Samenvatting van Inhoud voor Canon i-SENSYS LBP7100Cn
Pagina 2
Voordat u begint Juridische kennisgevingen Wettelijke beperkingen op het gebruik van uw product en het gebruik van afbeeldingen Gebruik van deze e-Handleiding Gebruik van deze e-Handleiding Bedrijfsomgeving De e-Handleiding installeren De e-Handleiding verwijderen Schermindeling van de e-Handleiding Bovenste pagina Onderwerppagina Sitemap Zoekmethode De e-Handleiding bekijken...
Pagina 3
Instellingen voor automatische regeling van beeldkwaliteit De binnenkant van de printer reinigen De fixeerrol van de printer reinigen De transferriem van de printer reinigen De buitenkant van de printer reinigen Let op (Reinigen) Locatie van het serienummer Printerinstallatie Let op (Printerinstallatie) Controleren of alle accessoires zijn meegeleverd en de installatielocatie controleren Het verpakkingsmateriaal verwijderen De printer installeren...
Pagina 4
Afdrukken op schaal Lay-out afdrukken (N-pagina afdrukken) Een afbeelding afdrukken groter dan A4 (Poster afdrukken) Een watermerk toevoegen aan een document dat u wilt afdrukken (Watermerk afdrukken) Een watermerk toevoegen, bewerken of verwijderen Randen, de datum, enzovoort afdrukken Kleurendocument in zwart-wit afdrukken Gegevens combineren voordat u afdrukt De uitvoermethode wijzigen al naar gelang de afdrukgegevens of het aantal exemplaren Afdrukken met een rugmarge...
Pagina 5
Installeren vanuit [Windows Verkenner] De printer beheren Software voor het beheren van de printer Remote UI De Remote UI starten Let op (Remote UI) Schermindeling van UI op afstand De supportlink weergeven of wijzigen De weergavetaal van de Remote UI wijzigen MF/LBP Network Setup Tool Direct starten van de MF/LBP Network Setup Tool Afdrukopdrachten beheren...
Pagina 6
Het verwijderprogramma starten vanaf de cd-rom Het USB-stuurprogramma verwijderen De instellingen voor het printerstuurprogramma kunnen niet worden gewijzigd Profielen kunnen niet worden geselecteerd of bewerkt Papierstoringen Let op (Papierstoringen) Papierstoringen oplossen (Papierlade) Papierstoringen oplossen (Uitvoergebied) Papierstoringen oplossen (Binnenkant van achterdeur) Indicatielampjes op de printer zijn aan/knipperen Er wordt een bericht weergegeven in het printerstatusvenster Wanneer <Servicefout>...
Pagina 7
Afgedrukte barcodes kunnen niet worden gescand Als u een probleem niet kunt oplossen Bijlage Punten om volledig gebruik te maken van de printer Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows Voor Gebruikers van Windows 8/Server 2012 Vestigingen...
Pagina 8
09Y7-000 Voordat u begint Juridische kennisgevingen Wettelijke beperkingen op het gebruik van uw product en het gebruik van afbeeldingen Gebruik van deze e-Handleiding...
Pagina 9
09Y7-001 Juridische kennisgevingen Productnaam Veiligheidsvoorschriften vereisen dat de naam van het product wordt geregistreerd. In sommige regio's waar dit product wordt verkocht kunnen in plaats daarvan de volgende naam/namen tussen () zijn geregistreerd. LBP7100Cn/LBP7110Cw (F163600) EMC-eisen van EG-Richtlijn Deze apparatuur voldoet aan de essentiële EMC-eisen van EG-richtlijn. Wij verklaren dat het product voldoet aan de EMC- eisen van EG-richtlijn bij een nominaal ingangvermogen van 230 volt, 50 Hz, hoewel het geteste ingangsvermogen van het product 220-240 V, 50/60 Hz is.
Pagina 10
Internationaal ENERGY STAR-programma Canon Inc. is een ENERGY STAR® en heeft in die hoedanigheid bepaalt dat dit product voldoet aan het ENERGY STAR Program voor energiezuinigheid. Het International ENERGY STAR Office Equipment Program (Internationale ENERGY STAR-programma voor kantoorapparatuur) is een internationaal programma dat zich inzet voor energiebesparing bij het gebruik van computers en andere kantoorapparatuur.
Pagina 11
09Y7-002 Wettelijke beperkingen op het gebruik van uw product en het gebruik van afbeeldingen Het is mogelijk dat het gebruik van uw product voor het scannen, afdrukken of anderszins reproduceren van bepaalde documenten, alsmede het gebruik van dergelijke gescande, afgedrukte of anderszins via dit product gereproduceerde beelden of afbeeldingen van rechtswege is verboden en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging en/of andere, civielrechtelijke procedures.
Pagina 12
09Y7-003 Gebruik van deze e-Handleiding Zelfs wanneer u de meegeleverde cd-rom niet bij de hand hebt, kunt u de e-Handleiding altijd bekijken door deze voorafgaand op de computer te installeren. Om de e-Handleiding efficiënt te gebruiken, kunt u verschillende zoekhulpmiddelen gebruiken om de gewenste inhoud te vinden.
Pagina 13
09Y7-004 Gebruik van deze e-Handleiding Klik op de volgende koppelingen voor de systeemvereisten voor het weergeven van de e-Handleiding en het installeren en verwijderen van de e-Handleiding. Bedrijfsomgeving De e-Handleiding installeren De e-Handleiding verwijderen...
Pagina 14
09Y7-005 Bedrijfsomgeving Voor het gebruik van deze e-Handleiding hebt u een webbrowser nodig. Werking van de volgende webbrowsers is gegarandeerd. Internet Explorer 6.0/7.0/8.0/9.0/10.0 Firefox 2.x/3.x/4.x/5.x/6.x/7.x/8.x/9.x/10.x/11.x/13.x/14.x/15.x/16.x/17.x/18.x/19.x OPMERKING De scriptfunctie en cookies inschakelen Schakel de scriptfunctie en cookies voor de webbrowser in voordat u de e-Handleiding gebruikt.
Pagina 15
09Y7-006 De e-Handleiding installeren Installeer de e-Handleiding vanaf de meegeleverde cd-rom op uw computer aan de hand van de volgende procedure. Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software" in het cd-romstation van uw computer. Klik op [Aangepaste installatie]. Als het bovenstaande venster niet wordt weergegeven "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows"...
Pagina 16
Lees de inhoud van de licentieovereenkomst en klik vervolgens op [Ja]. De installatie wordt gestart. Wacht enige tijd totdat de installatie is voltooid. (Het kan langere tijd duren om de e-Handleiding te installeren.) Klik op [Afsluiten].
Pagina 17
Klik op [Volgende]. Klik op [Afsluiten]. Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen. De e-Handleiding weergeven Dubbelklik op [e-Handleiding voor LBP7100C 7110C] op het bureaublad.
Pagina 18
Als er een beveiligingswaarschuwing verschijnt Voer de volgende procedure uit. 1. Klik op de informatiebalk en selecteer [Geblokkeerde inhoud toestaan] in de keuzelijst. 2. Klik op [Ja]. OPMERKING De e-Handleiding rechtstreeks vanaf de cd-rom weergeven U kunt de e-Handleiding ook rechtstreeks vanaf de cd-rom weergeven zonder deze op uw computer te installeren. 1.
Pagina 19
09Y7-007 De e-Handleiding verwijderen De procedure voor het verwijderen van de e-Handleiding is de procedure waarbij de computer wordt teruggezet op de status van voor de installatie van de e-Handleiding. Voer de volgende procedure uit om de e-Handleiding te verwijderen. Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software"...
Pagina 20
Klik op [Verwijderen] om de procedure voor het verwijderen te starten. Wacht enige tijd totdat het verwijderen is voltooid. (Het kan langere tijd duren om de e-Handleiding te verwijderen.) Klik op [Afsluiten]. Klik op [Terug].
Pagina 21
Klik op [Afsluiten]. Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen.
Pagina 22
09Y7-008 Schermindeling van de e-Handleiding In dit gedeelte wordt de schermindeling van de e-Handleiding beschreven De pagina die bij het openen van de e-Handleiding wordt weergegeven, heeft de benaming "Bovenste pagina" en in de beschrijving van de handleiding in deze sectie wordt gesproken van de "Onderwerppagina". "Sitemap"...
Pagina 23
09Y7-009 Bovenste pagina (1) [De printer hanteren] In dit gedeelte komen onder meer de richtlijnen voor het hanteren van de printer en de onderhoudsmethoden aan de orde. (2) [Afdrukken] In dit gedeelte worden verschillende afdrukmethoden beschreven, zoals de basismethode voor afdrukken en de geavanceerde methode waarbij verschillende printerfuncties worden gebruikt.
Pagina 24
(12) [Copyright] Toont de auteursrechten. (13) [Handelsmerken] Toont de handelsmerken. (14) [Software van derden] Toont informatie over software van andere leveranciers. (15) [Vestigingen] Toont de informatieadressen voor deze printer.
Pagina 25
09Y7-00A Onderwerppagina (1) Hoofdstukinhoud Dit is de lijst met de inhoud van het hoofdstuk. Door te klikken op een item wordt de beschrijving in de onderwerppagina weergegeven. Klik op [ ] om een menu uit te klappen, en klik op [ ] om een menu in te klappen.
Pagina 26
09Y7-00C Sitemap (1) Categorieën Toont de hoofdstukken van de e-Handleiding. Klik op een item om een gedetailleerde lijst van het hoofdstuk te bekijken. (2) Alle inhoud Toont alle secties en hoofdstukken van de e-Handleiding. Klik op een item om de inhoud te bekijken.
Pagina 27
09Y7-00E Zoekmethode (1) Zoeken Voer een karakterreeks in het vakje [Zoeken] in bovenaan de pagina of in het vakje [Trefwoord] in het zoekpaneel en klik op [ ] om de resultaten te tonen. U kunt in de e-Handleiding zoeken met EN-opdrachten, zodat u de zoekresultaten kunt verfijnen door twee of meer trefwoorden in te voeren.
Pagina 28
09Y7-00F De e-Handleiding bekijken Symbolen in de e-Handleiding In deze e-Handleiding worden de volgende waarschuwingen en aandachtspunten gebruikt ter aanduiding van beperkingen bij het omgaan met benodigdheden, evenals richtlijnen en instructies die voor uw veiligheid moeten worden opgevolgd. WAARSCHUWING Hiermee wordt een waarschuwing aangeduid voor handelingen die de dood of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben als ze niet juist worden uitgevoerd.
Pagina 29
Afbeeldingen in de e-Handleiding De illustraties die in de e-Handleiding zijn gebruikt zijn voor model LBP7110Cw, tenzij anders aangegeven. Hoewel dit in de afbeeldingen in deze handleiding niet wordt weergegeven, zijn de bedieningspanelen in bepaalde landen of regio's voorzien van labels met namen. Hoewel het netsnoer dat in deze handleiding wordt getoond vergelijkbaar is met het netsnoer in de volgende afbeelding, kan de vorm van uw netsnoer anders zijn, afhankelijk van uw land of regio.
Pagina 30
Disclaimer De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. CANON INC. BIEDT TEN AANZIEN VAN DIT MATERIAAL GEEN GARANTIE VAN WELKE AARD DAN OOK, NOCH EXPLICIET, NOCH IMPLICIET, MET UITZONDERING VAN HET IN DIT DOCUMENT BEPAALDE, INCLUSIEF...
Pagina 31
09Y7-00J Copyright Auteursrecht 2013 van Canon Inc. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag in enigerlei vorm of op enigerlei wijze, elektronisch of mechanisch, worden verveelvoudigd of overgedragen, inclusief fotokopiëren en opnemen, of via enig systeem voor opslag of inwinning van informatie, zonder...
Pagina 32
09Y7-00K Handelsmerken Canon, het Canon-logo, LBP en PageComposer zijn handelsmerken van Canon Inc. Adobe, Adobe Acrobat en Adobe Reader zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows Server en Internet Explorer zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Pagina 33
09Y7-00L Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lees deze "Belangrijke veiligheidsvoorschriften" aandachtig door voordat u de printer gaat gebruiken. Deze voorschriften zijn bedoeld ter voorkoming van lichamelijk letsel van de gebruiker en anderen en om beschadiging van eigendommen te voorkomen. Volg daarom altijd deze voorschriften. Voer geen andere handelingen uit dan die in de handleiding worden beschreven, aangezien dit kan leiden tot onverwachte ongelukken of verwondingen.
Pagina 34
09Y7-00R Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lees de volgende voorzorgsmaatregelen aandachtig door voordat u de printer gaat gebruiken. Installatie Voeding Hantering Onderhoud en controles Benodigdheden...
Pagina 35
Als deze items in de printer terechtkomen, schakelt u de printer direct uit met de aan-/uit-schakelaar (1) en koppelt u de interfacekabels los als deze zijn aangesloten (2). Vervolgens verwijdert u het netsnoer uit de wandcontactdoos (3) en neemt u contact op met uw bevoegde Canon-dealer. VOORZICHTIG...
Pagina 36
09Y7-00U Voeding WAARSCHUWING Zorg ervoor dat u het netsnoer niet beschadigt of wijzigt. Plaats geen zware objecten op het netsnoer, trek niet aan het netsnoer en zorg dat het niet bekneld raakt. Dit kan elektrische schade veroorzaken en brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
Pagina 37
Haal vervolgens de stekker uit de wandcontactdoos en neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer. Als u de printer blijft gebruiken, dan kan dit resulteren in brand of een elektrische schok.
Pagina 38
uw veiligheid. Open geen andere kleppen van de printer dan de kleppen die in deze handleiding worden aangegeven. Verwijder het waarschuwingslabel op de klep van de laser-scannereenheid niet. Als de laserstraal mocht vrijkomen, kan blootstelling hieraan leiden tot ernstige beschadiging van uw ogen.
Pagina 39
Controleer het netsnoer en de stekker regelmatig. In de volgende omstandigheden ontstaat brandgevaar en moet u contact opnemen met uw bevoegde Canon-dealer of de Canon-helplijn. De stekker vertoont schroeiplekken. De stekker is vervormd of beschadigd.
Pagina 40
De fixeereenheid en het gebied daaromheen kunnen heet worden tijdens het gebruik. Raak de fixeereenheid en het gebied daaromheen niet aan als u vastgelopen papier verwijdert of de binnenkant van de printer controleert, omdat dit brandwonden kan veroorzaken. Zorg ervoor dat u niet langdurig wordt blootgesteld aan hitte van de fixeereenheid en het gebied daaromheen als u vastgelopen papier verwijdert of de binnenkant van de printer controleert.
Pagina 41
09Y7-00Y Benodigdheden WAARSCHUWING Werp gebruikte tonercartridges niet in open vuur. Hierdoor kan de toner in de cartridge ontbranden en brandwonden of vuur veroorzaken. Bewaar tonercartridges of papier niet op een plaats die is blootgesteld aan open vuur. Hierdoor kan de toner of het papier ontbranden en brandwonden of vuur veroorzaken.
Pagina 42
Hereby, CANON INC., declares that FM48944 is in compliance with the essential requirements English and other relevant provisions of Directive 1999/5/EC. Por medio de la presente CANON INC. declara que el FM48944 cumple con los requisitos Español [Spanish] esenciales y cualesquiera otras disposiciones aplicables o exigibles de la Directiva 1999/5/CE.
Pagina 43
övriga relevanta bestämmelser som framgår av direktiv 1999/5/EG. [Romanian] [Bulgarian] Hér með lýsir CANON INC. því yfir að FM48944 sé í samræmi við grunnkröfur og aðrar kröfur, Íslenska [Icelandic] sem gerðar eru í tilskipun 1999/5/EC. CANON INC. erklærer herved at utstyret FM48944 er i samsvar med de grunnleggende krav og Norsk [Norwegian] øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF.
Pagina 44
* Dette produkt må anvendes i AT, BE, BG, CH, CY, CZ, DE, DK, EE, ES, FI, FR, GB, GR, HU, IE, IS, IT, LI, LT, LU, LV, MT, NL, NO, PL, PT, RO, SE, SI, SK.* Bemærkninger for Dansk [Danish] anvendelse af dette produkt.
Pagina 45
FI, FR, GB, GR, HU, IE, IS, IT, LI, LT, LU, LV, MT, NL, NO, PL, PT, RO, SE, SI, SK.* * Den här utrustningen kanske fungerar i AT, BE, BG, CH, CY, CZ, DE, DK, EE, ES, FI, FR, Svenska [Swedish] GB, GR, HU, IE, IS, IT, LI, LT, LU, LV, MT, NL, NO, PL, PT, RO, SE, SI, SK.* Meddelande för användning av denna produkt.Frankrike: Denna produkt får inte användas utomhus.
Pagina 46
09Y7-011 Over deze printer Printerspecificaties Systeemvereisten voor afdrukken Namen en afmetingen van elk onderdeel Bedieningspaneel Printerstatusvenster Introductie van de hulpfuncties Energiebespaarmodus Aandachtspunten bij het hanteren van de printer Benodigdheden...
Pagina 47
09Y7-012 Printerspecificaties Hardwarespecificaties LBP7100Cn LBP7110Cw Type Bureaubladprinter Afdrukmethode Halfgeleider laser + kopieersysteem Tonerfixeersysteem Systeem voor het fixeren op aanvraag Zwart-wit afdrukken: 14 pagina's/min. Afdruksnelheid Kleur afdrukken: 14 pagina's/min. (Normaal papier (60 tot 90 g/m²), De afdruksnelheid kan afnemen afhankelijk van de uitvoerresolutie, aantal bij het afdrukken van A4-papier kopieën, en papierinstellingen voor formaat, type en afdrukstand.
Pagina 48
Printereenheid en bijbehorende onderdelen Printereenheid (exclusief tonercartridge): ong. 16,6 kg Tonercartridge (per stuk): ong. 0,6 kg Gewicht Verbruiksmaterialen Tonercartridge (per stuk) (originele Canon-cartridge): ong. 0,6 kg Softwarespecificaties Afdruksoftware UFR II Gegevens kunnen worden afgedrukt met een marge van 5,0 mm.
Pagina 49
Afdrukgebied Zie "Afdrukgebied" voor meer informatie. Specificatie voor draadloos LAN (alleen LBP7110Cw) Standaard IEEE 802.11b/g/n Overdrachtschema DS-SS-systeem/OFDM-systeem Frequentiebereik 2412 tot 2472 MHz IEEE 802.11b 1/2/5.5/11 Mbps IEEE 802.11g 6/9/12/18/24/36/48/54 Mbps IEEE 802.11n Data-transmissiesnelheid SGI ongevalideerd 20 MHz: 6.5/13/19.5/26/39/52/58.5/65 Mbps SGI gevalideerd 20 MHz: 7.2/14.4/21.7/28.9/43.3/57.8/72.2 Mbps SGI ongevalideerd 40 MHz: 13.5/27/40.5/81/108/121.5/135 Mbps SGI gevalideerd 40 MHz: 15/30/45/60/90/120/150 Mbps Communicatiemodus...
Pagina 50
Apparatuur voor unidirectionele communicatie De printer communiceert in twee richtingen (bidirectioneel). Bediening van de printer bij aansluiting op apparatuur met unidirectionele communicatie is niet getest. Canon kan de printerwerking derhalve niet garanderen als de printer is aangesloten via unidirectionele afdrukservers, USB-hubs of schakelaars.
Pagina 51
09Y7-014 Namen en afmetingen van elk onderdeel Naam onderdeel Vooraanzicht (1) Uitvoerlade (4) Bedieningspaneel (6) Aan-/uit-schakelaar (2) Hendel (5) Voorklep (7) Papierlade (3) Bovenklep lade Achteraanzicht (1) Ventilatie-opening (4) LNK-indicatielampje (Groen) (7) Classificatielabel (2) ACT-indicatielampje (geel) (5) USB-aansluiting (8) Achterklep (3) LAN-aansluiting (6) Hendel (9) Aansluiting netvoeding...
Pagina 52
(1) Y (geel) tonercartridge-sleuf (4) K (zwart) tonercartridge-sleuf (2) M (magenta) tonercartridge-sleuf (5) Tonercartridge-lade (3) C (cyaan) tonercartridge-sleuf Papierlade (1) Papiergeleider (2) Ontgrendelingshendel Afmetingen van elk onderdeel...
Pagina 53
09Y7-015 Bedieningspaneel In tegenstelling tot de bovenstaande afbeelding, worden de namen van de indicatielampjes boven de respectievelijke pictogrammen weergegeven, al naar gelang het land of de regio. Indicatielampjes Naam Status Oplossing Los het probleem op aan de hand van het bericht dat in het Printerstatusvenster (2) Tonerindicatielampje wordt weergegeven.
Pagina 54
printerstatusvenster" (knippert) Een opdracht wordt afgedrukt, of is in afwachting om te worden afgedrukt. (Aan) (6) Indicatielampje Taak Een opdracht wordt geannuleerd. (knippert) De printer is aangesloten via draadloos LAN. (8) WiFi-indicatielampje (Aan) (Alleen LBP7110Cw) Draadloos LAN is geconfigureerd. (knippert) De printer is ingeschakeld.
Pagina 55
(5) Toets Opdracht annuleren afgedrukt of een opdracht met een fout. (7) WiFi-toets Gebruik deze toets voor het configureren van de instellingen van de draadloos LAN-verbinding met de knop Systeem (WPS). (Alleen LBP7110Cw) Als de Go-indicator knippert: druk op deze toets om de fout over te slaan en verder te gaan met afdrukken.
Pagina 56
09Y7-016 Printerstatusvenster Met het Printerstatusvenster kunt u de printerstatus controleren, hulpfuncties uitvoeren, de instellingen voor de printer opgeven, enzovoort. U kunt een opdracht annuleren of controleren, of een opdracht (1) [Opdracht] menu hervatten die tijdens het afdrukken om een of andere reden is gepauzeerd.
Pagina 57
De printer staat klaar om af te drukken of is in slaapmodus. De printer ondervindt problemen die moeten worden opgelost. (6) Pictogram Er is geen communicatie mogelijk met de printer. Er is een servicefout opgetreden. Hier worden berichten over de printerstatus weergegeven. Hier wordt aanvullende informatie weergegeven (uitleg van de (7) Berichtengebied situatie, oplossingen, enzovoort) onder het bericht, als zich een...
Pagina 58
Het Printerstatusvenster automatisch weergeven Het Printerstatusvenster wordt in de volgende situaties automatisch weergegeven. Als er een foutmelding voorkomt tijdens het afdrukken Wanneer verbruiksmaterialen spoedig moeten worden vervangen tijdens het afdrukken Wanneer verbruiksmaterialen hun levenseinde hebben bereikt tijdens het afdrukken U kunt de weergave-instellingen wijzigen in het dialoogvenster [Voorkeuren (Gebruikers)] of [Voorkeuren (Beheerders)] in het Printerstatusvenster.
Pagina 59
09Y7-017 Introductie van de hulpfuncties De volgende handige hulpfuncties zijn beschikbaar voor het uitvoeren van printerbeheer en dergelijke. "Remote UI" kunt u de verschillende instellingen opgeven en de printer op afstand bedienen Door de printer te bedienen vanuit de webbrowser via een netwerk, kunt u de printer beheren vanaf een computer op een externe locatie.
