Pagina 1
MB2300 series Online handleiding Lees dit eerst Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Overzicht van het apparaat Afdrukken Kopiëren Scannen Faxen Problemen oplossen Nederlands (Dutch)
Pagina 2
Voordat u Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruikt........
Pagina 3
Wat is een Beveiligingscode?............103 Afdrukken met Google Cloud Print.
Pagina 4
Maximaal aantal vellen........... . . 172 Mediumtypen die u niet kunt gebruiken.
Pagina 5
De ADF (automatische documentinvoer) reinigen........231 De papierinvoerrol reinigen.
Pagina 8
Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen........415 De onnodige Canon IJ-printer uit de printerlijst verwijderen......416 Voordat u het printerstuurprogramma installeert.
Pagina 9
Opslaan na controle van de scanresultaten......... Schermen van IJ Scan Utility.
Pagina 10
Faxen versturen door een fax-/telefoonnummer in te voeren....... . 619 Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers).
Pagina 11
Informatieservices gebruiken............691 Faxen verzenden/ontvangen in de ECM.
Pagina 12
Problemen met afdrukken..........750 De afdruktaak wordt niet gestart.
Pagina 13
Bij scannen vanaf het Bedieningspaneel kan de positie of de grootte van de afbeelding niet goed worden vastgesteld............801 Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef.
Pagina 17
´deze handleiding´ genaamd), deels of geheel te reproduceren, af te leiden of te kopiëren. • In principe kan Canon de inhoud van deze handleiding wijzigen of verwijderen zonder voorafgaande kennisgeving aan de klanten. Daarnaast kan Canon de publicatie van deze handleiding worden uitgesteld of gestopt vanwege dwingende redenen.
Pagina 18
Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van het apparaat. Let op Instructies die u moet volgen om lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat te voorkomen.
Pagina 19
• Photo Rag is een handelsmerk van Hahnemühle FineArt GmbH. • Bluetooth is een handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc., V.S. en gebruiksrecht van dit product is verleend aan Canon Inc.. Opmerking • De officiële naam van Windows Vista is Microsoft Windows Vista-besturingssysteem.
Pagina 20
http://www.apache.org/licenses/ TERMS AND CONDITIONS FOR USE, REPRODUCTION, AND DISTRIBUTION 1. Definitions. "License" shall mean the terms and conditions for use, reproduction, and distribution as defined by Sections 1 through 9 of this document. "Licensor" shall mean the copyright owner or entity authorized by the copyright owner that is granting the License.
Pagina 21
otherwise transfer the Work, where such license applies only to those patent claims licensable by such Contributor that are necessarily infringed by their Contribution(s) alone or by combination of their Contribution(s) with the Work to which such Contribution(s) was submitted. If You institute patent litigation against any entity (including a cross-claim or counterclaim in a lawsuit) alleging that the Work or a Contribution incorporated within the Work constitutes direct or contributory patent infringement, then any patent licenses granted to You under this License for that Work shall terminate...
Pagina 22
License or out of the use or inability to use the Work (including but not limited to damages for loss of goodwill, work stoppage, computer failure or malfunction, or any and all other commercial damages or losses), even if such Contributor has been advised of the possibility of such damages. 9.
Pagina 23
Typ trefwoorden in het zoekvenster en klik op (Zoeken). U kunt zoeken naar doelpagina's in deze handleiding. Zoektips U kunt in het zoekvenster trefwoorden invoeren om te zoeken naar doelpagina's. Opmerking • Het weergegeven scherm kan verschillen. • Als u vanaf deze pagina of vanaf de Startpagina zoekt zonder de modelnaam van uw product of de naam van uw toepassing in te voeren, worden alle producten doorzocht die door deze handleiding worden ondersteund.
Pagina 24
Opmerking • Het weergegeven scherm hangt af van uw product. • Zoeken naar toepassingsfuncties Voer de naam van uw toepassing in plus een trefwoord voor de functie waarover u informatie zoekt Voorbeeld: als u wilt weten hoe u collages kunt afdrukken met My Image Garden Voer in het zoekvenster "My Image Garden collage"...
Pagina 25
Opmerkingen bij toelichtingen van bewerkingen In deze handleiding worden de meeste bewerkingen beschreven aan de hand van vensters die worden weergegeven wanneer OS X Mavericks v10.9 wordt gebruikt.
Pagina 26
Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Met gemak draadloos verbinden in de 'toegangspuntmodus' Allerlei inhoudmateriaal downloaden Items afdrukken met Easy-PhotoPrint+ (webtoepassing) Het apparaat handiger gebruiken met Quick Toolbox Verbindingsmethoden die beschikbaar zijn op het apparaat Kennisgeving over het afdrukken met een webservice MAXIFY Cloud Link gebruiken Afdrukken met Google Cloud Print Afdrukken vanaf een AirPrint-compatibel apparaat...
Pagina 27
Met gemak draadloos verbinden in de 'toegangspuntmodus' Op het apparaat wordt de 'toegangspuntmodus' ondersteund. Hierin kunt u draadloos verbinden met het apparaat vanaf een computer of smartphone, zelfs in een omgeving zonder toegangspunt of draadloze LAN-router. Schakel via eenvoudige stappen naar de 'toegangspuntmodus' om draadloos te kunnen scannen en afdrukken.
Pagina 28
U kunt premium inhoud eenvoudig downloaden via Easy-PhotoPrint+. Premium inhoud die u hebt gedownload, kunt u rechtstreeks afdrukken met Easy-PhotoPrint+. Als u premium inhoud wilt downloaden, zorg dat voor alle kleuren originele Canon-inkttanks/-inktpatronen zijn geïnstalleerd in een ondersteunde printer. Opmerking •...
Pagina 29
Items afdrukken met Easy-PhotoPrint+ (webtoepassing) U kunt altijd en overal eenvoudig persoonlijke items, zoals agenda's en collages, maken en afdrukken door vanaf een computer of tablet Easy-PhotoPrint+ op internet te openen. Met Easy-PhotoPrint+ kunt u in de allernieuwste omgeving en zonder iets te moeten installeren items maken.
Pagina 30
Het apparaat handiger gebruiken met Quick Toolbox Quick Toolbox is een snelmenu dat met één klik toegang biedt tot de functies die u nodig hebt. Wanneer u hulpprogramma's installeert die compatibel zijn met Quick Toolbox, worden ze aan dit menu toegevoegd. Quick Toolbox vormt een handige manier voor het snel starten van toegevoegde hulpprogramma's waarmee u apparaatinstellingen kunt selecteren en andere onderhoudstaken kunt uitvoeren.
Pagina 31
Verbindingsmethoden die beschikbaar zijn op het apparaat De volgende verbindingsmethoden zijn beschikbaar op het apparaat. Draadloze verbinding Met toegangspunt Zonder toegangspunt Bedrade verbinding USB-verbinding Draadloze verbinding Er zijn twee methoden om de printer met uw apparaat (zoals een smartphone) te verbinden. Met de ene methode verbindt u uw apparaat via een toegangspunt, met de andere methode verbindt u uw apparaat zonder een toegangspunt.
Pagina 32
• U kunt de netwerkinstellingen, zoals het SSID en het beveiligingsprotocol, op de printer wijzigen. • Als de verbinding tussen een apparaat en een toegangspunt tot stand is gebracht en (Wi-Fi- pictogram) in het apparaatscherm weergegeven wordt, kunt u het apparaat via het toegangspunt met de printer verbinden.
Pagina 33
Verbinding zonder toegangspunt (Windows XP) Beperkingen (Wordt weergegeven in een nieuw venster) 1. Druk op de knop HOME (A) op de printer. 2. Tik linksonder (B) op het scherm. 3. Tik op Toegangspuntmod. actief (Access point mode active). 4. Controleer de SSID die op het printerscherm wordt weergegeven. 5.
Pagina 34
6. Tik op OK. 7. Klik in het systeemvak van de taakbalk van de computer met de rechtermuisknop op het pictogram Draadloze netwerkverbinding (Wireless Network Connection) en selecteer vervolgens Beschikbare draadloze netwerken weergeven (View Available Wireless Networks). 8. Selecteer de netwerknaam (SSID) die u wilt gebruiken, en klik vervolgens op Verbinden (Connect).
Pagina 35
9. Voer het Wachtwoord (Password) (Netwerksleutel (Network key)) in en klik vervolgens op Verbinden (Connect). 10. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, klikt u op Terug (Back) tot onderstaand scherm verschijnt. Ga door met het instellen.
