(1) Geef het tabblad [Kwaliteit] weer.
(2) Selecteer de juiste modus voor de inhoud van het document.
Bij het selecteren van een modus wordt informatie over die modus onder de lijst
weergegeven.
OPMERKING
Wanneer de voorkeuren voor afdrukken worden gewijzigd voor de geselecteerde modus
Klik op [Instellingen].
Bevestig de instellingen en klik op [OK].
Het dialoogvenster [Afdrukken] wordt opnieuw weergegeven.
Klik op [OK] of op [Afdrukken].
De printer begint met afdrukken.