Pagina 60
09Y7-018 Energiebespaarmodus U kunt het stroomverbruik van de printer efficiënt beperken door gebruik te maken van de slaapmodus of automatisch afsluiten wanneer de printer een bepaalde tijd niet wordt gebruikt. Slaapmodus U kunt de printer configureren om in de slaapmodus te gaan om weinig stroom te verbruiken als er geen data vanaf de computer wordt verzonden of de printer een bepaalde tijd niet wordt gebruikt.
Pagina 61
09Y7-019 Slaapmodus U kunt met de volgende procedure instellingen opgeven voor de slaapmodus. Klik op [ ] in de taakbalk van Windows en selecteer de printernaam. 2SHQ KHW PHQX >2SWLHV@ HQ VHOHFWHHU >$SSDUDDWLQVWHOOLQJHQ@ >,QVWHOOLQJHQ VOXLPHUVWDQG@ Geef de instellingen op voor de slaapmodus. (1) Schakel het keuzevakje [Sluimermodus inschakelen na vaste periode] in.
Pagina 62
09Y7-01A Automatisch afsluiten U kunt met de volgende procedure instellingen opgeven voor automatisch afsluiten. Klik op [ ] in de taakbalk van Windows en selecteer de printernaam. 2SHQ KHW PHQX >2SWLHV@ HQ VHOHFWHHU >$SSDUDDWLQVWHOOLQJHQ@ >,QVWHOOLQJHQ DXWRPDWLVFK uitschakelen]. Geef de instellingen op voor automatisch uitschakelen. (1) Schakel het keuzevakje [Automatisch uitschakelen na vaste periode] in.
Pagina 64
09Y7-01C Aandachtspunten bij het hanteren van de printer Deze printer bestaat uit verschillende elektronische en optische precisieonderdelen. Lees het volgende gedeelte zodat u goed met de printer kunt omgaan. Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". Plaats geen andere objecten dan papier op de printer, de laden of de kleppen. Dit kan leiden tot schade aan de printer. Voorkom trillen of schudden van de printer.
Pagina 65
09Y7-01E Benodigdheden Voor deze printer zijn de volgende benodigdheden leverbaar. U kunt deze kopen bij uw geautoriseerde Canon-dealer. Gebruik de volgende tabel als richtlijn voor het vervangen van benodigdheden. Vervanging kan mogelijk eerder nodig zijn dan de voorgeschreven levensduur afhankelijk van de printerinstallatieomgeving, het papierformaat of het documenttype.
Pagina 66
09Y7-01F De status van verbruiksmaterialen controleren U kunt de status van de huidige verbruiksmaterialen controleren in het dialoogvenster [Informatie over verbruikseenheden] in het Printerstatusvenster. Voor details over het Printerstatusvenster, raadpleeg "Printerstatusvenster".) [Gegevens tonercartridge] U kunt de status van de tonercartridges van iedere kleur controleren. Statusbalk Melding Status...
Pagina 67
09Y7-01H Onderhoud Tonercassette vervangen De tonercassette vervangen Tonercassettes bewaren De printer verplaatsen De printer reinigen Kleuren aanpassen en de correctie van niet-overeenkomende kleuren (IJking/Correctie van niet- overeenstemmende kleuren) De binnenkant van de printer reinigen De buitenkant van de printer reinigen Locatie van het serienummer...
Pagina 68
09Y7-01J Tonercassette vervangen Tonercartridges zijn verbruiksproducten. Wanneer tonercartridges het einde van hun levenscyclus naderen, verschijnt een melding in Printerstatusvenster. Volg de aanwijzingen in het bericht. Zie "Benodigdheden" voor informatie over de capaciteit van de tonercartridges en informatie over vervangende tonercartridges. Bericht Oplossing Houd de vervangende tonercartridges bij de hand voor de...
Pagina 69
U kunt doorgaan met afdrukken door te klikken op [ ] (Fout oplossen) maar de afdrukkwaliteit kan afnemen. <Tonerkleuren> geeft de kleuren aan van de tonercartridges vermeld in de berichten. (Er kunnen mogelijk meerdere kleuren voor tonercartridges worden getoond.) <Wanneer u de nieuwe tonercartridge niet onmiddellijk na aankoop gebruikt om de oude tonercartridge te vervangen>...
Pagina 70
"Tonercassettes bewaren". BELANGRIJK Het vervangen van tonercassettes Voor een optimale printkwaliteit worden originele tonercassettes van Canon aanbevolen als u de tonercassette vervangt. Modelnaam Ondersteunde originele tonercassette van Canon Canon Cartridge 731 Black (Zwart) Canon Cartridge 731 H Black (Zwart)
Pagina 71
Richtlijnen voor het installeren van tonercartridges De plaats van de tonercartridge in de printer wordt bepaald door de tonerkleur. Plaats de tonercartridges in de sleuven met labels in dezelfde kleur. Overige voorzorgsmaatregelen Stel de tonercartridge niet bloot aan rechtstreeks zonlicht of scherp licht. Probeer de tonercartridge niet te demonteren of wijzigen.
Pagina 72
09Y7-01L De tonercassette vervangen U kunt de huidige status van de tonercartridges voor iedere kleur controleren in het dialoogvenster [Informatie over verbruikseenheden] in het Printerstatusvenster. "De status van verbruiksmaterialen controleren" "Let op (Tonercassette)" voordat u de tonercassette vervangt. Open de voorklep. Druk op de hendel en trek de tonercassettelade naar buiten.
Pagina 73
Haal de nieuwe tonercassette uit de beschermende verpakking. U kunt de beschermende verpakking met de hand openen bij de uitsparing. Wees voorzichtig dat u de tonercassette niet beschadigt als u een schaar gebruikt om de beschermende verpakking te openen. Bewaar de beschermende verpakking en werp deze niet weg. U hebt de verpakking nodig wanneer u de tonercassette uit de printer verwijdert voor onderhoud of om andere redenen.
Pagina 74
Trek de afdichtingstape niet in een diagonale, opwaartse of neerwaartse richting. Als de tape breekt, kan het moeilijk zijn om deze volledig te verwijderen. Als de afdichtingstape in het midden hapert, trek de tape dan geheel uit de tonercassette. Afdichtingstape die in de tonercassette achterblijft, kan leiden tot een afname van de afdrukkwaliteit.
Pagina 75
Als u de voorklep niet kunt sluiten Controleer of de tonercassettelade goed is gesloten. Probeer de voorklep niet met kracht te sluiten omdat dit kan resulteren in schade aan de printer.
Pagina 76
09Y7-01R Tonercassettes bewaren Let op de volgende punten wanneer u een nieuwe tonercassette opslaat of een tonercassette hanteert die werd verwijderd voor onderhoud aan de printer of het verplaatsen van de printer. BELANGRIJK Richtlijnen voor het bewaren van tonercartridges Voor veilig en probleemloos gebruik van tonercartridges moeten deze worden opgeslagen op een locatie die aan de volgende voorwaarden voldoet.
Pagina 77
09Y7-01S De printer verplaatsen Ga als volgt te werk als u de printer een andere plaats wilt geven of als u de printer wilt verplaatsen voor onderhoudswerkzaamheden. Raadpleeg "Controleren of alle accessoires zijn meegeleverd en de installatielocatie controleren" voor meer informatie over de installatielocatie.
Pagina 78
Draag de printereenheid naar de installatielocatie. Draag de printer door deze vast te houden met de handgrepen aan de voorzijde. Controleer het gewicht van de printer en wees voorzichtig bij het dragen van de printer. "Printerspecificaties" Plaats de papierlade in de printer. Sluit de kabels en snoeren die u hebt verwijderd, weer aan.
Pagina 79
09Y7-01U De printer reinigen Kleuren aanpassen en de correctie van niet-overeenkomende kleuren (IJking/Correctie van niet-overeenstemmende kleuren) Kalibreer opnieuw of voer de correctie van niet-overeenkomende kleuren uit als de kleuren zijn aangepast of wanneer er niet overeenkomende kleuren voorkomen en de data nog niet wordt afgedrukt in de juiste kleuren (opgegeven kleuren).
Pagina 80
09Y7-01W Kleuren aanpassen en de correctie van niet-overeenkomende kleuren (IJking/Correctie van niet-overeenstemmende kleuren) Kleur aanpassen (IJking) Kalibreer de printer opnieuw als de kleuren zijn aangepast en de data nog niet wordt afgedrukt in de juiste kleuren (opgegeven kleuren). Corrigeren van niet-overeenstemmende kleuren (Correctie van niet- overeenstemmende kleuren) Voer correctie van niet-overeenstemmende kleuren opnieuw uit als er niet-overeenstemmende kleuren voorkomen en de data nog niet wordt afgedrukt in de juiste kleuren (opgegeven kleuren).
Pagina 81
09Y7-01X Kleur aanpassen (IJking) In dit gedeelte staat de procedure beschreven om handmatig te kalibreren. BELANGRIJK Richtlijnen bij kalibrering Wanneer u frequent kalibreert, is dit van invloed op de levensduur van de tonercartridges. Kalibreer nadat u hebt gecontroleerd dat de toner in de tonercartridges blijft zitten. U kunt de huidige status van de tonercartridges voor iedere kleur controleren in het dialoogvenster [Informatie over verbruikseenheden] in het Printerstatusvenster.
Pagina 83
09Y7-01Y Corrigeren van niet-overeenstemmende kleuren (Correctie van niet- overeenstemmende kleuren) Dit gedeelte beschrijft de procedure voor het handmatig uitvoeren van de correctie van niet-overeenstemmende kleuren. BELANGRIJK Aandachtspunten bij het corrigeren van niet-overeenstemmende kleuren Wanneer u frequent de correctie van niet-overeenstemmende kleuren uitvoert, is dit van invloed op de levensduur van de tonercartridges.
Pagina 84
OPMERKING Tijdsduur correctie van niet-overeenstemmende kleuren Dit duurt ongeveer 60 seconden.
Pagina 85
09Y7-020 Instellingen voor automatische regeling van beeldkwaliteit U kunt de volgende procedure gebruiken om de printer in te stellen om automatisch elke dag te kalibreren op het opgegeven tijdstip of om kalibrering of correctie van niet-overeenstemmende kleuren uit te voeren onmiddellijk nadat de printer is aangezet.
Pagina 86
(kalibreren wordt uitgevoerd als de stroom van de printer is hersteld.) Wanneer u het kalibreren of de correctie van niet-overeenstemmende kleuren uitvoert onmiddellijk nadat de printer is aangezet Selecteer [Onmiddellijk uitvoeren (Niveau 1)] of [Onmiddellijk uitvoeren (Niveau 2)] in [Beeldkwaliteit regelen bij opstart]. Alleen correctie van niet-overeenstemmende kleuren wordt uitgevoerd onmiddellijk [Onmiddellijk uitvoeren (Niveau 1)] nadat de printer is aangezet.
Pagina 87
09Y7-021 De binnenkant van de printer reinigen De fixeerrol van de printer reinigen Als het afgedrukte papier tonervlekken vertoont, reinigt u de fixeerrol van de printer. De transferriem van de printer reinigen Als de transferriem van de printer vuil is, kan dit resulteren in verminderde afdrukkwaliteit. In dat geval reinigt u de transferriem.
Pagina 88
09Y7-022 De fixeerrol van de printer reinigen A4 Voor het reinigen van de fixeerrol heeft u normaal papier nodig. Houd normaal A4-papier bij de hand. Plaats normaal A4-papier in de papierlade. "Papier plaatsen" Klik op [ ] in de taakbalk van Windows en selecteer de printernaam. 2SHQ KHW PHQX >2SWLHV@ HQ VHOHFWHHU >+XOSSURJUDPPD@ >5HLQLJHQ @ Klik op [OK].
Pagina 90
09Y7-023 De transferriem van de printer reinigen Klik op [ ] in de taakbalk van Windows en selecteer de printernaam. 2SHQ KHW PHQX >2SWLHV@ HQ VHOHFWHHU >+XOSSURJUDPPD@ >5HLQLJHQ @ Klik op [OK]. Het bericht <Reinigen> wordt weergegeven in het Printerstatusvenster en de printer begint met het reinigen van de transferriem.
Pagina 91
09Y7-024 De buitenkant van de printer reinigen "Let op (Reinigen)" voordat u de buitenkant van de printer reinigt. Schakel de printer uit en koppel de kabels of snoeren los van de printer. <De kabel of het snoer loskoppelen> (2) Schakel de computer uit. USB-kabel (3) Maak de kabel los van de printer.
Pagina 92
Wanneer de printer volledig is gedroogd, sluit u de verwijderde kabels en snoeren weer aan. <De kabel of het snoer aansluiten> Sluit de USB-connector aan op de printer. USB-kabel Sluit de LAN-connector aan op de printer. LAN-kabel (1) Sluit het netsnoer aan op de aansluiting van de printer. Netsnoer (2) Sluit de stekker van het netsnoer aan op een wandcontactdoos.
Pagina 93
09Y7-025 Let op (Reinigen) Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". BELANGRIJK Aandachtspunten bij het reinigen van de buitenkant van de printer Gebruik geen ander reinigingsmiddel dan water of een mild reinigingsmiddel, omdat anders de kunststof materialen in de printer kunnen vervormen of scheuren. Los een mild reinigingsmiddel eerst op in water.
Pagina 94
09Y7-026 Locatie van het serienummer Het serienummer is vereist voor onderhoudsservices. De locatie van het serienummer wordt weergegeven in de volgende afbeelding. Zorg ervoor dat u de labels waarop het serienummer wordt vermeld, niet verwijdert. Achterzijde van de printer Buitenkant van de verpakking...
Pagina 95
09Y7-027 Printerinstallatie Voer de volgende procedures uit wanneer u de printer installeert. "Let op (Printerinstallatie)" voordat u de printer installeert. Controlepunten voordat u de printer installeert Controleren of alle "Controleren of alle accessoires zijn meegeleverd en de installatielocatie accessoires zijn controleren"...
Pagina 96
09Y7-028 Let op (Printerinstallatie) Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". BELANGRIJK De printer beschermen tegen condensatie Laat de printer in de volgende omgevingen minstens twee uur wennen aan de omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid voordat u het apparaat gebruikt. Dit voorkomt condensatievorming in de printer. Wanneer de ruimte waarin de printer is geïnstalleerd, snel wordt verwarmd Wanneer de printer van een koele of droge locatie naar een warme of vochtige locatie wordt verplaatst Als zich in de printer waterdruppeltjes (condensatie) vormen, kan dat leiden tot papierstoringen of een lagere...
Pagina 97
Er kan een blanco pagina worden uitgevoerd. Dit duidt niet op een fout. OPMERKING Verbruiksmaterialen meegeleverd met deze printer Het tijdstip van vervanging van de meegeleverde verbruiksmaterialen is als volgt. Gemiddelde capaciteit van de tonercartridge: K (zwart) Tonercartridge 800 pagina's Y (geel) Tonercartridge Gemiddelde capaciteit van tonercartridges Y (geel), M (magenta) en C (cyaan).
Pagina 98
Controleren of alle accessoires zijn meegeleverd Controleer of alle accessoires in de doos aanwezig zijn voordat u de printer installeert. Als er een item ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met uw bevoegde Canon-dealer. OPMERKING Deze printer wordt geleverd met twee "User Software" cd-roms.
Pagina 99
talen. Aan de slag-handleiding Arabisch, Bulgaars, Kroatisch, Tsjechisch, Ests, Grieks, Hongaars, Lets, Litouws, Perzisch, Portugees, Roemeens, Slowaaks, Sloveens, Turks en Oekraiëns Adobe Reader/Adobe Acrobat Reader is nodig om de handleiding in pdf-formaat te bekijken. Als Adobe Reader/Adobe Acrobat Reader niet op uw systeem is geïnstalleerd, kunt u het programma downloaden van de website van Adobe Systems Incorporated.
Pagina 100
09Y7-02A Het verpakkingsmateriaal verwijderen OPMERKING Bewaar het verpakkingsmateriaal na het uitpakken. De doos krijgt u bij aanschaf van de printer en het verpakkingsmateriaal in de doos is nodig als u de printer vervoert bij een verhuizing of voor onderhoud. Het verpakkingsmateriaal De vorm en plaatsing van het verpakkingsmateriaal kan zijn gewijzigd en verpakkingsmateriaal kan zonder kennisgeving zijn toegevoegd of verwijderd.
Pagina 101
Open de voorklep. Druk op de hendel en trek de tonercartridgelade naar buiten. Houd de tonercartridge naar beneden zoals getoond in de afbeelding. Verwijder het tabje en trek het plakband naar buiten (circa 50 cm).
Pagina 102
BELANGRIJK Let op bij het verwijderen van de afdichtingsplakband Trek de afdichtingsplakband niet in een andere richting dan aangegeven met de pijl. Als de plakband beschadigd is, wordt het mogelijk moeilijk deze volledig te verwijderen. Als de afdichtingsplakband in het midden hapert, trek de tape dan geheel uit de tonercassette. Afdichtingstape die in de tonercassette achterblijft, kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit.
Pagina 103
Sluit de afdekkleppen en plaats de papierlade nadat u klaar bent met controleren. Installeer vervolgens de printer. "De printer installeren"...
Pagina 104
09Y7-02C De printer installeren De printer naar de installatielocatie verplaatsen Trek de papierlade uit de printer. Draag de printereenheid naar de installatielocatie. Draag de printer door deze vast te houden met de handgrepen aan de voorzijde. Controleer het gewicht van de printer en wees voorzichtig bij het dragen van de printer. "Printerspecificaties"...
Pagina 105
OPMERKING De vorm van het meegeleverde netsnoer De vorm van het meegeleverde netsnoer kan afwijken van de bovenstaande afbeelding. Voer daarna de volgende procedures uit. "Papier plaatsen" Papier plaatsen "Het printerstuurprogramma installeren" printerstuurprogramma installeren Papierformaat en - "Papierformaat en -soort vastleggen" soort vastleggen Controleer de werking aan de hand van een configuratiepagina-afdruk.
Pagina 106
09Y7-02E Installatie van het stuurprogramma Het printerstuurprogramma installeren Het printerstuurprogramma verwijderen...
Pagina 107
09Y7-02F Het printerstuurprogramma installeren Het printerstuurprogramma is software die vereist is voor afdrukken met deze printer. "Systeemvereisten voor afdrukken" voor meer informatie over de vereiste systeemomgeving voor het gebruik van het printerstuurprogramma. De procedure voor het installeren van een printerstuurprogramma hangt af van de systeemomgeving. Zie de volgende procedures, afhankelijk van uw systeemomgeving.
Pagina 108
Lokale installatie U kunt het printerstuurprogramma installeren vanaf de meegeleverde cd-rom. Wanneer u "Eenvoudige installatie" gebruikt wordt gelijkertijd ook de e-Handleiding geïnstalleerd. Eenvoudige installatie Installatie via download U kunt het printerstuurprogramma ook installeren zonder de meegeleverde cd-rom, door het printerstuurprogramma te downloaden vanaf de afdrukserver.
Pagina 109
09Y7-02H Eenvoudige installatie Schakel de computer in en meld u bij Windows aan als gebruiker met beheerdersrechten. Als er een venster verschijnt tijdens de automatische Plug en Play-installatie (USB-verbinding) Klik op [Annuleren], schakel de printer uit en gebruik de procedure in dit onderwerp om het printerstuurprogramma te installeren.
Pagina 110
Als het bovenstaande venster niet wordt weergegeven "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt weergegeven Klik op [AUTORUN.EXE uitvoeren]. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Ja] of op [Doorgaan]. Klik op [Starten]. Lees de inhoud van de licentieovereenkomst en klik vervolgens op [Ja]. Geef waar nodig de instellingen voor de printerverbinding op.
Pagina 111
Wanneer u een probleem hebt tijdens de aansluitinstellingen Klik op [Nuttige tips] linksonder in het venster en bekijk de inhoud van de Help. Installeer het printerstuurprogramma nadat u de instellingen voor de printerverbinding hebt opgegeven. 1. Klik op [Leesmij-bestand weergeven]. 2.
Pagina 112
3. Klik op [Volgende]. 4. Selecteer de installatiemethode. Bij aansluiting met USB Selecteer [Installeren met USB-verbinding]. Bij verbinding met een netwerk Selecteer [Zoek netwerkprinters om te installeren]. Wanneer u verbinding maakt via de afdrukserver (client) Selecteer [Handmatig poort voor installatie instellen]. OPMERKING Een poorttype selecteren (netwerkverbinding) Klik op [Gedetailleerde instellingen].
Pagina 113
Wanneer u het niet begrijpt bij gebruik van de volgende schermen Klik op de links op ieder scherm om de opgegeven beschrijving te bekijken. Venster [Printers selecteren die geïnstalleerd moeten Venster [Printerinformatie] worden] Als de USB-kabel is aangesloten maar de printer niet automatisch wordt herkend (USB-verbinding) "De printer wordt niet automatisch herkend"...
Pagina 114
Controleer of [ ] wordt weergegeven bij [Installeren] en klik op [Volgende]. Als [ ] wordt weergegeven "U kunt het printerstuurprogramma niet installeren" Start de computer opnieuw op. (1) Selecteer het keuzevakje [Computer nu opnieuw opstarten (aanbevolen)]. (2) Klik op [Opnieuw opstarten]. Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen.
Pagina 115
Apparatuur voor unidirectionele communicatie De printer communiceert in twee richtingen (bidirectioneel). Bediening van de printer bij aansluiting op apparatuur met unidirectionele communicatie is niet getest. Canon kan de printerwerking derhalve niet garanderen als de printer is aangesloten via unidirectionele afdrukservers, USB-hubs of schakelaars.
Pagina 116
Bekabelde LAN-verbinding "Let op (Bekabelde LAN-verbinding)" voordat u de printer aansluit op een bedrade LAN. Sluit de LAN-kabel aan. Schakel de printer in. Controleer of het LNK-indicatielampje (A) van de netwerkinterface brandt.
Pagina 117
Als het indicatielampje LNK is uitgeschakeld "Alle indicatielampjes van de netwerkinterface zijn uit" Draadloze LAN-verbinding (alleen LBP7110Cw) "Let op (Draadloze LAN-verbinding) (alleen LBP7110Cw)" voordat u de printer aansluit op een draadloze LAN. Volg de instructies van de "MF/LBP Network Setup Tool" om de verbindingsinstellingen op te geven. Om de "MF/LBP Network Setup Tool"...
Pagina 118
09Y7-02K Let op (Bekabelde LAN-verbinding) BELANGRIJK Netwerkveiligheid Door aansluiting op een onbeveiligde netwerkomgeving ontstaat een risico dat persoonlijke informatie en andere gegevens gelekt kunnen worden naar een derde partij. Wees voorzichtig. OPMERKING Gebruik op kantoor Neem voor details over de netwerkinstellingen contact op met de netwerkbeheerder. De netwerkomgeving Deze printer ondersteunt 10BASE-T en 100BASE-TX-verbindingen.
