex gebruikt. <Full-duplex> In deze modus worden gegevens tegelijkertijd verzonden en ontvangen. Deze instelling kunt u voor de meeste omgevingen gebruiken.
  • Pagina 208 Netwerk De maximale verzendeenheid wijzigen 0XEA-03H In de meeste Ethernet-netwerken is 1500 bytes de maximale grootte van een gegevenspakket dat kan worden verzonden. Een pakket is het blok met gegevens waarin de oorspronkelijke gegevens worden opgedeeld voordat ze worden verzonden. De maximale verzendeenheid (MTU) kan per netwerk verschillen. Wijzig de instellingen van het apparaat indien nodig.
  • Pagina 209 Netwerk Een wachttijd instellen voor verbinding met een netwerk 0XEA-03J Als in een netwerk redundante connectiviteit wordt aangeboden door de aanwezigheid van verschillende switching hubs of bridges, moet er een mechanisme zijn om te voorkomen dat pakketten in een oneindige lus terechtkomen. Een efficiënte oplossing is dus om voor elke switch-poort een bepaalde rol te definiëren.
  • Pagina 210 Netwerk DNS configureren 0XEA-03K DNS (Domain Name System) is een service voor naamomzetting waarmee de naam van een host (of domein) wordt gekoppeld aan een IP-adres. Configureer de benodigde instellingen voor DNS, mDNS of DHCP. De procedures voor het configureren van DNS zijn verschillend voor IPv4 en IPv6. Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
  • Pagina 211 Netwerk IPv4 DNS configureren Klik op [Bewerken] in [IPv4-instellingen]. Configureer de DNS-instellingen van IPv4. [DNS-instellingen] [Adres primaire DNS-server] Voer het IP-adres van een DNS-server in. [Adres secundaire DNS-server] Voer het IP-adres van een secundaire DNS-server in, indien beschikbaar. [Hostnaam] Typ hier maximaal 47 alfanumerieke tekens voor de hostnaam van het apparaat dat u wilt registreren op de DNS-server.
  • Pagina 212 Netwerk [mDNS-instellingen] [Gebruik mDNS] mDNS (multicast DNS) wordt ondersteund door Bonjour en is een protocol voor het koppelen van een hostnaam aan een IP-adres zonder DNS te gebruiken. Schakel dit selectievakje in om mDNS in te schakelen en voer de mDNS-naam in het vak [mDNS-naam]. [Instellingen DHCP-opties] [Hostnaam verkrijgen] Schakel dit selectievakje in om Optie 12 in te schakelen en de hostnaam te verkrijgen van de DHCP-...
  • Pagina 213 Netwerk Configureer de DNS-instellingen van IPv6. ● Het selectievakje [Gebruik IPv6] moet zijn ingeschakeld om de instellingen te configureren. IPv6- adres instellen(P. 179) [DNS-instellingen] [Adres primaire DNS-server] Voer het IP-adres van een DNS-server in. U kunt geen adressen invoeren die beginnen met "ff" (multicast-adressen).
  • Pagina 214 Netwerk [Domeinnaam] Typ hier maximaal 47 alfanumerieke tekens voor de naam van het domein waarvan het apparaat deel uitmaakt, zoals "voorbeeld.com". [DNS dynamische update] Schakel dit selectievakje in als u de DNS-records dynamisch wilt bijwerken, wanneer het IP-adres van het apparaat verandert. Als u één of meer adrestypen wilt opgeven die u wilt registreren op de DNS-server, schakelt u het selectievakje [Registreer handmatig adres], [Registreer stateful adres] of [Registreer stateless adres] in.
  • Pagina 215 Netwerk IPv4-adres instellen(P. 176) IPv6-adres instellen(P. 179) Netwerkinstellingen weergeven(P. 183)
  • Pagina 216 Deze functie is niet beschikbaar in een IPv6-netwerk. ● De NetBIOS-naam van het apparaat wordt op de WINS geregistreerd als "letters Canon, gevolgd door de laatste zes digits van het MAC-adres" en en de daarbij behorende werkgroepnaam als "WERKGROEP". Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
  • Pagina 217 Netwerk Klik op [Bewerken] in [WINS-instellingen]. Schakel het selectievakje [WINS-resolutie] in, geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [WINS-resolutie] Schakel dit selectievakje in als u WINS wilt gebruiken voor naamomzetting. Als u WINS niet gebruikt, schakelt u het selectievakje uit. [WINS-serveradres] Voer het IP-adres van de WINS-server in.
  • Pagina 218 Netwerk Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Instellingen selecteren vanaf het bedieningspaneel ● De WINS-instellingen zijn ook bereikbaar via <Menu> op het scherm Start. WINS-instellingen(P. 322) KOPPELINGEN IPv4-adres instellen(P.
  • Pagina 219 Netwerk SNTP configureren 0XEA-03R Met SNTP (Simple Network Time Protocol) kunt u de systeemklok synchroniseren met de tijdserver in het netwerk. Als u SNTP gebruikt, controleer het systeem regelmatig de tijdserver, zodat de systeemklok altijd accuraat is. De tijd wordt aangepast op basis van UTC (Coordinated Universal Time).
  • Pagina 220 Netwerk Klik op [Bewerken] in [SNTP-instellingen]. Schakel het selectievakje [Gebruik SNTP] in en geef de benodigde instellingen op. [Gebruik SNTP] Schakel het selectievakje in als u SNTP wilt gebruiken voor synchronisatie. Als u SNTP niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit. [NTP-servernaam] Voer het IP-adres van de NTP- of de SNTP-server in.
  • Pagina 221 Netwerk Communicatie met de NTP-/SNTP-server testen ● U kunt de communicatiestatus bij de geregistreerde server zien door te klikken op [Instellingen/ registratie] [Netwerkinstellingen] [TCP/IP-instellingen] en vervolgens te klikken op [Controleer NTP- server] in [SNTP-instellingen] dat verschijnt. Als een werkende verbinding tot stand is gebracht, wordt dit zoals hieronder aangegeven.
  • Pagina 222 Netwerk De machine bewaken en bedienen met SNMP 0XEA-03S SNMP (Simple Network Management Protocol) is een protocol voor het bewaken en aansturen van communicatieapparaten in een netwerk dat werkt met MIB (Management Information Base). De machine ondersteunt SNMPv1 en SNMPv3 met extra beveiliging. U kunt de status van de machine controleren vanaf een computer wanneer u documenten afdrukt of de UI op afstand gebruikt.
  • Pagina 223 Netwerk Klik op [Netwerkinstellingen] [SNMP-instellingen]. Klik op [Bewerken]. Geef instellingen voor SNMPv1 op. ● Als u de SNMPv1-instellingen niet hoeft te wijzigen, gaat u verder met de volgende stap.
  • Pagina 224 De speciale community is een vooraf-gedefinieerde community die uitsluitend is bedoeld voor beheerders die met Canon-software werken, zoals imageWARE Bedrijfsmanagementconsole. Schakel het selectievakje in als u de speciale community wilt gebruiken. Als u de speciale community niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit.
  • Pagina 225 Netwerk [Gebruik SNMPv3] Schakel dit selectievakje in om SNMPv3 in te schakelen. De overige instellingen voor SNMPv3 kunt u alleen opgeven als dit selectievakje is ingeschakeld. [Gebruiker inschakelen] Schakel dit selectievakje in om [Gebruikersinstellingen 1]/[Gebruikersinstellingen 2]/[Gebruikersinstellingen 3] in te schakelen. Schakel een selectievakje uit om de desbetreffende gebruikersinstellingen uit te schakelen. [Gebruikersnaam] Gebruik maximaal 32 alfanumerieke tekens voor de gebruikersnaam.
  • Pagina 226 Netwerk [Printerbeheerinformatie verkrijgen van host] Schakel het selectievakje in om via SNMP de gegevens voor printerbeheer van het apparaat te bewaken. Als u geen printerbeheerinformatie wilt bewaken, schakelt u het selectievakje uit. Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ●...
  • Pagina 227 SLP-instellingen kunnen worden opgegeven via de externe UI. Dit gedeelte beschrijft hoe u communicatie/instellingen voor de imageWARE Bedrijfsmanagementconsole plug-ins configureert. Neem voor meer informatie over imageWARE Bedrijfsmanagementconsole contact op met de officiële Canon-dealer ter plaatse. SLP-communicatie met software voor apparaatbeheer configureren(P. 221) Instellingen configureren voor Instellingen voor apparaatinstellingenbeheer(P.
  • Pagina 228 Netwerk Geef de SLP-instellingen op. Instellingen voor Multicast Discovery opgeven Klik op [Bewerken] in [Instellingen Multicast Discovery]. Schakel het selectievakje [Reageren op Discovery] in en geef de benodigde instellingen op. [Reageren op Discovery] Schakel het selectievakje in als het apparaat moet reageren op pakketten voor Multicast Discovery van software voor apparaatbeheer en u bewaking door software voor apparaatbeheer wilt inschakelen.
  • Pagina 229 Netwerk Klik op [OK]. ● Als u het poortnummer wilt wijzigen voor Multicast Discovery, raadpleegt u Poortnummers wijzigen(P. 251) . Software voor toestelbeheer informeren over de status van de stroomvoorziening van het apparaat Klik op [Bewerken] in [Meldingsinstellingen sluimermodus]. Schakel het selectievakje [Melden] in en geef de benodigde instellingen op. [Melden] Schakel het selectievakje in als u Software voor apparaatbeheer wilt informeren over de status van de stroomvoorziening van het apparaat.
  • Pagina 230 Netwerk Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Instellingen configureren voor Instellingen voor apparaatinstellingenbeheer Instellingen configureren zodat communicatie met een imageWARE Bedrijfsmanagementconsole plug-in is ingeschakeld. Met behulp van een plug-in kunt u de apparaatinstellingen van de imageWARE Bedrijfsmanagementconsole beheren.
  • Pagina 231 Netwerk Klik op [Bewerken] Schakel het selectievakje [Apparaatinstellingenbeheer gebruiken] in en klik op [OK]. [Apparaatinstellingenbeheer gebruiken] Als het selectievakje is uitgeschakeld, kan het apparaat niet worden waargenomen als een toestel dat wordt beheerd vanaf de plug-in. Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt instellingen voor apparaatinstellingenbeheer ook configureren vanaf <Menu>...
  • Pagina 232 Beveiliging Beveiliging Beveiliging ................................. 227 ................228 De machine beschermen tegen ongeoorloofde toegang ........................ 229 Onbevoegde toegang voorkomen ........................231 Toegangsmachtigingen instellen ......................232 De systeembeheerders-id instellen ......................234 Afdeling-ID beheer configureren ....................241 Een pincode instellen voor UI op afstand ..................
  • Pagina 233 Beveiliging Beveiliging 0XEA-03W De realiteit is dat overal en altijd vertrouwelijke gegevens worden verwerkt door informatieapparaten, waaronder computers en printers. Het vervelende is dat elk van deze apparaten het doelwit kan worden van kwaadwillende derden. Aanvallers kunnen ongeoorloofde toegang krijgen tot uw apparaten of indirect voordeel halen uit slordigheid. Hoe het ook zij, u kunt geconfronteerd worden met onverwachte verliezen als uw vertrouwelijke gegevens worden onderschept.
  • Pagina 234 Beveiliging De machine beschermen tegen ongeoorloofde toegang 0XEA-03X Voorkom dat onbevoegden toegang krijgen tot de machine en deze kunnen gebruiken. U kunt verschillende beveiligingsmaatregelen treffen, zoals het beheren van toegangsmachtigingen, het instellen van firewalls en het aanpassen van poortnummers.
  • Pagina 235 Beveiliging Onbevoegde toegang voorkomen 0XEA-03Y Dit gedeelte beschrijft de veiligheidsmaatregelen voor het voorkomen van onbevoegde toegang vanuit een extern netwerk. Dit moet absoluut worden gelezen voor alle gebruikers en beheerders voordat zij het apparaat, andere printers en multifunctionele apparaten die op het netwerk zijn aangesloten, gaan gebruiken. In de afgelopen jaren zijn printers/multifunctionele apparaten ontwikkeld die op het netwerk worden aangesloten en die u een uiteenlopende reeks van nuttige functies kunnen bieden, zoals het afdrukken vanaf een computer, bedienen vanaf een computer met de functie op afstand en het verzenden van gescande documenten via internet.
  • Pagina 236 IP-adres van het externe netwerk te beperken. Deze functie die is geïnstalleerd op een Canon-printer/multifunctioneel apparaat, biedt u de mogelijkheid een IP-adresfilter op te zetten. Zie voor informatie over hoe u een IP-adresfilter kunt opzetten adressen opgeven voor firewallregels(P.
  • Pagina 237 Beveiliging Toegangsmachtigingen instellen 0XEA-040 Beveilig het apparaat tegen toegang door onbevoegden door alleen gebruikers met toegangsrechten toe te staan het apparaat te gebruiken. Toegangsrechten worden apart ingesteld voor systeembeheerders, algemene gebruikers en de UI op afstand. Wanneer toegangrechten zijn ingesteld, moet de gebruiker een ID en pincode invoeren als hij of zij wil afdrukken of instellingen wil wijzigen.
  • Pagina 238 Beveiliging De systeembeheerders-id instellen 0XEA-041 Er is een pincode voor het gebruik van de UI op afstand. Alleen gebruikers die de pincode weten hebben toegang tot de UI op afstand. U kunt ook een pincode instellen voor de Systeembeheerder ID. Als deze pincode ingeschakeld hebt u <Netwerkinstellingen>...
  • Pagina 239 34) ● U moet beslist de door u ingestelde pincode onthouden. Als u deze pincode bent vergeten, neem dan contact op met uw bevoegde Canon dealer of de Canon helplijn. Instellingen configureren via de UI op afstand ● Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. Klik op [Instellingen/registratie]...
  • Pagina 240 Beveiliging Afdeling-ID beheer configureren 0XEA-042 U kunt de toegang tot het apparaat beheren door meerdere ID's te gebruiken voor meerdere gebruikers of groepen. Als een gebruiker probeert het apparaat te gebruiken terwijl Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, verschijnt er een aanmeldingsscherm en moet de gebruiker zijn of haar Afdelings-ID met bijbehorende pincode invoeren om toegang te krijgen tot het apparaat.
  • Pagina 241 Beveiliging Een afdelings-id registreren Klik op [Nieuwe afdeling registreren]. Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [Afdelings-ID] Voer maximaal zeven cijfers voor de Afdelings-ID. [Pincode instellen] Als u een pincode wilt instellen, schakelt u het selectievakje in en voert u een code in van maximaal zeven cijfers in de tekstvakken [Pincode] en [Bevestigen].
  • Pagina 242 Beveiliging [Paginatotaal afdelings-ID] ● U kunt per Afdelings-ID kijken hoeveel pagina's er zijn afgedrukt. ● Als u de aantallen op nul wilt zetten, klikt u op de overeenkomstige tekstkoppeling onder [Afdelings-ID] en klikt u op [Wis teller] [OK]. Als u de aantallen van alle Afdeling ID's op nul wilt zetten, klikt u op [Alle tellers wissen] [OK].
  • Pagina 243 Beveiliging Schakel het selectievakje [Afdelings-ID beheer] in en klik op [OK]. [Afdelings-ID beheer] Schakel het selectievakje in als u Afdelings-ID-beheer wilt activeren. Als u Afdelings-ID-beheer niet wilt gebruiken, schakel het selectievakje dan uit. ● Raadpleeg Taken blokkeren indien afdelings-id onbekend(P. 239) voor informatie over het selectievakje [Afdrukopdrachten met onbekende ID's toestaan].
  • Pagina 244 Beveiliging Afdelings-ID beheer instellen voor afdrukken vanaf een computer Als u Afdelings-ID beheer wilt inschakelen voor afdrukken vanaf een computer, moet u instellingen opgeven met het stuurprogramma die u al op de computer hebt geïnstalleerd. Geef een Afdelings-ID op en eventueel de bijbehorende pincode.