Pagina 36
Beperkingen Als u een ander apparaat verbindt terwijl een apparaat (zoals een smartphone) al met de printer verbonden is, sluit het apparaat dan met dezelfde verbindingsmethode aan als waarmee u het verbonden apparaat hebt verbonden. Als u een andere verbindingsmethode gebruikt, wordt de verbinding met het in gebruik zijnde apparaat uitgeschakeld.
Pagina 37
• U kunt niet een verbinding met een toegangspunt hebben terwijl de printer tegelijkertijd in de toegangspuntmodus staat. Als u een toegangspunt hebt, wordt aanbevolen het toegangspunt te gebruiken om een verbinding met de printer tot stand te brengen. • Om te voorkomen dat uw apparaat automatisch met de printer, die in de toegangspuntmodus staat, verbonden wordt, wijzigt u de verbindingsmodus nadat u de printer gebruikt hebt, of configureert u de Wi-Fi-instellingen van uw apparaat zodanig in dat het apparaat niet automatisch een verbinding met de printer maakt.
Pagina 38
Canon is niet verantwoordelijk voor eventuele schade die uit dergelijke acties voortvloeit. • In geen enkel geval is Canon aansprakelijk voor schade die het gevolg is van het gebruik van de webservices, in welke vorm dan ook.
Pagina 39
• Het is onwettig om auteursrechtelijk beschermd werk van anderen te reproduceren of te bewerken zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, behalve voor persoonlijk gebruik, gebruik binnenshuis of ander gebruik binnen het beperkte bereik dat wordt gespecificeerd in het auteursrecht. Bovenden kan het reproduceren of bewerken van foto's van mensen inbreuk maken op openbaarmakingsrechten.
Pagina 40
MAXIFY Cloud Link gebruiken Als u MAXIFY Cloud Link gebruikt, kunt u uw printer verbinden met een cloudservice, zoals CANON iMAGE GATEWAY, Evernote of Twitter, en de volgende functies gebruiken zonder dat u een computer nodig hebt: • Afbeeldingen afdrukken vanaf een fotodeelservice •...
Pagina 41
MAXIFY Cloud Link gebruiken vanaf uw printer Voordat u MAXIFY Cloud Link gebruikt vanaf uw printer Voorbereidingen voor het gebruik van MAXIFY Cloud Link vanaf uw printer MAXIFY Cloud Link gebruiken Problemen met de Cloud oplossen...
Pagina 42
Voordat u MAXIFY Cloud Link gebruikt vanaf uw printer Controleer eerst het volgende: • Voorzorgsmaatregelen Als u de webservice wilt gebruiken om documenten af te drukken, moet u eerst deze voorzorgsmaatregelen controleren. • Netwerkomgeving De printer moet zijn verbonden met een LAN en met internet. Als de printer niet is verbonden met een LAN, klikt u hier en stelt u de verbinding in.
Pagina 43
NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Pagina 44
Als de Security code incorrect is, gebruikt u uw smartphone, tablet of computer om de instelling te wijzigen via Gebruikersgegevens (User information) van Canon Inkjet Cloud Printing Center. 5. Lees de meldingen in de vensters Licentieovereenkomst (License agreement) en Privacyverklaring (Privacy statement) en selecteer Akkoord (Agree) als u akkoord gaat...
Pagina 45
<Privacyverklaring (Privacy statement)> Opmerking • Als u Niet akk. (Disagree) selecteert, wordt een bevestigingsscherm over het annuleren van de registratie van de gebruikersgegevens weergegeven. Als u Ja (Yes) selecteert, wordt de registratie van de gebruikersgegevens geannuleerd en keert u terug naar het startscherm. Zelfs als u Niet akk.
Pagina 46
8. Als het bericht wordt weergegeven dat de app nu beschikbaar is, selecteert u Lijst openen (Open list) De registratie van de printergegevens is voltooid en een lijst met apps wordt weergegeven. Klik hier voor een beschrijving van het scherm met de lijst met apps. Nadat u de registratie hebt voltooid, kunt u foto's en documenten afdrukken die zijn geüpload naar apps in...
Pagina 47
Toepassingen beheren Alleen de Beheerder (Administrator) van de printer kan deze service gebruiken. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u apps toevoegt, verwijdert en sorteert. Apps toevoegen U kunt uw favoriete apps toevoegen aan de printer. Voer de onderstaande stappen uit om apps toe te voegen. 1.
Pagina 48
Opmerking • Beschrijving van de weergegeven pictogrammen : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. 6. Selecteer Registreer (Register) De registratie is voltooid en de app wordt toegevoegt aan de lijst met apps. Herhaal de procedure vanaf stap 5 als u nog een app wilt registreren.
Pagina 49
: Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht, niet beschikbaar is in uw regio of uw model niet ondersteunt. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. 5. Selecteer Verwijder. (Delete) Nadat het verwijderen is voltooid, is de app verwijderd uit de lijst met apps in het hoofdscherm.
Pagina 50
: Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht, niet beschikbaar is in uw regio of uw model niet ondersteunt. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. 5. Gebruik de knoppen om de app te verplaatsen...
Pagina 51
Het sorteren is voltooid. Als u wilt doorgaan met sorteren, herhaalt u de procedure vanaf stap 4. Als u het sorteren van apps wilt beëindigen, selecteert u Terug (Back) en keert u terug naar het hoofdscherm van de cloud.
Pagina 52
MAXIFY Cloud Link gebruiken In dit gedeelte de beschreven hoe u foto's afdrukt, waarbij CANON iMAGE GATEWAY als voorbeeld wordt gebruik. Belangrijk • De beschikbare functies hangen af van de app. • De afdrukprocedure hangt af van de app. • U moet van tevoren een account aanmaken en foto- en andere gegevens registreren.
Pagina 53
4. Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken in de weergegeven lijst met afbeeldingen en selecteer daarna Volgende (Next) 5. Selecteer de benodigde afdrukinstellingen en selecteer daarna Kleur (Color) Er wordt een bericht weergegeven met de melding dat de afdruktaak is verzonden en het afdrukken begint.
Pagina 54
Opmerking • Als u een gebruiksgeschiedenis voor deze service wilt instellen, gaat u naar het startvenster van het bedieningspaneel en selecteert u Instellen (Setup) -> Webservice instellen (Web service setup) -> Webserviceverbinding instellen (Web service connection setup) -> IJ Cloud Printing Center instellen (IJ Cloud Printing Center setup) ->...
Pagina 55
Cloudvensters In dit gedeelte worden het hoofdscherm van de Cloud en de beschikbare services in het hoofdscherm beschreven. Wanneer u de Cloud-functie gebruikt, volgt u eerst de onderstaande stappen om het hoofdscherm weer te geven. Belangrijk • Bij deze service verschillen de functies die beschikbaar zijn voor een Standaardgebr.
Pagina 56
: Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht, niet beschikbaar is in uw regio of uw model niet ondersteunt. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. (2) Knop Toev/verw (Add/delete) U gebruikt deze knop om apps toe te voegen, te verwijderen en te sorteren.
Pagina 57
Taken beheren (Manage jobs)* In het venster Statuslijst (Status list) kunt u de status van een taak controleren. Instellingen (Settings)* Hiermee stelt u de Tijdzone (Time zone) in. Selecteer uw regio in de lijst. Voor sommige regio's kunt u instellen of u de zomertijd wilt toepassen. Belangrijk •...
Pagina 58
Problemen met de Cloud oplossen Als u niet kunt afdrukken Controleer het volgende als u niet kunt afdrukken. • Controleer of de printer is verbonden met internet. • Controleer of de printer is verbonden met een LAN en of het LAN verbinding heeft met internet. •...
Pagina 59
MAXIFY Cloud Link gebruiken vanaf uw smartphone, tablet of computer Voordat u Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruikt Voorbereidingen voor het gebruik van Canon Inkjet Cloud Printing Center Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruiken Een printer toevoegen Een MAXIFY Cloud Link-gebruiker toevoegen...
Pagina 60
Voordat u Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruikt Canon Inkjet Cloud Printing Center is een service die is gekoppeld aan de cloudfunctie van de printer en die u de mogelijkheid biedt bewerkingen uit te voeren zoals apps registreren en beheren vanaf uw smartphone of tablet en de afdrukstatus, afdrukfouten en inktstatus van de printer controleren.
Pagina 61
Mac OS X v10.6-OS X Mavericks v10.9 Safari 5.1, 6, 7 * Als u Internet Explorer 8 gebruikt, worden de webpagina's mogelijk niet correct weergegeven. Canon beveelt aan een upgrade uit te voeren naar Internet Explorer 9 of hoger of een andere browser te gebruiken.
Pagina 62
• In een interne netwerkomgeving moet poort 5222 worden vrijgegeven. Neem voor instructies contact op met de netwerkbeheerder.