Pagina 119
09Y7-02L Let op (Draadloze LAN-verbinding) (alleen LBP7110Cw) Voorzorgsmaatregelen voor de veiligheid bij gebruik van draadloze LAN-producten Draadloze LAN biedt het voordeel van het sturen en ontvangen van informatie naar en van een computer via radiogolven tussen draadloze LAN-toegangspunten in plaats van een LAN-kabel in het bereik van het draadloze signaal. Maar de radiogolven kunnen alle gebieden bereiken binnen het bereik zelfs door obstakels heen (zoals muren), dus als de veiligheidsinstellingen niet geconfigureerd zijn dan kunnen de volgende problemen ontstaan.
Pagina 120
met een 2.4-GHz frequentie conform IEEE 802.11b/g/n. Zie voor details de instructiehandleiding van elk apparaat of neem contact op met de fabrikant.
Pagina 121
09Y7-02R Venster [Printers selecteren die geïnstalleerd moeten worden] Gebruik dit scherm de printer te selecteren die moet worden geselecteerd, zoals hieronder getoond. Voeg de printer toe aan [Lijst met printers voor installatie van stuurprogramma]. (1) Selecteer de printer die u wilt installeren. (2) Klik op [Toevoegen].
Pagina 122
(2) Klik op [Volgende]. Ga verder met Venster [Printerinformatie].
Pagina 123
09Y7-02S Venster [Printerinformatie] Gebruik dit venster om de poort op te geven die u voor de printer wilt gebruiken, de printernaam en overige printerinformatie. Wanneer u een poort gebruikt die al is gespecificeerd Selecteer de poort die u wilt gebruiken met de printer. Wanneer u een poort wilt toevoegen Klik op [Poort toevoegen].
Pagina 124
Poortinstelling wanneer u de printer via de afdrukserver gebruikt Geef de poort op aan de hand van de volgende procedure. Klik op [Poort toevoegen]. Selecteer de poort die u wilt toevoegen. (1) Selecteer [Netwerk]. (2) Klik op [OK]. Selecteer een gedeelde printer. (1) Selecteer een gedeelde printer op de afdrukserver.
Pagina 126
Het pictogram wordt niet weergegeven als u de computer niet opnieuw hebt opgestart na de installatie van het printerstuurprogramma. [Alle programma's] in het menu Start [Canon-printer verwijderen] - [Canon LBP7100C 7110C De-installeerder] Gebruik deze optie om het printerstuurprogramma te verwijderen. Deze optie wordt niet weergegeven als u het printerstuurprogramma installeert via een andere methode dan Eenvoudige installatie.
Pagina 127
[Alle programma's] in het menu Start [Canon LBP7100C 7110C] - [e-Handleiding voor LBP7100C 7110C] Deze optie wordt niet weergegeven als u het printerstuurprogramma installeert via een andere methode dan Eenvoudige installatie. Als de pictogrammen en mappen niet worden weergegeven De installatie is niet juist voltooid.
Pagina 128
09Y7-02W Het printerstuurprogramma verwijderen De procedure voor het verwijderen van het printerstuurprogramma is de procedure waarbij de computer wordt teruggezet op de status van voor de installatie van het printerstuurprogramma. Voer de volgende procedure uit om het printerstuurprogramma te verwijderen. Als er een USB-kabel is aangesloten, schakelt u eerst de printer uit en maakt u vervolgens de USB- kabel los.
Pagina 129
BELANGRIJK [Opschonen] Klikt u op [Opschonen] dan verwijdert u alle stuurprogrammabestanden en registerinformatie weergegeven in de lijst, inclusief het geselecteerde stuurprogramma. Normaliter verwijdert u het printerstuurprogramma met behulp van [Verwijderen]. Als deze printer niet wordt weergegeven Klik op [Opschonen] Klik op [Ja] om het verwijderen te starten. Wacht een ogenblik totdat het verwijderen is voltooid.
Pagina 130
Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Controleer of het pictogram van deze printer is verdwenen. BELANGRIJK Als het pictogram voor deze printer wordt weergegeven 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteer [Apparaat verwijderen] of [Verwijderen] in de keuzelijst.
Pagina 131
Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software" in het cd-romstation van uw computer. Klik op [Extra softwareprogramma's]. Als het bovenstaande venster niet wordt weergegeven "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt weergegeven Klik op [AUTORUN.EXE uitvoeren]. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Ja] of op [Doorgaan].
Pagina 132
Klik op [Verwijderen] om de procedure voor het verwijderen te starten. Wacht enige tijd totdat het verwijderen is voltooid. (Het kan langere tijd duren om de e-Handleiding te verwijderen.) Klik op [Afsluiten]. Klik op [Terug].
Pagina 133
Klik op [Afsluiten]. Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen.
Pagina 134
09Y7-02X Basisbewerkingen met de printer Geschikt papier Richtlijnen voor papier Afdrukgebied Papierinvoer en -uitvoer Papier plaatsen Basisprocedure voor afdrukken De helpfunctie gebruiken Een taak annuleren De printerstatus controleren...
Pagina 135
09Y7-02Y Geschikt papier Onderstaand worden de papierformaten weergegeven die met deze printer kunnen worden gebruikt. Type papier Papierformaat Instelling voor [Type papier] Legal Letter Normaal Papier [Normaal 1] (Standaard) (70 tot 85 g/m²) Executive Statement Foolscap Aangepast papierformaat Legal Letter Normaal Papier *3 *5 [Normaal 2]...
Pagina 136
Letter Zwaar papier [Zwaar 1] (86 tot 120 g/m²) Executive Statement Foolscap Aangepast papierformaat Legal Letter Zwaar papier [Zwaar 2] (121 tot 163 g/m²) Executive Statement Foolscap Aangepast papierformaat Transparanten [Transparant] (alleen zwart-wit afdrukken) Letter Legal Letter Etiket [Etiketten] Executive Statement Foolscap Aangepast papierformaat...
Pagina 137
Foolscap Aangepast papierformaat De instelling kan worden geselecteerd op het tabblad [Papierbron] in het printerstuurprogramma. Er kan ook gerecycled papier worden gebruikt. Als u papier wilt afdrukken van 75 tot 85 g/m², geef dan [Normaal 1] of [Normaal 2] op. U kunt papier met de volgende aangepaste papierformaten inleggen.
Pagina 138
09Y7-030 Richtlijnen voor papier Papier dat voor gebruik moet worden behandeld Het gebruik van de volgende soorten papier kan invloed hebben op het afdrukresultaat of de printerwerking. Onzorgvuldig opgeslagen papier Papier met vouwen Gescheurd of beschadigd papier Gekreukt papier Gekruld papier Nat of vochtig papier Papier met ruwe randen Papier met een onregelmatige vorm...
Pagina 139
Opslag van papier De kwaliteit van papier kan achteruitgaan als het niet goed wordt bewaard, zelfs als het papier voldoet aan de normale specificaties. Papier van mindere kwaliteit wordt mogelijk niet goed ingevoerd, kan leiden tot papierstoringen of tot een afname van de afdrukkwaliteit.
Pagina 140
09Y7-031 Afdrukgebied OPMERKING Als u het afdrukgebied wilt vergroten Geef de volgende instellingen op in het printerstuurprogramma. 1. Klik op [Geavanceerde instellingen] op het tabblad [Afwerking]. 2. Stel [Afdrukgebied uitbreiden en afdrukken] in op [Aan]. Afhankelijk van de af te drukken afdrukgegevens ontbreekt misschien de rand van het papier gedeeltelijk tijdens het afdrukken of vlekt tijdens het afdrukken van kleur.
Pagina 141
09Y7-032 Papierinvoer en -uitvoer Deze printer is uitgerust met de volgende papierbron en uitvoerlade. "Papier plaatsen" Papierbron (A): Papierlade Uitvoerbestemming (B): Uitvoerlade Papier wordt uitgevoerd met de bedrukte zijde onder. Papiercapaciteit van de papierbron en uitvoerlade Papierbron Uitvoerbestemming Type papier Papierlade Uitvoerlade Normaal papier (bijv.
Pagina 142
09Y7-033 Papier plaatsen Voor details over het papier dat u kan plaatsen, "Geschikt papier". "Let op (Papier wordt geplaatst)" voordat u papier plaatst. Trek de papierlade eruit. Stel de papiergeleiders iets breder af dan de werkelijke papierbreedte. Schuif de papiergeleider aan de voorkant en houd de ontgrendelingsknop (A) ingedrukt. Wanneer u papier met een lengte langer dan A4 plaatst Trek de papierlade eruit terwijl u de ontgrendelingsknop (B) rechts voor ingedrukt houdt.
Pagina 143
A5 papier Statement papier Aangepast papierformaat met een breedte en lengte (hoogte) tussen 127,0 en 215,9 mm Bij plaatsen van papier in liggende richting, selecteer het keuzevakje [Plaats A5 horizontaal], [Plaats Statement horizontaal] of [Plaats gebruikersformaat horizontaal] bij [Papierbron] in het printerstuurprogramma bij het afdrukken.
Pagina 144
Zorg ervoor dat de papierstapel niet hoger is dan de markeringen voor de invoerlimiet. Als de stapel hoger is dan de markeringen voor de invoerlimiet, kan dit leiden tot invoerproblemen. Plaats de papierlade in de printer. OPMERKING Wanneer u papier met een lengte langer dan A4 plaatst Hoewel de voorkant van de papierlade niet helemaal tegen de voorkant van de printer zit zoals u kunt zien op de volgende afbeelding, is de printer gereed.
Pagina 145
09Y7-034 Let op (Papier wordt geplaatst) Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". BELANGRIJK Raak het zwarte rubberen kussen (A) in de lade niet aan. Dat kan problemen met de invoer tot gevolg hebben. Trek de papierlade tijdens het afdrukken niet naar buiten. Dit kan leiden tot papierstoringen of tot schade aan de printer.
Pagina 146
09Y7-035 Papierformaat en -soort vastleggen De papierlade van deze printer kan het papierformaat en -soort niet automatisch detecteren. U moet daarom het formaat en de soort van het geplaatste papier registreren. Ga als volgt te werk als u het papierformaat en de papiersoort wilt registreren. OPMERKING Wanneer u een papierformaat en papiersoort instelt Aangezien u geen papierformaat en papiersoort kunt instellen wanneer de printer bezig is, controleer of de printer inactief...
Pagina 147
Selecteer de afmetingen van het papier dat in de papierlade ligt. Als [Vrij] is gespecificeerd, dan wordt het papierformaat van de afgedrukte opdracht [Papierformaat] automatisch geregistreerd als het afdrukken is voltooid. Selecteer de invoerrichting van papier geladen in de papierlade bij gebruik van A5, Statement [Richting papiervoer] of aangepast papierformaat.
Pagina 148
09Y7-036 Basisprocedure voor afdrukken In dit gedeelte wordt de basisprocedure beschreven voor het afdrukken vanuit een toepassing, waarbij Adobe Reader als voorbeeld wordt gebruikt. De afdrukprocedure kan verschillen, al naar gelang de toepassing die u gebruikt. "Let op (Basisprocedure voor afdrukken)"...
Pagina 149
Klik op [Eigenschappen]. Geef de instellingen op voor [Paginaformaat] en [Uitvoerformaat]. (1) Open het tabblad [Pagina-instelling]. (2) Selecteer het paginaformaat van het document dat met een toepassing werd gemaakt. (3) Selecteer deze optie als het formaat van het geplaatste papier afwijkt van het formaat van de gegevens. BELANGRIJK...
Pagina 150
Als de instellingen [Paginaformaat] en [Uitvoerformaat] niet hetzelfde zijn De grootte van de afdruk wordt automatisch aangepast aan de grootte van de pagina. Geef de instelling op voor [Type papier]. (1) Open het tabblad [Papierbron]. (2) Selecteer het type papier dat in de papierbron is geplaatst. Geef de instelling voor de papiersoort als volgt op.
Pagina 151
Selecteer [Envelop H], als u de tonerhechting wilt verbeteren wanneer u afdrukt en [Envelop] is geselecteerd. Stel de andere instelling in als een instelling een van de volgende problemen veroorzaakt. Het uitgevoerde papier krult. Er verschijnen resten van afdrukken op plaatsen waar niets is afgedrukt. Misschien hecht de toner niet goed op het papier en dan kan de afdruk onduidelijk zijn.
Pagina 152
09Y7-037 Let op (Basisprocedure voor afdrukken) BELANGRIJK De instellingen van de papierlade controleren voor het papierformaat en -soort Controleer of het papierformaat en -soort in de papierlade overeenkomt met het ingestelde papierformaat. "Papierformaat en -soort vastleggen" OPMERKING Installeer het printerstuurprogramma. Het printerstuurprogramma is software die vereist is voor afdrukken met deze printer.
Pagina 153
09Y7-038 De helpfunctie gebruiken Raadpleeg de instructies in de Help voor meer informatie over de instellingen van het printerstuurprogramma of het printerstatusvenster. (1) Navigatievenster Selecteer een onderwerp voor de gewenste optie. [Inhoudsopgave] In de Inhoudsopgave worden de titels van de Inhoudsopgave weergegeven. Klik op de titel van het gewenste onderwerp om de beschrijving weer te geven.
Pagina 155
09Y7-039 Een taak annuleren U kunt een afdruktaak annuleren aan de hand van een van de volgende methoden. Een afdruktaak die momenteel wordt afgedrukt annuleren of een afdruktaak die wacht om te worden afgedrukt annuleren vanuit de computer U kunt een opdracht die momenteel wordt afgedrukt, met één klik annuleren vanuit het Printerstatusvenster. Als de printer en computer via een netwerk zijn verbonden, kunt u een afdrukopdracht ook annuleren via de UI op afstand.
Pagina 156
09Y7-03A Een afdruktaak die momenteel wordt afgedrukt annuleren of een afdruktaak die wacht om te worden afgedrukt annuleren vanuit de computer Klik op [ ] in de taakbalk van Windows en selecteer de printernaam. Een taak annuleren. Het annuleren van een taak die wordt afgedrukt Klik op [ ] (Opdracht annuleren).
Pagina 157
3. Klik op [OK]. Als u een taak niet kunt annuleren U kunt geen taak annuleren waarvan de pagina's al worden afgedrukt.
Pagina 158
09Y7-03C Het annuleren van een afdruktaak die wordt afgedrukt met de toets Taak annuleren Door te drukken op de toets [ ] (Opdracht annuleren) op het bedieningspaneel wordt de taak die wordt afgedrukt geannuleerd. Zodra u de toets loslaat, wordt het annuleren van de taak gestart. Als u een opdracht niet kunt annuleren U kunt geen opdracht annuleren waarvan de pagina's al worden afgedrukt.
Pagina 159
09Y7-03E De printerstatus controleren U kunt de huidige printerstatus controleren in het printerstatusvenster. "Printerstatusvenster" In het printerstatusvenster wordt de huidige printerstatus aangegeven met berichten, animaties en pictogrammen. Als u problemen ondervindt tijdens het afdrukken, controleert u het printerstatusvenster. OPMERKING Als de printer en computer juist met elkaar zijn verbonden via een netwerk U kunt de printerstatus ook bekijken met de UI op afstand.
Pagina 160
09Y7-03F Afdrukken op verschillende soorten papier Afdrukken op normaal papier, zwaar papier of indexkaarten Afdrukken op transparanten (alleen zwart-wit afdrukken) Afdrukken op etiketten Afdrukken op enveloppen Afdrukken op gecoat papier Afdrukken op papier van een aangepast formaat Invoerrichting van papier...
Pagina 161
09Y7-03H Afdrukken op normaal papier, zwaar papier of indexkaarten Geschiktheid papier controleren Deze printer kan normaal papier (60 tot 90 g/m²) en zwaar papier (86 tot 163 g/m²) van de volgende formaten afdrukken, of indexkaart afdrukken. Standaardformaten A4, B5, A5, Legal, Letter, Executive, Statement, Foolscap, en 16K In het geval van staande afdrukstand: Breedte 83,0 tot 215,9 mm, lengte (hoogte) 127,0 tot 355,6 mm Aangepaste papierformaten...
Pagina 162
09Y7-03J Afdrukken op transparanten (alleen zwart-wit afdrukken) Geschiktheid transparanten controleren Met deze printer kan worden afgedrukt op transparanten met het volgende formaat. Standaardformaten A4, Letter U kunt alleen in zwart-wit op transparanten afdrukken. Transparanten plaatsen Transparanten in de papierlade plaatsen. "Papier plaatsen"...
Pagina 163
09Y7-03K Afdrukken op etiketten Geschiktheid etiketten controleren Met deze printer kan worden afgedrukt op etiketten met het volgende formaat. Standaardformaten A4, B5, A5, Legal, Letter, Executive, Statement, Foolscap, en 16K In het geval van staande afdrukstand: Breedte 83,0 tot 215,9 mm, lengte (hoogte) 127,0 tot 355,6 mm Aangepaste papierformaten In het geval van liggende afdrukstand: Breedte 127,0 tot 215,9 mm, lengte (hoogte) 127,0 tot 215,9 mm...
Pagina 164
09Y7-03L Afdrukken op enveloppen Geschiktheid enveloppen controleren Met deze printer kan op de volgende enveloppen worden afgedrukt. Het gebruik van de volgende typen enveloppen kan papierstoringen tot gevolg hebben die lastig zijn op te lossen, of kan leiden tot schade aan de printer. Enveloppen met sluitclips of druksluitingen Enveloppen met adresvensters Enveloppen met lijm op de oppervlakte...
Pagina 165
aan. Afdrukken vanuit een toepassing Na het plaatsen van de enveloppen kunt u afdrukken. "Basisprocedure voor afdrukken" Druk niet af op de gegomde zijde van enveloppen. De afdruksnelheid neemt af bij afdrukken op enveloppen. Wanneer de enveloppen zijn afgedrukt, kunnen ze omkrullen.
Pagina 166
09Y7-03R Afdrukken op gecoat papier Geschiktheid gecoat papier controleren Met deze printer kunt u de volgende formaten gecoat papier met gebruiken (100 tot 220 g/m²). Standaardformaten A4, B5, A5, Legal, Letter, Executive, Statement, Foolscap, en 16K In het geval van staande afdrukstand: Breedte 83,0 tot 215,9 mm, lengte (hoogte) 127,0 tot 355,6 mm Aangepaste papierformaten In het geval van liggende afdrukstand:...
Pagina 167
09Y7-03S Afdrukken op papier van een aangepast formaat Geschiktheid van papier van aangepast formaat controleren Met deze printer kan worden afgedrukt op de volgende aangepaste papierformaten. In het geval van staande afdrukstand: Breedte 83,0 tot 215,9 mm, lengte (hoogte) 127,0 tot 355,6 mm In het geval van liggende afdrukstand: Breedte 127,0 tot 215,9 mm, lengte (hoogte) 127,0 tot 215,9 mm Papier van aangepast formaat plaatsen...
Pagina 168
09Y7-03U Een aangepast papierformaat registreren Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] in de keuzelijst. Geef het dialoogvenster [Instellingen van aangepast papierformaat] weer. (1) Open het tabblad [Pagina-instelling]. (2) Klik op [Aangepast papierformaat].
Pagina 169
Geef het aangepaste papierformaat op. Voer de naam in van het toe te voegen aangepaste papierformaat. U kunt [Naam van aangepast papierformaat] maximaal 31 tekens invoeren. Stel de eenheid in die voor het instellen van het aangepaste papierformaat [Eenheid] moet worden gebruikt. Stel de hoogte en breedte in voor het aangepaste papierformaat ([Hoogte] [Breedte]).
Pagina 170
09Y7-03W Invoerrichting van papier Als u papier wilt bedrukken dat is voorzien van een briefhoofd of logo, plaatst u het papier als volgt in de juiste invoerrichting. "Afdrukken op enveloppen" wanneer u afdrukt op enveloppen. : Invoerrichting) <Lay-out Staand> <Lay-out Liggend> (Met de afdrukzijde naar boven) (Met de afdrukzijde naar boven) OPMERKING...
Pagina 171
09Y7-03X Handige afdrukfuncties Het instellingenscherm weergeven Afdrukken op schaal Lay-out afdrukken (N-pagina afdrukken) Een afbeelding afdrukken groter dan A4 (Poster afdrukken) Een watermerk toevoegen aan een document dat u wilt afdrukken (Watermerk afdrukken) Randen, de datum, enzovoort afdrukken Kleurendocument in zwart-wit afdrukken Gegevens combineren voordat u afdrukt De uitvoermethode wijzigen al naar gelang de afdrukgegevens of het aantal exemplaren...
Pagina 172
09Y7-03Y Het instellingenscherm weergeven U kunt de verschillende afdrukvoorkeuren weergeven in het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. U kunt het instellingenscherm op de volgende manieren weergeven. Het venster openen vanuit een toepassing De instellingen die hier worden opgegeven, gelden alleen voor gegevens die vanuit dezelfde toepassing worden afgedrukt. Als de toepassing wordt gesloten, worden de gewijzigde instellingen teruggezet op de standaardwaarden.
Pagina 173
moeten worden toegevoegd, enzovoort. Procedure Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer [Eigenschappen] of [Eigenschappen van printer] in de keuzelijst. OPMERKING Voor meer informatie over de instellingen Raadpleeg de Helpfunctie. "De helpfunctie gebruiken" De tabbladen die in Windows worden weergegeven De volgende tabbladen worden weergegeven in Windows.
Pagina 174
09Y7-040 Afdrukken op schaal U kunt afdrukken met automatisch schalen overeenkomstig het papierformaat of met willekeurig schalen. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Geef de instellingen op voor schaling. Afdrukken met automatisch schalen naar papierformaat (1) Open het tabblad [Pagina-instelling]. (2) Selecteer het paginaformaat van het document dat met een toepassing werd gemaakt.
Pagina 175
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 176
09Y7-041 Lay-out afdrukken (N-pagina afdrukken) U kunt meerdere pagina's op één vel afdrukken. Dit is een afdrukmethode die ook wel intensief afdrukken of N-pagina's afdrukken wordt genoemd. BELANGRIJK De toepassingsfunctie voor het afdrukken van een document als een gesorteerde set exemplaren Sommige toepassingen bieden de functie een document af te drukken als een gesorteerde set exemplaren.
Pagina 177
OPMERKING Het voorbeeldvenster gebruiken om de instelling op te geven U kunt ook een pagina-opmaak opgeven door te klikken in de documentafbeelding of op het voorbeeld wanneer [ ] is geselecteerd. (Met Voorbeeld kunt u alleen [2 op 1] en [4 op 1] opgeven.) Geef de indeling op voor de paginavolgorde op papier.
Pagina 178
09Y7-042 Een afbeelding afdrukken groter dan A4 (Poster afdrukken) U kunt een enkel paginabeeld vergroten en verdelen om het af te drukken op meerdere vellen papier. U kunt één grote poster maken door deze afdrukken aan elkaar te plakken. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven"...
Pagina 179
"Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 180
09Y7-043 Een watermerk toevoegen aan een document dat u wilt afdrukken (Watermerk afdrukken) U kunt een watermerk (bijvoorbeeld [KOPIE] of [CONCEPT]) afdrukken over de documenten die door een toepassing zijn gemaakt. Bovendien kunt u nieuwe watermerken toevoegen en de toegevoegde watermerken bewerken of verwijderen. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma.