  • Pagina 245 Beveiliging [Pincode-instellingen toestaan] Schakel het selectievakje voor het gebruik van een pincode in. [Afdelings-id] Voer maximaal zeven cijfers voor de Afdelings-ID. [Pincode] Voer maximaal zeven cijfers voor de pincode als deze is ingesteld voor de Afdelings-ID. [Verifiëren] Klik hier als u wilt controleren of de juiste ID en pincode zijn ingevoerd. Deze functie is niet beschikbaar als het apparaat en de computer via een USB- of een WSD-poort (Web Services on Devices) met elkaar zijn verbonden.
  • Pagina 246 Beveiliging Klik op [Afdelings-ID beheer] [Bewerken]. Maak het selectievakje [Afdrukopdrachten met onbekende ID's toestaan] leeg en klik op [OK]. KOPPELINGEN Toegangsmachtigingen instellen(P. 231) De systeembeheerders-id instellen(P. 232)
  • Pagina 247 Beveiliging Een pincode instellen voor UI op afstand 0XEA-043 U kunt een pincode instellen voor toegang tot de UI op afstand. Alle gebruikers gebruiken een gewone pincode. ● Wanneer Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, is deze instelling niet vereist. Afdeling-ID beheer configureren(P.
  • Pagina 248 Beveiliging Schakel het selectievakje [Toegangspincode externe UI gebruiken] in en geef de pincode op. [Toegangspincode externe UI gebruiken] Als u dit selectievakje inschakelt, moet u voor toegang tot de UI op afstand een pincode invoeren. [Instellen/Wijzigen pincode] Als u een pincode wilt instellen, schakelt u het selectievakje in en voert u een code in van maximaal zeven cijfers in de tekstvakken [Pincode] en [Bevestigen].
  • Pagina 249 Beveiliging Communicatie beperken door firewalls in te stellen 0XEA-044 Zonder goede beveiliging kunnen onbevoegden toegang krijgen tot computers en andere communicatieapparaten die op een netwerk zijn aangesloten. Om deze ongewenste toegang te voorkomen, kunt u instellingen opgeven voor het filteren van gegevenspakketten. Op deze manier wordt de communicatie beperkt tot apparaten met bepaalde IP- adressen of MAC-adressen.
  • Pagina 250 Beveiliging IP-adressen opgeven voor firewallregels 0XEA-045 U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde IP-adressen of apparaten met specifieke IP- adressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. U kunt een afzonderlijk IP-adres opgeven of een bereik van IP-adressen. ● U kunt maximaal 16 IP-adressen (of bereiken van IP-adressen) opgeven voor zowel IPv4 als IPv6.
  • Pagina 251 Beveiliging [IPv4-adres: Uitfilter] Selecteer deze optie om het verzenden van gegevens vanaf het apparaat naar een computer te beperken door IPv4-adressen op te geven. [IPv4-adres: Infilter] Selecteer deze optie om het ontvangen van gegevens van het apparaat naar een computer te beperken door IPv4-adressen op te geven.
  • Pagina 252 Beveiliging Schakel het selectievakje [Gebruik filter] in en selecteer het keuzerondje [Weigeren] of [Toestaan] voor het [Standaardbeleid]. [Gebruik filter] Schakel het selectievakje in als u de communicatie wilt beperken. Schakel het selectievakje uit als u de beperking wilt opheffen. [Standaardbeleid] Selecteer de voorwaarde voor het toestaan of weigeren van de communicatie van andere toestellen met het apparaat.
  • Pagina 253 Beveiliging Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt ook het filteren van IP-adressen in- of uitschakelen vanuit <Menu> in het scherm Start. IPv4- adresfilter(P.
  • Pagina 254 Beveiliging MAC-adressen opgeven voor firewallregels 0XEA-046 U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde MAC-adressen of apparaten met specifieke MAC-adressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. U kunt maximaal 32 MAC-adressen opgeven. ● Deze functie is niet beschikbaar wanneer het apparaat is verbonden met een draadloos LAN. Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
  • Pagina 255 Beveiliging [Uitfilter] Selecteer deze optie om het verzenden van gegevens vanaf het apparaat naar een computer te beperken door MAC-adressen op te geven. [Infilter] Selecteer deze optie om het ontvangen van gegevens van het apparaat naar een computer te beperken door MAC-adressen op te geven.
  • Pagina 256 Beveiliging Selecteer deze optie om communicatiepakketten te blokkeren wanneer deze bestemd zijn voor of afkomstig zijn van apparaten waarvan de MAC-adressen zijn [Toestaan] opgegeven in [Uitzonderingsadressen]. Communicatie met andere apparaten is mogelijk. Geef de adresuitzonderingen op. ● Typ het MAC-adres in het vak [Te registreren adres] en klik op [Toevoegen]. ●...
  • Pagina 257 Beveiliging Poortnummers wijzigen 0XEA-047 Poorten vormen het eindpunt van het communicatietraject tussen apparaten. Belangrijke protocollen maken meestal gebruik van vaste poortnummers. Een nadeel hiervan is dat apparaten met deze poortnummers kwetsbaar zijn voor aanvallen, iedereen weet de poortnummers namelijk. De netwerkbeheerder kan de beveiliging verder verbeteren door andere poortnummers te gebruiken.
  • Pagina 258 Beveiliging Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. KOPPELINGEN Printerpoorten configureren(P. 191)
  • Pagina 259 Beveiliging Een proxy instellen 0XEA-048 Een proxy (of HTTP-proxyserver) verwijst naar een computer of software die HTTP-communicatie uitvoert voor andere apparaten, met name bij communicatie met bronnen buiten het netwerk, zoals bij het browsen op websites. De clientapparaten maken via de proxyserver verbinding met het externe netwerk en communiceren niet rechtstreeks met de externe bronnen.
  • Pagina 260 Beveiliging Schakel het selectievakje [Gebruik proxy] in en geef de benodigde instellingen op. [Gebruik proxy] Schakel het selectievakje in om de opgegeven proxyserver te gebruiken voor communicatie met een HTTP- server. [Adres HTTP-proxyserver] Voer het adres van de proxyserver in. Geef het IP-adres op of de hostnaam, afhankelijk van de omgeving. [Poortnummer HTTP-proxyserver] Wijzig eventueel het poortnummer.
  • Pagina 261 Beveiliging De functies van de machine beperken 0XEA-049 De kans bestaat dat sommige functies van de machine bijna nooit worden gebruikt of aanleiding geven voor misbruik. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u de functionaliteit van de machine beperken door deze functies geheel of gedeeltelijk uit te schakelen.
  • Pagina 262 Beveiliging Beperkingen instellen voor USB-functies 0XEA-04A USB is een handige manier om randapparatuur aan te sluiten en gegevens op te slaan of te verplaatsen. Bij een onjuist beheer kan USB echter ook een bron van informatielekkage zijn. Wees voorzichtig wanneer u USB- geheugenapparaten gebruikt.
  • Pagina 263 Beveiliging ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Beperkingen instellen voor het afdrukken via USB U kunt het afdrukken van gegevens vanaf een USB-geheugenapparaat uitschakelen. De gegevens op het USB- geheugenapparaat kunnen niet worden afgedrukt. Tik op <Menu>...
  • Pagina 264 Beveiliging HTTP-communicatie uitschakelen 0XEA-04C HTTP wordt gebruikt voor communicatie via het netwerk, bijvoorbeeld wanneer u het apparaat bedient via de UI op afstand. Als u een USB-verbinding gebruikt of HTTP om een andere reden niet nodig hebt, kunt u het protocol uitschakelen om aanvallen van kwaadwillende gebruikers via de ongebruikte HTTP-poort te voorkomen.
  • Pagina 265 Beveiliging De UI op afstand uitschakelen 0XEA-04E De UI op afstand is handig omdat u dan instellingen voor de machine kunt opgeven via een webbrowser op een computer. U kunt de UI op afstand alleen gebruiken als de machine via het netwerk is verbonden met een computer. Als de machine via USB met een computer is verbonden, of als u de UI op afstand niet nodig hebt, kunt u de interface uitschakelen om het risico te verkleinen dat de machine door kwaadwillende gebruikers op afstand wordt bediend via het netwerk.
  • Pagina 266 Beveiliging Geavanceerde beveiligingsfuncties implementeren 0XEA-04F Bevoegde gebruikers kunnen worden benadeeld door aanvallen van kwaadwillende personen, bijvoorbeeld door sniffing, spoofing en het manipuleren van gegevens die over een netwerk worden verzonden. Om uw belangrijke en kostbare gegevens te beschermen tegen deze aanvallen, ondersteunt de machine de volgende functies te verbetering van de veiligheid en beveiliging.
  • Pagina 267 Beveiliging KOPPELINGEN Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten(P. 280)
  • Pagina 268 Beveiliging Met SSL gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand 0XEA-04H U kunt met behulp van SSL (Secure Sockets Layer) de communicatie coderen die plaatsvindt tussen het apparaat en een webbrowser op de computer. SSL is een mechanisme voor het coderen van gegevens die over het netwerk worden verzonden of ontvangen.
  • Pagina 269 Beveiliging Klik op [Sleutel en certificaat] in [SSL-instellingen]. Klik op [Registreer standaardsleutel] naast het sleutelpaar dat u wilt gebruiken. Details bekijken van een certificaat ● U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de gewenste tekstkoppeling onder [Sleutelnaam] te klikken of op het pictogram van het certificaat.
  • Pagina 270 Beveiliging Klik op [Beveiligingsinstellingen] [Instellingen externe UI]. Klik op [Bewerken]. Schakel het selectievakje [Gebruik SSL] in en klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken ●...
  • Pagina 271 Beveiliging De UI op afstand starten met SSL ● Als u probeert de UI op afstand te starten terwijl SSL is ingeschakeld, kan er een waarschuwing worden weergegeven met betrekking tot het beveiligingscertificaat. Controleer in dat geval of de juiste URL is ingevoerd in het adresveld en ga dan verder om het scherm van de UI op afstand weer te geven.
  • Pagina 272 Beveiliging IPSec-instellingen configureren 0XEA-04J Internet Protocol Security (IPSec of IPsec) bestaat uit een verzameling protocollen voor het coderen van gegevens die worden getransporteerd over een netwerk, inclusief internet-netwerken. Terwijl SSL alleen de gegevens codeert die in een bepaald programma worden gebruikt, zoals een webbrowser of een e-mailprogramma, worden met IPSec complete IP-pakketten of de payloads daarvan gecodeerd, waardoor met IPSec een flexibelere beveiliging kan worden gerealiseerd dan met SSL.
  • Pagina 273 Beveiliging ● IPSec is niet beschikbaar in netwerken waarin NAT of IP-masquerade is geïmplementeerd. IPSec gebruiken met een IP-adresfilter ● Instellingen voor IP-adresfilters worden toegepast vóór de beleidsinstellingen van IPSec. IP-adressen opgeven voor firewallregels(P. 244) IPSec-instellingen configureren U kunt IPSec pas gebruiken voor gecodeerde communicatie als u beleidsinstellingen voor beveiliging hebt geregistreerd.
  • Pagina 274 Beveiliging Klik op [Beveiligingsinstellingen] [IPSec-instellingen]. Klik op [Bewerken]. Schakel het selectievakje [Gebruik IPSec] in en klik op [OK]. ● Als het apparaat alleen pakketten mag ontvangen die voldoen aan een van de beleidsinstellingen die u hieronder definieert, schakelt u het selectievakje [Pakketten zonder beleid ontvangen] uit. Klik op [Nieuw beleid registreren].
  • Pagina 275 Beveiliging Geef de beleidsinstellingen op. Typ in het vak [Beleidsnaam] maximaal 24 alfanumerieke tekens als naam voor de set met beleidsinstellingen. Schakel het selectievakje [Beleid inschakelen] in. Geef de instellingen voor het beleid Selector op. [Lokaal adres] Selecteer het keuzerondje voor het type IP-adres van het apparaat waarop u het beleid wilt toepassen. [Alle IP-adressen] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten.
  • Pagina 276 Beveiliging [IPv4-adres] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het IPv4-adres van het apparaat worden verstuurd. [IPv6-adres] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het IPv6-adres van het apparaat worden verstuurd. [Extern adres] Selecteer het keuzerondje voor het type IP-adres van de andere apparaten waarop u het beleid wilt toepassen.
  • Pagina 277 Beveiliging Geef de IKE-instellingen op. [IKE-modus] Hier ziet u de modus die wordt gebruikt voor het protocol voor het uitwisselen van sleutels. Het apparaat ondersteunt de hoofdmodus, niet de agressieve modus. [Authenticatiemethode] Selecteer [Methode gedeelde sleutel] of [Methode digitale handtekening] als methode voor het verifiëren van het apparaat.
  • Pagina 278 Beveiliging Geef instellingen op voor [Geldig voor] en [Authenticatie]/[Encryptie]/[DH-groep]. Een sleutelpaar en vooraf geïnstalleerde CA-certificaten gebruiken voor verificatie Selecteer het keuzerondje [Methode digitale handtekening] bij [Authenticatiemethode] en klik op [Sleutel en certificaat]. Klik op [Registreer standaardsleutel] naast het sleutelpaar dat u wilt gebruiken. Details weergeven van een sleutelpaar of certificaat ●...
  • Pagina 279 Beveiliging [Gebruik PFS] Schakel dit selectievakje in om PFS (Perfect Forward Secrecy) in te schakelen voor sleutels van IPSec-sessies. Als u PFS inschakelt, wordt de beveiliging verbeterd maar wordt de communicatie ook extra belast. Zorg ervoor dat PFS ook is ingeschakeld voor de andere apparaten. [Geef tijd op]/[Geef formaat op] Geef hier de voorwaarden op voor het beëindigen van een sessie voor IPSec SA.
  • Pagina 280 Beveiliging ● De bovenste set met beleidsinstellingen (ook wel beleidslijnen genoemd) wordt als eerst toegepast, dan de volgende in de lijst, enzovoort. Klik op [Omhoog] of [Omlaag] om een instelling één positie omhoog of omlaag te verplaatsen. Een beleid bewerken ●...
  • Pagina 281 Beveiliging IEEE 802.1X-verificatie configureren 0XEA-04K De machine kan als een clientapparaat worden aangesloten op een 802.1X-netwerk. Een doorsnee 802.1X-netwerk bestaat uit een RADIUS-server (verificatieserver), een LAN-switch (authenticator) en clientapparaten met verificatiesoftware (supplicants). Als een apparaat probeert verbinding te maken met het 802.1X-netwerk, moeten de gebruikersgegevens worden geverifieerd om er zeker van te zijn dat de verbinding tot stand wordt gebracht door een bevoegde gebruiker.
  • Pagina 282 Beveiliging Klik op [Netwerkinstellingen] [IEEE 802.1X-instellingen]. Klik op [Bewerken]. Schakel het selectievakje [Gebruik IEEE 802.1X] in, typ de aanmeldingsnaam in het vak [Inlognaam] en geef de vereiste instellingen op.
  • Pagina 283 Beveiliging [Gebruik IEEE 802.1X] Schakel dit selectievakje in om verificatie met IEEE 802.1X mogelijk te maken. [Inlognaam] Typ maximaal 24 alfanumerieke tekens als de naam (EAP-identiteit) die wordt gebruikt voor het identificeren van de gebruiker. TLS instellen Schakel het selectievakje [Gebruik TLS] in en klik op [Sleutel en certificaat]. Klik op [Registreer standaardsleutel] naast het sleutelpaar dat u wilt gebruiken voor de client-verificatie.
  • Pagina 284 Beveiliging Intern protocol voor TTLS ● U kunt MSCHAPv2 of PAP selecteren. Als u PAP wilt gebruiken, klik dan op het keuzerondje [PAP]. Klik op [Wijzig gebruikersnaam/wachtwoord]. ● Als u een andere gebruikersnaam wilt opgeven dan de aanmeldingsnaam, schakelt u het selectievakje [Gebruik inlognaam als gebruikersnaam] uit.
  • Pagina 285 Beveiliging [Wijzig wachtwoord] Als u het wachtwoord wilt instellen of wijzigen, schakelt u het selectievakje in en typt u maximaal 24 tekens voor het nieuwe wachtwoord in de vakken [Wachtwoord] en [Bevestigen]. Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ●...