Pagina 63
Voorbereidingen voor het gebruik van Canon Inkjet Cloud Printing Center Als u Canon Inkjet Cloud Printing Center wilt gebruiken, moet u de onderstaande stappen opvolgen en de gebruikersgegevens registreren. Registratiegegevens afdrukken vanaf de printer 1. Selecteer Instellen (Setup) -> Webservice instellen (Web service setup) ->...
Pagina 64
Opmerking • U gebruikt deze afgedrukte pagina in de volgende stap. Belangrijk • U moet de registratie binnen 60 minuten voltooien. Naar de URL op de afgedrukte pagina gaan en het e-mailadres en andere benodigde gegevens invoeren Belangrijk • Gebruik de knop Terug van de webbrowser niet terwijl een bewerking wordt uitgevoerd. Het scherm wordt dan mogelijk niet correct bijgewerkt.
Pagina 65
2. Selecteer Nieuw account maken (Create new account) in het aanmeldingsscherm 3. Geef het E-mailadres (E-mail address) en de Printerregistratie-ID (Printer registration ID) van de printereigenaar op en selecteer daarna OK De URL van de registratiepagina wordt verzonden naar het opgegeven e-mailadres.
Pagina 66
Naar de URL in de e-mail gaan, de gegevens registreren en de gebruikersregistratie voltooien 1. Wanneer een e-mail met het onderwerp 'Informatie over Canon Inkjet Cloud Printing Center' naar het opgegeven e-mailadres is verzonden, selecteert u de URL 2. Lees de meldingen in de vensters Licentieovereenkomst (License agreement) en...
Pagina 67
3. Geef uw Wachtwoord (Password) op in het invoerscherm voor gebruikersgegevens en selecteer Volgende (Next) Voer het wachtwoord voor aanmelding bij Canon Inkjet Cloud Printing Center in.
Pagina 68
Belangrijk • De onderstaande beperkingen gelden voor het Wachtwoord (Password). • Het wachtwoord moet tussen 8 en 32 tekens lang zijn en bestaan uit enkel-byte alfanumerieke tekens en symbolen (!"#$%&'()*+,-./:;<=>?@[\]^_`{|}~). (Letters zijn hoofdlettergevoelig.) 4. Geef de Gebruikersnaam (User name) op Voer de naam in die de gebruiker identificeert.
Pagina 69
• Het wachtwoord moet tussen 1 en 20 tekens lang zijn en bestaan uit enkel-byte alfanumerieke tekens en symbolen (!"#$%&'()*+,-./:;<=>?@[\]^_`{|}~). (Letters zijn hoofdlettergevoelig.) 5. Stel de Tijdzone (Time zone) in en selecteer Volgende (Next) Selecteer uw regio in de lijst. Als uw regio niet in de lijst staat, selecteert u de regio die het dichtst bij uw regio ligt.
Pagina 70
De registratie is voltooid. Er wordt een bericht weergegeven dat de registratie is voltooid. Wanneer u de knop OK selecteert in het bericht, wordt het aanmeldingsscherm weergegeven. Voer het geregistreerde e-mailadres en wachtwoord in en meld u aan bij Canon Inkjet Cloud Printing Center. Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruiken...
Pagina 71
Uw Printerregistratie-ID afdrukken Als u een printer wilt toevoegen met behulp van Canon Inkjet Cloud Printing Center, hebt u een Printerregistratie-ID (Printer registration ID) nodig. Druk de URL van de verificatiesite en uw Printerregistratie-ID (Printer registration ID) af via het bedieningspaneel van de printer.
Pagina 72
Het venster Canon Inkjet Cloud Printing Center In dit gedeelte worden de schermen van Canon Inkjet Cloud Printing Center beschreven die worden weergegeven op een smartphone, tablet of computer. Beschrijving van het aanmeldingsscherm Beschrijving van het hoofdscherm Beschrijving van het aanmeldingsscherm In dit gedeelte wordt het aanmeldingsscherm van Canon Inkjet Cloud Printing Center beschreven.
Pagina 73
Info over deze service (About this service) Hier wordt een beschrijving van deze service weergegeven. Beschrijving van het hoofdscherm Wanneer u zich aanmeldt bij Canon Inkjet Cloud Printing Center, wordt het hoofdscherm weergegeven. Belangrijk • Bij deze service verschillen de functies die beschikbaar zijn voor een Standaardgebr.
Pagina 74
Als u een smartphone of tablet gebruikt Linkercontextmenu Gebied met printernaam Rechtercontextmenu Weergavegebied Menugebied (1) Linkercontextmenu Wanneer u selecteert, verschijnt het scherm Printer beh. (Mng. printer) van het scherm Gebruikers beheren (Manage users). Voor algemene gebruikers verschijnt het scherm Printer selecteren (Select printer).
Pagina 75
Scherm Printer beh. (Mng. printer) (scherm Printer selecteren (Select printer)) Vanuit het scherm Printer beh. (Mng. printer) (scherm Printer selecteren (Select printer)) kunt u de printergegevens die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center controleren* en bijwerken*, printernamen wijzigen,...
Pagina 76
Wanneer u het eigendom van de printer overgeeft, selecteert u De gegevens wissen die op de printer zijn opgeslagen (Clear the information saved on the printer). • Printers toevoegen Selecteer deze knop om printers toe te voegen die worden gebruikt in Canon Inkjet Cloud Printing Center. U hebt een printerregistratie-ID nodig om een printer te kunnen toevoegen.
Pagina 77
Scherm Gebruikers beheren (Manage users) Vanuit het scherm Gebruikers beheren (Manage users) kunt u de gebruikersgegevens controleren die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center, gebruikers verwijderen, gebruikers toevoegen de instellingen voor Beheerder (Administrator) en Standaardgebr. (Standard user) wijzigen.
Pagina 78
• Sorteren (Sort) Hiermee geeft u het scherm weer waarin u geregistreerde apps kunt sorteren. U kunt de knoppen gebruiken om de volgorde van de apps te wijzigen. Wanneer u klaar bent met sorteren, drukt u op de knop Gereed (Done) om de volgorde te bevestigen. •...
Pagina 79
U kunt het geregistreerde e-mailadres en wachtwoord, de taal, de tijdzone en andere instellingen wijzigen. • Help/jurid. kennis. (Help/legal notices)* De beschrijving van het scherm van Canon Inkjet Cloud Printing Center en verschillende herinneringen worden weergegeven. • Afmelden (Log out)* Hiermee opent u het afmeldingsscherm van Canon Inkjet Cloud Printing Center.
Pagina 80
In het scherm Geregistreerd (Registered) worden geregistreerde apps weergegeven. U kunt de informatie over deze apps controleren of de registratie ervan ongedaan maken. In het scherm Apps zoeken (Search apps) worden de apps die u kunt registreren met Canon Inkjet Cloud Printing Center weergegeven op categorie.
Pagina 81
• Beschrijving van de weergegeven pictogrammen : Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht, niet beschikbaar is in uw regio of uw model niet ondersteunt. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. • Eigenschapp. (Properties)* In dit scherm wordt de status van de momenteel geselecteerde printer weergegeven.
Pagina 82
Als u een pc gebruikt Knop Printer beh. (Mng. printer) (Printer selecteren (Select printer)) Knop Gebruikers beheren (Manage users) Gebied met printernaam Menugebied Gebied met meldingen Informatiegebied Gebied met algemene navigatie Weergavegebied (1) Knop Printer beh. (Mng. printer) (Printer selecteren (Select printer)) Wanneer u de knop Printer beh.
Pagina 83
Vanuit het scherm Printer beh. (Mng. printer) (scherm Printer selecteren (Select printer)) kunt u de printergegevens die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center controleren* en bijwerken*, printernamen wijzigen, printers verwijderen, printers toevoegen apps kopiëren. • De printergegevens controleren* De geregistreerde printernaam wordt weergegeven.
Pagina 84
Wanneer u het eigendom van de printer overgeeft, selecteert u De gegevens wissen die op de printer zijn opgeslagen (Clear the information saved on the printer). • Printers toevoegen Selecteer deze knop om printers toe te voegen die worden gebruikt in Canon Inkjet Cloud Printing Center. U hebt een Printerregistratie-ID (Printer registration ID) nodig als u een printer wilt toevoegen.
Pagina 85
(2) Knop Gebruikers beheren (Manage users) Wanneer u de knop Gebruikers beheren (Manage users) selecteert, verschijnt het scherm Gebruikers beheren. Vanuit het scherm Gebruikers beheren (Manage users) kunt u de gebruikersgegevens controleren die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center, gebruikers verwijderen, gebruikers toevoegen de instellingen voor Beheerder (Administrator) en Standaardgebr.
