[H-16] Het IP-adres controleren
Voer de volgende procedure uit om te controleren of het IP-adres juist is ingesteld.
Voer de opdrachtprompt uit.
Windows XP, Server 2003, Vista en Server 2008
6HOHFWHHU >$OOH SURJUDPPD
V@
in het menu Start.
Typ "ping <het IP-adres van de printer>" en druk op [ENTER] op het toetsenbord.
Typ bijvoorbeeld: "ping 192.168.0.215"
Als het IP-adres goed is ingesteld, wordt het volgende resultaat weergegeven. (Dit geeft aan
dat vier pakketten werden verzonden en dat vier pakketten juist werden ontvangen.)
Pakketten: verzonden = 4, ontvangen = 4, verloren =
Neem contact op met de netwerkbeheerder als het volgende bericht wordt weergegeven.
Pakketten: verzonden = 4, ontvangen = 0, verloren =
Typ "exit" en druk op [ENTER] op het toetsenbord om de opdrachtprompt af te sluiten.
OPMERKING
Als DHCP, BOOTP of RARP wordt gebruikt
Neem contact op met de netwerkbeheerder en voer een van de volgende sets instellingen door.
Stel de functie DNS Dynamic Update in.
"De protocolinstellingen configureren"
Configureer DHCP of de andere instellingen zo dat altijd hetzelfde IP-adres aan de
printer wordt toegekend wanneer deze wordt opgestart.
"De protocolinstellingen configureren"
Het subnet controleren en configureren
Voer de volgende opdracht in achter de opdrachtprompt.
"ipconfig"
Controleer of de computer en printer zich in hetzelfde subnet bevinden.
Voorbeeld:
Wanneer de volgende waarden voor de computer zijn opgegeven, moet het IP-adres
van de printer "192.168.0.xxx" zijn (xxx staat voor een willekeurig getal).
Subnetmasker: "255.255.255.0"
IP-adres: "192.168.0.10"
>%XUHDXDFFHVVRLUHV@
0 (0%
4 (100%
>2SGUDFKWSURPSW@
verlies),
verlies),