  • Pagina 286 Beveiliging Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten 0XEA-04L Om de communicatie te coderen met een extern apparaat, moet vooraf een coderingssleutel worden verzonden en ontvangen via een onbeveiligd netwerk. Dit probleem wordt opgelost door cryptografie met openbare sleutels. Cryptografie met openbare sleutels garandeert een veilige uitwisseling door belangrijke en waardevolle gegevens te beschermen tegen aanvallen, zoals sniffing, spoofing en het manipuleren van gegevens die over een netwerk worden verzonden.
  • Pagina 287 Beveiliging ● Het apparaat biedt geen ondersteuning voor het gebruik van een certificaatintrekkingslijst (CRL).
  • Pagina 288 Beveiliging Sleutelparen genereren 0XEA-04R Een sleutelpaar kan worden gegenereerd met het apparaat wanneer dat nodig is voor versleutelde communicatie via Secure Sockets Layer (SSL). U kunt SSL gebruiken wanneer u toegang wenst tot het apparaat via de externe UI. Er kunnen maximaal vijf sleutelparen (inclusief de vooraf geïnstalleerde paren) worden geregistreerd op het apparaat.
  • Pagina 289 Beveiliging Klik op [Sleutel aanmaken]. Een geregistreerd sleutelpaar wissen ● Klik op [Verwijderen] bij het sleutelpaar dat u wilt verwijderen klik op [OK]. ● U kunt een sleutelpaar niet verwijderen als dit momenteel in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer SSL of IEEE 802.1X wordt weergegeven onder [Sleutelgebruik].
  • Pagina 290 Beveiliging [Sleutelinstellingen] [Sleutelnaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten. [Handtekeningalgoritme] Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst. [Sleutelalgoritme] RSA wordt gebruikt om een sleutelpaar te genereren. Selecteer de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst. Hoe groter het aantal is voor de sleutellengte, hoe trager de communicatie verloopt.
  • Pagina 291 Beveiliging Klik op [OK]. ● Het genereren van sleutels voor netwerkcommunicatie kan 10 tot 15 minuten in beslag nemen. ● Het gegenereerde sleutelpaar wordt automatisch opgeslagen op de machine. Sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR) aanmaken Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten(P.
  • Pagina 292 Beveiliging Een geregistreerd sleutelpaar wissen ● Klik op [Verwijderen] bij het sleutelpaar dat u wilt verwijderen klik op [OK]. ● U kunt een sleutelpaar niet verwijderen als dit momenteel in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer SSL of IEEE 802.1X wordt weergegeven onder [Sleutelgebruik]. In dat geval moet u de functie uitschakelen of het sleutelpaar vervangen voordat u het sleutelpaar kunt verwijderen.
  • Pagina 293 Beveiliging [Sleutelinstellingen] [Sleutelnaam] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten. [Handtekeningalgoritme] Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst. [Sleutelalgoritme] RSA wordt gebruikt om een sleutelpaar te genereren. Selecteer de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst. Hoe groter het aantal is voor de sleutellengte, hoe trager de communicatie verloopt.
  • Pagina 294 Beveiliging ◼ Registreer het digitale certificaat dat is afgegeven door de certificeringsinstantie. U kunt het sleutelpaar dat is gegenereerd door het Certificate Signing Request (CSR) pas gebruiken als het certificaat is geregistreerd. Registreer het digitale certificaat wanneer de certificeringsinstantie het heeft uitgegeven en volg daarvoor onderstaande procedure.
  • Pagina 295 Beveiliging KOPPELINGEN Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken(P. 290) Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren(P. 294) Met SSL gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand(P. 262) IPSec-instellingen configureren(P. 266)
  • Pagina 296 Beveiliging Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken 0XEA-04S Sleutelparen en digitale certificaten voor gebruik met het apparaat zijn verkrijgbaar bij een certificeringsinstantie (CA). U kunt deze bestanden opslaan en vervolgens registreren via de UI op afstand. Let er goed op dat het sleutelpaar en het certificaat voldoen aan de eisen die het apparaat stelt ( Vereisten voor sleutels en certificaten(P.
  • Pagina 297 Beveiliging Klik op [Sleutel en certificaat registreren] of [Registreer CA-certificaat]. Een geregistreerd sleutelpaar of CA-certificaat wissen ● Klik op [Verwijderen] naast het sleutelpaar of CA-certificaat dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op [OK]. De vooraf geïnstalleerde CA-certificaten kunt u niet verwijderen. ●...
  • Pagina 298 Beveiliging Een sleutelpaar of CA-certificaat wissen ● Klik op [Verwijderen] naast het bestand dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op [OK]. Klik op [Bladeren], selecteer het bestand dat u wilt installeren en klik op [Start installatie]. ● Het sleutelpaar of CA-certificaat is geïnstalleerd op het apparaat. Registreer het sleutelpaar of CA-certificaat.
  • Pagina 299 Beveiliging [Wachtwoord] Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor het wachtwoord van de privésleutel die is ingesteld voor het bestand dat u wilt opslaan. Een CA-certificaat registreren Klik op [Registreren] naast het CA-certificaat dat u wilt opslaan. KOPPELINGEN Sleutelparen genereren(P. 282) Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren(P.
  • Pagina 300 Beveiliging Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren 0XEA-04U Als u sleutelparen en CA-certificaten hebt geregistreerd, kunt u de gegevens van deze onderdelen bekijken of hun geldigheid en handtekening controleren. Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten(P.
  • Pagina 301 Beveiliging ● De certificaatgegevens kunt u bekijken op dit scherm. Controleer de details van het certificaat en klik op [Certificaat verifiëren]. ● Het resultaat van het verifiëren van het certificaat wordt zoals hieronder weergegeven. KOPPELINGEN Sleutelparen genereren(P. 282) Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken(P. 290)
  • Pagina 302 De UI op afstand gebruiken De UI op afstand gebruiken De UI op afstand gebruiken ........................297 ........................... 298 De UI op afstand starten ........................300 Schermen van de UI op afstand ..............303 Documenten beheren en de status van de machine controleren ......................
  • Pagina 303 De UI op afstand gebruiken De UI op afstand gebruiken 0XEA-04W Als u een webbrowser gebruikt om het apparaat op afstand te bedienen, kunt u de documenten die wachten om te worden afgedrukt, of de status van het apparaat controleren. U kunt ook enkele instellingen voor het apparaat realiseren.
  • Pagina 304 De UI op afstand gebruiken De UI op afstand starten 0XEA-04X Om het apparaat op afstand te bedienen, moet u het IP-adres van het apparaat in een webbrowser invoeren en de UI op afstand opstarten. Controleer vooraf het IP-adres dat op het apparaat is ingesteld ( Netwerkinstellingen weergeven(P.
  • Pagina 305 De UI op afstand gebruiken De fabrieksinstellingen van de systeembeheerders-ID en pincode zijn beide "7654321". systeembeheerders-id instellen(P. 232) [Algemene gebruikersmodus] U kunt de status van documenten of van de machine controleren. Daarnaast kunt u enkele instellingen aanpassen. Als u afdrukdocumenten wilt verwijderen, typt u de gebruikersnaam van de documenten in het vak [Gebruikersnaam].
  • Pagina 306 De UI op afstand gebruiken Schermen van de UI op afstand 0XEA-04Y In dit gedeelte worden de belangrijkste schermen van de UI op afstand beschreven. Portaalpagina (Hoofdpagina)(P. 300) [Statusmonitor/annuleren] Pagina(P. 301) [Instellingen/registratie] Pagina(P. 302) Portaalpagina (Hoofdpagina) [Afmelden] Hiermee meldt u zich af bij de UI op afstand. UI staat trouwens voor User Interface, ofwel gebruikersinterface in het Nederlands.
  • Pagina 307 De UI op afstand gebruiken Ondersteuningskoppeling Hier ziet u de koppeling voor ondersteuning die is opgegeven bij [Apparaatinformatie] onder [Systeembeheer]. [Statusmonitor/annuleren] Geeft de pagina [Statusmonitor/annuleren] weer. U kunt deze pagina gebruiken om de huidige afdrukstatus te controleren, het afdrukken te annuleren en de geschiedenis van afdruktaken te bekijken. [Instellingen/registratie] Geeft de pagina [Instellingen/registratie] weer.
  • Pagina 308 De UI op afstand gebruiken [Instellingen/registratie] Pagina [Naar portal] Keert terug naar de portaalpagina (hoofdpagina). Menu Klik op een item en de inhoud wordt weergegeven op de rechterpagina. Menuopties instellen via de UI op afstand(P. 307) Navigatiepad De reeks van pagina's die u hebt geopend om bij de huidige pagina te komen. U kunt hier zien welke pagina wordt weergegeven.
  • Pagina 309 De UI op afstand gebruiken Documenten beheren en de status van de machine controleren 0XEA-050 De huidige status van afdruktaken controleren(P. 303) Taakgeschiedenis controleren(P. 304) Foutgegevens controleren(P. 304) Verbruiksartikelen controleren(P. 304) Apparaatspecificaties controleren(P. 305) Gegevens van systeembeheerder controleren(P. 306) Totaal aantal afdrukken controleren(P. 306) ●...
  • Pagina 310 De UI op afstand gebruiken Taakgeschiedenis controleren U kunt voor maximaal 128 afdruktaken een overzicht weergeven. Meld u aan bij de UI op afstand ( De UI op afstand starten(P. 298) ) [Statusmonitor/annuleren] [Opdrachtlog] Foutgegevens controleren Als er een fout optreedt, kunt u deze pagina weergeven door op de portaalpagina (hoofdpagina) op het bericht te klikken onder [Foutgegevens].
  • Pagina 311 De UI op afstand gebruiken Log in op de UI op afstand ( De UI op afstand starten(P. 298) ) [Statusmonitor/annuleren] [Verbruiksartikelen] Klik op [Toegang tot aankoopsite] om de pagina voor het kopen van verbruiksartikelen weer te geven. Wanneer [Toegang tot aankoopsite] niet wordt weergegeven Stel op het bedieningspaneel <Knop Verbruiksartikelen kopen tonen (RUI)>...
  • Pagina 312 De UI op afstand gebruiken Gegevens van systeembeheerder controleren U kunt informatie over het apparaat en de systeembeheerder weergeven. Deze informatie is ingesteld bij [Systeembeheer] op de pagina [Instellingen/registratie]. Instellingen Systeembeheer(P. 372) Meld u aan bij de UI op afstand ( De UI op afstand starten(P.
  • Pagina 313 De UI op afstand gebruiken Menuopties instellen via de UI op afstand 0XEA-051 U kunt verschillende instellingen van de machine wijzigen met de UI op afstand. De meeste instellingen kunnen ook via het bedieningspaneel van de machine worden gewijzigd, maar sommige instellingen kunt u alleen wijzigen via de UI op afstand.
  • Pagina 314 De UI op afstand gebruiken Menu-items Referenten Voorkeuren Papierinstellingen Het type en formaat papier opgeven(P. 53) Weergave-instellingen Voorkeuren(P. 328) Tijdklokinstellingen Tijdklokinstellingen(P. 333) Volumeregeling Volume-instellingen(P. 328) Functie-instellingen Algemene instellingen Algemene instellingen(P. 337) Afdrukinstellingen geheugenmedia Afdrukinstellingen geheugenmedia(P. 339) Printerinstellingen Printerinstellingen(P. 343) Instellingen afdrukrapport Rapporten en lijsten afdrukken(P.
  • Pagina 315 De UI op afstand gebruiken Geregistreerde gegevens opslaan/laden 0XEA-052 Menumenuopties die op het apparaat zijn opgeslagen, kunt u overbrengen naar uw computer (exporteren). Data die op de computer is opgeslagen, kan ook worden geregistreerd in het apparaat (importeren). Data die vanaf dit apparaat is geëexporteerd, kan worden geïmporteerd in een ander apparaat van hetzelfde model.
  • Pagina 316 De UI op afstand gebruiken Geregistreerde data opslaan 0XEA-053 U kunt apparaatinstellingen exporteren en deze opslaan in uw computer. We adviseren u regelmatig reservekopieën te maken van belangrijke instellingen. Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten(P.
  • Pagina 317 De UI op afstand gebruiken [Encryptiewachtwoord] Voer een wachtwoord voor versleuteling in van maximaal 32 alfanumerieke tekens. Voer hetzelfde wachtwoord in in [Bevestigen]. Voor het exporteren van gegevens moet u een wachtwoord voor versleuteling instellen. ● U hebt het wachtwoord nodig wanneer u geëxporteerde gegevens importeert. Klik op [Start exporteren].
  • Pagina 318 De UI op afstand gebruiken Geregistreerde data laden 0XEA-054 Laad (importeer) gegevens die zijn geëxporteerd uit het apparaat. U kunt ook instellingen importeren van een andere apparaat, als dat van hetzelfde model is als het uwe. Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten(P.
  • Pagina 319 De UI op afstand gebruiken [Bestandspad] Klik op [Bladeren] en selecteer het bestand, ofwel, als u weet waar het bestand is opgeslagen, voer het direct in in [Bestandspad]. [Decryptiewachtwoord] Voer het wachtwoord in dat is ingesteld toen de instellingen werden geëxporteerd. Klik op [Start importeren].
  • Pagina 320 Overzicht van menuopties Overzicht van menuopties Overzicht van menuopties ........................315 ............................316 Papierinstellingen ............................317 Netwerkinstellingen ................................ 328 Voorkeuren ............................333 Tijdklokinstellingen ............................337 Algemene instellingen ........................ 339 Afdrukinstellingen geheugenmedia ............................343 Printerinstellingen ............................ 367 Aanpassing/onderhoud ..........................372 Instellingen Systeembeheer...
  • Pagina 321 Overzicht van menuopties Overzicht van menuopties 0XEA-055 Er zijn diverse instellingen in dit apparaat. U kunt alle opties uitgebreid aanpassen. U kunt toegang krijgen tot deze instellingen via <Menu> in het scherm Start. ● U kunt een lijst afdrukken met alle instellingen om de huidige instellingen te controleren: Lijst gebruikersgegevens / Gegevenslijst systeembeheer(P.
  • Pagina 322 Overzicht van menuopties Papierinstellingen 0XEA-056 Voor iedere papierbron kunt u papiersoort en -formaat opgeven. Tevens kunt u speciale papierformaten registreren en de papierformaten beperken die worden weergegeven. Het type en formaat papier opgeven(P. 53) Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met een sterretje ( ) zijn alleen beschikbaar als de optionele papiertoevoer (lade 2) is geplaatst.
  • Pagina 323 Overzicht van menuopties Netwerkinstellingen 0XEA-057 Alle instellingen voor het netwerk worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen die zijn gemarkeerd met een sterretje ( ) kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. Selecteer bedraad/draadloos LAN(P. 317) Instellingen draadloos LAN(P.
  • Pagina 324 Overzicht van menuopties SSID-instellingen Selecteer deze instelling om een draadloze verbinding te configureren door handmatig via het bedieningspaneel informatie op te geven zoals een SSID of een netwerksleutel. Selecteer toegangspunt Draadloze LAN-routers die toegang hebben tot het apparaat, worden automatisch geladen en u kunt deze dus selecteren in de lijst.
  • Pagina 325 Overzicht van menuopties Directe verbinding inschakelen Stel in of een directe verbinding moet worden gemaakt. Door deze functie in te schakelen, maakt u directe verbinding met het apparaat mogelijk, zelfs in een omgeving zonder toegangspunten of draadloos LAN router. <Menu> <Netwerkinstellingen>...
  • Pagina 326 Overzicht van menuopties PING-opdracht Selecteer deze optie om te controleren of de machine via een netwerk is verbonden met een computer. netwerkverbinding testen(P. 178) DNS-instellingen Kies deze optie om instellingen op te geven voor DNS (Domain Name System), een mechanisme voor het omzetten van hostnamen in IP-adressen.
  • Pagina 327 Overzicht van menuopties IPv6-instellingen Geef instellingen op om de machine te gebruiken in een IPv6-netwerk. Gebruik IPv6 Hiermee kunt u IPv6 in- of uitschakelen op het apparaat. U kunt met deze optie ook de huidige instellingen bekijken. IPv6-adres instellen(P. 179) Controleer instellingen Link-Local-adres Prefixlengte...