Pagina 86
In het scherm Geregistreerd (Registered) worden geregistreerde apps weergegeven. U kunt de informatie over deze apps controleren of de registratie ervan ongedaan maken. In het scherm Apps zoeken (Search apps) worden de apps die u kunt registreren met Canon Inkjet Cloud Printing Center weergegeven op categorie.
Pagina 87
• Beschrijving van de weergegeven pictogrammen : Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht, niet beschikbaar is in uw regio of uw model niet ondersteunt. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. • Eigenschapp. (Properties)* In dit scherm wordt de status van de momenteel geselecteerde printer weergegeven.
Pagina 88
(5) Gebied met meldingen Hier wordt laatste melding weergegeven. Hier wordt niets weergegeven als er geen melding is. Wanneer u Meldingenlijst (Notice list) selecteert, kunt u maximaal 40 items weergeven. (6) Informatiegebied Hier worden andere gegevens weergegeven, zoals de privacyverklaring en licentiegegevens van andere bedrijven.
Pagina 90
Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruiken Nadat de gebruikersregistratie is voltooid, kunt u zich aanmelden bij Canon Inkjet Cloud Printing Center en de service gebruiken. 1. Ga vanaf uw pc, smartphone of tablet naar de aanmeldings-URL van de service (http://cs.c- ij.com/)
Pagina 91
Afdrukprocedure In dit gedeelte de beschreven hoe u foto's afdrukt, waarbij CANON iMAGE GATEWAY als voorbeeld wordt gebruik. Belangrijk • De beschikbare functies hangen af van de app. • De afdrukprocedure hangt af van de app. • U moet van tevoren een account aanmaken en foto- en andere gegevens registreren.
Pagina 92
4. Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken in de weergegeven lijst met afbeeldingen en selecteer daarna Volgende (Next) 5. Selecteer de benodigde afdrukinstellingen en selecteer daarna Afdrukken (Print)
Pagina 93
6. Er wordt een bericht over het voltooien van de afdruktaak weergegeven en het afdrukken begint Als u het afdrukken wilt vervolgen, selecteert u Doorgaan (Continue) en herhaalt u de procedure vanaf stap 3. Als u het afdrukken wilt beëindigen, selecteert u Apps en keert u terug naar het scherm met de lijst met apps.
Pagina 94
Een printer toevoegen Met één account kunt u de services van Canon Inkjet Cloud Printing Center op meerdere printers gebruiken. De procedure voor het toevoegen van een printer is als volgt: 1. Druk de registratiegegevens af met de printer die u wilt toevoegen 2.
Pagina 95
Opmerking • Wanneer u toegang hebt tot de service vanaf de Externe UI (Remote UI), wordt de Printerregistratie-ID (Printer registration ID) automatisch ingevoerd. De printer is toegevoegd. Een MAXIFY Cloud Link-gebruiker toevoegen...
Pagina 96
Een MAXIFY Cloud Link-gebruiker toevoegen Eén printer kan door meerdere mensen worden gebruikt. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u gebruikers toevoegt en worden de gebruikersrechten beschreven. Een gebruiker toevoegen 1. Selecteer Gebruikers beheren (Manage users) in het scherm van de service 2.
Pagina 97
• U kunt maximaal 20 gebruikers toevoegen voor 1 printer. 3. Voer het e-mailadres in van de gebruiker die u wilt toevoegen en selecteer daarna OK De URL voor het voltooien van de registratie wordt vervolgens naar het opgegeven e-mailadres verzonden.
Pagina 98
6. Geef uw Wachtwoord (Password) op in het invoerscherm voor gebruikersgegevens en selecteer Volgende (Next) Voer het wachtwoord voor aanmelding bij Canon Inkjet Cloud Printing Center in. Belangrijk • De onderstaande beperkingen gelden voor het wachtwoord. • Het wachtwoord moet tussen 8 en 32 tekens lang zijn en bestaan uit enkel-byte tekens en symbolen (!"#$%&'()*+,-./:;<=>?@[\]^_`{|}~).
Pagina 99
Belangrijk • De volgende beperkingen gelden voor het invoerveld User Name: • Het wachtwoord moet tussen 1 en 20 tekens lang zijn en bestaan uit enkel-byte tekens en symbolen (!"#$%&'()*+,-./:;<=>?@[\]^_`{|}~). (Letters zijn hoofdlettergevoelig.) 8. Stel Tijdzone (Time zone) in en selecteer Volgende (Next) Selecteer uw regio in de lijst.
Pagina 100
Als u MAXIFY Cloud Link gebruikt vanaf de printer, selecteert u Multiuser mode in het scherm Mng. printer om de printer in te stellen op Multiuser mode. Elke gebruiker kan vervolgens een app starten en documenten afdrukken. Problemen met Canon Inkjet Cloud Printing Center oplossen...
Pagina 101
(IJ Cloud Printing Center setup) -> Verwijderen van deze service (Delete from this service) in het startscherm van de printer om de serviceregistratie te verwijderen. Nadat u de printer opnieuw hebt ingesteld, voert u de registratie van Canon Inkjet Cloud Printing Center uit vanaf het begin.
Pagina 102
(IJ Cloud Printing Center setup) -> Verwijderen van deze service (Delete from this service) in het startscherm van de printer om de serviceregistratie te verwijderen. Nadat u de printer opnieuw hebt ingesteld, voert u de registratie van Canon Inkjet Cloud Printing Center uit vanaf het begin.
Pagina 103
• Deze code is alleen geldig wanneer u MAXIFY Cloud Link gebruikt via het bedieningspaneel van de printer. U kunt deze code niet gebruiken wanneer u naar het Canon Inkjet Cloud Printing Center gaat vanaf uw smartphone, tablet of computer.
Pagina 104
Afdrukken met Google Cloud Print De printer is compatibel met Google Cloud Print™ (Google Cloud Print is een service die wordt aangeboden door Google Inc.). Met Google Cloud Print kunt u vanaf elke locatie afdrukken met toepassingen of services die Google Cloud Print ondersteunen.
Pagina 105
Afdrukken met Google Cloud Print voorbereiden Als u wilt afdrukken met Google Cloud Print, hebt u een Google-account nodig en moet u de printer eerst registreren bij Google Cloud Print. Een Google-account maken Als u al een Google-account hebt, moet u de printer registreren. De printer registreren bij Google Cloud Print Een Google-account maken Zorg eerst dat u een Google-account hebt, zodat u de printer kunt registreren bij Google Cloud Print.
Pagina 106
• Wanneer u een printer registreert, moet de printer zijn verbonden met het LAN en moet het LAN verbinding hebben met internet. Houd er rekening mee dat alle kosten van de internetverbinding voor rekening van de klant zijn. • Als de eigenaar van de printer verandert, verwijdert u de printerregistratie uit Google Cloud Print.
Pagina 107
5. Selecteer een weergavetaal in het scherm met afdrukinstellingen van Google Cloud Print Het bevestigingsbericht over het afdrukken van de verificatie-URL wordt weergegeven. 6. Plaats normaal papier van A4-, Letter- of Legal-formaat en selecteer OK De verificatie-URL wordt afgedrukt. 7. Controleer of de verificatie-URL is afgedrukt en selecteer Ja (Yes) 8.
Pagina 108
4. Selecteer Verwijderen (Delete) voor de printer die u wilt verwijderen 5. Wanneer het bevestigingsbericht over het verwijderen van de printer wordt weergegeven, selecteert u OK Verwijderen van de printer 1. Zorg dat de printer is ingeschakeld 2. Selecteer Instellen (Setup) in het startscherm 3.
Pagina 109
Afdrukken vanaf een computer of smartphone met Google Cloud Print Wanneer u afdrukgegevens verzendt met Google Cloud Print, ontvangt de printer deze gegevens en worden ze automatisch afgedrukt als de printer is ingeschakeld. Wanneer u afdrukt vanaf een smartphone, tablet, computer of ander apparaat met behulp van Google Cloud Print, moet u van tevoren papier plaatsen in de printer.
Pagina 110
• Als u een ander mediumtype dan normaal papier selecteert of als u een ander papierformaat dan A4/Letter/B5/A5 selecteert, worden de afdrukgegevens enkelzijdig afgedrukt, ook al hebt u dubbelzijdig afdrukken geselecteerd. (* Het papierformaat hangt af van het model van uw printer. Voor informatie over ondersteunde papierformaten gaat u naar de startpagina van de Online handleiding en raadpleegt u 'Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt' voor uw model.) •...