Pagina 181
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 182
09Y7-044 Een watermerk toevoegen, bewerken of verwijderen Open het dialoogvenster [Watermerk bewerken]. (1) Open het tabblad [Pagina-instelling]. (2) Schakel het selectievakje [Watermerk] in. (3) Klik op [Watermerk bewerken]. Als u het selectievakje [Watermerk] niet kunt selecteren "De instellingen voor het printerstuurprogramma kunnen niet worden gewijzigd"...
Pagina 183
Wanneer u een watermerk wilt bewerken (1) Selecteer het watermerk dat u wilt bewerken in [Watermerkenlijst]. (2) Bewerk het watermerk. U kunt de standaardwatermerken niet bewerken. Zie de Helpfunctie voor meer informatie over elke instelling. "De helpfunctie gebruiken" Wanneer u een watermerk wilt verwijderen (1) Selecteer het watermerk dat u wilt verwijderen in [Watermerkenlijst].
Pagina 184
Klik op [OK]. Het tabblad [Pagina-instelling] wordt opnieuw weergegeven.
Pagina 185
09Y7-045 Randen, de datum, enzovoort afdrukken U kunt randen, de datum en paginanummers in het document afdrukken. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Open het dialoogvenster [Pagina-opties]. (1) Open het tabblad [Pagina-instelling]. (2) Klik op [Pagina-opties]. Als u niet op [Pagina-opties] kunt klikken "De instellingen voor het printerstuurprogramma kunnen niet worden gewijzigd"...
Pagina 186
"De helpfunctie gebruiken" (2) Klik op [OK]. Het tabblad [Pagina-instelling] wordt opnieuw weergegeven. Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 187
09Y7-046 Kleurendocument in zwart-wit afdrukken Kleurendocumenten kunnen alleen met zwarte toner in zwart-wit worden afgedrukt. Het is handig deze optie te gebruiken wanneer u een testpagina van kleurendocumenten afdrukt. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Geef de instelling op voor [Kleurenmodus]. (1) Open het tabblad [Kwaliteit].
Pagina 188
: [Kleur] Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 189
09Y7-047 Gegevens combineren voordat u afdrukt U kunt twee of meer sets gegevens combineren tot één taak. U kunt tevens de instellingen wijzigen voor de gecombineerde afdrukgegevens en afdrukgegevens uit verschillende toepassingen bewerken. Bovendien kunt u een voorbeeld weergeven van de afdrukgegevens. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma vanuit een toepassing.
Pagina 190
De lijst met afdrukgegevens wordt weergegeven in het dialoogvenster [Canon PageComposer]. OPMERKING De instelling opgeven om bij het afdrukken altijd het dialoogvenster [Canon PageComposer] weer te geven Stel [Uitvoermodus] in op [Bewerken/Voorbeeld] als standaardwaarde bij afdrukvoorkeuren en schakel vervolgens het selectievakje [Vergrendelen] in.
Pagina 191
Wanneer het volgende bericht verschijnt, leest u de inhoud en klikt u op [OK]. Voer de volgende procedure uit. (1) Geef de naam van de gecombineerde afdrukgegevens op. (2) Klik op [Combineren]. Druk de gecombineerde afdrukgegevens af. (1) Selecteer de gecombineerde afdrukgegevens. (2) Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand].
Pagina 192
Gecombineerde afdrukgegevens worden niet opgeslagen. Nadat de gecombineerde afdrukgegevens zijn afgedrukt, worden de afdrukgegevens verwijderd uit het dialoogvenster Canon PageComposer. De afdrukgegevens worden eveneens verwijderd als het dialoogvenster Canon PageComposer wordt gesloten zonder de gegevens af te drukken. Raadpleeg de Helpfunctie van Canon PageComposer Voor meer informatie over Canon PageComposer.
Pagina 193
09Y7-048 De uitvoermethode wijzigen al naar gelang de afdrukgegevens of het aantal exemplaren Afdrukken met een rugmarge De uitvoermethode selecteren De afdrukgegevens 180 graden draaien...
Pagina 194
09Y7-049 Afdrukken met een rugmarge U kunt een rugmarge instellen van 0 tot 50 mm voor het te bedrukken papier. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Geef de instelling op voor [Inbindlocatie]. (1) Open het tabblad [Afwerking]. (2) Selecteer de rand waar de rugmarge moet komen.
Pagina 195
(1) Klik op [Rugmarge]. (2) Geef de rugmargebreedte op. (3) Klik op [OK]. Het tabblad [Afwerking] wordt opnieuw weergegeven. Als u de instelling niet kunt opgeven "De instellingen voor het printerstuurprogramma kunnen niet worden gewijzigd" Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken"...
Pagina 196
09Y7-04A De uitvoermethode selecteren U kunt voorafgaand aan het afdrukken de papieruitvoermethode selecteren. <Als u de papieruitvoermethode niet opgeeft> <Als u de afdrukken sorteert> De afdrukken van een complete opdracht worden Afdrukken van een complete opdracht worden gegroepeerd. gesorteerd. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven"...
Pagina 197
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 198
09Y7-04C De afdrukgegevens 180 graden draaien U kunt afdrukken met de afdrukgegevens 180 graden gedraaid wanneer de invoerrichting van het in de papierbron geplaatste papier niet overeenkomt met de afdrukstand van het document. Deze optie is handig voor het afdrukken van enveloppen en indexkaarten die alleen in een bepaalde richting kunnen worden geplaatst.
Pagina 199
Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 200
09Y7-04E De beeldkwaliteit of kleuren aanpassen Afdrukken optimaliseren voor bepaalde af te drukken gegevens De tonerdichtheid aanpassen Afdrukken met aangepaste helderheid en contrast De kleur aanpassen De kleur overeenstemmen met het scherm...
Pagina 201
09Y7-04F Afdrukken optimaliseren voor bepaalde af te drukken gegevens Door de juiste modus te selecteren op basis van de inhoud van het document, kunt u afdrukken met de juiste instelling. Als u bijvoorbeeld [Vivid Photo] selecteert voor het afdrukken van een foto, worden in de afdrukvoorkeuren de optimale instellingen aangebracht voor het afdrukken van foto's.
Pagina 202
09Y7-04H De tonerdichtheid aanpassen U kunt afdrukken met een aangepaste tonerdichtheid. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Open het dialoogvenster [Geavanceerde instellingen]. (1) Open het tabblad [Kwaliteit]. (2) Klik op [Geavanceerde instellingen]. Open het dialoogvenster [Details voor tonerdichtheid]. (1) Selecteer [Tonerdichtheid].
Pagina 203
Pas de tonerdichtheid aan. (1) Pas de dichtheid aan door de schuifbalk van iedere kleur horizontaal te verslepen. U kunt ook de tonerdichtheid van iedere kleur aanpassen bij elk dichtheidsbereik. "De tonerdichtheid van iedere kleur aanpassen bij elk dichtheidsbereik" (2) Klik op [OK]. Het dialoogvenster [Geavanceerde instellingen] verschijnt vervolgens opnieuw. Klik op [OK].
Pagina 204
09Y7-04J De tonerdichtheid van iedere kleur aanpassen bij elk dichtheidsbereik Klik op [Fijne dichtheidsaanpassing]. Pas de tonerdichtheid aan van iedere kleur bij elk dichtheidsbereik. (1) Open de pagina met de kleuren die u wilt aanpassen. (2) Pas de dichtheid aan door de schuifbalk voor ieder dichtheidsbereik horizontaal te verslepen. (3) Klik op [OK].
Pagina 206
09Y7-04K Afdrukken met aangepaste helderheid en contrast U kunt afdrukken met aangepaste helderheid en contrast. Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Open het dialoogvenster [Kleurinstellingen]. (1) Open het tabblad [Kwaliteit]. (2) Selecteer het keuzevakje [Handmatige kleurinstellingen]. (3) Klik op [Kleurinstellingen]. Pas de helderheid en het contrast aan.
Pagina 207
Klik op [OK]. Het tabblad [Kwaliteit] wordt opnieuw weergegeven. Klik op [OK]. "Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 208
09Y7-04L De kleur aanpassen U kunt kleurenafdrukken maken met aangepaste kleur. Dit gedeelte beschrijft de procedure voor het aanpassen van de kleur bij het afdrukken met het printerstuurprogramma. Kalibreer opnieuw als de kleuren zijn aangepast en de data nog niet wordt afgedrukt in de juiste kleuren (opgegeven kleuren).
Pagina 209
(1) Open het tabblad [Kleuraanpassing]. (2) Pas de kleuren aan door [Voorbeeldafbeelding] in het midden van het aanpassingsraster horizontaal en verticaal te verplaatsen. Als [Voorbeeldafbeelding] in het midden staat, is de afbeelding niet aangepast. Een voorbeeldafbeelding wordt na aanpassing getoond in [Voorbeeld]. Verplaats [Voorbeeld afbeelding] door een van de volgende procedures te volgen.
Pagina 210
09Y7-04R De kleur overeenstemmen met het scherm De methoden voor het aanpassen van de kleur op het scherm (RGB) en de printer (YMC) verschillen. Om die reden komen de kleuren in een foto enzovoort op het scherm niet overeen met een afdruk. Met de functie kleurafstemming voor het corrigeren van kleuren bij een afdruk, kunt u de kleuren van de afdruk aanpassen zodat deze beter overeenkomt met de kleuren die u op het scherm ziet.
Pagina 211
Met de functie kleurafstemming kunt u de kleur van de afdruk aanpassen zodat deze beter overeenkomt met de kleur die u op het scherm ziet. Kleur corrigeren door helderheidaanpassing (Gamma-aanpassing) U kunt de helderheid van het afdrukresultaat aanpassen zonder de lichtste en donkerste delen van de afbeelding te bederven.
Pagina 212
De profielen die op uw computer zijn geregistreerd worden getoond. Over [Prioriteit voor kleurafstemming met toepassing] Wanneer het keuzevakje leeg is, kunt u prioriteit geven aan het proces kleurafstemming dat is opgegeven in het printerstuurprogramma. Wanneer u prioriteit wilt geven aan de afstemming in de toepassing, plaats dan een vinkje in het keuzevakje. 3.
Pagina 213
"Basisprocedure voor afdrukken" voor meer informatie over de basisprocedure voor afdrukken.
Pagina 214
09Y7-04S De afdrukvoorkeuren registreren De standaardwaarden voor de afdrukvoorkeuren wijzigen U kunt de standaardwaarden wijzigen voor afdrukvoorkeuren die voor alle gegevens gelden. Als u bijvoorbeeld vaak dubbelzijdig afdrukt, hoeft u de instellingen niet steeds te veranderen als u de standaardwaarden voor [Pagina-opmaak] verandert.
Pagina 215
09Y7-04U De standaardwaarden voor de afdrukvoorkeuren wijzigen Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] in de keuzelijst. Wijzig de afdrukvoorkeuren op de tabbladen [Pagina-instelling], [Afwerking], [Papierbron] en [Kwaliteit].
Pagina 216
Bevestig de instellingen en klik op [OK]. De printermap wordt opnieuw weergegeven.
Pagina 217
09Y7-04W Veelgebruikte afdrukvoorkeuren opslaan (Een "Profiel" toevoegen/bewerken/verwijderen) Een "Profiel" toevoegen Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Wijzig de afdrukvoorkeuren op de tabbladen [Pagina-instelling], [Afwerking], [Papierbron] en [Kwaliteit]. De inhoud die u hier opgeeft, wordt geregistreerd in "Profielen". Zie de Helpfunctie voor meer informatie over de instellingen.
Pagina 218
Geef informatie op over een "Profiel". [Naam] Voer de naam in voor "Profielen". U kunt maximaal 31 tekens invoeren. [Pictogram] U kunt een pictogram selecteren voor het "Profiel". [Opmerking] Voer commentaar in voor het "Profiel". U kunt maximaal 255 tekens invoeren. [Instellingen Open het dialoogvenster [Instellingen weergeven].
Pagina 219
Als u niet op [Bewerken] kunt klikken "Profielen kunnen niet worden geselecteerd of bewerkt" Bewerk de informatie voor een "Profiel". Zie de Help voor meer informatie over de instellingen. "De helpfunctie gebruiken" Klik op [OK]. Het instellingenscherm van het printerstuurprogramma wordt opnieuw weergegeven. Een toegevoegd "Profiel"...
Pagina 220
Verwijder een "Profiel". (1) Selecteer het "Profiel" dat u wilt verwijderen. (2) Klik op [Verwijderen]. U kunt de standaard-"Profielen" of een "Profiel" dat is geselecteerd in het instellingenscherm van het printerstuurprogramma niet verwijderen. (3) Klik op [Ja]. Klik op [OK]. Het instellingenscherm van het printerstuurprogramma wordt opnieuw weergegeven.
Pagina 221
09Y7-04X Een "Profiel" selecteren Open het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. "Het instellingenscherm weergeven" Selecteer een "Profiel". Als de naam van de printer is gewijzigd, kunnen toegevoegde "Profielen" niet meer worden gebruikt. Om het toegevoegde "Profiel" te kunnen gebruiken, wijzigt u de naam van de printer in de oude naam. Als u geen "Profiel"...
Pagina 222
09Y7-04Y De netwerkinstellingen configureren (De printer delen) De afdrukomgeving controleren Als u de printer gebruikt via een directe verbinding Basisnetwerkinstellingen De netwerkinstellingen voor de printer wijzigen Het IP-adres van de printer controleren Het MAC-adres van de printer controleren Informatie over de draadloze LAN-verbinding controleren (alleen LBP7110Cw) De poort configureren en wijzigen Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving De afdrukserver configureren...
Pagina 223
09Y7-050 De afdrukomgeving controleren Wanneer u de printer deelt met meerdere computers, verschilt de instellingsprocedure al naar gelang uw omgeving. Als u de printer gebruikt via een directe verbinding Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving <De afdrukserveromgeving> Als u één van de computers in een netwerk instelt als afdrukserver, kunt u de printer als volgt efficiënt beheren. Met de afdrukserver kunt u de afdrukvoorkeuren van clients beheren.
Pagina 224
09Y7-051 Als u de printer gebruikt via een directe verbinding U kunt deze printer rechtstreeks op een netwerk aansluiten. Omdat de printer is geconfigureerd om automatisch een IP-adres te verkrijgen, kunt u het netwerk gebruiken zonder dat u speciale instellingen hoeft te maken, en is het mogelijk de netwerkinstellingen te wijzigen zodat ze voldoen aan uw omgeving.
Pagina 225
printerstuurprogramma. "De poort configureren en wijzigen" "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" wanneer u niet weet welke poort u gebruikt.
Pagina 226
09Y7-052 Basisnetwerkinstellingen Voordat u de printer in het netwerk kunt gebruiken, dient u de instellingen van de computer en netwerkapparaten in te vullen. Als deze instellingen niet zijn ingevuld, kunt u de printer niet gebruiken in het netwerk. Raadpleeg de instructiehandleiding voor details over uw netwerkapparaat of neem contact op met de fabrikant. LBP7110Cw ondersteunt een draadloze LAN-verbinding, maar het is niet mogelijk om tegelijkertijd een draadloze LAN-verbinding en een bekabelde LAN-verbinding te gebruiken.
Pagina 227
09Y7-053 Overschakelen tussen draadloos LAN en bekabelde LAN voor de verbinding (alleen LBP7110Cw) De bekabelde LAN-verbinding staat standaard ingesteld. Overschakelen van bekabelde LAN naar draadloos LAN Voer de volgende procedure uit. 1. Als het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, verwijder het dan. "Het printerstuurprogramma verwijderen"...
Pagina 228
09Y7-054 De verbindingsinstellingen opgeven Gebruik de "MF/LBP Network Setup Tool" om de netwerkverbindinginstellingen op te geven. "Direct starten van de MF/LBP Network Setup Tool" "MF/LBP Network Setup Tool" voor de systeeminstellingen van de "MF/LBP Network Setup Tool" Wanneer u het printerstuurprogramma installeert met "Eenvoudige installatie", start de "MF/LBP Network Setup Tool"...
Pagina 229
U kunt het IP-adres ook instellen met de opdracht ARP/PING vanaf de opdrachtprompt. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows"...
Pagina 230
09Y7-055 Een poort configureren en het printerstuurprogramma installeren De installatieprocedure verschilt per besturingssysteem. Gebruik de juiste procedure voor uw besturingssysteem. Windows Vista, 7 en Server 2008 Windows XP en Server 2003 Het wordt aanbevolen dat het printerstuurprogramma normaliter wordt geïnstalleerd met behulp van de "Eenvoudige installatie"...
Pagina 231
Maak een poort. (1) Selecteer [Een nieuwe poort maken]. (2) Selecteer [Standard TCP/IP Port]. (3) Klik op [Volgende]. Voer het IP-adres of de naam van de printer in. (1) Selecteer [Automatische detectie] of [TCP/IP-apparaat]. (2) Voer het IP-adres of de naam van de printer in bij [Hostnaam of IP-adres].
Pagina 232
Als u niet zeker weet welke waarde bij [Hostnaam of IP-adres] moet worden ingevoerd De waarde die moet worden ingevoerd, hangt af van de manier waarop het IP-adres van de printer is ingesteld. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" of raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie. Als de printer niet wordt gedetecteerd Volg de instructies op het scherm en zoek opnieuw naar de printer, of zie "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor...
Pagina 233
Open de map waarin het printerstuurprogramma is opgenomen. Voor een 32-bits besturingssysteem Open de mappen op de meegeleverde cd-rom: [Dutch] - [32bit] - [Driver]. Voor een 64-bits besturingssysteem Open de mappen op de meegeleverde cd-rom: [Dutch] - [x64] - [Driver]. Als u niet zeker weet of u een 32-bits of een 64-bits besturingssysteem gebruikt "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows"...
Pagina 234
Geef de printernaam op. (1) Voer een nieuwe naam in als u de printernaam wilt wijzigen. Wanneer [Als standaardprinter instellen] wordt weergegeven, geeft u aan of u de printer als de standaardprinter wilt gebruiken. (Windows Vista en Server 2008) (2) Klik op [Volgende]. De installatie wordt gestart.
Pagina 235
Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, geeft u aan of u deze printer wilt delen. (1) Selecteer of u de printer wilt delen (of de computer waarop het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, moet worden gebruikt als afdrukserver). "Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving"...
Pagina 236
OPMERKING Als u het IP-adres hebt gewijzigd na de installatie van het printerstuurprogramma Wanneer u met deze procedure het printerstuurprogramma installeert, wordt een standaard TCP/IP-poort gecreëerd. Wanneer u de standaard TCP/IP-poort gebruikt en het IP-adres van de printer is gewijzigd, moet de poort worden gewijzigd die voor het printerstuurprogramma wordt gebruikt.
Pagina 237
Geef het gewenste type printer op. (1) Selecteer [Lokale printer die met deze computer is verbonden]. (2) Schakel het selectievakje [Mijn Plug en Play-printer automatisch detecteren en installeren] uit. (3) Klik op [Volgende]. Maak een poort. (1) Selecteer [Een nieuwe poort maken]. (2) Selecteer [Standard TCP/IP Port].
Pagina 238
Voer het IP-adres of de naam van de printer in. (1) Voer bij [Printernaam of IP-adres] het IP-adres of de naam in van de printer. De op de DNS-server te registreren DNS-naam (maximaal 78 tekens) (2) Klik op [Volgende]. Als u niet zeker weet welke waarde bij [Printernaam of IP-adres] moet worden ingevoerd De waarde die moet worden ingevoerd, hangt af van de manier waarop het IP-adres van de printer is ingesteld.
Pagina 239
Klik op [Bladeren]. Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software" in het cd-romstation van de computer en klik op [Bladeren]. Als Cd-rom installatie wordt weergegeven, klikt u op [Afsluiten]. Open de map waarin het printerstuurprogramma is opgenomen. Voor een 32-bits besturingssysteem Open de mappen op de meegeleverde cd-rom: [Dutch] - [32bit] - [Driver].
Pagina 240
(1) Selecteer het INF-bestand. (2) Klik op [Openen]. Klik op [OK]. Klik op [Volgende]. Geef de printernaam op. (1) Voer een nieuwe naam in als u de printernaam wilt wijzigen. Wanneer het bericht <Wilt u deze printer als standaardprinter gebruiken?> wordt weergegeven, selecteert u [Ja] of [Nee].
Pagina 241
Klik op [Volgende]. OPMERKING Wanneer u de printer deelt (als de computer waarop het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, wordt gebruikt als de afdrukserver). "Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving" voor meer informatie over het delen van de printer (afdrukserveromgeving). Voer de volgende procedure uit.
Pagina 242
Klik op [Voltooien]. De installatie wordt gestart. Wacht totdat het volgende scherm is verdwenen. Wanneer het volgende scherm wordt gesloten, kunt u de cd-rom uit het station verwijderen. Wanneer de installatie is voltooid, worden een pictogram voor deze printer gemaakt. "Na installatie"...
Pagina 243
09Y7-056 De netwerkinstellingen voor de printer wijzigen De protocolinstellingen configureren IPv4-instellingen IPv6-instellingen Overige protocolinstellingen Een toepassingsgerichte poort opgeven Wachttijd opgeven voordat er verbinding is met het netwerk De communicatiemodus voor bekabelde LAN en overdrachtsnelheid opgeven OPMERKING Wanneer u de items voor printerbeheer instelt (zoals het managerwachtwoord instellen) "De printer beheren"...
Pagina 244
09Y7-057 De protocolinstellingen configureren "Let op (Protocolinstellingen)" voordat u de instellingen opgeeft. Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten" Klik op [Settings/Registration]. Open de pagina [TCP/IP Settings]. (1) Selecteer [Network Settings]. (2) Klik op [TCP/IP Settings].
Pagina 245
Configureer de protocolinstellingen. De instelprocedure is afhankelijk van de instellingen. Raadpleeg de van toepassing zijnde procedure voor de instellingen. "IPv4-instellingen" "IPv6-instellingen" "Overige protocolinstellingen"...
Pagina 246
09Y7-058 Let op (Protocolinstellingen) Wanneer u het IP-adres instelt (IPv4) OPMERKING Als u het IP-adres hebt gewijzigd na de installatie van het printerstuurprogramma Wanneer u de MFNP-poort gebruikt, hoeft de poort niet te worden gewijzigd omdat een nieuw IP-adres automatisch wordt gedetecteerd als de printer en de computer op hetzelfde subnet zitten.
Pagina 247
local-adres wordt voor deze printer opgegeven wanneer IPv6 wordt gebruikt. Dit is een vast adres dat handmatig wordt ingevoerd. Wanneer u een IP-adres handmatig opgeeft, kunt u de Handmatig adres 0 t/m 1 lengte van het voorvoegsel en het standaard routeradres opgeven.
Pagina 248
09Y7-059 IPv4-instellingen "De protocolinstellingen configureren" voor meer informatie over de procedure voorafgaand aan het weergeven van de [TCP/IP Settings]-pagina (de procedure voorafgaand aan stap 1). Klik op [Edit] in [IPv4 Settings]. Configureer het IP-adres. Wanneer u het IP-adres automatisch verkrijgt Gebruik DHCP, BOOTP, RARP, of Auto IP om het IP-adres automatisch te verkrijgen.