  • Pagina 328 Overzicht van menuopties Instellingen DNS dynamische update Registreer handmatig adres Registreer stateful adres Registreer stateless adres DNS dynamisch update-interval 0 t/m 24 t/m 48 (uur) mDNS-instellingen Hier kunt u instellingen opgeven om DNS-functies te gebruiken zonder DNS-servers. configureren(P. 204) Gebr.zelfde mDNS-naam als IPv4 mDNS-naam Instellingen DHCP-opties Selecteer, als DHCP is ingeschakeld, met deze instellingen of u het DNS-serveradres of de domeinnaam wilt...
  • Pagina 329 Overzicht van menuopties LPD-instellingen LPD in- of uitschakelen. LPD is een afdrukprotocol dat op ieder hardwareplatform of in ieder besturingssysteem kan worden gebruikt. U kunt ook de tijdsperiode instellen die verloopt van ontvangst van gegevens totdat het afdrukken wordt geannuleerd, als ontvangst van afdrukgegevens wordt onderbroken. Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren(P.
  • Pagina 330 Overzicht van menuopties Afdrukken met IPPS gebruiken Selecteer of u wel of niet afdrukken met IPP wilt toepassen. <Menu> <Netwerkinstellingen> <TCP/IP-instellingen> <Instellingen IPP-afdrukken> <Gebruik IPP-afdrukken> Selecteer <Aan> of <Uit> SSL gebruiken Selecteer of u encryptie wilt toepassen bij afdrukken met IPP. <Menu>...
  • Pagina 331 Overzicht van menuopties 1400 1500 SNMP-instellingen Kies deze optie om de instellingen op te geven voor het bewaken en bedienen van de machine vanaf een computer met SNMP-compatibele software. De machine bewaken en bedienen met SNMP(P. 216) SNMPv1-instellingen Hiermee kunt u SNMPv1 in- of uitschakelen. Als u SNMPv1 inschakelt, geeft u een communitynaam en toegangsmachtigingen op voor MIB-objecten (Management Information Base).
  • Pagina 332 Overzicht van menuopties Instellingen speciale poort Hiermee kunt u de speciale poort in- of uitschakelen. De speciale poort wordt gebruikt voor het afdrukken, voor het opvragen of opgeven van apparaatinstellingen via het netwerk. <Menu> <Netwerkinstellingen> <Instellingen speciale poort> Selecteer <Uit> of <Aan> Start het apparaat opnieuw op Wachttijd voor verbinding bij opstart Kies deze optie om de wachttijd in te stellen waarna verbinding wordt gemaakt met het netwerk.
  • Pagina 333 Apparaatinstellingenbeheer Aan/Uit Geef op of u data in het apparaat wilt beheren, zoals instellingsdata, door gebruik van een imageWARE Bedrijfsmanagementconsole plug-in. Voor details van de imageWARE Bedrijfsmanagementconsole neemt u contact op met uw plaatselijke bevoegde Canon dealer. <Menu> <Netwerkinstellingen> <Apparaatinstellingenbeheer Aan/Uit>...
  • Pagina 334 Overzicht van menuopties Voorkeuren 0XEA-058 Alle instellingen voor het geluidsvolume, de display en het de Engelse Toetsenbord- layout worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden gemarkeerd met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( Opties gemarkeerd met (*) hebben per land of regio afwijkende standaardinstellingen. Volume-instellingen(P.
  • Pagina 335 Overzicht van menuopties <Menu> <Voorkeuren> <Volume-instellingen> <Signaal invoerfout> Selecteer <Uit> of <Aan> Toonvoorraad aanvullen Geef aan of het apparaat een geluidssignaal moet produceren als de tonercartridge bijna leeg is. <Menu> <Voorkeuren> <Volume-instellingen> <Toonvoorraad aanvullen> Selecteer <Uit> of <Aan> Opdracht gereed-signaal Geef aan of het apparaat een geluidssignaal moet produceren als het afdrukken is voltooid.
  • Pagina 336 Overzicht van menuopties Weergave-instellingen Standaardscherm na opstart/herstel De standaardinstelling is dat het scherm Start onmiddellijk wordt weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of nadat er een automatische reset is uitgevoerd. U kunt echter een ander standaardscherm kiezen en het hoofdscherm van USB afdrukken weergeven. Start Geheugenmedia afdruk <Menu>...
  • Pagina 337 Overzicht van menuopties <Menu> <Voorkeuren> <Weergave-instellingen> <Invoer millimeter/inch schak.> Selecteer <Millimeter> of <Inch> Duur berichtweergave Als er twee berichten worden weergegeven op het scherm, bepaalt deze optie hoelang elk bericht wordt weergegeven voordat het volgende bericht opnieuw wordt weergegeven. 1 t/m 2 t/m 5 (sec.) <Menu>...
  • Pagina 338 Overzicht van menuopties English ,Japanese, French, Spanish, German, Italian, Dutch, Finnish, Portuguese, Norwegian, Swedish, Danish, Slovene, Czech, Hungarian, Russian, Turkish, Greek, Estonian, Romanian, Slovak, Croatian, Bulgarian, Catalan, Polish, Chinese (Simplified), Chinese (Traditional), Korean, Latvian, Lithuanian, Arabic <Menu> <Voorkeuren> <Weergave-instellingen> <Taal> Selecteer een taal <Ja>...
  • Pagina 339 Overzicht van menuopties Tijdklokinstellingen 0XEA-059 Alle instellingen voor de timer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Opties gemarkeerd met " " zijn mogelijk niet beschikbaar of hebben per land of regio afwijkende standaardinstellingen.
  • Pagina 340 Overzicht van menuopties <Menu> <Tijdklokinstellingen> <Instellingen datum en tijd> <Tijdnotatie> Selecteer de displayinstelling Huidige datum/tijd instellen Hiermee stelt u de huidige datum en tijd in. Druk op om de cursor te verplaatsen en op de datum en tijd op te geven of om te schakelen tussen <AM>/<PM>. ●...
  • Pagina 341 Overzicht van menuopties <Menu> <Tijdklokinstellingen> <Instellingen datum en tijd> <Tijdzone> Selecteer een tijdzone Zomertijdinstellingen Hiermee kunt u de zomertijd in- of uitschakelen. Als u de zomertijd inschakelt, geeft u de periode aan voor de zomertijd. Start: Maand, Week, Dag Einde: Maand, Week, Dag <<Menu>...
  • Pagina 342 Overzicht van menuopties Functie na automatische reset Geef aan of na een automatische reset het standaardscherm moet worden weergegeven. Als <Standaardfunctie> is geselecteerd, wordt het hoofdscherm weergegeven van de functie die is geselecteerd bij <Standaardscherm na opstart/herstel> ( Standaardscherm na opstart/herstel(P. 330) ). Als <Geselecteerde functie> is geselecteerd, wordt op het display het hoofdscherm weergegeven van de functie die geselecteerd is.
  • Pagina 343 Overzicht van menuopties Algemene instellingen 0XEA-05A Alle instellingen voor de papierinvoermethode worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met een sterretje ( ) zijn alleen beschikbaar als de optionele papiertoevoer (lade 2) is geplaatst.
  • Pagina 344 Overzicht van menuopties Papierbronnen Selecteer de papierbron waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Snelheidsprioriteit> Als u papier gebruikt waarop vooraf een logo is afgedrukt, moet u de afdrukzijde wijzigen als u enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukt. U kunt het beste <Snelheidsprioriteit> selecteren als het niet uitmaakt op welke zijde er wordt afgedrukt. <Prioriteit afdrukzijde>...
  • Pagina 345 Overzicht van menuopties Afdrukinstellingen geheugenmedia 0XEA-05C Alle instellingen voor de USB afdruk worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met een sterretje ( ) zijn alleen beschikbaar als de optionele papiertoevoer (lade 2) is geplaatst.
  • Pagina 346 Overzicht van menuopties Hoog: 17 niveaus Medium: 17 niveaus Laag: 17 niveaus Tonerbesparing JPEG/TIFF-details instellen Datum afdrukken Bestandsnaam afdrukken Type origineel Fotoprioriteit Tekstprioriteit Helderheid Vijf niveaus Halftonen Gradatie Foutdiffusie Grijswaardeconversie sRGB NTSC Uniforme RGB PDF-details instellen Vergroten/verkleinen volgens papierformaat Afdrukgebied vergroten Opmerkingen afdrukken Automatisch Overige...
  • Pagina 347 Overzicht van menuopties Standaard weergave-instellingen Selecteer of u een lijst met bestandsnamen of miniaturen als voorbeeld wilt weergeven wanneer u bestanden op een USB-geheugenapparaat bekijkt. Details Afbeeldingen <Menu> <Afdrukinstellingen geheugenmedia> <Standaard weergave-instellingen> Selecteer <Details> of <Afbeeldingen> <Details> Selecteer deze optie om bestandsnamen en datums in een lijst weer te geven. <Afbeeldingen>...
  • Pagina 348 Overzicht van menuopties Korte bestandsnaam Lange bestandsnaam <Menu> <Afdrukinstellingen geheugenmedia> <Weergavestijl bestandsnaam> Selecteer <Korte bestandsnaam> of <Lange bestandsnaam> <Korte bestandsnaam> Hiermee worden bestandsnamen weergegeven met maximaal acht tekens. Om een onderscheid te maken tussen bestanden met gelijksoortige namen, worden er nummers als " 1"...
  • Pagina 349 Overzicht van menuopties Printerinstellingen 0XEA-05E Alle instellingen voor de printer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met een sterretje ( ) zijn alleen beschikbaar als de optionele papiertoevoer (lade 2) is geplaatst.
  • Pagina 350 Overzicht van menuopties Actie als vrij papierformaat niet overeenkomt Als het papierformaat voor een papierbron is ingesteld op <Vrij formaat> onder <Vrij formaat>, moet u de activiteit opgeven die het apparaat moet verrichten als het formaat van het geladen papier en de papierformaatinstelling in het printerstuurprogramma behoorlijk verschillen.
  • Pagina 351 Overzicht van menuopties Kopieën Geef hier het gewenste aantal kopieën op. t/m 99 <<Menu> <Printerinstellingen> <Kopieën> Geef het aantal af te drukken exemplaren <Toepassen> 2-zijdig afdrukken Geef aan of u dubbelzijdig wilt afdrukken. <Menu> <Printerinstellingen> <2-zijdig afdrukken> Selecteer <Uit> of <Aan> Standaardpapier Met dit item geeft u papierformaat en -type op.
  • Pagina 352 Overzicht van menuopties printer(P. 75) ) worden gemaakt, maar de instelling voor <Papierformaat negeren> moet op het apparaat worden gerealiseerd. Afdrukkwaliteit U kunt instellingen in verband met de afdrukkwaliteit, veranderen. Densiteit Stel de tonerdichtheid in. Afdrukdensiteit aanpassen(P. 444) 17 niveaus Fijnaanpassing Hoog 17 niveaus...
  • Pagina 353 Overzicht van menuopties Modus streepjescodeaanpassing Als streepjescodes die met dit apparaat zijn gedrukt, onleesbaar zijn, stel dan dit item in. Het verbeterende effect is het laagst met <Modus 1> en het hoogst met <Modus 3>. Modus 1 Modus 2 Modus 3 <Menu>...
  • Pagina 354 Overzicht van menuopties <Lange zijde> Geef op dat u wilt inbinden over de lange papierzijde. <Korte zijde> Geef op dat u wilt inbinden over de korte papierzijde. Rugmarge Verschuif de afdrukpositie om de inbindmarge in te stellen die geldt voor de inbindrand zoals opgegeven via <Inbindlocatie>.
  • Pagina 355 Overzicht van menuopties Instelwaarde Lange zijde Korte zijde Korte zijde verschuiven/Lange zijde verschuiven Bij ieder papiersoort kunt u voor alle afdruktaken de afdrukpositie verschuiven in stappen van 0,5 mm. -50,0 t/m 00,0 t/m +50,0 (mm) <Menu> <Printerinstellingen> <Lay-out> Selecteer de combinatie van instellingsrichting en afdrukzijde Geef de verschuivingswaarde op <Toepassen>...
  • Pagina 356 Overzicht van menuopties Automatisch fout overslaan Het afdrukken stopt als er een bepaalde fout optreedt in de verwerking. Als u dit item echter instelt op <Aan>, wordt de bepaalde fout overgeslagen en kan het afdrukken voortgaan. Gewoonlijk moet u dit item instellen op <Uit>. <Menu>...
  • Pagina 357 Overzicht van menuopties UFR II U kunt de instellingen veranderen die van kracht worden als u afdrukt vanaf UFR II printerstuurprogramma. Halftonen U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit. Voor ieder document kunt u instellingen per type afbeelding realiseren.
  • Pagina 358 Overzicht van menuopties <Kleurtoon> Produceert een scherpe afdruk met sterk contrast van licht en donker. Is geschikt voor het afdrukken van fotogegevens zoals gegevens van fotoafbeeldingen. <Gradatie> Produceert een afdruk met vloeiende gradatie of vloeiende randen. Is geschikt voor het afdrukken van figuren of afbeeldingen die gradatiegebieden bevatten.
  • Pagina 359 Overzicht van menuopties <Menu> <Printerinstellingen> <PCL> <Lettergrootte> Selecteer het nummer van het lettertype <Toepassen> Puntgrootte Geef de tekengrootte op in punten. U kunt de grootte in stappen van 0,25 aanpassen. U kunt deze optie alleen opgeven als er een proportioneel lettertype is geselecteerd bij <Lettergrootte>. 4,00 t/m 12,00 t/m 999,75 (punt) <Menu>...
  • Pagina 360 Overzicht van menuopties DESKTOP PC850 GREEK8 PC851 HEBREW7 PC852 HEBREW8 PC862 ISO4 PC864 ISO6 PC866 ISO11 PC8DN ISO15 PC8GRK ISO17 PC8TK ISO21 PC1004 ISO60 PIFONT ISO69 PSMATH ISOCYR PSTEXT ISOGRK ROMAN8 ISOHEB VNINTL ISOL1 VNMATH ISOL2 VNUS ISOL5 WIN30 ISOL6 WINARB LEGAL WINBALT...
  • Pagina 361 Overzicht van menuopties <Menu> <Printerinstellingen> <PCL> <Maateenheid> Selecteer <Millimeter> of <Inch> X-dimensie Geef hier de horizontale afmeting (korte kant) van het aangepaste papier op. 77 t/m 216 (mm) <Menu> <Printerinstellingen> <PCL> <X-dimensie> Geef de afmeting op <Toepassen> Y-dimensie Geef hier de verticale afmeting (lange kant) van het aangepaste papier op. 127 t/m 356 (mm) <Menu>...
  • Pagina 362 Overzicht van menuopties <Menu> <Printerinstellingen> <PCL> <CR aan LF toevoegen> Selecteer <Ja> of <Nee> A4-afdrukbreedte vergroten Kies deze optie als u wilt instellen dat de breedte van het afdrukbare gebied van A4-papier in de stand Staand moet worden aangepast aan de breedte van LTR-papier. <Menu>...
  • Pagina 363 Overzicht van menuopties Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> vertegenwoordigt letters en tekens, <Illustraties> vertegenwoordigt lijnen en figuren, en <Afbeelding> vertegenwoordigt foto´s en afbeeldingen. <Resolutie> Produceert een fijne afdruk met scherpe tekstranden. Geschikt voor het afdrukken van tekens en fijne lijnen. <Kleurtoon>...
  • Pagina 364 Overzicht van menuopties <Menu> <Printerinstellingen> <PS> <PS-fouten afdrukken> Selecteer <Uit> of <Aan> Halftonen U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit. Voor ieder document kunt u instellingen per type afbeelding realiseren.
  • Pagina 365 Overzicht van menuopties <Gradatie> Produceert een afdruk met vloeiende gradatie of vloeiende randen. Is geschikt voor het afdrukken van figuren of afbeeldingen die gradatiegebieden bevatten. <Hoge resolutie> Vergeleken met <Resolutie> produceert dit een fijnere afdruk, maar de kwaliteit is iets minder stabiel. Geschikt voor het afdrukken tekengegevens of CAD-gegevens met scherpe randen.
  • Pagina 366 Overzicht van menuopties <Gradatie> Kies deze optie om beelden met een fijne gradatie, zoals beelden van een digitale camera, mooi gemaskeerd af te drukken. <Foutdiffusie> Kies deze optie om beelden met kleine tekst of dunne lijnen scherp af te drukken. U kunt instellingen voor PDF-bestanden wijzigen.