Pagina 111
Afdrukken vanaf een AirPrint-compatibel apparaat In dit document wordt uitgelegd hoe u met AirPrint draadloos afdrukt vanaf uw iPad, iPhone of iPod touch op een Canon-printer. Met AirPrint kunt u rechtstreeks vanaf uw Apple-apparaat foto's, e-mails, webpagina's en documenten met uw printer afdrukken, zonder een stuurprogramma te hoeven installeren.
Pagina 112
3. Raak in het optiemenu Afdrukken (Print) aan. 4. Selecteer in de Printeropties (Printer Options) het model dat u gebruikt. Belangrijk • Niet alle apps ondersteunen AirPrint. Hierdoor wordt Printeropties (Printer Options) mogelijk niet weergegeven. Kunt u vanuit een bepaalde app de printeropties niet gebruiken, dan kunt u vanuit die app niet afdrukken.
Pagina 113
5. Wanneer u een bestandsindeling met meerdere pagina's afdrukt, zoals een PDF- bestand, klikt u op Bereik (Range) en vervolgens op Alle pagina's (All Pages) of selecteert u het af te drukken paginabereik. 6. Klik voor 1 kopie (1 Copy) op + of - om het aantal vereiste kopieën in te stellen. 7.
Pagina 114
Een afdruktaak verwijderen Afdruktaken kunnen met AirPrint op de volgende twee manieren worden verwijderd: • Vanaf de printer: als uw printer een LCD-monitor heeft, gebruikt u het bedieningspaneel om de afdruktaak te annuleren. Als uw printer geen LCD-monitor heeft, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op de printer om de afdruktaak te annuleren.
Pagina 115
Kan het document niet worden afgedrukt, raadpleeg dan de Online handleiding voor uw model. Opmerking • Nadat u de printer hebt aangezet, kan het enkele minuten duren voordat de printer via een draadloze LAN-verbinding kan communiceren. Controleer of de printer met het draadloze LAN is verbonden en probeer vervolgens af te drukken.
Pagina 116
U kunt uw smartphone, tablet of computer gebruiken om de Prtrstatus (Printer status) te controleren en nuttige functies uit te voeren vanuit apps zoals Canon Inkjet Print Utility en MAXIFY Printing Solutions. U kunt ook de handige webservices van Canon gebruiken.
Pagina 117
Prtrstatus (Printer status) Deze functie geeft printergegevens weer, zoals de resterende hoeveelheid inkt, de status en gedetailleerde foutgegevens. U kunt ook naar een site gaan waar u inkt kunt kopen of naar een ondersteuningspagina en webservices gebruiken. Hulpprogramma's (Utilities) Met deze functie kunt u de handige functies van de printer, zoals reiniging, instellen en uitvoeren. AirPrint-inst.
Pagina 118
Gebruiksgegevens (Records of use) Hiermee wordt een overzicht weergegeven van uw printergebruik, zoals het aantal afdrukken dat u hebt gemaakt. Firmware bijwerken (Firmware update) Met deze functie kunt u een firmware-update uitvoeren en de versie controleren. Handleiding (online) (Manual (Online)) Deze functie geeft de Online handleiding weer.
Pagina 119
Integratiefunctie voor online opslag De printer kan worden geïntegreerd met online opslagservices zoals Evernote. Integratie met het online notitieprogramma 'Evernote' Als een Evernote-clienttoepassing op uw computer is geïnstalleerd, kunt u gescande afbeeldingen importeren in de toepassing en uploaden naar de server van Evernote. Vanaf bijvoorbeeld andere computers of smartphones kan door de geüploade afbeeldingen worden gebladerd.
Pagina 120
U kunt gemakkelijk afdrukken vanaf een andere locatie, zoals uw vakantiebestemming. Ook uw familie en vrienden kunnen afdrukken wanneer ze zich van tevoren registreren. U kunt Afdrukken vanuit e-mail (Print from E-mail) gebruiken op elke Canon-printer die de service ondersteunt.
Pagina 121
3. Controleer of een e-mail is verzonden naar het opgegeven e-mailadres 4. Ga naar de URL in de e-mail en voltooi de printerregistratie Opmerking • Het e-mailadres dat op het scherm wordt weergegeven wanneer u de registratie hebt voltooid, wordt alleen gebruikt voor de functie Afdrukken vanuit e-mail (Print from E-mail).
Pagina 122
instellen (Print from E-mail setup) -> Adres voor afdrukk. controleren (Check address for printing) te selecteren. Belangrijk • U kunt de service niet gebruiken wanneer onderhoud wordt uitgevoerd aan de service. De service gebruiken met meer dan één persoon Als u wilt dat meerdere gebruikers deze functie kunnen gebruiken, moet u die gebruikers (anderen dan de printereigenaar) registreren als leden.
Pagina 123
• Controleer of het e-mailadres waarnaar de e-mail is verzonden correct is. U controleert het afdrukadres door het startvenster weer te geven via het bedieningspaneel van de printer en Instellen (Setup) -> Webservice instellen (Web service setup) -> Webserviceverbinding instellen (Web service connection setup) -> Afdrukken vanuit e-mail instellen (Print from E-mail setup) ->...
Pagina 124
verwijderd, geeft u het startvenster weer op het bedieningspaneel van de printer, selecteert u Instellen (Setup) -> Webservice instellen (Web service setup) -> Webserviceverbinding instellen (Web service connection setup) -> Afdrukken vanuit e-mail instellen (Print from E-mail setup) -> Geregistr. printer verwijderen (Delete registered printer) en verwijdert u de registratiegegevens.
Pagina 125
Voorbereidingen voor het gebruik van Afdrukken vanuit e-mail Als u deze service wilt gebruiken om een foto of document af te drukken, moet u de onderstaande stappen uitvoeren en de printer registreren. De URL van de pagina voor printerregistratie en de pincode afdrukken Eerst moet u de URL van de pagina voor printerregistratie en de pincode afdrukken.
Pagina 126
Belangrijk • Een e-mail met de vereiste informatie om de registratie te voltooien worden verzonden naar het opgegeven e-mailadres van de printereigenaar. • Als domeinspecifieke ontvangst is ingesteld, wijzigt u de instelling zodat e-mail van 'info@mp.c- ij.com' kan worden ontvangen. Opmerking •...
Pagina 127
Belangrijk • U kunt maximaal 30 tekens invoeren. 6. Controleer de registratiegegevens in het venster Registratie eigenaar bevestigen (Confirm Owner Registration) en selecteer daarna Registreren (Register) Er wordt een tijdelijk wachtwoord weergegeven. Belangrijk • Het tijdelijke wachtwoord dat wordt weergegeven, staat niet in de verzonden e-mail. Noteer het tijdelijke wachtwoord daarom voordat u het scherm sluit.
Pagina 128
Lijst met tijdzones (UTC-12:00) Internationale datumgrens west (UTC-11:00) Midway-eilanden (UTC-10:00) Hawaï (UTC-09:00) Alaska (UTC-08:00) Tijuana, Baja California, Pacific Time (VS & Canada) (UTC-07:00) Arizona, Chihuahua, La Paz, Mazatlán, Mountain Time (VS & Canada) (UTC-06:00) Guadalajara, Mexico-stad, Monterrey, Saskatchewan, Centraal-Amerika, Central Time (VS & Canada) (UTC-05:00) Indiana (oostelijk), Bogota, Lima, Quito, Eastern Time (VS &...
Pagina 129
Eenvoudig afdrukken vanaf een smartphone of tablet met MAXIFY Printing Solutions Gebruik MAXIFY Printing Solutions om foto's die u op een smartphone of tablet hebt opgeslagen eenvoudig draadloos af te drukken. U kunt ook gescande gegevens (PDF of JPEG) rechtstreeks op een smartphone of tablet ontvangen zonder een computer te gebruiken.
Pagina 130
Voor informatie over verbinding met het netwerk raadpleegt u de configuratie-URL (http://www.canon.com/ ijsetup) voor gebruik van dit product vanaf uw computer, smartphone of tablet. Nadat de verbinding is voltooid, wordt de Canon Inkjet Print Utility-software waarmee u gedetailleerde afdrukinstellingen kunt selecteren, automatisch gedownload.
Pagina 131
Overzicht van het apparaat Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Het bedieningspaneel gebruiken Cijfers, letters en symbolen invoeren Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Het USB-flashstation plaatsen Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren vanaf uw computer De inktstatus controleren...
Pagina 132
Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid...
Pagina 133
Veiligheidsvoorschriften Een locatie kiezen • Installeer het apparaat op een stabiele plaats die vrij van trillingen is. • Installeer het apparaat niet op een plaats die zeer vochtig of stoffig is en niet in direct zonlicht, buitenshuis of dicht bij een warmtebron. U kunt het risico van brand of elektrische schokken beperken door het apparaat te gebruiken volgens de werkingsomgeving die staat aangegeven in de Online handleiding.
