Klik op [OK] of op [Afdrukken].
De printer begint met afdrukken.
Kleur aanpassen via de helderheid (Gamma-aanpassing)
U kunt de helderheid van de afdruk aanpassen zonder de lichtste of donkerste delen van de afbeeldinggegevens te
bederven.
Gebruik deze optie wanneer de afdruk helderder is dan de originele afbeelding of wanneer u de helderheid van de
afbeelding wilt wijzigen.
Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand] van de toepassing.
OPMERKING
De procedure voor het afdrukken
De afdrukprocedure kan verschillen, al naar gelang de toepassing die u gebruikt.
Raadpleeg de handleiding bij de toepassing voor informatie over de procedures voor het
afdrukken.
Open het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren.
(1) Selecteer deze printer.
(2) Klik op [Eigenschappen] of op [Voorkeursinstellingen].