  • Pagina 367 Overzicht van menuopties N op 1 Geef op of u meerdere pagina's wilt verkleinen en ze in een zodanige opstelling op één pagina wilt afdrukken dat de eerste pagina zich linksboven bevindt. Bijvoorbeeld: om vier pagina's op één vel af te drukken, selecteert u <4 op 1>.
  • Pagina 368 Overzicht van menuopties <Menu> <Printerinstellingen> <PDF> <Halftonen> Selecteer het type afbeelding Selecteer de reproductiemethode met halftonen Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> vertegenwoordigt letters en tekens, <Illustraties> vertegenwoordigt lijnen en figuren, en <Afbeelding> vertegenwoordigt foto´s en afbeeldingen. <Resolutie>...
  • Pagina 369 Overzicht van menuopties <sRGB> Kleurgegevens worden geconverteerd naar zwart/wit met nadruk op kleurverschillen, zodat een soepele gradatie wordt verkregen. <NTSC> Kleurgegevens worden zodanig naar zwart/wit geconverteerd dat de afbeelding eruit ziet als een televisieafbeelding (van het NTSC-systeem). <Uniforme RGB> Kleurgegevens worden zodanig naar zwart/wit geconverteerd dat R, G, en B gelijk worden geconverteerd naar dezelfde grijswaarde.
  • Pagina 370 Overzicht van menuopties Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> vertegenwoordigt letters en tekens, <Illustraties> vertegenwoordigt lijnen en figuren, en <Afbeelding> vertegenwoordigt foto´s en afbeeldingen. <Resolutie> Produceert een fijne afdruk met scherpe tekstranden. Geschikt voor het afdrukken van tekens en fijne lijnen. <Gradatie>...
  • Pagina 371 Overzicht van menuopties Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> vertegenwoordigt letters en tekens, <Illustraties> vertegenwoordigt lijnen en figuren, en <Afbeelding> vertegenwoordigt foto´s en afbeeldingen. <sRGB> Kleurgegevens worden geconverteerd naar zwart/wit met nadruk op kleurverschillen, zodat een soepele gradatie wordt verkregen.
  • Pagina 372 Overzicht van menuopties <Fout weergeven> Als de beeldkwaliteit aanzienlijk is verminderd, toont het apparaat een foutmelding en onderbreekt de verwerking van de afdruktaak.
  • Pagina 373 Overzicht van menuopties Aanpassing/onderhoud 0XEA-05F Alle instellingen voor de afstelling en het onderhoud van het apparaat worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( Instellingen gemarkeerd met een sterretje ( ) zijn alleen beschikbaar als de optionele papiertoevoer (lade 2) is geplaatst.
  • Pagina 374 Overzicht van menuopties Tonerbesparing U kunt toner besparen bij het verrichten van Rapport afdrukken. <Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Tonerbesparing> Selecteer <Uit> of <Aan> Afdrukpositie aanpassen Voor iedere papierbron kunt u de afdrukpositie aanpassen. U kunt de afdrukpositie instellen in het bereik -5,0 tot +5,0 mm in verticale richting en in het bereik -3,0 tot +3,0 mm in horizontale richting, beide in stappen van 0,1 mm.
  • Pagina 375 Overzicht van menuopties Horizontaal aanpassen (achterkant) -0,12 tot 0,00 tot +0,12 (") of -3,0 tot 0,0 tot +3,0 (mm) Speciale verwerking Als de afdrukresultaten niet naar wens zijn, kunt u de volgende instellingen proberen om de kwaliteit van de afdrukken te verbeteren. Speciale afdrukmodus A Er kunnen strepen op afdrukken verschijnen, afhankelijk van het papiertype of de omgevingscondities.
  • Pagina 376 Overzicht van menuopties <Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Speciale verwerking> <Speciale afdrukmodus U> <Aan> Als u dit item op <Aan> instelt, kan de afdrukkwaliteit lager zijn, afhankelijk van het papiertype of de omgevingscondities (nader bepaald: als u afdrukt op licht papier of het apparaat in een omgeving met hoge luchtvochtigheid gebruikt).
  • Pagina 377 Overzicht van menuopties Modus 1 Modus 2 Modus 3 <Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Speciale verwerking> <Speciale afdrukmodus B> Selecteer de modus Afdruksnelheid wordt lager als u een sterkere verbetering selecteert. Speciale afdrukmodus D Er kunnen strepen verschijnen op afdrukken, afhankelijk van het papiertype of de omgevingscondities. Het probleem kan worden opgelost door dit item in te stellen op <Aan>.
  • Pagina 378 Overzicht van menuopties Instellingen Systeembeheer 0XEA-086 Alle instellingen voor systeembeheerinstellingen worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen die zijn gemarkeerd met " " kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd. ● Opties gemarkeerd met " "...
  • Pagina 379 Overzicht van menuopties <Menu> <Instellingen Systeembeheer> <NFC inschakelen> Selecteer <Uit> of <Aan> Start het apparaat opnieuw op Instellingen Systeembeheerderinformatie Geef de id of pincode uitsluitend in voor beheerders die toegangsmachtigingen hebben voor <Netwerkinstellingen> en <Instellingen Systeembeheer>. Id is <Systeembeheerder-ID> en pincode is <Pincode systeembeheerder>. U kunt ook de naam van een beheerder registreren.
  • Pagina 380 Overzicht van menuopties <Menu> <Instellingen Systeembeheer> <Afdelings-ID-beheer Aan/Uit> Selecteer <Uit> of <Aan> Beveiligingsinstellingen Selecteer deze optie om instellingen in of uit te schakelen voor gecodeerde communicatie via SSL of IPSec, evenals instellingen voor het filteren van gegevenspakketten op IP-adres of MAC-adres. Gebruik SSL Kies deze optie om aan te geven of u SSL-gecodeerde communicatie wilt gebruiken.
  • Pagina 381 Overzicht van menuopties <Menu> <Instellingen Systeembeheer> <Beveiligingsinstellingen> <IPv4- adresfilter> Selecteer <Uitfilter> of <Infilter> Selecteer <Uit> of <Aan> Start het apparaat opnieuw op IPv6-adresfilter Selecteer deze optie om instellingen in of uit te schakelen voor het filteren van pakketten die zijn verzonden naar of ontvangen van apparaten met opgegeven IPv6-adressen.
  • Pagina 382 Overzicht van menuopties *1 *2 Selecteer land/regio Geef het land of de regio op waarin de machine wordt gebruikt. De standaardinstelling kan verschillen, aangezien deze wordt bepaald op het moment dat de machine de eerste keer wordt ingeschakeld. Oostenrijk (AT) Nederland (NL) Wit-Rusland (BY) Noorwegen (NO)
  • Pagina 383 Overzicht van menuopties <Menu> <Instellingen Systeembeheer> <Instellingen externe UI> <Beveiligingsinstellingen voor toegang via externe UI> <Aan> Pincode invoeren <Toepassen> Pin (bevestigen) <Toepassen> Weergave opdrachtlog Geef op of de afdruklogs op de display van het apparaat moeten verschijnen. <Menu> <Instellingen Systeembeheer> <Weergave opdrachtlog>...
  • Pagina 384 Overzicht van menuopties <Menu> <Instellingen Systeembeheer> <Product Extended Survey Program inschakelen> Selecteer <Uit> of <Aan> Start het apparaat opnieuw op Info over verbruiksartikelen weergeven (RUI/Toner Status) Geef aan of u een knop aan de UI op afstand of aan Toner Status wilt toevoegen, waarmee de website voor het kopen van tonercartridges kan worden weergegeven.
  • Pagina 385 Overzicht van menuopties Google Cloudprinter inschakelen Registratiestatus Google Cloudprinter Melden om papierinstellingen te controleren Geef op of u een melding wilt weergeven die u vraagt de papierinstellingen te controleren wanneer u de papierlade in het apparaat plaatst. <Menu> <Instellingen Systeembeheer> <Melden om papierinstellingen te controleren>...
  • Pagina 386 Overzicht van menuopties PCL6 Selecteer een paginabeschrijvingstaal (PDL), zodat de machine wordt gedetecteerd als een printer die compatibel is met die taal wanneer de machine via USB wordt aangesloten op een computer. UFR II UFR II (V4) PCL5 PCL6 <Menu> <Instellingen Systeembeheer>...
  • Pagina 387 Overzicht van menuopties Selecteer deze optie om de firmware-update op de website van Canon zelf handmatig te installeren. Raadpleeg de handleiding op de website voor installatie-instructies. Als het apparaat een draadloze LAN gebruikt, werkt u deze bij met <Via pc> onderaan of gebruikt u een USB-kabel om verbinding te maken.
  • Pagina 388 Overzicht van menuopties <Menu> <Instellingen Systeembeheer> <Initialiseer alle gegevens/instellingen> <Ja> <Ja> ● Om het apparaat na het initialiseren te gebruiken, moet u alle instellingen weer opnieuw invoeren.
  • Pagina 389 Problemen oplossen Problemen oplossen Problemen oplossen ............................. 384 ..........................386 Papierstoringen verhelpen ......................393 Er wordt een foutbericht weergegeven ....................... 403 Er wordt een foutcode weergegeven .......................... 406 Veelvoorkomende problemen ......................407 Problemen met installatie/instellingen ........................411 Problemen bij het afdrukken ........................
  • Pagina 390 Problemen oplossen Problemen oplossen 0XEA-05J Als er een probleem optreedt, raadpleegt u dit hoofdstuk om oplossingen te zoeken voordat u contact opneemt met Canon. ◼ Papierstoringen Als er papier vastloopt, raadpleegt u Papierstoringen verhelpen(P. 386) om het vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 391 Problemen oplossen...
  • Pagina 392 Trek het vastgelopen document of papier niet hardhandig uit het apparaat ● Hierdoor kunnen inwendige onderdelen beschadigd raken. Als u het papier niet kunt verwijderen, neemt u contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk. Wanneer een probleem niet kan worden opgelost(P. 426)
  • Pagina 393 Problemen oplossen Papierstoringen in de multifunctionele lade Als er zich papier in de lade bevindt, verwijder het dan eerst. Als het vastgelopen papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, trek het er dan niet te krachtig uit, maar volg de procedure voor een andere papierstoringslocatie zoals de melding aangeeft.
  • Pagina 394 Problemen oplossen Plaats de papierlade. ● Als u de papierlade plaatst met <Melden om papierinstellingen te controleren> ingesteld op <Aan>, verschijnt een bevestigingsscherm. Melden om papierinstellingen te controleren(P. 379) Wanneer het onderstaande scherm wordt weergegeven, tik dan op <Ja>. Papierstoringen aan de achterzijde Trek het vastgelopen papier niet hardhandig uit het apparaat.
  • Pagina 395 Problemen oplossen Verwijder het vastgelopen papier uit de duplex-eenheid. Open de onderklep achterzijde. Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. Sluit de onderklep achterzijde. Wanneer het onderstaande scherm wordt weergegeven, tik dan op <Ja>. Papierstoringen in het apparaat Trek het vastgelopen papier niet hardhandig uit het apparaat. Als het vastgelopen papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, gaat u verder met de volgende stap.
  • Pagina 396 Problemen oplossen Verwijder de tonercassette. Houd de groene knop ingedrukt en til de transportgeleiding op. ● Haal uw handen pas van de transportgeleider nadat deze weer in de uitgangspositie staat in stap 6. Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. ●...
  • Pagina 397 Problemen oplossen Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. Zet de rolklep behoedzaam terug. Installeer de tonercartridge. ● Duw hem helemaal terug tot hij niet meer verder kan. Sluit de klep aan de voorzijde. Papierstoringen bij de transportgeleider voor duplex afdrukken Als het vastgelopen papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, trek het er dan niet te krachtig uit, maar volg de procedure voor een andere papierstoringslocatie zoals de melding aangeeft.
  • Pagina 398 Problemen oplossen ● Houd de papierlade met twee handen vast en trek deze voorzichtig uit het apparaat. Als u dat niet doet, kan de lade beschadigd raken wanneer u deze laat vallen omdat de lade te snel naar buiten schuift. Houd de groene knop ingedrukt en druk de transportgeleiding voor duplex afdrukken neer.
  • Pagina 399 Problemen oplossen Er wordt een foutbericht weergegeven 0XEA-05L Als er een fout optreedt, bijvoorbeeld er is een storing in het verwerken van de afdruktaak of het geheugen raakt vol, verschijnt er een bericht op het scherm. In de volgende lijst worden deze foutberichten toegelicht. Kan het certificaat van de authenticatieserver niet analyseren.
  • Pagina 400 Plaats de tonercartridge opnieuw. Als door het opnieuw plaatsen van de tonercartridge de fout niet verdwijnt, werkt de tonercartridge misschien niet goed. Neem contact op met de winkel waar u de tonercartridge hebt aangeschaft of vraag advies aan een Canon Customer Help Center. Tonercartridges vervangen(P. 439) De tonercartridge die u gebruikt is misschien niet een origineel Canon-product.
  • Pagina 401 Problemen oplossen Verbinding mislukt. Controleer de PSK-instellingen. De netwerksleutel (PSK) van een draadloze router waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet goed ingesteld op het apparaat. ● Controleer de netwerksleutel (PSK) van de draadloze router en stel de sleutel opnieuw in op de machine. De SSID en de netwerksleutel controleren(P.
  • Pagina 402 Problemen oplossen ● Wacht even en probeer het daarna opnieuw. Als het probleem blijft optreden, controleert u of de draadloze router wel ondersteuning biedt voor WPS. Als WPS wordt ondersteund: Controleer of het apparaat goed is geïnstalleerd en klaar is voor verbinding met het netwerk. Problemen met installatie/instellingen(P.
  • Pagina 403 Problemen oplossen De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven(P. 168) Het MAC-adres van het apparaat is geweigerd omdat het MAC-adresfilter is ingesteld op een draadloze router. ● Stel de draadloze router zo in dat het MAC-adres van het apparaat en uw computer worden toegestaan. Zie voor meer informatie over hoe u dat kunt instellen, de instructiehandleidingen van uw netwerktoestellen of neem contact op met de fabrikant.
  • Pagina 404 Problemen oplossen Geheugen vol. Bekijk foutinfo met statusmonitortoets. Het geheugen is vol geraakt met afdrukgegevens die door fouten niet kunnen worden afgedrukt. ● Voor de documenten met fouten, selecteert u <Fout overslaan> of annuleert u het afdrukken van deze documenten. Afdrukken annuleren(P.
  • Pagina 405 Problemen oplossen ● Verwijder het vastgelopen papier en druk opnieuw af (mogelijk wordt het afdrukken automatisch verder uitgevoerd). Papierstoringen verhelpen(P. 386) Pap.form. past niet bij inst. De marges binnen de eerste 5 mm vanaf de respectieve papierranden kunnen niet worden bedrukt (voor enveloppen, de onderste en bovenste marges binnen de eerste 10 mm vanaf de onder-/bovenrand kunnen niet worden bedrukt).
  • Pagina 406 Problemen oplossen ● Controleer de opgegeven authenticatiemethode en authenticatie-informatie (sleutelpaar en certificaat, gebruikersnaam en wachtwoord en CA-certificaat). IEEE 802.1X-verificatie configureren(P. 275) Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren(P. 294) Stel de benodigde gegevens voor authenticatie in. De IEEE 802.1X-authenticatie is niet goed geconfigureerd. ●...
  • Pagina 407 Gebruik van niet-Canon- cartridges is niet gedekt door de garantie. Hoeveelheid resterende inkt in cartridge kan niet correct worden weergegeven. De tonercartridge die u gebruikt is misschien niet een origineel Canon-product. ● Gebruik alleen originele Canon-tonercartridges ter vervanging van tonercartridges.
  • Pagina 408 Problemen oplossen Verbruiksartikelen(P. 483) Gebruik externe UI om de benodigde gegevens voor authenticatie in te stellen. De IEEE 802.1X-instellingen zijn onjuist. ● Controleer of [Loginnaam] juist is ingesteld. ● Controleer of het selectievakje [Gebruik TLS], [Gebruik TTLS] of [Gebruik PEAP] is ingeschakeld. ●...