Pagina 134
• Gooi inkttanks en FINE-cartridges nooit in het vuur. • Probeer de printkop, inkttanks en FINE-cartridges niet uit elkaar te halen of te wijzigen.
Pagina 135
Canon does not recommend extending the Activation Times from the optimum ones set as default. ®...
Pagina 136
Paper types This product can be used to print on both recycled and virgin paper (certified to an environmental stewardship scheme), which complies with EN12281 or a similar quality standard. In addition it can support printing on media down to a weight of 64g/m , lighter paper means less resources used and a lower environmental footprint for your printing needs.
Pagina 137
Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Het bedieningspaneel gebruiken Cijfers, letters en symbolen invoeren...
Pagina 138
Hoofdonderdelen Vooraanzicht Achteraanzicht Binnenaanzicht Bedieningspaneel...
Pagina 139
Vooraanzicht (1) bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om de apparaatinstellingen te wijzigen of het apparaat te bedienen. Bedieningspaneel (2) ADF (automatische documentinvoer) Plaats hier een document. Documenten die in de documentlade worden geplaatst, worden automatisch vel voor vel gescand. Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen (3) klep van documentinvoer Open deze klep om vastgelopen documenten te verwijderen.
Pagina 140
(11) papieruitvoersteun Open het verlengstuk ter ondersteuning van uitgeworpen papier. (12) USB-flashstation Plaats een USB-flashstation in deze poort. Waarschuwing • Sluit geen andere apparaten dan USB-flashstations aan op de poort voor USB-flashstations van het apparaat. Doet u dat wel, dan kan dit brand, elektrische schokken of schade aan het apparaat veroorzaken.
Pagina 141
Achteraanzicht (1) achterklep Open deze klep wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen. (2) netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. (3) telefoonaansluiting Hier kunt u de telefoonlijn aansluiten. (4) aansluiting voor extern apparaat Hier kunt u een extern apparaat aansluiten, zoals een telefoon of een antwoordapparaat. (5) aansluiting voor bedraad LAN Sluit hier de LAN-kabel aan om het apparaat met een LAN te verbinden.
Pagina 142
Binnenaanzicht (1) uitwerphendel voor inkttank Duw deze omhoog wanneer u een inkttank verwijdert. (2) printkophouder De printkop is vooraf geïnstalleerd. Opmerking • Zie Een inkttank vervangen voor informatie over het vervangen van een inkttank.
Pagina 143
Bedieningspaneel * Ter illustratie branden alle lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding. (1) AAN/UIT (POWER)-lampje Dit lampje knippert en brandt vervolgens wanneer het apparaat wordt aangezet. (2) Knop AAN (ON) Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat wordt aangezet.
Pagina 145
Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Controleer of de printer is ingeschakeld Het apparaat in- en uitschakelen Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer...
Pagina 146
Controleer of de printer is ingeschakeld Het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt wanneer het apparaat is ingeschakeld. Als het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt, is het apparaat ingeschakeld, zelfs als het aanraakscherm uit is. Opmerking • Het duurt ongeveer 10 seconden totdat u het apparaat kunt gebruiken nadat u dit hebt ingeschakeld. Wacht totdat het HOME-scherm wordt weergegeven op het aanraakscherm.
Pagina 147
Het apparaat in- en uitschakelen Het apparaat inschakelen 1. Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert en blijft branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking • Het duurt ongeveer 10 seconden totdat u het apparaat kunt gebruiken nadat u dit hebt ingeschakeld.
Pagina 148
Opmerking • Het apparaat kan geen faxen verzenden of ontvangen als het is uitgeschakeld. • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen. • U kunt instellen dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld op de opgegeven dag of tijd. Hieronder vindt u meer informatie over Stroomregeling - instell.
Pagina 149
Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Controleer de stekker/het netsnoer eenmaal per maand om er zeker van te zijn dat geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet. • De stekker/het netsnoer is heet. • De stekker/het netsnoer is roestig. • De stekker/het netsnoer is verbogen. •...
Pagina 150
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk • Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop AAN (ON) en controleert u daarna of het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is. Als u de stekker uit het stopcontact trekt wanneer het AAN/UIT (POWER)-lampje nog brandt, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden.
Pagina 151
Het bedieningspaneel gebruiken Het bedieningspaneel bestaat uit het aanraakscherm (A) en knoppen (B). Raak het HOME-scherm op het aanraakscherm aan met uw vingertop om menu's te selecteren voor kopiëren, scannen en andere functies. Het HOME-scherm bestaat uit drie afzonderlijke schermen. A: aanraakscherm B: Knoppen op het bedieningspaneel Basishandelingen op het aanraakscherm...
Pagina 152
Aanraken Licht aanraken met uw vingertop. Als u menu´s of foto´s continu wilt doorlopen (voor- en achterwaarts), laat u het teken voor vooruit of terug niet los. Vegen Veeg uw vinger omhoog, omlaag, naar links of naar rechts over het scherm. Hiermee schakelt u over naar een ander menu of bladert u voor- of achterwaarts door foto´s.
Pagina 153
Een praktijkvoorbeeld van het aanraakscherm Voorbeeld: bewerkingen op het aanraakscherm die beschikbaar zijn in het stand-byscherm voor kopiëren Tik op A om het menu met afdrukinstellingen weer te geven. Sleep het scherm omhoog of omlaag en tik daarna op de optie die u wilt selecteren. Nadat de lijst wordt weergegeven, tikt u op de instelling die u wilt selecteren.
Pagina 154
Tik op B om het scherm weer te geven waarin u het aantal kopieën kunt selecteren. Tik op de cijfers om het aantal kopieën op te geven en tik daarna op OK. Tik op C om het voorbeeldscherm weer te geven. Sleep de zijbalk (D) omhoog of omlaag om het zoompercentage te verhogen of te verlagen terwijl u links de voorbeeldafbeelding bekijkt.
Pagina 155
Cijfers, letters en symbolen invoeren Op het apparaat kunt u tekens invoeren of bewerken door ze te selecteren in een tekenlijst op het scherm wanneer u informatie invoert, zoals een toestelnaam, de naam van een ontvanger voor het telefoonboek en dergelijke.
Pagina 156
Cijfers, letters en symbolen invoeren of bewerken De invoermethode werkt als volgt. • De invoegpositie (cursorpositie) verplaatsen in het invoerveld (C) Tik op (D). • Een ingevoerd teken verwijderen Plaats de cursor onder het teken dat u wilt verwijderen en tik op (E).
Pagina 157
Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Het USB-flashstation plaatsen...
Pagina 158
Papier plaatsen Papierbronnen voor het laden van papier Normaal papier/fotopapier plaatsen Enveloppen plaatsen Mediumtypen die u kunt gebruiken Mediumtypen die u niet kunt gebruiken Afdrukgebied...
Pagina 159
Papierbronnen voor het laden van papier Paginaformaten en mediatypen die compatibel zijn met het apparaat Papier kan worden geplaatst in twee bronnen, de bovenste cassette 1 (A) en de onderste cassette 2 (B). In de bovenste cassette 1 (A) kunnen alle papierformaten worden geplaatst die compatibel zijn met dit apparaat (normaal papier, fotopapier, enveloppen enz.).
Pagina 160
D: Vergrendelingspositie voor het opbergen van de cassette Wanneer u dit apparaat langere tijd niet gebruikt of het apparaat verplaatst, stelt u dit in op positie D. De cassette past dan binnen de breedte van het apparaat. In deze positie kan geen papier worden geplaatst. E: Vergrendelingspositie voor papier van A4- of Letter-formaat of kleiner Voor papier van A4- of Letter-formaat of kleiner stelt u de cassette in op positie E.
Pagina 161
• In cassette 1 kunt u alle papierformaten plaatsen die compatibel zijn met dit apparaat (normaal papier, fotopapier, enveloppen enz.). • In cassette 2 kunt u normaal papier van A4-, Letter- en Legal-formaat plaatsen. • Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over origineel Canon-papier.
Pagina 162
3. Verschuif de papiergeleider (A) aan de voorzijde en (B) aan de rechterzijde om de papiergeleiders te openen. 4. Plaats de papierstapel MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN in het midden van de cassette. Belangrijk • Plaats het papier altijd in de lengterichting (C). Wanneer u papier in de breedterichting plaatst (D), kan het papier vastlopen.
Pagina 163
Als de papierstapel in contact komt met het uitstekende deel (E), wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. • Als u papier van 13 x 18 cm (5 x 7 inch) of kleiner wilt plaatsen, trekt u het lipje (F) van de papiergeleider omhoog.