Pagina 249
[Off] Een IP-adres dat gebruikmaakt van RARP, BOOTP of DHCP kan niet automatisch worden verkregen. [DHCP] Een IP-adres wordt automatisch opgehaald via DHCP. (De DHCP-server moet actief zijn.) [Select Protocol] [BOOTP] Een IP-adres wordt automatisch verkregen via BOOTP. (De BOOTP-server moet actief zijn.) [RARP] Een IP-adres wordt automatisch verkregen via RARP.
Pagina 250
[Host Name] single-byte alfanumerieke tekens invoeren. Geef de naam op van het domein waartoe de printer behoort. U kunt maximaal 47 single-byte alfanumerieke tekens invoeren. [Domain Name] Typ bijvoorbeeld: "voorbeeld.com" [DNS Dynamic Schakel dit keuzevakje in om de functie DNS Dynamic Update te gebruiken. Update] [DNS Dynamic Geeft een interval op om de dynamische update uit te voeren.
Pagina 251
[Acquire Host Schakel dit keuzevakje in om de hostnaam van de DHCP-server te verkrijgen. Name] [DNS Dynamic Schakel dit keuzevakje in voor het dynamisch bijwerken van de verkregen hostnaam. Update] Klik op [OK]. Start de computer opnieuw. Schakel de printer uit, zorg ervoor dat het voedingslampje uit is, wacht 10 seconden of langer en schakel de printer weer Nadat de printer is opgestart, worden de instellingen actief.
Pagina 253
09Y7-05A IPv6-instellingen Geef de IPv6-instellingen op na het opgeven van de IPv4-instellingen. "De protocolinstellingen configureren" voor meer informatie over de procedure voorafgaand aan het selecteren van de instellingen (de procedure voorafgaand aan stap 1). Klik op [Edit] in [IPv6 Settings]. Schakel het keuzevakje [IPv6] in.
Pagina 254
Specificeer het stateless-adres. Ga verder met stap als u geen stateless-adres gebruikt. [Stateless Address] Schakel dit keuzevakje in om stateless-adres te gebruiken. Geef het handmatige adres op. Ga verder met stap als u geen handmatig adres gebruikt. [Manual Address] Schakel dit keuzevakje in om een handmatig adres te gebruiken. [IP Address] Voer het IP-adres van de printer in.
Pagina 255
Address] BELANGRIJK Adressen die niet in [IP Address] en [Default Router Address] kunnen worden ingevoerd. Adressen die beginnen met "ff" (multicastadres) "::1" (loopback-adres) Geef DHCPv6 op. Ga verder met stap als u DHCPv6 niet gebruikt. [Use DHCPv6] Schakel dit keuzevakje in om DHCPv6 te gebruiken. Geef de DNS op.
Pagina 256
[Primary DNS Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in. Server Address] [Secondary DNS Voer het IP-adres van de secundaire DNS-server in. Server Address] [Use IPv4 Host/Domain Schakel dit keuzevakje in om dezelfde naam als IPv4 te gebruiken. Names] Geef de hostnaam op die aan de DNS-server moet worden toegevoegd. U kunt maximaal 47 [Host Name] single-byte alfanumerieke tekens invoeren.
Pagina 257
[Use mDNS] Schakel dit keuzevakje in om mDNS te gebruiken. [Use IPv4 name for Schakel dit keuzevakje in om dezelfde naam als IPv4 te gebruiken. mDNS] Voer de mDNS-naam in wanneer het keuzevakje [Use IPv4 name for mDNS] niet wordt [mDNS Name] geselecteerd.
Pagina 258
Nadat de printer is opgestart, worden de instellingen actief.
Pagina 259
09Y7-05C Overige protocolinstellingen "De protocolinstellingen configureren" voor meer informatie over de procedure voorafgaand aan het weergeven van de [TCP/IP Settings]-pagina (de procedure voorafgaand aan stap 1). "De functie communicatie met SSL-codering instellen" voor meer informatie over SSL-instellingen. Klik op [Edit] voor de optie die u wilt instellen. Geef alle instellingen op.
Pagina 260
[WINS Resolution] Schakel dit keuzevakje in om WINS-omzetting te gebruiken. [WINS Server Voer het IP-adres van de WINS-server in. Address] Voer een bereik-ID in. U kunt maximaal 63 single-byte alfanumerieke tekens invoeren. Het bereik-ID is een identificatie dat wordt gebruikt om het bereik te bepalen voor het gebruik van apparaten en de computer.
Pagina 261
[Use LPD Print] Schakel dit keuzevakje in om LPD-afdrukken te gebruiken. Ga verder met stap als u geen instellingen opgeeft voor de overige opties. NetBIOS Settings (1) Geef NetBIOS-instellingen op. (2) Klik op [OK]. [NetBIOS Name] Voer de NetBIOS-naam van de printer in. [Workgroup Name] Geef de werkgroep op waartoe de printer behoort.
Pagina 262
(1) Geef de instelling op voor RAW-afdrukken. (2) Klik op [OK]. [Use RAW Print] Schakel dit keuzevakje in om RAW-afdrukken te gebruiken. Ga verder met stap als u geen instellingen opgeeft voor de overige opties. WSD Settings Gebruik MFNP-poort of Standard TCP/IP-poort om af te drukken en de printer te gebruiken met een netwerkaansluiting. (1) Geef de instellingen voor WSD op.
Pagina 263
Selecteer het selectievakje om te reageren op zoekcommando's door multicast. Discovery] Ga verder met stap als u geen instellingen opgeeft voor de overige opties. Multicast Discovery Settings (1) Geef de instellingen voor multicast-herkenning. (2) Klik op [OK]. [Respond to Schakel dit keuzevakje in om een reactie toe te staan voor multicast-herkenning. Discovery] Geef de bereiknaam op die moet worden gebruikt bij het zoeken van bepaalde apparaten met [Scope Name]...
Pagina 264
[LPD] Voer het LDP-poortnummer in. [RAW] Voer het RAW-poortnummer in. [HTTP] Voer het HTTP-poortnummer in. [SNMP] Voer het SNMP-poortnummer in. [WSD Multicast Discovery] Voer het poortnummer in voor WSD multicast-herkenning. [Multicast Discovery] Voer het poortnummer in voor multicast-herkenning (SLP). Ga verder met stap als u geen instellingen opgeeft voor de overige opties.
Pagina 265
SNTP Settings (1) Geef de instellingen op voor SNTP. (2) Klik op [OK]. Schakel dit keuzevakje in wanneer u de SNTP-clientfunctie gebruikt om tijdinformatie van de NTP-server te verkrijgen (publieke tijdinformatieserver op het internet). Wanneer u tijdinformatie van de NTP-server verkrijgt, zorg er dan voor dat u de juiste [Use SNTP] instellingen voor tijdszone en zomer- en wintertijd hebt opgegeven.
Pagina 266
Door op [Check NTP Server Connection] te klikken initieert u de communicatie met de NTP-server opgegeven in [NTP Server Name] en de communicatieresultaten worden als volgt getoond in [NTP Server Connection Check Result]. [OK] Succesvol communiceren met de NTP-server is mogelijk Succesvol communiceren met de NTP-server is niet mogelijk door een onjuiste instelling [Error] of communicatiefout...
Pagina 267
09Y7-05E Een toepassingsgerichte poort opgeven Geef de instellingen op voor de toepassingsgerichte poort voor gebruik bij het communiceren met de computer. Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten" Klik op [Settings/Registration]. Open de pagina [Dedicated Port Settings].
Pagina 268
Klik op [Edit]. Geef de instellingen op voor de toepassingsgerichte poort. (1) Geef de instellingen op voor de toepassingsgerichte poort. (2) Klik op [OK].
Pagina 269
Schakel dit keuzevakje in om een toepassingsgerichte poort te gebruiken. Wanneer u geen toepassingsgerichte poort gebruikt (keuzevakje is leeg), is het niet [Enable Dedicated mogelijk printerinformatie te verkrijgen wanneer u gebruik maakt van het Port] printerstuurprogramma of Printerstatusvenster met een netwerkverbinding. Start de computer opnieuw.
Pagina 270
09Y7-05F Wachttijd opgeven voordat er verbinding is met het netwerk Geef een wachttijd op vanaf het moment dat de printer is aangezet tot wanneer de printer met het netwerk is verbonden. OPMERKING Als de printer is aangesloten op een schakelhub Zelfs als de netwerkinstellingen correct zijn is het mogelijk dat de printer niet kan worden aangesloten op het netwerk.
Pagina 271
Klik op [Edit]. Geef de wachttijd op voordat er verbinding is met het netwerk. (1) Geef de wachttijd op. (2) Klik op [OK].
Pagina 272
Voer een wachttijd in vanaf het moment dat de printer is aangezet tot wanneer de printer met [Waiting Time] het netwerk is verbonden. Start de computer opnieuw. Schakel de printer uit, zorg ervoor dat het voedingslampje uit is, wacht 10 seconden of langer en schakel de printer weer Nadat de printer is opgestart, worden de instellingen actief.
Pagina 273
09Y7-05H De communicatiemodus voor bekabelde LAN en overdrachtsnelheid opgeven Geef de instellingen voor communicatiemodus en overdrachtsnelheid (type ethernet) op voor bekabelde LAN. Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten" Klik op [Settings/Registration]. Open de pagina [Ethernet Driver Settings].
Pagina 274
Klik op [Edit]. Geef de communicatiemodus en overdrachtsnelheid (type ethernet) op voor bekabelde LAN. (1) Geef de instellingen op voor het ethernet-stuurprogramma. (2) Klik op [OK].
Pagina 275
Als de communicatiemodus en overdrachtsnelheid automatisch worden verkregen [Auto Detect] Schakel het keuzevakje in. Als de communicatiemodus en overdrachtsnelheid handmatig worden verkregen [Auto Detect] Schakel het keuzevakje uit. Selecteer de communicatiemodus die overeenkomt met uw netwerkomgeving. [Half Duplex] [Communication Verzenden en ontvangen wordt afgewisseld en wordt niet gelijktijdig uitgevoerd. Mode] [Full Duplex] Verzenden en ontvangen wordt gelijktijdig uitgevoerd.
Pagina 276
09Y7-05J Het IP-adres van de printer controleren Dit gedeelte beschrijft de procedure om het IP-adres voor IPv4 te controleren met behulp van de Go-toets op de printer om de "Gebruikergegevenslijst" af te drukken. In het Printerstatusvenster kunt u ook de netwerkstatusafdruk controleren en afdrukken. Gebruik Netwerkstatusafdruk om het IP-adres voor IPv6 te controleren.
Pagina 277
09Y7-05K Het MAC-adres van de printer controleren Dit gedeelte beschrijft de procedure om het MAC-adres van de printer te controleren met behulp van de Go-toets op de printer om de "Gebruikergegevenslijst" af te drukken. U kunt de volgende procedure gebruiken om het MAC-adres te controleren. De Netwerkstatusafdruk afdrukken vanuit het Printerstatusvenster "De printerinstellingen controleren"...
Pagina 278
09Y7-05L Informatie over de draadloze LAN-verbinding controleren (alleen LBP7110Cw) In dit gedeelte wordt de procedure besproken voor het controleren van informatie over de draadloze LAN-verbinding met de UI op afstand. U kunt de volgende procedure gebruiken om informatie over draadloos LAN te controleren. De Netwerkstatusafdruk afdrukken vanuit het Printerstatusvenster "De printerinstellingen controleren"...
Pagina 279
Controleer de informatie over draadloos LAN. [MAC Address] Toont het MAC-adres van de printer (draadloos LAN). [Wireless LAN Toont de verbindingsstatus (signaalsterkte) van het draadloos LAN. Status] [Latest Error Toont de meest recente foutgegevens wanneer verbinding met draadloos LAN is mislukt. Information] [Channel] Toont het draadloos LAN-kanaal dat wordt gebruikt.
Pagina 280
[WPA/WPA2-PSK Toont de instelling voor WPA/WPA2-PSK. Settings] [WEP Settings] Toont de instelling voor WEP.
Pagina 281
09Y7-05R De poort configureren en wijzigen Gebruik de volgende procedure om de poort handmatig te configureren en te wijzigen. "De poortconfiguratie wijzigen" om de poortconfiguratie te wijzigen (afdrukprotocol). Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer [Eigenschappen] of [Eigenschappen van printer] in de keuzelijst.
Pagina 282
Selecteer het poorttype. (1) Selecteer [Canon MFNP Port] of [Standard TCP/IP Port]. (2) Klik op [Nieuwe poort]. De poort die automatisch het IP-adres van de printer kan detecteren. Zelfs als het IP-adres van de printer wijzigt, hoeft de poort niet te worden gewijzigd omdat een nieuw IP-adres automatisch wordt gedetecteerd als de printer en de computer op hetzelfde subnet zitten.
Pagina 283
"Het IP-adres van de printer controleren" of "Het MAC-adres van de printer controleren" wanneer u niet zeker bent van het IP-adres of het MAC-adres. 2. Klik op [Volgende]. 3. Klik op [Toevoegen]. 4. Klik op [Voltooien]. 5. Ga verder met stap 6. Bij het configureren van de Standard TCP/IP-poort 1.
Pagina 284
2. Voer het IP-adres of de naam van de printer in. (1) Voer het nieuwe IP-adres of de naam van de printer in. De op de DNS-server te registreren DNS-naam (maximaal 78 tekens) (2) Klik op [Volgende]. Als u niet zeker weet welke waarde bij [Printernaam of IP-adres] moet worden ingevoerd De waarde die moet worden ingevoerd, hangt af van de manier waarop het IP-adres van de printer is ingesteld.
Pagina 285
4. Ga verder met stap 6. Klik op [Sluiten]. Klik op [Toepassen]. Klik op [OK].
Pagina 286
OPMERKING Wanneer u de poortconfiguratie wijzigt (afdrukprotocol) "De poortconfiguratie wijzigen" Een overbodige poort verwijderen Selecteer op het tabblad [Poorten] de poort die u wilt verwijderen en klik op [Poort verwijderen].
Pagina 287
09Y7-05S De poortconfiguratie wijzigen Volg onderstaande procedure om de poortconfiguratie (afdrukprotocol) te wijzigen. Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer [Eigenschappen] of [Eigenschappen van printer] in de keuzelijst. Voer de volgende procedure uit.
Pagina 288
(1) Configureer de afdrukprotocolinstellingen. (2) Klik op [OK]. Voor de MFNP-poort [Protocoltype] Selecteer het afdrukprotocol (RAW of LPR). Voor het poortnummer in van het afdrukprotocol [Poortnummer] geconfigureerd op de printer. Voor Standaard TCP/IP-poort. Selecteer het afdrukprotocol (RAW of [Protocol] LPR). Voer in [Poortnummer] het poortnummer in [Raw-instellingen] voor RAW geconfigureerd op de printer.
Pagina 290
09Y7-05U Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving Als u de printer gebruikt in de afdrukserveromgeving, kunt u afdrukken vanaf andere computers (clients) die niet rechtstreeks met deze printer zijn verbonden. De computer die rechtstreeks op de printer is aangesloten, heet de "afdrukserver" en de computers die de printer gebruiken via de afdrukserver, worden "clients"...
Pagina 291
"Installatie vanuit de printermap" "Installeren vanuit [Windows Verkenner]" OPMERKING Aandachtspunten bij het downloaden en installeren van het printerstuurprogramma Als op de afdrukserver een 64-bits besturingssysteem wordt uitgevoerd, wordt vanwege een Windows-restrictie de downloadinstallatie niet ondersteund voor client-computers waarop een van de volgende 32-bits besturingssystemen is geïnstalleerd.
Pagina 292
09Y7-05W De afdrukserver configureren Controleer de instellingen van uw netwerkomgeving voordat u de afdrukserver configureert. "De instellingen van uw netwerk controleren" Open de printermap. "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Open het tabblad [Delen]. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer vervolgens [Delen] in de keuzelijst. 1.
Pagina 293
Klik op [Doorgaan] als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven. Installeer vervolgens het extra printerstuurprogramma aan de hand van de volgende procedure. Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software" in het cd-romstation van de computer en klik op [Extra stuurprogramma's]. Als Cd-rom installatie wordt weergegeven, klikt u op [Afsluiten]. OPMERKING Wanneer u een extra stuurprogramma bijwerkt (vervangend stuurprogramma) Voer de volgende procedure uit.
Pagina 294
(2) Klik op [OK]. Selecteer als volgt het extra stuurprogramma, afhankelijk van het besturingssysteem op de afdrukserver. Afdrukserver Te selecteren extra stuurprogramma 32-bits besturingssysteem Schakel het selectievakje [x64] in. 64-bits besturingssysteem Schakel het selectievakje [Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003] in voor de kolom [Versie].
Pagina 295
(1) Selecteer het INF-bestand. (2) Klik op [Openen]. Klik op [OK] om de installatie van het extra stuurprogramma te starten. Wacht enige tijd tot de pagina [Delen] automatisch opnieuw verschijnt. (Het kan langere tijd duren om het extra stuurprogramma te installeren.) Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Ja].
Pagina 296
[Status] of het printerpictogram wijzigt naar die van de gedeelde instellingen. BELANGRIJK De instellingen voor het delen van de printer uitschakelen U kunt de volgende procedure gebruiken om deze instellingen te wissen. Selecteer [Deze printer niet delen] op het tabblad [Delen]. Schakel het selectievakje [Deze printer delen] uit op het tabblad [Delen].
Pagina 297
09Y7-05X De instellingen van uw netwerk controleren Controleer aan de hand van de volgende procedure de instellingen van uw netwerkomgeving voordat u de afdrukserver configureert. Voer de volgende procedure uit. [Netwerkverbindingen]. [Netwerkverbindingen beheren]. [Adapterinstellingen wijzigen]. Selecteer [Configuratiescherm] in het menu Start, dubbelklik op [Netwerkcentrum] en klik vervolgens op [Netwerkverbindingen beheren].
Pagina 298
Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Ja] of op [Doorgaan]. Controleer of [Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken] is geselecteerd. (1) Controleer of het selectievakje [Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken] is ingeschakeld. (Als het selectievakje niet is ingeschakeld, schakelt u het in.) (2) Klik op [OK].
Pagina 299
09Y7-05Y Installatie op clients U kunt het printerstuurprogramma op twee manieren op een clientcomputer installeren: Via een lokale installatie of een downloadinstallatie. Lokale installatie U kunt het printerstuurprogramma installeren vanaf de meegeleverde cd-rom. Gelijktijdig wordt ook de e-Handleiding geïnstalleerd wanneer u "Eenvoudige installatie" kiest. "Eenvoudige installatie"...
Pagina 300
09Y7-060 Installatie vanuit de printermap De procedure voor het installeren van het printerstuurprogramma vanuit de printermap verschilt al naar gelang uw besturingssysteem. Raadpleeg de procedure voor uw besturingssysteem. Windows Vista, 7 en Server 2008 Windows XP en Server 2003 Windows Vista, 7 en Server 2008 Schakel de computer in en meld u aan bij Windows.
Pagina 301
Klik op [De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst]. Voer de volgende procedure uit. (1) Selecteer [Een gedeelde printer op naam selecteren]. (2) Klik op [Volgende]. Selecteer een gedeelde printer.
Pagina 302
(1) Selecteer een gedeelde printer op de afdrukserver. (2) Klik op [Selecteren]. OPMERKING Het netwerkpad rechtstreeks invoeren Geef het netwerkpad op als "\\naam afdrukserver (computernaam van afdrukserver)\printernaam." Klik op [Stuurprogramma installeren]. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Ja] of op [Doorgaan]. Klik op [Volgende].
Pagina 303
Klik op [Voltooien]. Als u een testpagina wilt afdrukken, klikt u op [Testpagina afdrukken]. Wanneer [Als standaardprinter instellen] wordt weergegeven, geeft u aan of u de printer als de standaardprinter wilt gebruiken. (Windows 7 en Server 2008 R2) Windows XP en Server 2003 Schakel de computer in en meld u aan bij Windows.
Pagina 304
Klik op [Volgende]. Selecteer een printertype. (1) Selecteer [Netwerkprinter of een printer die met een andere computer is verbonden]. (2) Klik op [Volgende]. Voer de volgende procedure uit. (1) Selecteer [Verbinden met deze printer]. (2) Klik op [Volgende].
Pagina 305
Selecteer een gedeelde printer. (1) Selecteer een gedeelde printer op de afdrukserver. (2) Klik op [Volgende]. Als het dialoogvenster [Verbinding maken met printer] wordt weergegeven Volg de aanwijzingen in het bericht. OPMERKING Het netwerkpad rechtstreeks invoeren Geef het netwerkpad op als "\\naam afdrukserver (computernaam van afdrukserver)\printernaam." Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, selecteert u of u deze printer wel of niet als standaardprinter wilt instellen.
Pagina 307
09Y7-061 Installeren vanuit [Windows Verkenner] Schakel de computer in en meld u aan bij Windows. Open [Windows Verkenner]. Voer de volgende procedure uit. (1) Selecteer de afdrukserver bij [Mijn netwerklocaties] of [Netwerk]. (2) Dubbelklik op het gedeelde-printerpictogram of sleep het pictogram naar de printermap. Volg de instructies op het scherm om het printerstuurprogramma te installeren.
Pagina 308
09Y7-062 De printer beheren Software voor het beheren van de printer Remote UI MF/LBP Network Setup Tool Afdrukopdrachten beheren De printerinstellingen controleren De "Gebruikergegevenslijst" afdrukken Informatie over systeemmanager opgeven Apparaatnaam en installatielocatie opgeven De tijdzone en zomer- en wintertijdinstellingen van de printer opgeven De systeeminstellingen initialiseren Initialiseren via de UI op afstand Initialiseren met de Reset-knop...
Pagina 309
09Y7-063 Software voor het beheren van de printer U kunt de printer beheren met de volgende software. Aangezien de items die u kunt beheren verschillen al naar gelang de software, gebruikt u de software op basis van uw omgeving of van het item dat u wilt beheren. : Kan worden beheerd : Kan niet worden beheerd : Kan deels worden beheerd...
Pagina 310
09Y7-064 Remote UI Met de Remote UI kunt u de printer beheren via een webbrowser. Software (Remote UI) voor het opzetten van de netwerkomgeving voor het afdrukken is mogelijk niet beschikbaar in de taal die op uw computer wordt gebruikt. Wij verzoeken u,als dat het geval is, de Engelse versie te gebruiken. <Kenmerken van de UI op afstand>...
Pagina 311
09Y7-065 De Remote UI starten U kunt de Remote UI op twee manieren starten. De Remote UI starten vanuit het printerstatusvenster De Remote UI rechtstreeks vanuit een webbrowser starten "Let op (Remote UI)" voordat u UI op afstand start. De Remote UI starten vanuit het printerstatusvenster Klik op [ ] in de taakbalk van Windows en selecteer de printernaam.
Pagina 312
Selecteer deze modus wanneer u aanmeldt als manager. [Management Met UI op afstand kunt u alle handelingen uitvoeren en alle instellingen opgeven. Mode] Wanneer u [Management Mode] selecteert, voer dan de PIN in. [System Als er geen PIN is opgegeven, hoeft u hier niets in te voeren. Manager PIN] "Informatie over systeemmanager opgeven"...
Pagina 313
Als de UI op afstand niet start Controleer het volgende. De printer en computer zijn juist met elkaar verbonden via een netwerk. De printer is ingeschakeld. Het IP-adres of ["hostnaam"."domeinnaam"] is correct ingevoerd. Log in op UI op afstand. (1) Selecteer de aanmeldmodus. (2) Klik op [Log In].