  • Pagina 409 Problemen oplossen Er wordt een foutcode weergegeven 0XEA-05R Als het afdrukken niet wil vanwege een fout, toont het afdruklogscherm een driecijferige foutcode. Raadpleeg de volgende informatie om voor een foutcode mogelijke oorzaken en oplossingen weer te geven. #037 Het geheugen is vol. ●...
  • Pagina 410 Problemen oplossen Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via USB)(P. 127) #852 De machine wordt onverwachts uitgeschakeld. ● Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit. #853 Een document kan niet worden afgedrukt omdat de hoeveelheid gegevens groter is dan de verwerkingslimiet van het apparaat.
  • Pagina 411 Problemen oplossen #863 Er is een fout opgetreden tijdens het afdrukken vanaf een computer. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Probeer opnieuw af te drukken nadat de machine opnieuw is opgestart.
  • Pagina 412 Als er problemen ontstaan tijdens het gebruiken van de machine, controleer dan de tips in dit gedeelte voordat u contact met ons opneemt. Als u een probleem niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
  • Pagina 413 Problemen oplossen Problemen met installatie/instellingen 0XEA-05U Zie ook Veelvoorkomende problemen(P. 406) . Probleem met de draadloos/bedraad LAN verbinding(P. 407) Probleem met de USB-verbinding(P. 410) Probleem met de printserver(P. 410) Probleem met de draadloos/bedraad LAN verbinding Het draadloos LAN en bekabeld LAN kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
  • Pagina 414 Kijk of de SSID wordt vermeld op de draadloze router zelf of op de verpakking. ● Controleer de SSID of de netwerksleutel van de draadloze LAN-router met behulp van “Canon MF/LBP Wireless Setup Assistant” (Canon MF/LBP-assistent draadloze verbinding instellen). De SSID en de netwerksleutel controleren(P. 172) De SSID van de draadloze router die moet worden aangesloten, wordt niet weergegeven in de lijst met toegangspunten.
  • Pagina 415 Problemen oplossen Als het apparaat geen verbinding kan maken met de draadloze LAN Controleer de status van uw computer. ● Zijn de instellingen van de computer en de draadloze router voltooid? ● Zijn de kabels van de draadloze router (inclusief het netsnoer en de LAN-kabel) goed aangesloten? ●...
  • Pagina 416 Problemen oplossen ● De WEP-sleutel die automatisch is gegenereerd (hexadecimaal) wordt geselecteerd. ● De stealth-modus wordt geactiveerd. Een functie waarbij de draadloze router de verbinding weigert als de SSID op het apparaat dat moet worden aangesloten, is ingesteld op "ELKE" of leeg is. Wanneer u de instellingen van de draadloze router moet wijzigen Als de draadloze router is ingesteld zoals hieronder beschreven, wijzigt u de instellingen van de router.
  • Pagina 417 Problemen oplossen Problemen bij het afdrukken 0XEA-05W Zie ook Veelvoorkomende problemen(P. 406) . Het afdrukresultaat is niet naar tevredenheid. Het papier is gekreukeld of gekruld. Als u niet goed kunt afdrukken(P. 414) U kunt niet afdrukken. ● Kunt u een Windows testpagina afdrukken? Als u een Windows testpagina kunt afdrukken, is er geen probleem met het apparaat of het printerstuurprogramma.
  • Pagina 418 Sluit aan op een andere USB-poort van de computer. ● Kunt u afdrukken vanaf een USB-poort naar een andere computer? Als u ook niet kunt afdrukken vanaf andere computers, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Canon-dealer of met de Canon-helpdesk. Via printserver ●...
  • Pagina 419 Problemen oplossen Als het geheugen bijna vol is, wordt de machine trager, net zoals bij een computer. Er is dus geen sprake van een foutsituatie. U kunt niet afdrukken met Google Cloudprinter. Google Cloudprinter gebruiken(P. 492) Het duurt een tijd voordat het afdrukken start. ●...
  • Pagina 420 0XEA-05X Probeer de volgende oplossingen als het afdrukresultaat te wensen overlaat, of als het papier gekreukeld is of omkrult. Als u een probleem niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of met de Canon- helpdesk. Vlekken aan de onderzijde van Er verschijnen vlekken op Vlekken en spetters(P.
  • Pagina 421 Problemen oplossen Achterzijde van het papier is De afgedrukte streepjescode kan Het papier kreukelt(P. 423) vlekkerig(P. 421) niet worden gelezen(P. 421) Het papier krult(P. 423) Papier wordt niet ingevoerd of er Afdrukken zijn scheef(P. 425) worden twee of meer vellen tegelijk ingevoerd (P.
  • Pagina 422 Problemen oplossen Het afdrukresultaat is niet goed 0XEA-05Y Als het apparaat van binnen vies is, kan dit gevolgen hebben voor het afdrukresultaat. Reinig het apparaat zorgvuldig. Het apparaat reinigen(P. 430) Vlekken aan de onderzijde van afdrukken Gebruikt u geschikt papier? ●...
  • Pagina 423 Problemen oplossen Verschijnen er verticale strepen afhankelijk van de papiersoort of de bedrijfsomgeving? ● Verander de instelling voor [Speciale afdrukaanpassing A]. Het verbeterende effect is het laagst met [Modus 1] en het hoogst met [Modus 4]. Probeer de instelling uit, te beginnen met [Modus 1]. Instelling in het printerstuurprogramma [Afwerking] tabblad [Geavanceerde instellingen]...
  • Pagina 424 Problemen oplossen ● Als u dit item op <Aan> instelt, kan de afdrukkwaliteit lager zijn, afhankelijk van het papiertype of de omgevingscondities (nader bepaald: als u afdrukt op licht papier of het apparaat in een omgeving met hoge luchtvochtigheid gebruikt). Gebruikt u geschikt papier? ●...
  • Pagina 425 Problemen oplossen Gebruikt u geschikt papier? ● Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Geef ook de instellingen voor het formaat en type papier goed op. Papier(P. 480) Papier plaatsen(P. 38) Het type en formaat papier opgeven(P. 53) Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt Zijn de papiergeleiders afgesteld op de randen van het papier? ●...
  • Pagina 426 Problemen oplossen Is de tonercartridge bijna leeg? ● Neem de tonercassette uit het apparaat, schud deze vijf of zes keer voorzichtig heen en weer om de toner gelijkmatig te verspreiden en plaats de tonercassette weer terug. De toner opmaken(P. 437) Is het tijd om de tonercartridge te vervangen? ●...
  • Pagina 427 Problemen oplossen Hebt u de fixeereenheid gereinigd? ● Reinig de fixeereenheid. Fixeereenheid(P. 432) Achterzijde van het papier is vlekkerig Hebt u papier geladen dat kleiner is dan de afmetingen van de afdrukgegevens? ● Controleer of het papierformaat overeenkomt met de afmetingen van de afdrukgegevens. Hebt u de fixeereenheid gereinigd? ●...
  • Pagina 428 Problemen oplossen Modus streepjescodeaanpassing(P. 347) ● Afdrukdichtheid wordt lichter als u een sterkere verbetering selecteert. ● Bij het afdrukken vanaf de computer heeft de instelling in het printerstuurprogramma voorrang. Als de instelling van [Grafische modus] in het printerstuurprogramma is veranderd in [UFR II-modus] en [Modus Barcodeaanpassing] is veranderd in [Standaardwaarde printer], heeft de instelling in het bedieningspaneel voorrang.
  • Pagina 429 Problemen oplossen Het papier krult om of is gekreukeld 0XEA-060 Het papier kreukelt Is het papier goed geplaatst? ● Als de stapel papier hoger is dan de markering of voor het maximale aantal vellen of schuin in de lade ligt, kunnen er kreukels of vouwen ontstaan.
  • Pagina 430 Problemen oplossen ● Verander de instelling voor <Speciale afdrukmodus V>. Het verbeterende effect is sterker met <Modus 2> dan met <Modus 1>. Probeer eerst de instelling met <Modus 1>. Speciale afdrukmodus V(P. 370) Afdruksnelheid wordt lager als u een sterkere verbetering selecteert. Gebruikt u geschikt papier? ●...
  • Pagina 431 Problemen oplossen Papier wordt niet goed ingevoerd 0XEA-061 Papier wordt niet ingevoerd of er worden twee of meer vellen tegelijk ingevoerd Is het papier goed geplaatst? ● Waaier de papierstapel goed uit, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken. ●...
  • Pagina 432 0XEA-062 Als u door het raadplegen van de informatie in dit hoofdstuk een probleem nog steeds niet kunt oplossen, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Canon-dealer of met de Canon-helpdesk. ● Het is niet toegestaan het apparaat te demonteren of te repareren Als u dat wel doet, bestaat de kans dat de garantie vervalt.
  • Pagina 433 Onderhoud Onderhoud Onderhoud ................................. 428 ............................430 Het apparaat reinigen ..............................431 Behuizing ............................... 432 Fixeereenheid ..........................434 Tonercartridges vervangen ............................437 De toner opmaken .......................... 439 Tonercartridges vervangen ........................... 441 De machine verplaatsen ..................... 443 Afdrukkwaliteit handhaven en verbeteren ...........................
  • Pagina 434 Onderhoud Onderhoud 0XEA-063 In dit hoofdstuk wordt het onderhoud van de machine beschreven, inclusief het reinigen van de machine en het initialiseren van instellingen. ◼ Standaardreiniging Het apparaat reinigen(P. 430) ● Het apparaat wordt vuil, zie Behuizing(P. 431) . ● Strepen op afdrukken, zie Fixeereenheid(P.
  • Pagina 435 Onderhoud ◼ Geregistreerde data opslaan/laden Als u de instellingsdata van het apparaat wilt opslaan of opgeslagen data wilt laden, raadpleeg dan Een USB- geheugenapparaat gebruiken voor het opslaan / laden van geregistreerde gegevens(P. 456) . ◼ Instellingen terugzetten op de standaardwaarden Als u de instellingen wilt herstellen, zie Instellingen terugzetten op de standaardwaarden(P.
  • Pagina 436 Onderhoud Het apparaat reinigen 0XEA-064 Maak de machine regelmatig schoon om te voorkomen dat de afdrukkwaliteit afneemt en om de machine veilig en prettig te kunnen gebruiken. Lees eerst de veiligheidsinstructies door voordat u aan de slag gaat. Onderhoud en inspecties(P.
  • Pagina 437 Onderhoud Behuizing 0XEA-065 Wrijf de behuizing van het apparaat regelmatig schoon, vooral bij de ventilatieopeningen, om het apparaat in goede conditie te houden. Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. ● Als u de machine uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd.
  • Pagina 438 Onderhoud Fixeereenheid 0XEA-066 Er kan zich vuil verzamelen op de fixeereenheid in het apparaat, met als gevolg zwarte strepen op de afdrukken. Voer de onderstaande procedure uit om de fixeereenheid te reinigen. U kunt de fixeereenheid niet reinigen als de wachtrij van het apparaat documenten bevat die nog moeten worden afgedrukt.
  • Pagina 439 Onderhoud Als er papier in de multifunctionele lade aanwezig blijft Verwijder het geladen papier voordat u het reinigingsvel laadt. Tik op <OK>. ➠ Het reinigen begint. Wanneer ongeveer 1 minuut later het bericht <Voltooid.> wordt weergegeven, drukt u op en keert u terug naar het scherm Start.
  • Pagina 440 Onderhoud Tonercartridges vervangen 0XEA-067 Het apparaat geeft een melding weer als een of meer tonercartridges bijna leeg zijn. De afdrukkwaliteit neemt aanzienlijk af als u blijft afdrukken zonder actie te ondernemen. U kunt het restant in de tonercartridge controleren op het display.
  • Pagina 441 Onderhoud ◼ Afdrukken zijn van slechte kwaliteit Als uw afdrukken één van de onderstaande kenmerken gaan vertonen, raakt één van uw tonercartridges leeg. Vervang de bijna lege tonercartridge ook als er geen bericht wordt weergegeven. Tonercartridges vervangen(P. 439) Er verschijnen strepen Vage afdruk Ongelijke dichtheid Lege gebieden bevatten zogenaamde nabeelden...
  • Pagina 442 Onderhoud ● De weergegeven hoeveelheid resterende toner kan uitsluitend als schatting worden gezien en kan verschillen van de daadwerkelijk resterende hoeveelheid toner. KOPPELINGEN Verbruiksartikelen(P. 483)
  • Pagina 443 Onderhoud De toner opmaken 0XEA-068 De volgende symptomen en anderen verschijnen op afdrukken die met bijna-lege cartridges zijn gemaakt. Er verschijnen strepen Vage afdruk Ongelijke dichtheid Verricht de volgende procedure als één van de volgende symptomen zich voordoen. Op die manier kunt u alle toner in de tonercartridge opmaken.
  • Pagina 444 Onderhoud Installeer de tonercartridge. ● Duw hem helemaal terug tot hij niet meer verder kan. Sluit de klep aan de voorzijde.
  • Pagina 445 Onderhoud Tonercartridges vervangen 0XEA-069 Lees de veiligheidsvoorschriften in Onderhoud en inspecties(P. 9) en Verbruiksartikelen(P. 10) voordat u tonercartridges gaat vervangen. Open de voorklep door op de knop te drukken. Verwijder de tonercassette. Haal de nieuwe tonercartridge uit de beschermende verpakking. Schud de tonercartridge vijf of zes keer heen en weer zoals hieronder aangegeven om de toner in de cartridge gelijkmatig te verdelen.
  • Pagina 446 Onderhoud Trek de afdichtingstape recht uit de cartridge. ● De afdichtingstape is ongeveer 50 cm lang. Bij het verwijderen van de afdichtingstape Als er tape achterblijft in een tonercartridge, kan dit gevolgen hebben voor de kwaliteit van afdrukken. ● Trek de afdichtingstape niet schuin of onder een hoek uit de cartridge. Als de tape scheurt, kunt u misschien niet meer alle tape verwijderen.
  • Pagina 447 Onderhoud De machine verplaatsen 0XEA-06A Het apparaat is zwaar. Volg altijd de onderstaande procedures als u het apparaat gaat verplaatsen om lichamelijk letsel te voorkomen. Lees ook altijd de veiligheidsvoorschriften voordat u aan de slag gaat. Belangrijke veiligheidsinstructies(P. 2) Schakel het apparaat en de computer uit. ●...
  • Pagina 448 Onderhoud ● Ga aan de voorzijde van het apparaat staan, pak het vast bij de handgrepen en til het op. Als u de optionele papiertoevoer hebt geplaatst, laat u de optionele lade op de grond liggen en verplaatst u deze afzonderlijk nadat u het apparaat hebt verplaatst.
  • Pagina 449 Onderhoud Afdrukkwaliteit handhaven en verbeteren 0XEA-06C Als u geen tevredenstellende afdrukresultaat kunt bereiken, bijvoorbeeld als de resulterende afdrukdensiteit of afdrukpositie niet aan de verwachtingen voldoet, probeer dan de volgende aanpassingen. ◼ Aanpassing densiteit Pas de tonerdensiteit aan. U kunt de tonerdensiteit fijn afregelen. Afdrukdensiteit aanpassen(P.
  • Pagina 450 Onderhoud Afdrukdensiteit aanpassen 0XEA-06E Als het afdrukresultaat donker of lichter is dan verwacht, kunt u de tonerdensiteit instellen. U kunt de fijnafstelling van de tonerdensiteit realiseren door het hele densiteitsbereik te verdelen in op drie dichtheidsniveaus. ● Als <Tonerbesparing> is ingesteld op <Aan>, kunt u deze afstelfunctie niet gebruiken. Tonerbesparing(P.
  • Pagina 451 Onderhoud Tik op <Toepassen>. ● Als u ook instellingen op andere dichtheidsniveaus wilt realiseren, herhaal dan de handelingen in de stappen 2 t/m 4. Tik op <Toepassen>. Tik op <Toepassen>. Als de afgedrukte tekst of dunne lijnen vervagen U kunt de hele afdruktaak donkerder maken met behulp van <Printerdensiteit> onder <Aanpassing/ onderhoud>...
