instelling voor [Uitvoerformaat].
Geef de instellingen op voor [Papierbron] en [Papiersoort].
(1) Open het tabblad [Papierbron].
(2) Selecteer de papierbron die u wilt gebruiken.
(3) Selecteer het type papier dat in de papierbron is geplaatst.
OPMERKING
Wanneer [Papierselectie] wordt ingesteld op een andere instelling dan [Hetzelfde papier
voor alle pagina's]
De instelling [Papierbron] verandert als volgt.
[Eerste pagina]
[Tweede pagina]
[Voorblad]
[Overige pagina's]
[Laatste pagina]
[Tussenvellen]
Selecteer de papierbron die voor elke pagina moet worden gebruikt.
Het voorbeeldvenster gebruiken om de instelling voor [Papierbron] op te geven
U kunt de instelling voor [Papierbron] ook opgeven met behulp van het voorbeeldvenster.
"De afdrukvoorkeuren configureren met behulp van het voorbeeldvenster"
Wanneer vanuit de papierlade wordt afgedrukt op een ander papiertype dan normaal
papier of enveloppen