Pagina 314
09Y7-066 Let op (Remote UI) OPMERKING Wanneer u gebruikmaakt van communicatie met SSL-codering Om SSL-gecodeerde communicatie te gebruiken moet er een sleutel en certificaat zijn aangemaakt, en de sleutel moet zijn geregistreerd als de standaardsleutel. "De functie communicatie met SSL-codering instellen"...
Pagina 315
09Y7-067 Schermindeling van UI op afstand Portalpagina Het volgende scherm dat wordt getoond na aanmelding bij UI op afstand heet de "portalpagina". (1) Hiermee wordt de informatie in de huidige pagina bijgewerkt met de laatste informatie. (2) Het toont de huidige status van de printer en foutgegevens. Het toont een link naar de foutgegevens nadat een fout is opgetreden.
Pagina 316
(1) Toon de volgende pagina's. U kunt opdrachten annuleren en weergeven die op dit moment worden afgedrukt of Pagina [Job Status] in de wachtrij staan. "Afdrukopdrachten beheren" Toont de opdrachtgeschiedenis. Pagina [Job History] "Afdrukopdrachten beheren" Toont foutgegevens van de printer. Pagina [Error U kunt ook op de berichten klikken die op de portalpagina worden getoond Information]...
Pagina 317
(1) Toon de volgende pagina's. Pagina [Display Toont/wijzigt de informatie over de taalinstellingen van de UI op afstand. Settings] "De weergavetaal van de Remote UI wijzigen" Toont/wijzigt de informatie over de tijdszone en zomer- en wintertijdinstellingen van Pagina [Timer de printer. Settings] "De tijdzone en zomer- en wintertijdinstellingen van de printer opgeven"...
Pagina 318
09Y7-068 De supportlink weergeven of wijzigen Met UI op afstand kunt u de link opgeven naar de site met informatie over printerondersteuning, en u kunt zo nodig de pagina vanaf UI op afstand openen. Wanneer u bent aangemeld als Management Mode, kunt u de linkinstellingen wijzigen. De supportlink weergeven Start de UI op afstand en meld u aan.
Pagina 319
Klik op [Settings/Registration]. Open de pagina [Edit System Settings]. (1) Selecteer [System Settings]. (2) Klik op [Edit]. Wijzig de koppeling. (1) Voer de url van de link in [Support Link] in [Device Information].
Pagina 321
09Y7-069 De weergavetaal van de Remote UI wijzigen Wanneer u bent aangemeld als Management Mode, kunt u de taalinstelling wijzigen voor UI op afstand. Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten" Klik op [Settings/Registration].
Pagina 322
Wijzig de weergavetaal. (1) Selecteer een weergavetaal. (2) Klik op [OK].
Pagina 323
09Y7-06A MF/LBP Network Setup Tool U kunt de "MF/LBP Network Setup Tool" gebruiken om de netwerkinstellingen te initialiseren. <Onderdelen van de MF/LBP Network Setup Tool> Eenvoudig door de instelprocedures navigeren U kunt eenvoudig door de instelprocedures navigeren door de grafische weergave van de wizard te gebruiken. Geen installatie nodig "MF/LBP Network Setup Tool"...
Pagina 324
Windows Server 2003 Windows Server 2003 x64 Editions Windows Server 2008 (32-bits of 64-bits versie) Raadpleeg de website van Canon (http://www.canon.com/) voor meer informatie over de meest recente versie van de MF/LBP Network Setup Tool. Computer Een computer waarop een van de bovengenoemde besturingssystemen kan worden uitgevoerd...
Pagina 325
09Y7-06C Direct starten van de MF/LBP Network Setup Tool Schakel de computer in en meld u bij Windows aan als gebruiker met beheerdersrechten. Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software" in het cd-romstation van uw computer. Klik op [Extra softwareprogramma's]. Als het bovenstaande venster niet wordt weergegeven "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows"...
Pagina 327
09Y7-06E Afdrukopdrachten beheren Met de UI op afstand kunt u opdrachten controleren/annuleren die op dit moment worden afgedrukt of in de wachtrij staan, of u kunt de afdruklogbestanden controleren. U kunt afdrukopdrachten ook annuleren op een andere manier dan met UI op afstand. "Een taak annuleren"...
Pagina 328
Om een opdracht te annuleren, klik op [Cancel] voor de opdracht die u wilt annuleren. Als u een opdracht niet kunt annuleren U kunt geen opdracht annuleren waarvan de pagina's al worden afgedrukt. Afdruklogbestanden controleren Start de UI op afstand en meld u aan. "De Remote UI starten"...
Pagina 329
Klik op [Status Monitor/Cancel]. Selecteer [Job History]. OPMERKING Logboeken Er kunnen maximaal 50 opdrachten worden weergegeven. Wanneer het aantal opdrachten groter is dan 50, worden de logboekvermeldingen van de afdruktaken automatisch verwijderd, te beginnen met de oudste opdracht.
Pagina 330
09Y7-06F De printerinstellingen controleren U kunt de printerstatus, de netwerkinstellingen, en dergelijke controleren door een statusafdruk te maken. Status afdrukken is ontworpen om te worden afgedrukt op A4-papier. Gebruik alleen A4-papier. U kunt de netwerkinstellingen en dergelijke ook controleren met de volgende procedure. De "Gebruikergegevenslijst"...
Pagina 331
Als de statusafdruk niet wordt afgedrukt "Er kan niet worden afgedrukt (USB-verbinding)" "Er kan niet worden afgedrukt (bekabelde LAN-verbinding)" "Er kan niet worden afgedrukt (draadloze LAN-verbinding) (alleen LBP7110Cw)" "Er kan niet worden afgedrukt (via de afdrukserver)"...
Pagina 332
09Y7-06H De "Gebruikergegevenslijst" afdrukken U kunt de netwerkinstellingen enzovoort controleren door de "Gebruikergegevenslijst" af te drukken. De "Gebruikergegevenslijst" is ontworpen om te worden afgedrukt op A4-papier. Gebruik alleen A4-papier. Plaats A4-papier in de papierlade. "Papier plaatsen" Controleer of de indicatielampjes op de printer als volgt zijn. Het indicatielampje (Opdracht) is uit.
Pagina 333
09Y7-06J Informatie over systeemmanager opgeven Geef informatie op over de manager van de printer en het wachtwoord (PIN) van de manager. Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten" Klik op [Settings/Registration]. Open de pagina [Edit System Settings].
Pagina 334
Geef de informatie op over de systeemmanager. (1) Geef informatie op over de manager van de printer en het wachtwoord (PIN) van de manager. (2) Klik op [OK]. [Set/Change PIN] Schakel dit keuzevakje in om een PIN op te geven. [PIN] Voer de gewenste nieuwe PIN in.
Pagina 335
OPMERKING PIN instellen U kunt tot maximaal 7 cijfers invoeren. Wanneer u minder dan 7 cijfers invoert <Voorbeeld>: Wanneer u een getal invoert dat begint met "0" <Voorbeeld>: U kunt geen PIN registreren dat bestaat uit een reeks met nullen, zoals "00".
Pagina 336
09Y7-06K Apparaatnaam en installatielocatie opgeven Geef de printernaam, installatielocatie enzovoort op. Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten" Klik op [Settings/Registration]. Open de pagina [Edit System Settings]. (1) Selecteer [System Settings]. (2) Klik op [Edit].
Pagina 337
Geef de apparaatgegevens op. (1) Geef de printernaam, installatielocatie enzovoort op. (2) Klik op [OK]. [Device Name] Voer de printernaam in. [Location] Voer de installatielocatie van de printer in. Voer de URL in van de supportlink. Raadpleeg "De supportlink weergeven of wijzigen"...
Pagina 339
09Y7-06L De tijdzone en zomer- en wintertijdinstellingen van de printer opgeven Geef de tijdszone op van de regio waar de printer wordt gebruikt en of zomer- en wintertijd moet worden gebruikt. De standaardtijd voor elke regio wordt getoond als het tijdsverschil (tot maximaal ±12 uur) van de gecoördineerde wereldtijd (UTC).
Pagina 340
Geef de tijdszone en zomer- en wintertijdinstellingen op. (1) Geef de tijdszone op van de regio waar de printer wordt gebruikt en of zomer- en wintertijd moet worden gebruikt. (2) Klik op [OK]. Selecteer de tijdszone van de regio waar de printer wordt gebruikt. [Time Zone Voor de tijdszone, selecteer het tijdsverschil met de gecoördineerde wereldwijd (UTC).
Pagina 341
09Y7-06R De systeeminstellingen initialiseren Met de UI op afstand of de reset- knop kunt u de volgende instelinformatie initialiseren (terugzetten naar standaardwaarden). Informatie over de systeemmanager Device Information Beveiligingsinstellingen Netwerkinstellingen Als u de reset-knop gebruikt, wordt [System Manager] niet geïnitialiseerd. Als u de reset-knop gebruikt, worden [Device Name] en [Location] niet geïnitialiseerd.
Pagina 342
09Y7-06S Initialiseren via de UI op afstand U kunt de volgende instelinformatie individueel of in zijn geheel initialiseren (terugzetten naar standaardwaarden). Informatie over de systeemmanager Apparaatgegevens Beveiligingsinstellingen Netwerkinstellingen Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten"...
Pagina 343
Initialiseer de systeeminstellingen. (1) Selecteer de instelinformatie om te initialiseren. (2) Klik op [Initialize]. Door op [OK] te klikken wordt de geselecteerde instelinformatie geïnitialiseerd.
Pagina 344
Start de printer opnieuw op na het initialiseren van de netwerkinstellingen. Schakel de printer uit, zorg ervoor dat het voedingslampje uit is, wacht 10 seconden of langer en schakel de printer weer Nadat de printer opnieuw is opgestart, is de initialisatie voltooid.
Pagina 345
09Y7-06U Initialiseren met de Reset-knop U kunt de volgende instelinformatie in één keer initialiseren (terugzetten naar standaardwaarden). Informatie over de systeemmanager Device Information Beveiligingsinstellingen Netwerkinstellingen [System Manager] wordt niet geïnitialiseerd. [Device Name] en [Location] worden niet geïnitialiseerd. Schakel de printer uit. Controleer dat de netvoeding is uitgeschakeld.
Pagina 346
09Y7-06W Beveiligingsinstellingen Gebruikers beperken die mogen afdrukken en instellingen opgeven Apparaten beheren/monitoren met SNMP (SNMP-instellingen) Sleutels en certificaten/CA-certificaten opgeven Sleutels en certificaten creëren Sleutels en certificaten/CA-certificaten installeren Sleutels en certificaten/CA-certificaten controleren Sleutels en certificaten/CA-certificaten verwijderen De functie communicatie met SSL-codering instellen IEEE 802.1X-verificatie instellen...
Pagina 347
09Y7-06X Gebruikers beperken die mogen afdrukken en instellingen opgeven U kunt gebruikers op basis van IP-adressen en MAC-adressen beperken om te mogen afdrukken en instellingen opgeven (gebruikers die data mogen versturen/ontvangen). Beperking op basis van IP-adressen Beperking op basis van MAC-adressen OPMERKING Als niet-geautoriseerde gebruikers proberen af te drukken In het Printerstatusvenster verschijnt de melding <Netwerkcommunicatiefout>.
Pagina 348
Klik op [Edit] voor het filter dat u wilt instellen. [IPv4 Address: TX Filter] Beperkt de gegevensoverdracht van de printer op basis van de opgegeven IPv4-adressen. [IPv4 Address: RX Filter] Beperkt de gegevensontvangst naar de printer op basis van de opgegeven IPv4-adressen. [IPv6 Address: TX Filter] Beperkt de gegevensverzending van de printer op basis van de opgegeven IPv6-adressen.
Pagina 349
Selecteer [Default Policy]. Beperkt dataverzending of dataontvangst van IP-adressen anders dan degene gespecificeerd in [Exception Addresses]. [Reject] (Alleen de IP-adressen gespecificeerd in [Exception Addresses] zijn beschikbaar voor verzending of ontvangst.) Staat dataverzending of dataontvangst toe van IP-adressen anders dan degene gespecificeerd in [Exception Addresses].
Pagina 350
(2) Klik op [Add]. <Methode om IPv4-adressen in te voeren> Specificatiemethode Invoermethode Invoervoorbeeld Eén adres Voer het IP-adres in, met de getallen gescheiden door punten (.). 192.168.0.10 Om IP-adressen in te voeren van opeenvolgende getallen, plaatst u een streepje (-) tussen het adres met het laagste getal en dat met het hoogste getal.
Pagina 351
streep (/) tussen het voorvoegseladres en de voorvoegsellengte. Deze instelling specificeert het voorvoegsel dat moeten worden Voorvoegseladres fe80::10/64 uitgezonderd. Deze instelling is handig wanneer u een reeks adressen met hetzelfde voorvoegsel gelijktijdig wilt opgeven. Er kunnen maximaal 16 adressen (of 16 bereiken of adressen) worden opgegeven voor een combinatie van een enkel adres, meerdere adressen en voorvoegseladres.
Pagina 352
Start de computer opnieuw. Schakel de printer uit, zorg ervoor dat het voedingslampje uit is, wacht 10 seconden of langer en schakel de printer weer Nadat de printer is opgestart, worden de instellingen actief. Beperking op basis van MAC-adressen Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten"...
Pagina 353
Open de pagina [MAC Address Filter]. (1) Selecteer [Security Settings]. (2) Klik op [MAC Address Filter]. Klik op [Edit] voor het filter dat u wilt instellen.
Pagina 354
[TX Filter] Beperkt dataverzending vanaf de printer. [RX Filter] Beperkt dataontvangst naar de printer. (Hierna volgt als voorbeeld de procedure voor het venster [TX Filter].) Schakel het keuzevakje [Use Filter] in. Selecteer [Default Policy].
Pagina 355
Beperkt dataverzending of dataontvangst van MAC-adressen anders dan degene gespecificeerd in [Exception Addresses]. [Reject] (Alleen de MAC-adressen gespecificeerd in [Exception Addresses] zijn beschikbaar voor verzending of ontvangst.) Staat dataverzending of dataontvangst toe van MAC-adressen anders dan degene gespecificeerd in [Exception Addresses]. [Allow] (Alleen de MAC-adressen gespecificeerd in [Exception Addresses] zijn beperkt.) BELANGRIJK...
Pagina 356
OPMERKING Wanneer u een ingesteld MAC-adres verwijdert (1) Selecteer een MAC-adres dat u wilt verwijderen. (2) Klik op [Delete]. Klik op [OK].
Pagina 357
Start de computer opnieuw. Schakel de printer uit, zorg ervoor dat het voedingslampje uit is, wacht 10 seconden of langer en schakel de printer weer Nadat de printer is opgestart, worden de instellingen actief.
Pagina 358
09Y7-06Y Apparaten beheren/monitoren met SNMP (SNMP-instellingen) U kunt de printer monitoren en beheren met SNMP-ondersteuningsapparaten zoals computers die met netwerken zijn verbonden. Deze printer ondersteunt SNMPv1 en SNMPv3 met verbeterde beveiligings- en autorisatieonderdelen. Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten"...
Pagina 359
Klik op [Edit]. Configureer het SNMPv1-protocol.
Pagina 360
[Use SNMPv1] Schakel het keuzevakje in om het SNMPv1-protocol te gebruiken. [Community Geef een community-naam op voor SNMPv1. U kunt maximaal 32 single-byte alfanumerieke Name 1] tekens invoeren. De standaardwaarde is [public]. Geef de MIB-toegangsautorisatie op voor [Community Name 1]. Wanneer zowel lezen als schrijven is toegestaan kunt u de printer vanaf een computer op het netwerk benaderen en instellingen wijzigen.
Pagina 361
[Use SNMPv3] Schakel het keuzevakje in om het SNMPv3-protocol te gebruiken. [User Settings 1]/[User Settings 2]/[User Settings 3] Schakel het keuzevakje in om gebruikersinformatie te registreren/bewerken of geregistreerde [Enable User] gebruikersinformatie in te schakelen. Voer de gebruikersnaam in die u wilt gebruiken voor het SNMPv3-protocol. U kunt maximaal [User Name] 32 single-byte alfanumerieke tekens invoeren.
Pagina 362
[Authentication SHA1 wordt gebruikt. Algorithm] Het autorisatiewachtwoord opgeven of wijzigen Schakel het keuzevakje [Set/Change Password] in en voer het wachtwoord in voor [Authentication Password] en [Confirm]. U kunt 6 tot 16 single-byte alfanumerieke tekens invoeren. Selecteer het coderingsalgoritme. [DES] DES wordt gebruikt. [AES] [Encryption AES wordt gebruikt.
Pagina 363
Start de computer opnieuw. Schakel de printer uit, zorg ervoor dat het voedingslampje uit is, wacht 10 seconden of langer en schakel de printer weer Nadat de printer is opgestart, worden de instellingen actief.
Pagina 364
09Y7-070 Sleutels en certificaten/CA-certificaten opgeven U dient sleutels en certificaten te registreren om SSL-gecodeerde communicatie te kunnen gebruiken. U dient sleutels en certificaten of CA-certificaten te registreren om IEEE 802.1x-verificatie te kunnen uitvoeren. De procedure voor het registreren van sleutels en certificaten/CA-certificaten varieert afhankelijk van uw systeemomgeving. Raadpleeg de registratieprocedure van uw omgeving.
Pagina 365
09Y7-071 Sleutels en certificaten creëren Creëer een sleutel en servercertificaat (zelf-ondertekend certificaat) op de printer. Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten" Klik op [Settings/Registration]. Open de pagina [Key and Certificate Settings]. (1) Selecteer [Security Settings].
Pagina 366
Klik op [Generate Key]. Geef de sleutel op die moet worden gecreëerd.
Pagina 367
Voer de naam in van de coderingssleutel. U kunt maximaal 24 single-byte alfanumerieke [Key Name] tekens invoeren. [Signature Algorithm] Selecteer het handtekeningalgoritme. [Key Algorithm] Selecteer het sleutelalgoritme. OPMERKING Over het sleutelgeneratiealgoritme RSA is het algoritme voor het creëren van een nieuwe sleutel op deze printer. Over de sleutellengte Hoe langer de sleutel is, des te moeilijker het is de gecodeerde sleutel te decoderen.
Pagina 368
Geef de datum op waarop de geldigheid van het certificaat start. Voer de datum in (1 januari [Validity Start Date] 2000 tot 31 december 2037). Geef de datum op waarop de geldigheid van het certificaat eindigt. Voer de datum in (1 januari [Validity End Date] 2000 tot 31 december 2037).
Pagina 369
09Y7-072 Sleutels en certificaten/CA-certificaten installeren Installeer de sleutels en certificaten (PKCS#12-formaat) of CA-certificaten (X.509-formaat) op de printer die zijn opgeslagen op de computer. Standaard is er een CA-certificaat vooraf geïnstalleerd op de printer. Sleutels en certificaten installeren CA-certificaten installeren Sleutels en certificaten installeren Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode.
Pagina 370
Klik op [Register Key and Certificate]. Klik op [Install].
Pagina 371
BELANGRIJK Over het aantal sleutel- en certificaatbestanden dat kan worden geïnstalleerd U kunt slechts één bestand installeren. Als er al een sleutel- en certificaatbestand is geïnstalleerd, klik op [Delete] en verwijder het geïnstalleerde bestand. Klik op [Browse] en selecteer het sleutel- en certificaatbestand dat u wilt installeren. Klik op [Start Installation].
Pagina 372
Klik op [Register]. Voer het private key-wachtwoord in van het geïnstalleerde sleutel- en certificaatbestand. (1) Voer [Key Name] en [Password] in. U kunt maximaal 24 alfanumerieke tekens invoeren. (2) Klik op [OK].
Pagina 373
CA-certificaten installeren Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten" Klik op [Settings/Registration]. Open de pagina [CA Certificate Settings].
Pagina 374
(1) Selecteer [Security Settings]. (2) Klik op [CA Certificate Settings]. Klik op [Register CA Certificate]. Klik op [Install].
Pagina 375
BELANGRIJK Over het aantal CA-certificaatbestanden dat kan worden geïnstalleerd U kunt slechts één bestand installeren. Als er al een CA-certificaatbestand is geïnstalleerd, klik op [Delete] en verwijder het geïnstalleerde bestand. Klik op [Browse] en selecteer het CA-certificaatbestand dat u wilt installeren. Klik op [Start Installation].
Pagina 377
09Y7-073 Sleutels en certificaten/CA-certificaten controleren U kunt de inhoud van de sleutels en certificaten of CA-certificaten controleren en verifiëren of het certificaat correct is geregistreerd. Sleutels en certificaten controleren CA-certificaten controleren Sleutels en certificaten controleren Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten"...
Pagina 378
Klik op [ ] (Certificate) voor de sleutel die u wilt controleren. Voor het verifiëren van het certificaat, klik op [Certificate Verification].
Pagina 379
Controleer het verificatieresultaat en klik vervolgens op [Back to Certificate Details]. CA-certificaten controleren Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten" Klik op [Settings/Registration].
Pagina 380
Open de pagina [CA Certificate Settings]. (1) Selecteer [Security Settings]. (2) Klik op [CA Certificate Settings]. Klik op [ ] (certificaat) van het CA-certificaat dat u wilt controleren.
Pagina 381
Voor het verifiëren van het certificaat, klik op [Certificate Verification]. Controleer het verificatieresultaat en klik vervolgens op [Back to Certificate Details].
Pagina 383
09Y7-074 Sleutels en certificaten/CA-certificaten verwijderen Verwijder gecreëerde of geïnstalleerde (geregistreerde) sleutels en certificaten/CA-certificaten. Sleutels en certificaten verwijderen CA-certificaten verwijderen OPMERKING Initialisatie van sleutels en certificaten/CA-certificaten U kunt sleutels en certificaten alsook CA-certificaten terugzetten naar de standaardwaarde. "Sleutels en certificaten/CA-certificaten initialiseren" Sleutels en certificaten verwijderen Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode.
Pagina 384
Klik op [Delete] voor de sleutel en het certificaat dat u wilt verwijderen. [Delete] wordt niet getoond. [Delete] wordt niet getoond voor sleutels en certificaten waarvoor gecodeerde SSL-communicatie of IEEE 802.1X- verificatie wordt gebruikt. Klik op [OK] om de sleutel en certificaat te verwijderen.
Pagina 385
CA-certificaten verwijderen Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten" Klik op [Settings/Registration]. Open de pagina [CA Certificate Settings]. (1) Selecteer [Security Settings]. (2) Klik op [CA Certificate Settings].
Pagina 386
Klik op [Delete] voor het CA-certificaat dat u wilt verwijderen. [Delete] wordt niet getoond. [Delete] wordt niet getoond voor CA-certificaten waarvoor IEEE 802.1X-verificatie wordt gebruikt. Klik op [OK] om het CA-certificaat te verwijderen.