  • Pagina 452 Onderhoud De afdrukpositie aanpassen 0XEA-06F Als het document excentrisch of buiten het afdrukbereik wordt afgedrukt, moet u de afdrukpositie aanpassen. U kunt de afdrukpositie voor iedere papierbron aanpassen: in het bereik -5,0 tot +5,0 mm in verticale richting en in het bereik -3,0 tot +3,0 mm in horizontale richting, beide in stappen van 0,1 mm.
  • Pagina 453 Onderhoud Stel een aanpassingswaarde in. ● Met behulp van verplaatst u de cursor en met behulp van schakelt u tussen '+' en '-' en vergroot of verkleint u de waarde. Tik op <Toepassen> Afdrukpositie aanpassen voor alle afdruktaken U kunt <Printerinstellingen> in het instellingenmenu van het bedieningspaneel gebruiken om de afdrukpositie voor alle afdruktaken aan te passen, ongeacht de papierbron.
  • Pagina 454 Onderhoud Rapporten en lijsten afdrukken 0XEA-06H U kunt de conditie van verbruiksartikelen bekijken en de instellingen van het apparaat controleren door rapporten en lijsten af te drukken. Statusrapport verbruiksartikelen U kunt de status van de verbruiksartikelen controleren. Statusrapport verbruiksartikelen(P. 449) Lijst gebruikersgegevens/Gegevenslijst systeembeheer U kunt een lijst controleren met de instellingen ( Overzicht van menuopties(P.
  • Pagina 455 Onderhoud Statusrapport verbruiksartikelen 0XEA-06J U kunt de status controleren van de verbruiksartikelen die in het apparaat zijn geïnstalleerd. <Menu> <Uitvoerrapport> <Lijst afdrukken> <Statusrapport voor verbruiksartikelen> Controleer dat papier van het formaat en de soort dat op het scherm wordt weergegeven, in het apparaat is geplaatst <OK>...
  • Pagina 456 Onderhoud Lijst gebruikersgegevens / Gegevenslijst systeembeheer 0XEA-06K U kunt de lijst met instellingen ( Overzicht van menuopties(P. 315) ) en de inhoud die op het apparaat is opgeslagen controleren door een lijst met gebruikersgegevens of een gegevenslijst voor de systeembeheerder af te drukken.
  • Pagina 457 Onderhoud Afdelings-ID beheerrapport 0XEA-06L Wanneer Afdelings-ID-beheer is ingeschakeld, kunt u voor elke <Afdelings-ID> het totale aantal afdrukken controleren door een Afdelings-ID-beheerrapport af te drukken. Als u weet welke aantallen er worden afgedrukt, kunt u de voorraad papier en tonercartridges beter beheren. <Menu>...
  • Pagina 458 Onderhoud IPSec-beleidslijst 0XEA-06R U kunt controleren welke beleidsinstellingen en IPSec-instellingen zijn geregistreerd op de machine door het rapport IPSec-beleidslijst af te drukken. <Menu> <Uitvoerrapport> <Lijst afdrukken> <IPSec-beleidslijst> Controleer dat papier van het formaat en de soort dat op het scherm wordt weergegeven, in het apparaat is geplaatst <OK>...
  • Pagina 459 Onderhoud PCL-lettertypelijst 0XEA-06S U kunt een lijst afdrukken en controleren welke lettertypen beschikbaar zijn in de stand PCL. <Menu> <Uitvoerrapport> <Lijst afdrukken> <PCL-lettertypelijst> Controleer of het formaat en type papier dat op het scherm wordt weergegeven, is geladen in het apparaat <OK>...
  • Pagina 460 Onderhoud PS-lettertypelijst 0XEA-06U U kunt een lijst afdrukken en controleren welke lettertypen beschikbaar zijn in de stand PS. <Menu> <Uitvoerrapport> <Lijst afdrukken> <PS-lettertypelijst> Controleer dat papier van het formaat en de soort dat op het scherm wordt weergegeven, in het apparaat is geplaatst <OK>...
  • Pagina 461 Onderhoud Aantal afdrukken weergeven 0XEA-06W U kunt kijken hoeveel pagina's er door het apparaat zijn afgedrukt. Het totale aantal omvat ook pagina´s van rapporten en lijsten. Het item dat u wilt controleren, selecteren Controleren hoeveel pagina's er zijn afgedrukt <101: Totaal 1> Geeft het totaal aantal bladzijden weer dat dit apparaat heeft afgedrukt.
  • Pagina 462 Onderhoud Een USB-geheugenapparaat gebruiken voor het opslaan / laden van geregistreerde gegevens 0XEA-06X Menuopties die op het apparaat zijn opgeslagen, kunt u overbrengen naar uw computer (exporteren). Data die op een USB-geheugenapparaat is opgeslagen, kan ook worden geregistreerd in het apparaat (importeren). Data die vanaf dit apparaat is geëxporteerd, kan worden geïmporteerd in een ander apparaat van hetzelfde model.
  • Pagina 463 Onderhoud Geregistreerde gegevens opslaan op een USB- geheugenapparaat 0XEA-06Y U kunt apparaatinstellingen exporteren en deze opslaan in een USB-geheugenapparaat. We adviseren u regelmatig reservekopieën te maken van belangrijke instellingen. Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-poort aan de zijkant van het bedieningspaneel.
  • Pagina 464 Onderhoud ➠ Het exporteren wordt gestart. Maak het USB-geheugenapparaat los van de USB-poort. Druk op Druk op Tik op <Apparaatstatus>. Tik op <Geheugenmedium verwijderen>. ● Wacht totdat de melding <Het geheugenmedium kan veilig worden verwijderd.> wordt weergegeven. Verwijder het USB-geheugenapparaat.
  • Pagina 465 Onderhoud Geregistreerde gegevens laden van een USB- geheugenapparaat 0XEA-070 Laad (importeer) gegevens die zijn geëxporteerd uit een USB-geheugenapparaat. U kunt ook instellingen importeren van een ander apparaat, als dat van hetzelfde model is als het uwe. Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-poort aan de zijkant van het bedieningspaneel.
  • Pagina 466 Onderhoud ➠ Het importeren wordt gestart. Het apparaat start automatisch opnieuw op wanneer het importeren is voltooid. Maak het USB-geheugenapparaat los van de USB-poort. Druk op Druk op Tik op <Apparaatstatus>. Tik op <Geheugenmedium verwijderen>. ● Wacht totdat de melding <Het geheugenmedium kan veilig worden verwijderd.> wordt weergegeven. Verwijder het USB-geheugenapparaat.
  • Pagina 467 Onderhoud Instellingen terugzetten op de standaardwaarden 0XEA-071 U kunt de volgende instellingen herstellen (initialiseren): Menu initialiseren(P. 462) Sleutels en certificaten initialiseren(P. 464)
  • Pagina 468 Onderhoud Menu initialiseren 0XEA-072 U kunt de instellingen van het apparaat herstellen ( Overzicht van menuopties(P. 315) ). Afhankelijk van welke instellingen u selecteert, zult u misschien na het initialiseren het apparaat opnieuw moeten starten. <Menu> <Instellingen Systeembeheer> <Menu initialiseren> Het item dat u wilt initialiseren, selecteren <Ja>...
  • Pagina 469 Onderhoud Als de instellingen voor UI op afstand zijn geïnitialiseerd De toegangspincode voor de externe UI wordt ook geïnitialiseerd. Reset de toegangspincode voor de externe UI na een initialisatie. Een pincode instellen voor UI op afstand(P. 241) Met onderstaande procedure kunt u de standaard-<Netwerkinstellingen> herstellen (fabriekswaarden). <Menu>...
  • Pagina 470 Onderhoud Sleutels en certificaten initialiseren 0XEA-073 U kunt de instellingen herstellen van de gebruikte sleutelparen en digitale certificaten. Als u deze bewerking uitvoert, worden alle sleutelparen en certificaten die zijn opgeslagen op de machine verwijderd (behalve de vooraf geïnstalleerde digitale certificaten). Als deze bewerking is voltooid, kunt u geen functies meer gebruiken waarvoor sleutelparen vereist zijn, zoals SSL-gecodeerde communicatie en TLS als onderdeel van IEEE 802.1X-verificatie.
  • Pagina 471 Bijlage Bijlage Bijlage ................................... 466 ............................... 467 Handige functies ........................468 Milieubesparing levert geld op ............................470 Efficiënter werken .......................... 473 Ongekende mogelijkheden ............................ 476 Technische specificaties ........................... 477 Apparaatspecificaties .......................... 479 Specificaties draadloos LAN ................................480 Papier ............................483 Verbruiksartikelen ..........................
  • Pagina 472 Bijlage Bijlage 0XEA-074 Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties van dit apparaat, instructies voor het gebruik van de e-Handleiding, disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie voor klanten.
  • Pagina 473 Bijlage Handige functies 0XEA-075 Het is zeker de moeite waard om de functies uit te proberen die in dit hoofdstuk worden beschreven. De functies zijn onderverdeeld in drie categorieën: "Milieubesparing levert geld op", "Efficiënter werken" en "Ongekende mogelijkheden".
  • Pagina 474 Bijlage Milieubesparing levert geld op 0XEA-076 2-zijdig afdrukken U kunt het papier aan beide zijden bedrukken. Met behulp van dubbelzijdig afdrukken bespaart u papier, niet alleen bij grote afdrukopdrachten, maar ook wanneer u slechts een paar pagina´s wilt afdrukken. U kunt zelfs nog meer besparen door dubbelzijdig afdrukken te combineren met N op 1-afdrukken van meerdere pagina's op één blad papier.
  • Pagina 475 Bijlage Slaapstand Als u het apparaat een tijdje niet gebruikt, kunt u energie besparen door het in de sluimermodus te plaatsen, hetzij handmatig of automatisch. U hoeft de stroomtoevoer niet steeds geheel UIT te schakelen, terwijl het apparaat toch zo min mogelijk energie verbruikt. De functie Automatisch uitschakelen kan de besparing vergroten, door het apparaat automatisch UIT te schakelen als het langere tijd niet wordt gebruikt.
  • Pagina 476 Bijlage Efficiënter werken 0XEA-077 Afbeeldingen rechtstreeks vanaf een USB-stick afdrukken Steek een USB-stick in het apparaat en u kunt afbeeldingen en documenten direct afdrukken, zonder computer. U kunt zelfs afbeeldingen in bijvoorbeeld JPEG-formaat bekijken voor u ze afdrukt, dus er wordt geen papier verspild.
  • Pagina 477 Als u een aantal documenten moet afdrukken, is het handig als u ze allemaal met één handeling afdrukken. Met behulp van Canon PageComposer kunt u meerdere documenten combineren en ze allemaal in één keer afdrukken. Deze sneltoetsen besparen tijd en stellen u in staat efficiënter te werken.
  • Pagina 478 Bijlage Basisbewerkingen met de printer(P. 75) voor meer informatie over deze functie.
  • Pagina 479 Canon Mobile Application goed van pas. Zelfs op plaatsen waar geen draadloze LAN-router is, kunt u draadloos en direct de verbinding met het apparaat tot stand brengen met behulp van een mobiel toestel.
  • Pagina 480 Bijlage Afdrukken beveiligen Als u een afdrukopdracht verstuurt vanaf uw computer, wordt de opdracht normaal gesproken direct afgedrukt. In het geval van vertrouwelijke documenten is dit misschien niet altijd handig. U kunt dan de functie Beveiligd afdrukken gebruiken. De verstuurde documenten worden dan opgeslagen op de machine en worden pas afgedrukt nadat via het bedieningspaneel het ingestelde wachtwoord is ingevoerd.
  • Pagina 481 Bijlage Posters afdrukken(P. 95) voor meer informatie over deze functie. Boekjes maken Sommige documenten verdienen een betere behandeling dan een zielig nietje in de linkerbovenhoek. Met deze machine kunt u daarom heel eenvoudig boekjes maken. Het printerstuurprogramma zorgt voor de positionering van de pagina's.
  • Pagina 482 Bijlage Technische specificaties 0XEA-079 De technische specificaties van het apparaat kunnen bij verbeteringen van het apparaat zonder vooraankondiging worden gewijzigd. Apparaatspecificaties(P. 477) Specificaties draadloos LAN(P. 479) Papier(P. 480)
  • Pagina 483 Bijlage Apparaatspecificaties 0XEA-07A Type Bureaubladprinter Afdrukmethode Semiconductor laser + droog-type elektrografisch systeem Tonerfixeersysteem Systeem voor het fixeren op aanvraag Resolutie 600 dpi Afdruksnelheid *1 ● Enkelzijdig afdrukken: 33 pagina's/minuut ● Dubbelzijdig afdrukken: 16,8 pagina's/minuut (8,4 vel/minuut) (Normaal papier (60 tot 89 g/m²), A4 continu afdrukken) Opwarmtijd *2 16 seconden of minder...
  • Pagina 484 ● Tonercartridge (Canon Cartridge 719): circa 0,8 kg ● Tonercartridge (Canon Cartridge 719 H): circa 1,0 kg ● Paper Feeder Unit PF-44 (inclusief de lade): circa 4,1 kg De afdruksnelheid kan lager zijn, afhankelijk van de uitvoerresolutie, het papierformaat, de papiersoort, de invoerrichting en het aantal afgedrukte kopieën.
  • Pagina 485 Bijlage Specificaties draadloos LAN 0XEA-07C Standaard IEEE 802.11g, IEEE 802.11b, IEEE 802.11n Transmissieschema DS-SS-systeem, OFDM-systeem Frequentiebereik 2.412 t/m 2.472 MHz Maximaal zendvermogen radiofrequentie 15,98 dBm Communicatiemodus Infrastructuurmodus Beveiliging WEP, WPA-PSK (TKIP/AES-CCMP), WPA2-PSK (TKIP/AES-CCMP) Verbindingsmethode WPS (Wi-Fi Protected Setup), Handmatige configuratie...
  • Pagina 486 Bijlage Papier 0XEA-07E ◼ Ondersteunde papierformaten Hieronder ziet u een overzicht van de papierformaten die u in de papierlade, de multifunctionele lade en de optionele papiertoevoeren kunt laden. : Beschikbaar : Niet beschikbaar Papierformaat Papierlade Multifunctionele invoer Automatisch 2-zijdig afdrukken *1 (210,0 x 297,0 mm) (182,0 x 257,0 mm) (148,0 x 210,0 mm)
  • Pagina 487 Bijlage Papierformaat Papierlade Multifunctionele invoer Automatisch 2-zijdig afdrukken *1 Legal (Government) (203,2 x 330,2 mm) Foolscap (215,9 x 330,2 mm) Foolscap (Australië) (206,0 x 337,0 mm) Legal (India) (215,0 x 345,0 mm) Envelop Nr.10 (COM10) (104,7 x 241,3 mm) Envelop Monarch (98,4 x 190,5 mm) (162,0 x 229,0 mm) Envelop DL...
  • Pagina 488 Bijlage Papiersoort Papiercapaciteit voor papierlade Papiercapaciteit voor multifunctionele lade 60 tot 89 g/m² 250 vellen 50 vellen Normaal papier Dik papier 200 vellen 40 vellen 90 tot 120 g/m² 121 tot 163 g/m² 25 vellen 60 tot 89 g/m² 250 vellen 50 vellen Gerecycled papier 60 tot 89 g/m²...
  • Pagina 489 Hier volgt een richtsnoer voor de geschatte levensduur van de verbruiksartikelen die in dit apparaat worden gebruikt. Schaf verbruiksartikelen aan bij uw plaatselijke, erkende Canon-dealer. Neem voorzorgsmaatregelen voor gezondheid en veiligheid in acht wanneer u verbruiksartikelen opslaat en hanteert ( Verbruiksartikelen(P.
  • Pagina 490 U kunt de functionaliteit van het apparaat volledig benutten door als optie verkrijgbare hieronder beschreven items toe te passen. Als optie verkrijgbare items kunt u aanschaffen bij de leverancier waar u het apparaat hebt aangeschaft of bij de Canon-dealer ter plaatse. ◼...
  • Pagina 491 Bijlage AirPrint gebruiken 0XEA-07J U kunt afdrukken zonder een printerstuurprogramma, u verzendt afdrukgegevens draadloos vanaf Apple toestellen. AirPrint instellingen AirPrint-instellingen configureren(P. 485) Het scherm voor AirPrint weergeven(P. 487) Functies van AirPrint Afdrukken met AirPrint(P. 489) Problemen oplossen Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is(P. 491) AirPrint-instellingen configureren U kunt gegevens registreren die worden gebruikt voor het identificeren van de machine, zoals de naam van de machine en de installatielocatie.