Pagina 164
Opmerking • Plaats het papier niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (H). • Zorg dat de papierstapel lager is dan de tabs (I) van de papiergeleiders. 7. Plaats de cassette in het apparaat. Druk de cassette helemaal in het apparaat totdat deze stopt. Nadat u de cassette in het apparaat hebt geplaatst, wordt het registratiescherm voor papiergegevens voor de cassette weergegeven op het aanraakscherm.
Pagina 165
8. Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in de cassette bij Pg.form. (Page size) en Type en tik daarna op Registreren (Register). Als een bericht op het scherm wordt weergegeven, volgt u de aanwijzingen in het bericht om de registratie te voltooien.
Pagina 166
Enveloppen plaatsen U kunt enveloppen plaatsen in cassette 1. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk • Afdrukken van enveloppen vanuit het bedieningspaneel wordt niet ondersteund. •...
Pagina 167
3. Verschuif de papiergeleider (A) aan de voorzijde en (B) aan de rechterzijde om de papiergeleiders te openen. 4. Plaats de enveloppen MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN in het midden van cassette 1. De gevouwen klep van de envelop is omhoog gericht zoals wordt aangegeven in de onderstaande afbeelding (C).
Pagina 168
Opmerking • Lijn de stapel enveloppen uit met de rand van cassette 1, zoals in de onderstaande afbeelding. Als de enveloppen in contact komen met het uitstekende deel (E), worden de enveloppen mogelijk niet goed ingevoerd. 5. Lijn de papiergeleider (A) aan de voorzijde uit met de enveloppen. 6.
Pagina 169
8. Selecteer het formaat en type van de geplaatste enveloppen in de cassette bij Pg.form. (Page size) en Type en tik daarna op Registreren (Register). Papierinstelling voor afdrukken 9. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade (H) uit en open vervolgens de papieruitvoersteun (I).
Pagina 170
Mediumtypen die u kunt gebruiken Voor het beste afdrukresultaat kiest u papier dat geschikt is om op af te drukken. Canon levert diverse papiersoorten die geschikt zijn voor documenten en papier dat geschikt is voor foto's of illustraties. Het verdient aanbeveling belangrijke foto's af te drukken op origineel Canon-papier.
Pagina 171
• 64 tot 105 g /m (17 tot 28 lb) (gewoon papier, uitgezonderd papier van het merk Canon) Gebruik geen zwaarder of lichter papier (met uitzondering van papier van het merk Canon), anders kan het papier in het apparaat vast komen te zitten.
Pagina 172
Enveloppen 10 enveloppen Nvt*2 Origineel Canon-papier Opmerking • Als u de volgende papiersoorten via cassette 2 invoert, kunt u het apparaat beschadigen. Plaats papier altijd in cassette 1. • Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen (behalve voor High Resolution Paper <HR-101N>).
Pagina 173
*3 Wij adviseren u de vorige afgedrukte envelop uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen. *4 Wanneer u papier in stapels plaatst, kan de afdrukzijde bij het invoeren worden gemarkeerd of wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd.
Pagina 174
• Papier dat te dun is (dat minder weegt dan 64 g /m (17 lb)) • Papier dat te dik is (gewoon papier, behalve papier van het merk Canon, dat meer weegt dan 105 g /m (28 lb)) • Papier dat dunner is dan een briefkaart, inclusief gewoon papier of papier van een notitieblok dat kleiner is gemaakt (wanneer u afdrukt op papier dat kleiner is dan A5) •...
Pagina 175
Afdrukgebied Afdrukgebied Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Letter, Legal Enveloppen...
Pagina 176
Voor de beste afdrukkwaliteit wordt door het apparaat een marge aan iedere zijde van het papier vrijgelaten. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges. Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken. Afdrukgebied : in dit gebied is afdrukken mogelijk. Als u hier afdrukt, kan de afdrukkwaliteit of de precisie van de papierinvoer echter afnemen.
Pagina 177
Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) 141,2 x 202,0 mm (5,56 x 7,95 inch) 203,2 x 289,0 mm (8,00 x 11,38 inch) 175,2 x 249,0 mm (6,90 x 9,80 inch) 10 x 15 cm (4 x 6 inch) 94,8 x 144,4 mm (3,73 x 5,69 inch) 13 x 18 cm (5 x 7 inch) 120,2 x 169,8 mm (4,73 x 6,69 inch)
Pagina 178
Letter, Legal Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) Letter 203,2 x 271,4 mm (8,00 x 10,69 inch) Legal 203,2 x 347,6 mm (8,00 x 13,69 inch) Aanbevolen afdrukgebied A: 45,8 mm (1,80 inch) B: 36,8 mm (1,45 inch) Afdrukgebied C: 3,0 mm (0,12 inch) D: 5,0 mm (0,20 inch) E: 6,4 mm (0,25 inch) F: 6,3 mm (0,25 inch)
Pagina 179
Enveloppen Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte) DL-envelop 98,8 x 170,0 mm (3,88 x 6,69 inch) COM10-envelop 93,5 x 209,3 mm (3,68 x 8,24 inch) Aanbevolen afdrukgebied DL-envelop A: 21,0 mm (0,83 inch) B: 29,0 mm (1,14 inch) C: 5,6 mm (0,22 inch) D: 5,6 mm (0,22 inch) COM10-envelop A: 3,0 mm (0,12 inch)
Pagina 180
Originelen plaatsen De locatie voor het plaatsen van originelen Originelen op de glasplaat plaatsen Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen Originelen plaatsen voor elke functie Originelen die u kunt plaatsen...
Pagina 181
De locatie voor het plaatsen van originelen U kunt originelen op twee locaties in het apparaat plaatsen: de glasplaat en de ADF (automatische documentinvoer). Selecteer de positie waar u het origineel wilt plaatsen op basis van het formaat, type of de methode van gebruik.
Pagina 182
Originelen op de glasplaat plaatsen 1. Open de documentklep. Belangrijk • Raak bij het openen of sluiten van de documentklep de knoppen en het aanraakscherm op het bedieningspaneel niet aan. Dat kan leiden tot een onverwachte werking. 2. Plaats het origineel MET DE TE SCANNEN ZIJDE NAAR BENEDEN op de glasplaat. Originelen die u kunt plaatsen Originelen plaatsen voor elke functie Belangrijk...
Pagina 183
Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen Opmerking • Als u een document met optimale kwaliteit wilt scannen, plaatst u het op de glasplaat. 1. Controleer of alle originelen van de glasplaat zijn verwijderd. 2. Open de documentlade. 3. Duw het document in de documentlade totdat u een piepgeluid hoort. Plaats het document MET DE TE SCANNEN ZIJDE OMHOOG in de documentlade.
Pagina 184
Originelen plaatsen voor elke functie Plaats het origineel op de juiste positie op basis van de functie die u wilt gebruiken. Als u het origineel niet correct plaatst, wordt het mogelijk niet juist gescand. Het origineel uitgelijnd met de positiemarkering plaatsen •...
Pagina 185
Twee of meer originelen plaatsen op de glasplaat • Selecteer Foto (Photo) voor Doc.type bij Scannen (Scan) en geef Autom. multi-scan (Auto multi scan) op voor Scanfrmt (Scan size) om twee of meer originelen te scannen • Twee of meer afgedrukte foto's, briefkaarten of visitekaartjes scannen met een toepassing op een computer Plaats de originelen MET DE TE SCANNEN ZIJDE NAAR BENEDEN.
Pagina 186
Originelen die u kunt plaatsen glasplaat Item Details Typen originelen - Tekstdocumenten, tijdschriften of kranten - Afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of schijf (bd/dvd/cd, enzovoort) - Documenten die niet geschikt zijn voor de ADF Grootte (breedte x hoogte) Maximaal 216 x 297 mm (8,5 x 11,7 inch) Aantal 1 vel of meerdere vellen* Dikte...
Pagina 187
• Gescheurd papier • Papier met gaten • Gelijmd papier • Papier met plaknotities • Carbonpapier of doorschrijfpapier • Papier waarvan het oppervlak is behandeld • Overtrekpapier of dun papier • Dik papier of fotopapier...
Pagina 188
Het USB-flashstation plaatsen Het USB-flashstation plaatsen Het USB-flashstation verwijderen...
Pagina 189
Het USB-flashstation plaatsen Afdrukbare afbeeldingsgegevens • Dit apparaat accepteert en afbeeldingen die zijn gemaakt met een digitale camera die voldoet aan het Design rule for Camera File system (compatibel met Exif 2.2/2.21/2.3), TIFF (compatibel met Exif 2.2/2.21/2.3). Andere typen afbeeldingen of films, zoals RAW-afbeeldingen, kunnen niet worden afgedrukt.