Pagina 387
09Y7-075 Sleutels en certificaten/CA-certificaten initialiseren Zet sleutel en certificaat/CA-certificaat terug naar de standaardwaarden. Sleutel en certificaat Geen (alles is verwijderd) CA-certificaat 1 (CA-certificaat standaard vooraf geïnstalleerd) BELANGRIJK Communicatie met SSL-codering en IEEE 802.1x-verificatie na initialisatie Het initialiseren van sleutel en certificaat/CA-certificaat zet de volgende items terug naar uit. [Security Settings] - [Remote UI Settings] - [Use SSL] [Network Settings] - [IEEE 802.1X Settings] - [Use IEEE 802.1X] Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode.
Pagina 388
Klik op [Initialize]. Klik op [OK] om sleutel en certificaat/CA-certificaat te initialiseren.
Pagina 389
09Y7-076 De functie communicatie met SSL-codering instellen Geef de instellingen op om de functie voor communicatie met SSL-codering te gebruiken met deze printer. "Let op (SSL versleutelde communicatiefunctie)" voordat u de instellingen opgeeft. Sleutels en certificaten selecteren De functie voor communicatie met SSL-codering inschakelen Sleutels en certificaten selecteren Selecteer de sleutel en het certificaat dat moet worden gebruikt voor communicatie met SSL-codering.
Pagina 390
Klik op [Key and Certificate] in [SSL Settings]. Geef sleutel en certificaat op dat moet worden gebruikt communicatie met SSL-codering. (1) Selecteer de te gebruiken sleutel uit de lijst met geregistreerde sleutels en certificaten. Klikt u op [ ] (Certificate), dan kunt u gedetailleerde informatie over certificaten controleren en verifiëren. "Sleutels en certificaten/CA-certificaten controleren"...
Pagina 391
De functie voor communicatie met SSL-codering inschakelen Geef de instellingen op om de te gebruiken functie voor communicatie met SSL-codering in te schakelen, bijvoorbeeld wanneer u UI op afstand gebruikt. Open de pagina [Remote UI Settings]. (1) Selecteer [Security Settings]. (2) Klik op [Remote UI Settings].
Pagina 392
Schakel de functie communicatie met SSL-codering in. (1) Schakel het keuzevakje [Use SSL] in. Maakt u het keuzevakje leeg, dan wordt de functie communicatie met SSL-codering uitgeschakeld. (2) Klik op [OK]. Start de computer opnieuw. Schakel de printer uit, zorg ervoor dat het voedingslampje uit is, wacht 10 seconden of langer en schakel de printer weer Nadat de printer is opgestart, worden de instellingen actief.
Pagina 394
09Y7-077 Let op (SSL versleutelde communicatiefunctie) BELANGRIJK Bij gebruik van de functie SSL versleutelde communicatie Geef de tijdinformatie op voor de printer. U kunt de tijdinformatie op een van de volgende manieren krijgen. De printer informeren over de tijdinformatie bij gebruik van de NTP-server (Bij opgave van SNTP) "Overige protocolinstellingen"...
Pagina 395
09Y7-078 IEEE 802.1X-verificatie instellen Geef de verscheidene protocollen (TLS, TTLS, of PEAP) op voor IEEE 802.1X-verificatie. "Attentie (IEEE 802.1X-verificatie)" voordat u de instellingen opgeeft. TLS-verificatie-informatie instellen Gegevens voor TTLS/PEAP-verificatie instellen TLS-verificatie-informatie instellen Geef de verificatie-informatie op om TLS te gebruiken tijdens IEEE 802.1X-verificatie. BELANGRIJK TLS-verificatie specificeren U dient de sleutels en hun certificaten of CA-certificaten op te geven voor gebruik bij verificatie.
Pagina 396
(2) Klik op [IEEE 802.1X Settings]. Klik op [Edit]. Schakel het keuzevakje [Use IEEE 802.1X] in.
Pagina 397
Voer een aanmeldnaam in. Schakel het keuzevakje [Use TLS] in.
Pagina 398
Klik op [Key and Certificate]. Geef de sleutels en certificaten op voor gebruik bij verificatie. (1) Selecteer de te gebruiken sleutel uit de lijst met geregistreerde sleutels en certificaten. Klikt u op [ ] (Certificate), dan kunt u gedetailleerde informatie over certificaten controleren en verifiëren. "Sleutels en certificaten/CA-certificaten controleren"...
Pagina 399
Klik op [OK]. Start de computer opnieuw. Schakel de printer uit, zorg ervoor dat het voedingslampje uit is, wacht 10 seconden of langer en schakel de printer weer Nadat de printer is opgestart, worden de instellingen actief.
Pagina 400
Gegevens voor TTLS/PEAP-verificatie instellen Voer de verificatiegegevens in om TTLS of PEAP te gebruiken tijdens IEEE 802.1X-verificatie. BELANGRIJK TTLS/PEAP-verificatie specificeren U dient de functie communicatie met SSL-codering op te geven. "De functie communicatie met SSL-codering instellen" Start de UI op afstand en meld u aan als Management Mode. "De Remote UI starten"...
Pagina 401
Klik op [Edit]. Schakel het keuzevakje [Use IEEE 802.1X] in.
Pagina 402
Voer een aanmeldnaam in. Schakel het keuzevakje [Use TTLS] of [Use PEAP] in. Om TTLS te gebruiken selecteert u het TTLS interne protocol ([MSCHAPv2] of [PAP]).
Pagina 403
Klik op [Change User Name/Password]. Schakel keuzevakje [Use Login Name as User Name] in, om de aanmeldnaam te gebruiken die is opgegeven bij de gebruikersnaam in stap 6. Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord op. (1) Voer een gebruikersnaam en een wachtwoord in. (2) Klik op [OK].
Pagina 404
[User Name] Voer een gebruikersnaam in. U kunt maximaal 24 single-byte alfanumerieke tekens invoeren. [Change Password] Schakel dit keuzevakje in wanneer u het wachtwoord wijzigt. [Password] Voer een wachtwoord in. U kunt maximaal 24 single-byte alfanumerieke tekens invoeren. [Confirm] Om het [Password] te bevestigen dat werd ingevoerd, voert u dit nogmaals in. Klik op [OK].
Pagina 406
09Y7-079 Attentie (IEEE 802.1X-verificatie) BELANGRIJK Voorwaarden om IEEE 802.1X-verificatie te gebruiken Voor deze printer is IEEE 802.1X-verificatie alleen beschikbaar in draadloze LAN-omgevingen. Om IEEE 802.1X-verificatie te gebruiken hebt u een verificatieserver (RADIUS-server) nodig. Bij gebruik van IEEE 802.1X-verificatie Geef de tijdinformatie op voor de printer. U kunt de tijdinformatie op een van de volgende manieren krijgen.
Pagina 407
09Y7-07A Problemen oplossen Problemen met de printereenheid Er kan niet worden afgedrukt De printer pauzeert tijdens het afdrukken en vervolgens wordt het afdrukken herhaaldelijk gestart en weer gestopt U kunt de printer niet inschakelen Alle indicatielampjes van de netwerkinterface zijn uit Problemen met het stuurprogramma U kunt het printerstuurprogramma niet installeren U kunt het printerstuurprogramma niet verwijderen...
Pagina 408
09Y7-07C Er kan niet worden afgedrukt Welke oplossing van toepassing is wanneer er niet kan worden afgedrukt, is afhankelijk van uw omgeving. Gebruik de oplossing die voor uw omgeving van toepassing is. Als u de printer gebruikt via een directe verbinding Als de printer is aangesloten met USB "Er kan niet worden afgedrukt (USB-...
Pagina 409
09Y7-07E Er kan niet worden afgedrukt (USB-verbinding) Als u niet kunt afdrukken wanneer de printer via een USB-kabel op de computer is aangesloten, controleert u het probleem aan de hand van de onderstaande vragen. <Vraag 1> Is de printer ingeschakeld? (Staat de stroomschakelaar aan?) Naar <Vraag 2>...
Pagina 410
Probeer het volgende. Als u een hub gebruikt, sluit u de printer rechtstreeks aan op de computer. Als u een lange USB-kabel gebruikt, vervangt u die door een korte kabel. Aangesloten Als u over een andere USB-kabel beschikt, gebruikt u die. Als er nog steeds niet wordt afgedrukt, ga dan verder naar <Vraag 4>.
Pagina 411
Werkt de printer nog steeds niet, ga dan verder naar <Vraag 9>. <Vraag 9> Verwijder het USB-stuurprogramma en installeer het printerstuurprogramma opnieuw. "Het USB-stuurprogramma verwijderen" "Het printerstuurprogramma verwijderen" "Het printerstuurprogramma installeren" Werkt de printer nog steeds niet, neem dan contact op met uw bevoegde Canon-dealer.
Pagina 412
09Y7-07F Er kan niet worden afgedrukt (bekabelde LAN-verbinding) Als u niet kunt afdrukken wanneer de printer via een bekabelde LAN-kabel op de computer is aangesloten, controleert u het probleem aan de hand van de onderstaande vragen. <Vraag 1> Is de printer ingeschakeld? (Staat de stroomschakelaar aan?) Naar <Vraag 2>...
Pagina 413
De printer is aangesloten via draadloos LAN. Ga over op een bekabelde LAN-verbinding. "Overschakelen tussen draadloos LAN en bekabelde LAN voor de verbinding (alleen LBP7110Cw)" Naar <Vraag 4> <Vraag 4> Kan de computer verbinding maken met het internet? Kan verbinding maken Naar <Vraag 5>...
Pagina 414
Aangesloten Naar <Vraag 6> Sluit de kabel goed aan. Niet aangesloten "De printer en computer aansluiten" <Vraag 6> Controleer de indicatielampjes op de netwerkinterface. Het indicatielampje ACT brandt. Naar <Vraag 7> Het indicatielampje LNK brandt. "Alle indicatielampjes van de netwerkinterface zijn uit" Alle indicatielampjes zijn uit.
Pagina 415
"Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Ingesteld Naar <Vraag 9> Stel het IP-adres goed in. Niet ingesteld "De verbindingsinstellingen opgeven" <Vraag 9> Is de te gebruiken poort juist geselecteerd? "Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" Geselecteerd Naar <Vraag 10> Niet geselecteerd Selecteer de juiste poort. De poort die moet worden gebruikt Maak een poort.
Pagina 416
Werkt de printer nog steeds niet, ga dan verder naar <Vraag 13>. <Vraag 13> Kunt u afdrukken vanaf een andere computer (netwerkverbinding)? Wordt afgedrukt Schakel alle residente software uit, met inbegrip van beveiligingssoftware. Wordt niet afgedrukt Neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer.
Pagina 417
09Y7-07H Er kan niet worden afgedrukt (draadloze LAN-verbinding) (alleen LBP7110Cw) Als u niet kunt afdrukken wanneer de printer via een draadloze LAN-verbinding op de computer is aangesloten, controleert u het probleem aan de hand van de onderstaande vragen. <Vraag 1> Is de printer ingeschakeld? (Staat de stroomschakelaar aan?) Naar <Vraag 2>...
Pagina 418
<Vraag 3> Is het (WiFi) indicatielampje op de printer ingeschakeld? Naar <Vraag 4> De printer is niet aangesloten via een draadloze LAN-verbinding. Ga over op een draadloze LAN-verbinding. "Overschakelen tussen draadloos LAN en bekabelde LAN voor de verbinding (alleen LBP7110Cw)" <Vraag 4>...
Pagina 419
Naar <Vraag 6> Verplaats naar een locatie dat voldoet aan deze voorwaarden. <Vraag 6> Controleer de verbindingsstatus (signaalsterkte) van het draadloos LAN. Controleer de verbindingsstatus (signaalsterkte) met [Wireless LAN Status] in de "gebruikergegevenslijst". "De "Gebruikergegevenslijst" afdrukken" [Very Good] : Zeer goede signaalsterkte [Good] : Goede signaalsterkte [Normal]...
Pagina 420
"Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows" en controleer de SSID van de computer. Naar <Vraag 8> Geef opnieuw de instellingen op van draadloze LAN-verbinding. "De verbindingsinstellingen opgeven" Houd rekening met de volgende punten wanneer u de instellingen opnieuw invoert. Selecteer [Eenvoudige setup] en [Het toegangspunt van mijn draadloos LAN beschikt niet over een WPS-knop of ik kan de knop niet vinden], en wijzig de instellingen.
Pagina 421
Werkt de printer nog steeds niet, ga dan verder naar <Vraag 13>. <Vraag 13> Kunt u afdrukken vanaf een andere computer (netwerkverbinding)? Wordt afgedrukt Schakel alle residente software uit, met inbegrip van beveiligingssoftware. Wordt niet afgedrukt Neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer.
Pagina 422
09Y7-07J Er kan niet worden afgedrukt (via de afdrukserver) Als u niet kunt afdrukken wanneer de printer wordt gebruikt via de afdrukserver, controleert u het probleem aan de hand van de onderstaande vragen. <Vraag 1> Is de printer ingeschakeld? (Staat de stroomschakelaar aan?) Naar <Vraag 2>...
Pagina 423
Aangesloten Naar <Vraag 4> Sluit de kabel goed aan. Niet aangesloten "De printer en computer aansluiten" <Vraag 4> Kan uw computer verbinding maken met de afdrukserver of de gedeelde printer? Kan verbinding maken Naar <Vraag 5> "De afdrukserver waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet gevonden"...
Pagina 424
Werkt de printer nog steeds niet, ga dan verder naar <Vraag 9>. <Vraag 9> Kan een andere client wel afdrukken? Wordt afgedrukt Schakel alle residente software uit, met inbegrip van beveiligingssoftware. Wordt niet afgedrukt Neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer.
Pagina 425
09Y7-07K De afdrukserver waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet gevonden Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De afdrukserver en clientcomputer zijn niet goed aangesloten. Oplossing Sluit de afdrukserver en de clientcomputer goed aan. <Oorzaak 2>...
Pagina 426
09Y7-07L Er is geen toegang tot de gedeelde printer Voer een van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De gebruiker van de gewenste computer is niet geregistreerd of er is geen wachtwoord opgegeven. Registreer de gebruiker van de te gebruiken computer of specificeer het wachtwoord op de afdrukserver. Oplossing Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
Pagina 427
09Y7-07R De printer pauzeert tijdens het afdrukken en vervolgens wordt het afdrukken herhaaldelijk gestart en weer gestopt Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak>Als de printer voor langere tijd wordt gebruikt, neemt de binnentemperatuur van de printer toe waardoor er een beveiligingsmechanisme in werking treedt dat het afdrukken tijdelijk stop zet.
Pagina 428
09Y7-07S U kunt de printer niet inschakelen Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Het netsnoer is niet op de wandcontactdoos aangesloten. Oplossing Sluit de stekker van het netsnoer aan op een wandcontactdoos. <Oorzaak 2> De printer is aangesloten op een verlengsnoer of op een meervoudige stekkerdoos.
Pagina 429
<Oorzaak 5> De hardware van de printer bevindt zich in een abnormale staat. Oplossing Neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer om service aan te vragen. <Oorzaak 6> Als de printer is aangesloten via draadloze LAN (alleen LBP7110Cw) Ga over op een bekabelde LAN-verbinding.
Pagina 430
09Y7-07W U kunt het printerstuurprogramma niet installeren Als er zich een probleem voordoet tijdens de installatie Selecteer in de volgende lijst het probleem dat zich tijdens de installatie voordoet. USB-verbinding "De printer wordt niet automatisch herkend" Netwerkverbinding "Er kan niet naar de printer worden gezocht" Verbinding via de afdrukserver "De afdrukserver waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet gevonden"...
Pagina 431
09Y7-07X De printer wordt niet automatisch herkend Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De printer is niet ingeschakeld. Oplossing Schakel de printer in. <Oorzaak 2> De USB-kabel is niet goed aangesloten. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de printer en de computer. Oplossing "De printer en computer aansluiten"...
Pagina 432
09Y7-07Y Er kan niet naar de printer worden gezocht Als niet naar de printer kan worden gezocht (en er geen apparaten worden weergegeven in [Lijst met printers]) ten tijde van installatie, voert u de volgende procedure uit. Controleer of de printer en computer goed zijn aangesloten en of de printer is ingeschakeld. "De printer en computer aansluiten"...
Pagina 433
3. Klik op [Volgende]. 4. Handmatig een poort opgeven met [Poort]. "Venster [Printerinformatie]"...
Pagina 434
09Y7-080 U kunt het printerstuurprogramma niet verwijderen Voer de volgende procedure uit. Start het verwijderprogramma rechtstreeks vanaf de meegeleverde cd-rom en verwijder het printerstuurprogramma. Oplossing 1 "Het verwijderprogramma starten vanaf de cd-rom" "Het printerstuurprogramma verwijderen" Oplossing 2 Verwijder het USB-stuurprogramma. "Het USB-stuurprogramma verwijderen"...
Pagina 435
09Y7-081 Het verwijderprogramma starten vanaf de cd-rom Plaats de meegeleverde cd-rom "User Software" in het cd-romstation van uw computer. Klik op [Afsluiten] wanneer het volgende bericht verschijnt. Als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt weergegeven Selecteer [Map openen en bestanden weergeven] en ga verder met Stap 4. Open [Computer] of [Mijn computer].
Pagina 436
Open de map waarin het verwijderprogramma is opgenomen. Voor een 32-bits besturingssysteem Open de mappen [Dutch] - [32bit] - [MISC]. Voor een 64-bits besturingssysteem Open de mappen [Dutch] - [x64] - [MISC]. Dubbelklik op [UNINSTAL.exe].
Pagina 437
Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven Klik op [Ja] of op [Doorgaan]. "Het printerstuurprogramma verwijderen" voor meer informatie over het verwijderen.
Pagina 438
09Y7-082 Het USB-stuurprogramma verwijderen Verwijder het USB-stuurprogramma in de volgende omstandigheden. Als het via een USB-verbinding geïnstalleerde printerstuurprogramma niet correct kan worden verwijderd Als u het printerstuurprogramma niet juist kunt installeren, zelfs nadat u het programma opnieuw hebt geïnstalleerd Zorg er bij het verwijderen van het USB-stuurprogramma voor dat u de volgende procedure uitvoert. Als het printerstuurprogramma niet correct kan worden geïnstalleerd, zorg er dan voor dat het printerstuurprogramma wordt verwijderd voordat u het USB-klasse stuurprogramma verwijderd.
Pagina 439
Klik met de rechtermuisknop op [Ondersteuning voor USB-afdrukken] en selecteer [Installatie ongedaan maken] in de keuzelijst. Verwijder geen stuurprogramma's van andere apparaten. Als u per ongeluk andere apparaatstuurprogramma's verwijdert, werkt Windows mogelijk niet meer naar behoren. Als het USB-stuurprogramma niet juist is geïnstalleerd, wordt [Ondersteuning voor USB-afdrukken] niet weergegeven. Klik vervolgens op [ ] om het dialoogvenster [Apparaatbeheer] te sluiten.
Pagina 440
Maak de USB-kabel los van de computer en start Windows opnieuw.
Pagina 441
09Y7-083 De instellingen voor het printerstuurprogramma kunnen niet worden gewijzigd Als [Spooling op host] (bepaalt of de afdrukgegevens al dan niet op de computer worden verwerkt) is ingesteld op [Uitgeschakeld], kunt u de instellingen van het stuurprogramma niet wijzigen omdat sommige opties niet beschikbaar zijn. U kunt de instellingen wijzigen door [Spooling op host] te wijzigen in [Auto] of [Ingeschakeld] met behulp van de volgende procedure.
Pagina 442
Als het verwerken alleen kan worden uitgevoerd met de functies van de printer, wordt de verwerking alleen op de printer uitgevoerd om sneller afdrukken mogelijk te maken. [Ingeschakeld] Alle afdrukgegevens worden verwerkt door de host (computer). Als u de instelling niet kunt wijzigen U moet over beheerdersrechten beschikken om de instelling te kunnen wijzigen.
Pagina 443
09Y7-084 Profielen kunnen niet worden geselecteerd of bewerkt Wanneer de selectievakjes [Profielselectie toestaan] en [Instelling bewerken toestaan] zijn uitgeschakeld, is het selecteren en bewerken van een profiel beperkt. Als u een profiel wilt selecteren of bewerken, schakelt u het selectievakje in aan de hand van de volgende procedure. Open de printermap.
Pagina 444
Als u de instelling niet kunt wijzigen U moet over beheerdersrechten beschikken om de instelling te kunnen wijzigen. Neem contact op met de systeembeheerder. Klik op [OK].
Pagina 445
09Y7-085 Papierstoringen Raadpleeg "Let op (Papierstoringen)" voordat u een papierstoring verhelpt. Wanneer papier vastloopt tijdens het afdrukken, knippert het oranje indicatielampje (Papierstoring) en wordt een bericht weergegeven in het printerstatusvenster. Verwijder het vastgelopen papier in elk gebied in de volgorde zoals weergegeven in het bericht. Bericht en verwijderingsprocedure Gebied papierstoring (Zijaanzicht)
Pagina 446
09Y7-086 Let op (Papierstoringen) Zie ook "Belangrijke veiligheidsvoorschriften". BELANGRIJK Laat de printer ingeschakeld wanneer u vastgelopen papier verwijdert. Als de printer wordt uitgeschakeld, worden de af te drukken gegevens gewist. Verwijder het vastgelopen papier niet door kracht uit te oefenen. Als u vastgelopen papier met te veel kracht probeert te verwijderen, kan het papier scheuren of de binnenkant van de printer beschadigd raken.
Pagina 447
09Y7-087 Papierstoringen oplossen (Papierlade) Trek de papierlade eruit. Open de bovenklep van de lade. Verwijder het vastgelopen papier door er voorzichtig aan te trekken. Als het papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, oefen dan niet te veel kracht uit, maar ga verder naar stap 4 en volg de procedure voor een van de andere gebieden die in het bericht worden weergegeven.
Pagina 448
Plaats de papierlade in de printer. Vervolgens gaat u verder met de verwijderingsprocedure voor een ander gebied dat in het bericht wordt weergegeven. (1) "Papierstoringen oplossen (Papierlade)" "Papierstoringen oplossen (Uitvoergebied)" "Papierstoringen oplossen (Binnenkant van achterdeur)"...
Pagina 449
09Y7-088 Papierstoringen oplossen (Uitvoergebied) Verwijder het vastgelopen papier door er voorzichtig aan te trekken. Als het papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, oefen dan niet te veel kracht uit, maar volg de procedure voor een van de andere gebieden die in het bericht worden weergegeven. Ga vervolgens verder met het oplossen van de papierstoring die is ontstaan in een ander deel weergegeven in de melding.
Pagina 450
09Y7-089 Papierstoringen oplossen (Binnenkant van achterdeur) Open de achterklep. Verwijder het vastgelopen papier. (1) Houd beide zijkanten van het papier vast en trek het langzaam omlaag. (2) Verwijder het vastgelopen papier door er voorzichtig aan te trekken. Sluit de achterklep. De melding papierstoring verdwijnt en de printer is gereed voor gebruik.
Pagina 451
09Y7-08A Indicatielampjes op de printer zijn aan/knipperen De indicatielampjes op de printer tonen als volgt de printerstatus. Voer oplossingen uit op basis van of de indicatielampjes aan zijn of knipperen. Naam Status Oplossing Los het probleem op aan de hand van het bericht dat in het Printerstatusvenster wordt (1) Tonerindicatielampje weergegeven.