  • Pagina 492 Bijlage Klik op [Bewerken]. Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK]. [AirPrint gebruiken] Schakel dit selectievakje in als u wilt afdrukken met AirPrint. Schakel het selectievakje uit als u AirPrint wilt uitschakelen. [Printernaam]/[Locatie]/[Breedtegraad]/[Lengtegraad]...
  • Pagina 493 Bijlage Voer de naam en de installatielocatie in om dit apparaat eenvoudig te herkennen vanaf uw Apple-apparaat. Deze informatie is handig als u meerdere AirPrint-printers gebruikt. Bij selectie van het vakje [AirPrint gebruiken] De volgende items worden ook automatisch ingesteld op <Aan>. ●...
  • Pagina 494 Bijlage Handelsmerken Apple, Bonjour, iPad, iPhone, iPod touch, Mac, Mac OS en Mac OS X zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de V.S. en andere landen. AirPrint en het AirPrint-logo zijn handelsmerken van Apple Inc.
  • Pagina 495 Bijlage Afdrukken met AirPrint 0XEA-07K U hebt niet altijd een computer nodig voor het afdrukken van e-mailberichten, foto's, webpagina's en andere documenten. Met AirPrint kunt u direct afdrukken vanaf Apple-apparaten zoals iPad, iPhone, iPod touch. Afdrukken vanaf een iPad, iPhone of iPod touch(P. 489) Afdrukken vanaf Mac(P.
  • Pagina 496 Bijlage Selecteer dit apparaat bij [Printer] in [Printeropties]. ● De printers in het netwerk worden weergegeven. Selecteer dit apparaat. [Printeropties] wordt niet weergegeven in programma's die geen ondersteuning bieden voor AirPrint. U kunt dan ook niet draadloos afdrukken vanuit deze programma's. Geef de gewenste afdrukinstellingen op.
  • Pagina 497 Bijlage Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is 0XEA-07L Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is, probeer dan een van de volgende oplossingen. ● Controleer dat het apparaat is ingeschakeld. Als het apparaat is ingeschakeld, schakel het dan eerst uit, wacht ten minste 10 seconden en zet het vervolgens weer aan en kijk of het probleem is verholpen.
  • Pagina 498 Bijlage Google Cloudprinter gebruiken 0XEA-07R Google Cloudprinter is een service waarmee gebruikers met een Google-account kunnen afdrukken vanuit programma's zoals Google Documenten™ of Gmail™ via een smartphone, tablet of computer die is verbonden met internet. In tegenstelling tot het traditionele afdrukken vanaf een computer, is Google Cloudprinter een nieuwe technologie waarmee u kunt afdrukken zonder printerstuurprogramma.
  • Pagina 499 Bijlage Tik op <Instellingen Systeembeheer>. ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk vervolgens op Aanmelden bij de machine(P. 37) Selecteer <Instellingen Google Cloudprinter> <Google Cloudprinter inschakelen>. Tik op <Aan> of <Uit>. De machine registreren bij Google Cloudprinter Het apparaat registreren bij Google Cloud Print maakt dat u overal vandaan kunt afdrukken.
  • Pagina 500 Bijlage Klik op [Registreren] in [Registratiestatus]. Als [Registreren] niet beschikbaar is U moet Google Cloudprinter inschakelen. Klik op [Bewerken], schakel het selectievakje [Google Cloudprinter gebruiken] in en klik op [OK]. Als u het apparaat opnieuw wilt registreren Als u het apparaat opnieuw wilt registreren omdat de eigenaar van het apparaat is veranderd of vanwege andere redenen, moet u de registratie van het apparaat eerst ongedaan maken en het apparaat vervolgens opnieuw registreren.
  • Pagina 501 Bijlage Volg de aanwijzingen op het scherm om de machine te registreren. ➠ U kunt afdrukken met een Google Cloudprinter compatibele applicatie zoals Google Chrome™, Gmail, of Google Docs. Ga naar de website van Google Cloudprinter voor informatie over de meest recente programma's die ondersteuning bieden voor Google Cloudprinter.
  • Pagina 502 Bijlage Meegeleverde documentatie 0XEA-07S Het apparaat wordt geleverd met de volgende handleidingen. Raadpleeg deze handleidingen als u iets niet weet. Aan de slag Lees deze handleiding eerst. Er worden enkele basisprocedures beschreven, van het verwijderen van het verpakkingsmateriaal tot het installeren van het apparaat.
  • Pagina 503 Deze DVD-ROM van dit product bevat mogelijk handleidingen in PDF-indeling. Als u niet over Adobe Reader beschikt om de handleidingen in PDF-indeling te bekijken, probeert u een ander programma zoals PDF Preview van Vivid Document Imaging Technologies. Over de meest recente e-Handleiding Zie de website van Canon voor de meest recente e-Handleiding.
  • Pagina 504 Bijlage Installeren e-Handleiding 0XEA-07W Installeer de e-Handleiding op uw computer vanaf de DVD-ROM die bij het apparaat is geleverd. Plaats de Gebruikerssoftware en Handleidingen DVD-ROM in het cd-rom-station van uw computer. ● Selecteer een taal en klik op [OK] als dat wordt gevraagd. ●...
  • Pagina 505 Bijlage Lees de licentieovereenkomst en klik op [Yes] om akkoord te gaan. Selecteer de map waarin u de elektronische handleiding wilt installeren, en klik op [Installeren]. ● De installatie wordt gestart. ● U moet nu even wachten. Deze bewerking kan enige tijd duren. Klik op [Afsluiten].
  • Pagina 506 Bijlage De e-Handleiding inzien Dubbelklik op het snelkoppelingspictogram van de e-Handleiding op het bureaublad. Als er een beveiligingswaarschuwing wordt weergegeven ● Klik op [Inhoud weergeven]. TIPS voor De e-Handleiding rechtstreeks vanaf de DVD-ROM bekijken Plaats de Gebruikerssoftware en Handleidingen DVD-ROM in het cd-rom-station van uw computer.
  • Pagina 507 Bijlage ● Selecteer een taal en klik op [OK] als dat wordt gevraagd. ● Als het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] niet verschijnt, haalt u de DVD-ROM uit het station en plaatst u deze opnieuw. Zie ook Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven(P.
  • Pagina 508 Bijlage Installatie ongedaan maken e-Handleiding 0XEA-07X U kunt de e-Handleiding desgewenst van de computer verwijderen en de computer terugbrengen in de staat van voor de installatie van de e-Handleiding. Plaats de Gebruikerssoftware en Handleidingen DVD-ROM in het cd-rom-station van uw computer. ●...
  • Pagina 509 Bijlage Klik op [Volgende]. ● De e-Handleiding wordt verwijderd. ● U moet nu even wachten. Deze bewerking kan enige tijd duren. Klik op [Afsluiten]. Klik op [Terug] [Afsluiten].
  • Pagina 510 Bijlage...
  • Pagina 511 De e-Handleiding is opgesplitst in verschillende schermen en de inhoud van elk scherm varieert. Bovenste pagina Verschijnt wanneer u e-Handleiding start. Canon Klik hierop om naar de beginpagina van de handleiding te gaan. Tabblad [Inhoud] / tabblad [Zoeken] Klik hierop om te schakelen tussen de inhoudsopgave en de zoekfunctie.
  • Pagina 512 Bijlage [Boven] Klik hierop om naar de beginpagina van de handleiding te gaan. [Siteoverzicht] Klik hierop als u alle onderwerpen van de e-Handleiding wilt weergeven. [Help] Klik hierop als u informatie wilt weergeven over hoe u de e-Handleiding kunt bekijken, hoe u een zoekopdracht uitvoert en andere informatie.
  • Pagina 513 Bijlage Klik hierop om gedetailleerde informatie weer te geven. Klik opnieuw om het venster te sluiten. Klik hierop om het desbetreffende onderwerp weer te geven. Onderwerppagina Deze pagina bevat informatie over het configureren en gebruiken van het apparaat.
  • Pagina 514 Bijlage [Inhoudsopgave] De hoofdstukpictogrammen en -titels worden weergegeven. [Alles uitvouwen]/[Alles samenvouwen] Klik op [Alles uitvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen weer te geven. Klik op [Alles samenvouwen] om alle subgedeelten van alle onderwerpen te sluiten. Hoofdstukpictogrammen Klik op een hoofdstukpictogram om naar het begin van het overeenkomstige hoofdstuk te navigeren. Onderwerppagina Geeft de onderwerpen van het geselecteerde hoofdstuk weer.
  • Pagina 515 Bijlage [Voer hier trefwoord(en) in] Voer (een) trefwoord(en) in en klik op om de zoekresultaten in een lijst weer te geven ( ). U kunt zoeken naar pagina's die alle zoekwoorden bevatten, door de zoekwoorden te scheiden met een spatie. Ook kunt u naar pagina's zoeken die een exacte frase bevatten, door de trefwoorden tussen dubbele aanhalingstekens te plaatsen.
  • Pagina 516 Bijlage Klik hierop om naar het vorige of volgende hoofdstuk te gaan.
  • Pagina 517 Afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt, kan de weergave van de displays in deze handleiding iets afwijken van de werkelijke displays. De weergave van stuurprogramma's en software kan ook variëren afhankelijk van hun versie. Illustraties in deze handleiding In de afbeeldingen van de tonercassette in de elektronische handleiding wordt de Canon Cartridge 719 weergegeven.
  • Pagina 518 Bijlage Handmatige Weergave-instellingen 0XEA-087...
  • Pagina 519 Bijlage Overige 0XEA-081 In deze bijlage worden basisbewerkingen van Windows beschreven. De bijlage bevat verder disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie.
  • Pagina 520 Bijlage Basisbewerkingen in Windows 0XEA-082 Het onderdeel [Computer] of [Deze computer] weergeven(P. 514) De printermap weergeven(P. 514) [Netwerk zoeken] inschakelen(P. 514) Printers weergeven die worden gedeeld op de printserver(P. 515) Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven(P. 516) Een testpagina afdrukken in Windows(P. 516) De bitarchitectuur controleren(P.
  • Pagina 521 Bijlage [Start] selecteer [Bedieningspaneel] [Netwerkstatus en taken bekijken] selecteer [Netwerk zoeken inschakelen] onder [Netwerk zoeken]. Windows 7/Server 2008 R2 [Start] selecteer [Bedieningspaneel] [Netwerkstatus en taken bekijken] [Instellingen van geavanceerd delen veranderen] selecteer [Netwerk zoeken inschakelen] onder [Netwerk zoeken]. Windows 8/Server 2012 Klik met de rechter muisknop op de linker onderhoek van het scherm selecteer [Bedieningspaneel] [Netwerkstatus en taken bekijken]...
  • Pagina 522 Bijlage ◼ Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven Als uw computer het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] niet weergeeft nadat u de DVD- ROM hebt geplaatst, volg dan onderstaande procedure. De stationsnaam van het DVD-ROM-station wordt aangeduid met "D:" in deze handleiding. De naam van het DVD-ROM-station kan verschillen afhankelijk van de computer die u gebruikt.
  • Pagina 523 Bijlage Klik op [Testpagina afdrukken] in het tabblad [Algemeen]. ➠ De testpagina wordt afgedrukt. ◼ De bitarchitectuur controleren Weet u niet zeker of op uw computer de 32-bits of 64-bits versie van Windows wordt uitgevoerd, volg dan onderstaande procedure. Open het onderdeel [Configuratiescherm]. Windows Vista/7/Server 2008 [Start] selecteer [Configuratiescherm]...
  • Pagina 524 Bijlage Open het onderdeel [Systeem]. Windows Vista/7/8/Server 2008 R2/Server 2012 Klik op [Systeem en onderhoud] (of [Systeem en beveiliging]) [Systeem]. Windows Server 2008 Dubbelklik op [Systeem]. Controleer de bitarchitectuur. Voor 32-bits versies [32-bits besturingssysteem] wordt weergegeven. Voor 64-bits versies [64-bits besturingssysteem] wordt weergegeven. ◼...
  • Pagina 525 Als u een netwerkverbinding gebruikt en het IP-adres van het apparaat hebt veranderd ● Als [Beschrijving] voor de geselecteerde poort op [Canon MFNP Port] staat en het apparaat en de computer bevinden zich op hetzelfde subnet, wordt de verbinding gehandhaafd. U hoeft geen nieuwe poort toe te voegen.
  • Pagina 526 Bijlage Controleer dat het selectievakje [Ondersteuning in twee richtingen inschakelen] op het tabblad [Poorten] is ingeschakeld. ◼ De SSID waarop de computer is aangesloten, bekijken In het geval de computer is aangesloten op een draadloos LAN netwerk, klikt u op , of in de systeemlade om de SSID van de aangesloten draadloos LAN router weer te geven.
  • Pagina 527 De stuurprogramma's worden naar de Canon-website geüpload wanneer ze nodig zijn. Controleer het besturingssysteem van uw computer en download het juiste stuurprogramma van de Canon-website. Zie de 'Canon UFR II/UFRII LT Printer Stuurprogramma Handleiding' voor informatie over het installeren en gebruiken van het stuurprogramma.
  • Pagina 528 Veiligheidsvoorschriften vereisen dat de naam van het product wordt geregistreerd. In sommige regio's waar dit product wordt verkocht kunnen in plaats daarvan de volgende naam/namen tussen () zijn geregistreerd. LBP253x (F161900) ◼ EMC-eisen van EG-Richtlijn Deze apparatuur voldoet aan de essentiële EMC-eisen van EG-richtlijn. Wij verklaren dat het product voldoet aan de EMC-eisen van EG-richtlijn bij een nominaal ingangvermogen van 230 volt, 50 Hz, hoewel het geteste ingangsvermogen van het product 220-240 V, 50/60 Hz is.
  • Pagina 529 Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon- europe.com/weee , of...
  • Pagina 530 (als ze gelijktijdig beschikbaar zijn). Modelnaam Stroomverbruik van het product in stand-by in netwerk LBP253x 1,7 W De bovenstaande waarde(n) zijn de werkelijke waarden voor de enkele machine, willekeurig gekozen, en kunnen derhalve afwijken van de waarde van de gebruikte machine. Optionele netwerkpoorten zijn niet aangesloten en/of geactiveerd in de meting.
  • Pagina 531 OP HET GEBIED VAN VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF HET INBREUK MAKEN OP ENIG RECHT. CANON INC. IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE, INCIDENTELE OF SECUNDAIRE SCHADE VAN WELKE AARD DAN OOK, NOCH VOOR VERLIEZEN OF UITGAVEN ALS RESULTAAT VAN HET GEBRUIK VAN DIT MATERIAAL.
  • Pagina 532 Bijlage Adobe, PostScript en het PostScript-logo zijn geregistreerde handelsmerken ofwel handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Copyright © 2007 -08 Adobe Systems Incorporated. All rights reserved. Protected by U.S. Patents 5,737,599; 5,781,785; 5,819,301; 5,929,866; 5,943,063; 6,073,148; 6,515,763; 6,639,593; 6,754,382;...
  • Pagina 533 30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan CANON MARKETING JAPAN INC. 16-6, Konan 2-chome, Minato-ku, Tokyo 108-8011, Japan CANON U.S.A., INC. One Canon Park, Melville, NY 11747, U.S.A. CANON EUROPA N.V. Bovenkerkerweg 59, 1185 XB Amstelveen, The Netherlands CANON CHINA CO. LTD.
  • Pagina 534 SIL OPEN FONT LICENSE This Font Software is licensed under the SIL Open Font License, Version 1.1. This license is copied below, and is also available with a FAQ at: http://scripts.sil.org/OFL ----------------------------------------------------------- SIL OPEN FONT LICENSE Version 1.1 - 26 February 2007 ----------------------------------------------------------- PREAMBLE The goals of the Open Font License (OFL) are to stimulate worldwide...
  • Pagina 535 SIL OPEN FONT LICENSE 1) Neither the Font Software nor any of its individual components, in Original or Modified Versions, may be sold by itself. 2) Original or Modified Versions of the Font Software may be bundled, redistributed and/or sold with any software, provided that each copy contains the above copyright notice and this license.