[A-04] Onderhoud en controles
WAARSCHUWING
Als u de printer schoonmaakt, schakel de printer en computer uit, verwijder de
interfacekabels en haal de stekker uit het stopcontact. Als u dit niet doet, kan dat
resulteren in brand of een elektrische schok.
Haal regelmatig de stekker uit het stopcontact en reinig het gebied rondom de basis
van de metalen pinnetjes en het stopcontact met een droge, schone doek om stof en
aanslag te verwijderen. In vochtige, stoffige of rokerige omgevingen kan stof zich
rond de stekker ophopen en vochtig worden, hetgeen kortsluiting kan veroorzaken
waardoor brand kan ontstaan.
Maak de printer schoon met een goed uitgewrongen doek die bevochtigd is met
water of een mild reinigingsmiddel verdund met water. Gebruik geen alcohol,
benzeen, verfverdunner of andere ontvlambare stoffen. Als ontvlambare stoffen in
contact komen met elektrische onderdelen binnen de printer, kan dat resulteren in
brand of een elektrische schok.
Sommige gebieden in de printer staan onder hoogspanning. Wanneer u vastgelopen
papier verwijdert of de binnenkant van de printer controleert, zorg er dan voor dat
geen halskettingen, armbanden of andere metalen objecten met de binnenkant van
de printer in aanraking komen. Dit kan leiden tot brandwonden of elektrische
schokken.
Werp gebruikte tonercassettes niet in open vuur. Hierdoor kan de resterende toner
in de cassettes ontbranden en brandwonden of vuur veroorzaken.
Mocht u per ongeluk toner verspillen of morsen, verzamel de toner dan zorgvuldig
en veeg deze op met een zachte, natte doek op een manier waarmee inhalatie wordt
voorkomen. Gebruik nooit een stofzuiger die geen beveiliging heeft tegen
stofexplosies om gemorste toner op te ruimen. Als u dit doet kan er een storing
ontstaan aan de stofzuiger of een stofexplosie veroorzaken door statische ontlading.
Controleer dat de stroomstekker of stroomverbinding geheel is aangesloten na het
schoonmaken van de printer. Doet u dit niet, dan kan er oververhitting en brand
ontstaan.
Controleer het netsnoer en stekker regelmatig. In de volgende omstandigheden
ontstaat brandgevaar en moet u contact opnemen met uw bevoegde Canon-dealer
of de Canon-helplijn.
De stekker vertoont schroeiplekken.
De stekker is vervormd of beschadigd.
De stroomtoevoer wordt in- of uitgeschakeld als u het netsnoer
buigt.
De coating van het netsnoer is beschadigd, opengebarsten of
gedeukt.
Een deel van het netsnoer raakt verhit.
Controleer regelmatig dat het netsnoer, de stekker en aansluiting niet op de
volgende manieren worden behandeld. Als u dit niet doet, kan dat resulteren in
brand of een elektrische schok.
De stroomaansluiting is los.