Pagina 452
Een opdracht wordt afgedrukt, of is in afwachting om te worden afgedrukt. (Aan) (4) Indicatielampje Taak Een opdracht wordt geannuleerd. (Knippert) De printer is aangesloten via draadloos LAN. (5) WiFi-indicatielampje (Aan) (Alleen LBP7110Cw) Draadloos LAN is geconfigureerd. (Knippert) De printer is ingeschakeld. (Aan) (6) Voedingslampje De printer wordt...
Pagina 453
09Y7-08C Er wordt een bericht weergegeven in het printerstatusvenster Voer oplossingen uit aan de hand van het weergegeven bericht. Het type bericht verschilt afhankelijk van het pictogram. Er is een servicefout opgetreden. " Servicefout" Er is geen communicatie mogelijk met de printer. "...
Pagina 454
Dit probleem kan onder andere worden veroorzaakt door de Firewall-instellingen. Oplossing Controleer de communicatie-instellingen van de server, clients, enzovoort. Kan niet met de server communiceren <Oorzaak> De clientcomputer kan niet communiceren met de afdrukserver. Voer de oplossingen uit die worden beschreven in "De afdrukserver waarmee verbinding moet worden Oplossing gemaakt, is niet...
Pagina 455
Controleer de afdrukken <Oorzaak> Het is mogelijk dat u niet de juiste afdrukresultaten kunt verkrijgen. Door te klikken op [ ] (Fout oplossen) wordt het afdrukken voortgezet. Oplossing Het foutbericht kan echter opnieuw worden weergegeven. Oplossing Annuleer de afdruktaak en druk opnieuw af. "Een taak annuleren"...
Pagina 456
Papier op <Oorzaak> Het te bedrukken papier is niet geplaatst. Plaats het aangegeven papier in de papierlade. Oplossing "Papier plaatsen" Verpakkingsmateriaal op tonercartridges <Oorzaak> De plakband zit op de tonercartridge van de aangegeven kleur. Oplossing Verwijder het plakband en raadpleeg de informatie "Het verpakkingsmateriaal verwijderen."...
Pagina 457
Oplossing Als u op [ ] (Fout oplossen) klikt, de printer op het geplaatste papier af. Vervanging tonercartridge aanbevolen <Oorzaak> De afdrukkwaliteit kan niet worden gegarandeerd doordat de tonercassettes van de weergegeven kleuren het einde van hun levensduur hebben bereikt. Het is raadzaam om de tonercassettes te vervangen door nieuwe tonercassettes.
Pagina 458
Als het bericht niet opnieuw wordt weergegeven, is de printer gereed. Als het bericht opnieuw verschijnt, moet u service aanvragen. Volg de onderstaande procedure en neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer om service aan te vragen. Schrijf de foutcode op die in het printerstatusvenster wordt weergegeven.
Pagina 459
Neem contact op met uw bevoegde Canon-dealer om service aan te vragen. Geef aan uw Canon-dealer ook de foutcode door die u hebt opgeschreven in Stap 2. Als u niet zeker weet wat het probleem is, neemt u contact op met uw bevoegde Canon-dealer.
Pagina 460
09Y7-08F Mindere afdrukresultaten Papier krult of wordt omgevouwen. Het papier krult Het papier kreukt Er verschijnen strepen (lijnen). De afdruk vertoont witte strepen (lijnen) Er verschijnen strepen (lijnen) in gegradeerde delen Er verschijnen dunne verticale strepen (verticale lijnen) Er verschijnen onregelmatigheden of vlekken. De afdruk is onregelmatig Afgedrukte pagina's bevatten witte stippen Kleuren zijn niet egaal of niet gelijkmatig afgedrukt...
Pagina 461
Afgedrukte barcodes kunnen niet worden gescand OPMERKING Contact opnemen met uw bevoegde Canon-dealer Als er zich een probleem voordoet dat niet in de e-Handleiding wordt vermeld, als met geen van de voorgestelde maatregelen het probleem kan worden opgelost of als u het probleem niet kunt vaststellen, is het raadzaam contact op te...
Pagina 462
09Y7-08H Het papier krult Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Er wordt vochtig papier gebruikt. Vervang het papier door nieuw papier uit een ongeopend pak. Oplossing "Richtlijnen voor papier" <Oorzaak 2> Er wordt niet het juiste papier gebruikt. Vervang het papier door papier dat in combinatie met deze printer kan worden gebruikt.
Pagina 463
1. Open het Printerstatusvenster. "Printerstatusvenster" Oplossing 3. Schakel het keuzevakje [Krulcorrectie voor uitgevoerd papier uitvoeren] in. [Krulcorrectie voor uitgevoerd papier uitvoeren] wordt alleen ingeschakeld als [Type papier] bij [Papierbron] in het printerstuurprogramma is ingesteld op [Dun 1].
Pagina 464
09Y7-08J Het papier kreukt Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Het papier is niet juist geplaatst. Plaats het papier in de juiste positie. Oplossing "Papier plaatsen" <Oorzaak 2> Er wordt vochtig papier gebruikt. Vervang het papier door nieuw papier uit een ongeopend pak.
Pagina 465
[Papierbron] in het printerstuurprogramma is ingesteld op [Dun 1]. <Oorzaak 6> Wanneer u enveloppen afdrukt, kunnen de enveloppen kreuken afhankelijk van de soort enveloppen of de bedrijfsomstandigheden (met name in een omgeving met hoge luchtvochtigheid). Voer de volgende procedure uit in het Printerstatusvenster. 1.
Pagina 466
09Y7-08K De afdruk vertoont witte strepen (lijnen) Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> De kwaliteit van de drum in de tonercartridges is achteruitgegaan. Vervang de tonercartridges door nieuw exemplaren. Oplossing "De tonercassette vervangen"...
Pagina 467
09Y7-08L Er verschijnen strepen (lijnen) in gegradeerde delen Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Er wordt [Grijscompensatie] toegepast op de grijs gekleurde delen van de strepen (lijnen) in de diagram. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma. 1. Open het tabblad [Kwaliteit]. Oplossing 2.
Pagina 468
09Y7-08R Er verschijnen dunne verticale strepen (verticale lijnen) Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Nadat de printer langere tijd stil heeft gestaan, of afhankelijk van het papiersoort kunnen er dunne verticale strepen (verticale lijnen) verschijnen op gebieden met halftonen en witte papierdelen.
Pagina 469
09Y7-08S De afdruk is onregelmatig Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Het papier is te vochtig of te droog. Vervang het papier door nieuw papier uit een ongeopend pak. Oplossing "Richtlijnen voor papier" <Oorzaak 2>...
Pagina 470
09Y7-08U Afgedrukte pagina's bevatten witte stippen Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Er wordt niet het juiste papier gebruikt. Vervang het papier door papier dat in combinatie met deze printer kan worden gebruikt. Oplossing "Geschikt papier"...
Pagina 471
09Y7-08W Kleuren zijn niet egaal of niet gelijkmatig afgedrukt Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Er werden grote karakters, brede lijnen, of diagrammen met hoge kleurintensiteit afgedrukt. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma. 1. Open het tabblad [Afwerking]. 2.
Pagina 472
Selecteer [Modus 3]. Als [Modus 3] is geselecteerd, kunnen er kleuroneffenheden voorkomen in de lichtere delen en invulpatronen. Als contouren van lichte ilustraties, karakters en lijnen niet vloeiend worden afgedrukt. Selecteer [Modus 4]. Als [Modus 4] is geselecteerd, kunnen er kleuroneffenheden voorkomen in de lichtere delen. Als er strookvormige oneffenheden verschijnen op afbeeldingen (foto's), illustraties, gradaties en invulpatronen Selecteer [Modus 5].
Pagina 473
09Y7-08X De toner hecht niet goed aan het papier Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De instelling voor [Type papier] is niet goed gedefinieerd. Stel [Type papier] goed in. Als u enveloppen gebruikt, geef dan [Envelop H] op. Oplossing "Basisprocedure voor afdrukken"...
Pagina 474
09Y7-08Y De afdruk vertoont vegen Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> De fixeerrol in de printer is vuil. Reinig de fixeerrol. Oplossing "De fixeerrol van de printer reinigen"...
Pagina 475
09Y7-090 Vlekken van gemorste toner verschijnen rond de tekst of patronen Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Er wordt niet het juiste papier gebruikt. Vervang het papier door papier dat in combinatie met deze printer kan worden gebruikt. Oplossing "Geschikt papier"...
Pagina 476
09Y7-091 De achterkant van de afdruk vertoont vegen Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Het formaat van de afdrukgegevens was groter dan dat van het geplaatste papier. Oplossing Controleer of het formaat van de afdrukgegevens overeenkomt met het formaat van het geplaatste papier.
Pagina 477
09Y7-092 Het algehele afdrukresultaat is donker Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De instelling voor de tonerdichtheid is niet juist. Pas de tonerdichtheid aan voor afdrukken naar een lichtere instelling. Oplossing "De tonerdichtheid aanpassen" <Oorzaak 2>...
Pagina 478
09Y7-093 Er verschijnen resten van afbeeldingen op plaatsen waar niet is afgedrukt Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Er wordt niet het juiste papier gebruikt. Vervang het papier door papier dat in combinatie met deze printer kan worden gebruikt. Oplossing "Geschikt papier"...
Pagina 479
09Y7-094 Er kleven witte stofdeeltjes aan de afgedrukte transparanten Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> U drukt op transparanten af nadat u onafgebroken op een andere papiersoort hebt afgedrukt. Oplossing Gebruik een zachte doek om de papierdeeltjes te verwijderen.
Pagina 480
09Y7-095 Het algehele afdrukresultaat is flets Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De instelling voor de tonerdichtheid is niet juist. Stel de tonerdichtheid voor afdrukken donkerder af. Oplossing "De tonerdichtheid aanpassen" <Oorzaak 2> [Tonerspaarstand] is ingeschakeld. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma.
Pagina 481
09Y7-096 De afdruk is vaag Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De instelling voor [Type papier] is niet goed gedefinieerd. Stel [Type papier] goed in. Als u enveloppen gebruikt, geef dan [Envelop H] op. Oplossing "Basisprocedure voor afdrukken"...
Pagina 482
09Y7-097 Gekleurde tekst ziet er wazig uit Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Er is een vet lettertype gebruikt voor de gekleurde tekst. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma. 1. Open het tabblad [Kwaliteit]. 2.
Pagina 483
09Y7-098 Gegevens worden niet afgedrukt in de correcte kleur (opgegeven kleuren) door niet-overeenkomende kleuren Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De tonercartridges zijn niet juist geïnstalleerd. Controleer de installatiestatus van de tonercartridges. Oplossing "De tonercassette vervangen"...
Pagina 484
Laserprinters worden gemaakt met hoge-precisietechnologie. Een niet-overeenkomende kleur kan zich enigermate manifesteren afhankelijk van de af te drukken afbeelding. Dit is te wijten aan de structuur van laserprinters en is geen printerfout.
Pagina 485
09Y7-099 Dunne lijnen of vulpatronen worden niet met de opgegeven kleuren afgedrukt of worden helemaal niet afgedrukt Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> Sommige kleuren kunnen niet worden weergegeven vanwege de combinatie van kleuren en patronen.
Pagina 486
09Y7-09A Invulpatronen worden niet in de juiste kleur (opgegeven kleur) afgedrukt Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Het invulpatroon van de afdrukgegevens en het trilpatroon van de printer hinderen elkaar. Druk opnieuw af zonder invulpatroon op te geven in de toepassing. Oplossing Raadpleeg de handleiding bij de toepassing.
Pagina 487
09Y7-09C Foto's en zo worden in andere kleuren afgedrukt dan weergegeven op het scherm Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> De methoden voor het aanpassen van de kleur op het scherm (RGB) en de printer (YMC) verschillen. De kleur op het scherm kan daarom niet exact worden afgedrukt. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma.
Pagina 488
09Y7-09E Vulpatronen en randen worden niet afgedrukt in de juiste kleur (opgegeven kleur) zelfs als daarvoor dezelfde kleur is opgegeven Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Er is misschien een speciaal proces toegepast afhankelijk van de lijnbreedte van de rand zodat dunne lijnen duidelijk worden afgedrukt. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma.
Pagina 489
09Y7-09F Rechthoekige oppervlaktes die niet te zien zijn op het scherm verschijnen rondom lijnen of tekst en worden afgedrukt in een andere kleur dan de overige gebieden Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Een proces dat verschilt van het opgegeven halftonenproces of kleurproces wordt misschien toegepast afhankelijk van het besturingssysteem of de toepassing.
Pagina 490
09Y7-09H De kleur en zo aanpassen voor afdrukken De printer maakt afdrukken mogelijk met het uitvoeren van de volgende aanpassingen en correcties. De tonerdichtheid aanpassen Afdrukken met aangepaste helderheid en contrast De kleur aanpassen De kleur overeenstemmen met het scherm Kleuren aanpassen en de correctie van niet- overeenkomende kleuren (IJking/Correctie van niet- overeenstemmende kleuren)
Pagina 491
09Y7-09J De afdrukpositie is scheef Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> [Rugmarge] is opgegeven. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma. 1. Open het tabblad [Afwerking]. Oplossing 2. Klik op [Rugmarge]. 3. Stel [Rugmarge] in op "0." <Oorzaak 2>...
Pagina 492
09Y7-09K Een gedeelte van de pagina wordt niet afgedrukt (af te drukken data ligt buiten papier) Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De instelling voor de schaalfactor is niet juist. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma. 1.
Pagina 493
<Oorzaak 4> het geplaatste papier is kleiner dan de papierlade of het papierformaat dat is ingesteld voor de opdracht. Plaats papier dat overeenkomt met het ingestelde papierformaat, of wijzig de instelling van de papierformaat zodat het overeenkomt met het papier. Oplossing "Papier plaatsen"...
Pagina 494
09Y7-09L Gegevens worden verkleind en afgedrukt Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> De instelling voor de schaalfactor is niet juist. Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma. 1. Open het tabblad [Pagina-instelling]. Oplossing 2. Schakel het selectievakje [Handmatig schalen] uit. Als het selectievakje [Handmatig schalen] is uitgeschakeld, wordt de schaalfactor automatisch ingesteld overeenkomstig het [Paginaformaat] en het [Uitvoerformaat].
Pagina 495
09Y7-09R De volgende pagina wordt gedeeltelijk over de vorige pagina afgedrukt Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> De regelafstand en het aantal regels per pagina zijn niet goed ingesteld in de toepassing. Geef in de toepassing de juiste instelling op voor de regelafstand en het aantal regels per pagina zodat de gegevens op één pagina passen.
Pagina 496
09Y7-09S Er wordt blanco papier uitgevoerd (Er is niets afgedrukt op het papier) Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De tonercartridge werd geïnstalleerd zonder het plakband te verwijderen. Neem de tonercartridges uit de printer, verwijder het plakband en plaats de tonercartridges weer terug. Oplossing "De tonercassette vervangen"...
Pagina 497
09Y7-09U Het totale oppervlak van het papier wordt in een bepaalde kleur afgedrukt Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De drum van een van de tonercartridges is versleten. Vervang de tonercartridges door nieuw exemplaren. Oplossing "De tonercassette vervangen"...
Pagina 498
09Y7-09W De klep van de bedrukte envelop is vastgekleefd Voer één van de volgende oplossingen uit, afhankelijk van de oorzaak. <Oorzaak 1> De envelop is niet geschikt. Vervang de envelop door een envelop die in combinatie met deze printer kan worden gebruikt. Oplossing "Geschikt papier"...
Pagina 499
09Y7-09X Er worden meerdere vellen papier tegelijk ingevoerd Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> U gebruikt papier dat gewoonlijk per vel wordt ingevoerd. Waaier de stapel goed uit en maak een rechte stapel door het papier enkele malen op een vlakke ondergrond te stoten voordat u de stapel plaatst.
Pagina 500
09Y7-09Y Afgedrukte barcodes kunnen niet worden gescand Voer de volgende procedure uit. <Oorzaak> Afhankelijk van het soort en het formaat barcode kan het scannen ervan moeilijk gaan. Stel [Zwart] in [Tonerdichtheid] in het printerstuurprogramma in op een lichtere instelling ([-2] of [-1]). "De tonerdichtheid aanpassen"...
Pagina 501
Als een probleem niet kan worden opgelost met behulp van de e-Handleiding, neem dan contact op met u op plaatselijke geautoriseerde Canon-dealer of Canon-helpdesk ( "Vestigingen "). Houd de volgende informatie bij de hand als u contact opneemt met Canon: Productnaam (LBP7100Cn/LBP7110Cw) Serienummer (zie de volgende afbeeldingen voor de plaats van het serienummer.) Plaats van aankoop Aard van het probleem Stappen die u heeft ondernomen om het probleem op te lossen en de gevolgen.
Pagina 502
09Y7-0A1 Bijlage Punten om volledig gebruik te maken van de printer Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows Voor Gebruikers van Windows 8/Server 2012...
Pagina 503
09Y7-0A2 Punten om volledig gebruik te maken van de printer U kunt het gebruik van de printer maximaliseren door meer te leren over de softwaretaken en -functies die met de printers meegeleverd. Printerstuurprogramma Het printerstuurprogramma is software dat u in staat stelt de printer te beheren met afdrukinstructies vanaf de computer.
Pagina 504
Netwerk hulpprogramma's Er zijn handige hulpprogramma's beschikbaar voor het uitvoeren van printerbeheer en dergelijke. Aangezien de items die u kunt beheren verschillen al naar gelang de software, gebruikt u de software op basis van uw omgeving of van het item dat u wilt beheren. Introductie van de hulpfuncties Software voor het beheren van de printer...
Pagina 505
09Y7-0A3 Basisbewerkingen/Diverse informatie voor Windows [Computer] of [Mijn computer] weergeven Het IP-adres instellen met de opdracht ARP/PING Bovenste tabblad van de cd-rom weergeven Het IP-adres controleren met de PING-opdracht De processorversie van Windows Vista, Windows 7 of Windows Server 2008 controleren Een testpagina afdrukken in Windows Bidirectionele communicatie controleren Installeren met Plug en Play...
Pagina 506
OPMERKING Het MAC-adres controleren "Het MAC-adres van de printer controleren" Typ "ping <IP-adres> -l 479" en druk vervolgens op [ENTER] op het toetsenbord. <IP-adres> Voer hetzelfde IP-adres in dat u bij stap 4 hebt ingevoerd. Voor "-l" moet u een kleine letter "L" invoeren. Typ bijvoorbeeld: "ping 192.168.0.215 -l 479"...
Pagina 507
Het IP-adres controleren met de PING-opdracht Voer de opdrachtprompt uit. Typ "ping <het IP-adres van de printer>" en druk op [ENTER] op het toetsenbord. Voorbeeld van invoer: "ping 192.168.0.215" Typ het IP-adres precies zoals dat is ingesteld voor de printer. Als het verkeerde IP-adres wordt ingevoerd, verkrijgt u niet het juiste controleresultaat.
Pagina 508
Geef [Systeem] weer. Dubbelklik op [Systeem]. Stel de processorversie vast. Voor een 32-bits besturingssysteem [32 bits besturingssysteem] wordt weergegeven. Voor een 64-bits besturingssysteem [64 bits besturingssysteem] wordt weergegeven. Een testpagina afdrukken in Windows U kunt de werking van het printerstuurprogramma controleren door een testpagina af te drukken in Windows. Plaats A4-papier in de papierlade.
Pagina 509
Druk een testpagina af. (1) Open het tabblad [Algemeen]. (2) Klik op [Testpagina afdrukken] om een testpagina af te drukken. Bidirectionele communicatie controleren Open de printermap. "De printermap weergeven" Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van deze printer en selecteer [Eigenschappen] of [Eigenschappen van printer] in de keuzelijst.
Pagina 510
Controleer de bidirectionele communicatie. (1) Open het tabblad [Poorten]. (2) Controleer of het selectievakje [Ondersteuning in twee richtingen inschakelen] is ingeschakeld. BELANGRIJK Zorg ervoor dat het selectievakje [Ondersteuning in twee richtingen inschakelen] is ingeschakeld. Als het selectievakje niet is ingeschakeld, kunt u niet afdrukken. Installeren met Plug en Play Gebruikt u Windows 7 of Server 2008 R2, installeer het printerstuurprogramma in "Eenvoudige...
Pagina 511
Schakel de printer in. Schakel de computer in en meld u bij Windows aan als gebruiker met beheerdersrechten. Het automatische set-upvenster van Plug & Play verschijnt. Als het printerstuurprogramma automatisch wordt geïnstalleerd Als u het printerstuurprogramma voor deze printer eerder hebt geïnstalleerd, wordt het stuurprogramma automatisch geïnstalleerd.
Pagina 512
Wanneer u de map met het printerstuurprogramma selecteert. Selecteer een van de volgende mappen. Voor een 32-bits besturingssysteem Selecteer de mappen op de meegeleverde cd-rom: [Dutch] - [32bit] - [Driver]. Voor een 64-bits besturingssysteem Selecteer de mappen op de meegeleverde cd-rom: [Dutch] - [x64] - [Driver]. "De processorversie van Windows Vista, Windows 7 of Windows Server 2008 controleren"...
Pagina 513
Open het menu [Start] en selecteer [Apparaten en printers]. Selecteer [Configuratiescherm] in het menu [Start] en dubbelklik op [Printers]. Printers controleren in de afdrukserver Geef [Windows Verkenner] weer. Controleer printers in de afdrukserver. (1) Selecteer de afdrukserver bij [Netwerk] of [Mijn netwerklocaties]. (2) Controleer of het pictogram voor deze printer wordt weergegeven.
Pagina 514
Controleer een poort. (1) Open het tabblad [Poorten]. (2) Controleer de poort die wordt gebruikt. Waarden voor het instellen van een poort Bij het proces voor het toevoegen van een poort verschilt de bij [Printernaam of IP-adres] op te geven waarde in het hieronder weergegeven scherm, afhankelijk van de methode voor het instellen van het IP-adres van de printer.
Pagina 515
Instelling voor [Apparaattype] bij het instellen van een poort Als de printer niet wordt waargenomen bij het instellen van een poort, stelt u [Apparaattype] als volgt in. (1) Selecteer [Standaard] en selecteer vervolgens [Canon Network Printing Device with P9100]. (2) Klik op [Volgende].
Pagina 516
09Y7-0A5 Voor Gebruikers van Windows 8/Server 2012 Deze printer ondersteunt het Windows 8/Server 2012 besturingssysteem. Raadpleeg voor de bedieningsprocedures of beschrijvingen van Windows 8/Server 2012 de hoofdstukken Windows Vista/7. In dit hoofdstuk staan notities over het gebruik van deze printer met Windows 8/Server 2012. Lees dit hoofdstuk aandachtig voordat u de printer in gebruik neemt. Waarschuwingen Gebruik de bureaubladmodus wanneer u de volgende procedures uitvoert.
Pagina 517
30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan CANON MARKETING JAPAN INC. 16-6, Konan 2-chome, Minato-ku, Tokyo 108-8011, Japan CANON U.S.A., INC. One Canon Park, Melville, NY 11747, U.S.A. CANON EUROPA N.V. Bovenkerkerweg 59, 1185 XB Amstelveen, The Netherlands CANON CHINA CO. LTD.