Als u het SNMP v. 1 protocol wilt gebruiken
1. Stel [SNMP v. 1] in op [On].
2. Selecteer bij [Access Rights] in welke modus de SNMPv1-agent kan
werken, [Read-only] of [Read and Write].
3. Geef de naam op van de SNMP-community bij [Community Name].
Als u het SNMP v. 1 protocol niet wilt gebruiken
Stel [SNMP v. 1] in op [Off].
BELANGRIJK
Als [Access Rights] is ingesteld op [Read-only]
Met het selecteren van [Read-only] schakelt u overschrijven uit. Mogelijk kunt u dan sommige
functies van Canon-hulpprogramma's niet gebruiken of kunt u de software niet goed gebruiken
omdat er fouten optreden.
Als [SNMP v. 1] is ingesteld op [Off]
Mogelijk kunt u de Canon-hulpprogramma's niet gebruiken.
Neem contact op met de netwerkbeheerder voordat u [Off] selecteert.
Configureer het SNMP v. 3 protocol.
Als u het SNMP v. 3 protocol wilt gebruiken
1. Stel [SNMP v. 3] in op [On].
2. Voer bij [Authentication Key/Privacy Key] de verificatiesleutel of
privacysleutel in die in SNMPv3 moet worden gebruikt.
3. Voer bij [Administrator Password] het beheerderswachtwoord in voor de
Remote UI.
Als u het SNMP v. 3 protocol niet wilt gebruiken
Stel [SNMP v. 3] in op [Off].