Pagina 190
Het USB-flashstation verwijderen 1. Controleer of het apparaat geen gegevens leest van of schrijft naar het USB-flashstation. Tijdens dergelijke bewerkingen wordt een bericht weergegeven op het aanraakscherm. Belangrijk • Verwijder het USB-flashstation niet en zet het apparaat niet uit terwijl er gegevens van worden gelezen of naartoe worden geschreven.
Pagina 191
Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren...
Pagina 192
Een inkttank vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, wordt het bericht op het aanraakscherm weergegeven om u op de hoogte te brengen van het probleem. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Een bericht verschijnt op het scherm Opmerking •...
Pagina 193
Let op • Houd de printkophouder niet vast om deze te stoppen of te verplaatsen. Raak de printkophouder niet aan voordat deze helemaal stilstaat. Belangrijk • Verwijder een inkttank niet voordat u een nieuwe hebt voorbereid. • Als u een inkttank hebt verwijderd, werkt het apparaat pas nadat een nieuwe is geplaatst. •...
Pagina 194
Belangrijk • Stop de verwijderde inkttank direct in een plastic tas nadat u deze uit het apparaat hebt verwijderd. Doet u dat niet, dan kan achtergebleven inkt vlekken op uw kleding en dergelijke veroorzaken. • Raak behalve de inkttanks geen andere delen aan. •...
Pagina 195
Belangrijk • U kunt de inkttank niet in de verkeerde positie plaatsen. Controleer het label onder de installatiepositie en plaats de inkttank vervolgens op de juiste positie. 5. Duw op de inkttank totdat deze stevig vast zit. 6. Tik op Afsluiten (Exit) op het aanraakscherm. Als Volgende (Next) op het scherm wordt weergegeven, betekent dit dat er nog een inkttank kan worden vervangen.
Pagina 196
Belangrijk • U kunt pas afdrukken als alle inkttanks zijn geïnstalleerd. Zorg dat alle inkttanks zijn geïnstalleerd. • Een geplaatste inkttank kan pas worden verwijderd als het bericht voor verwijdering wordt weergegeven. 7. Sluit de voorklep. Nadat u de inkttanks hebt vervangen, begint het apparaat automatisch de inkt te mengen. Wacht totdat het apparaat geen werkingsgeluid meer maakt.
Pagina 197
De inktstatus controleren De inktstatus controleren met het aanraakscherm op het apparaat U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm. De inktstatus controleren vanaf uw computer...
Pagina 198
De inktstatus controleren met het aanraakscherm op het apparaat 1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld en geef het HOME-scherm weer. Als het HOME-scherm niet wordt weergegeven, drukt u op de knop HOME om het scherm weer te geven. 2. Tik op op het HOME-scherm.
Pagina 199
Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen...
Pagina 200
Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren De printkop uitlijnen De printkop handmatig uitlijnen...
Pagina 201
Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten vaag zijn, kleuren niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten (bijvoorbeeld omdat lijnen niet evenwijdig worden afgedrukt), voert u de onderstaande onderhoudsprocedure uit. Opmerking • Stel de afdrukkwaliteit hoger in via de instellingen van het printerstuurprogramma. Hierdoor kunnen de afdrukresultaten verbeteren.
Pagina 202
Opmerking • Als u de procedure tot en met stap 4 hebt uitgevoerd en het probleem niet is opgelost, schakelt u de printer uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur later nogmaals uit. Koppel het netsnoer niet los wanneer u het apparaat uitschakelt. Indien de fout zich blijft voordoen, is de printkop mogelijk beschadigd.
Pagina 203
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Opmerking • Wanneer de inkt opraakt tijdens het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, wordt er een foutbericht weergegeven op het aanraakscherm.
Pagina 204
6. Tik op Controleraster spuitopening afdr. (Print nozzle check pattern). Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 7. Tik op Ja (Yes). Het controleraster voor de spuitopeningen wordt afgedrukt en er worden twee bevestigingsschermen op het aanraakscherm weergegeven. Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen.
Pagina 205
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. 1. Controleer of er lijnen ontbreken in raster C en controleer of raster D horizontale witte strepen bevat. A: Geen ontbrekende lijnen/geen horizontale witte strepen B: Lijnen ontbreken/er zijn horizontale witte strepen aanwezig E: Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt 2.
Pagina 206
Voor B (lijnen ontbreken of er zijn horizontale witte strepen aanwezig) in raster C of raster D of in beide rasters: De reiniging is vereist. Tik op Ook B (Also B) en tik daarna op Ja (Yes) in het bevestigingsscherm voor de reiniging.
Pagina 207
De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt.
Pagina 208
5. Tik op Onderhoud (Maintenance). Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt weergegeven. 6. Tik op Reinigen (Cleaning). Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 7. Tik op Ja (Yes). Het apparaat start de reiniging van de printkop. Voer geen andere handelingen uit totdat het apparaat klaar is met het reinigen van de printkop. Dit duurt ongeveer 2 minuten.
Pagina 209
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte- reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan bij een normale reiniging van de printkop.
Pagina 210
5. Tik op Onderhoud (Maintenance). Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt weergegeven. 6. Tik op Diepte-reiniging (Deep cleaning). Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 7. Tik op Ja (Yes). Het apparaat start de diepte-reiniging van de printkop. Voer geen andere handelingen uit totdat het apparaat klaar is met de diepte-reiniging van de printkop. Dit duurt 2 tot 3 minuten.
Pagina 211
De printkop uitlijnen Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen. Opmerking • Wanneer de inkt opraakt tijdens het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, wordt er een foutbericht weergegeven op het aanraakscherm.
Pagina 212
Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt weergegeven. 6. Tik op Printkop automatisch uitlijnen (Auto head alignment). Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 7. Tik op Ja (Yes). Het controlevel voor de uitlijning van de printkop wordt afgedrukt en de positie van de printkop wordt automatisch uitgelijnd.
Pagina 213
De printkop handmatig uitlijnen Als evenwijdige lijnen niet correct worden afgedrukt of als u nog steeds niet tevreden bent over de afdrukresultaten nadat de printkoppositie automatisch is aangepast, kunt u de printkoppositie handmatig aanpassen. Opmerking • Voor meer informatie over handmatige aanpassing van de printkoppositie raadpleegt u De printkop uitlijnen.
Pagina 214
Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. Opmerking • Selecteer Uitlijnwaarde printkop afdrukken (Print the head alignment value) als u de huidige aanpassingswaarden voor de printkoppositie wilt afdrukken en controleren. 7. Tik op Ja (Yes). Het uitlijningsraster voor de printkop wordt afgedrukt. 8. Wanneer het bericht 'Zijn de controlerasters correct afgedrukt? (Did the patterns print correctly?)' wordt weergegeven, bevestigt u dat het raster goed is afgedrukt en tikt u op Ja (Yes).
Pagina 215
Opmerking • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. A: Nauwelijks zichtbare verticale strepen B: Duidelijk zichtbare verticale strepen 11. Herhaal de procedure totdat u het rasternummer voor de kolommen B tot en met M hebt ingevoerd en tik vervolgens op OK.
Pagina 216
Opmerking • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. C: Nauwelijks zichtbare horizontale strepen D: Duidelijk zichtbare horizontale strepen 1. Herhaal de procedure totdat u het rasternummer voor de kolommen O tot en met T hebt ingevoerd en tik vervolgens op OK.
Pagina 217
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De Printkoppen reinigen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De positie van de Printkop uitlijnen vanaf de computer De inktstatus controleren vanaf uw computer...
Pagina 218
De procedure voor het reinigen van de printkop is als volgt: Reiniging (Cleaning) 1. Selecteer Reiniging (Cleaning) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2. Klik op het pictogram Reiniging (Cleaning) Als u het dialoogvenster opent, selecteert u de inktgroep die moet worden gereinigd.
Pagina 219
2. Klik op het pictogram Diepte-reiniging (Deep Cleaning) Als u het dialoogvenster opent, selecteert u de inktgroep die een diepte-reiniging moet ondergaan. Klik op om de items te bekijken die u moet controleren voordat u een diepte-reiniging uitvoert. 3. Voer de diepte-reiniging uit Zorg dat de printer is ingeschakeld en klik op OK.
Pagina 220
De procedure voor het afdrukken van een controleraster is als volgt: Controle spuitopening (Nozzle Check) 1. Selecteer Testafdruk (Test Print) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2. Klik op het pictogram Controle spuitopening (Nozzle Check) Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
Pagina 221
Verwant onderwerp De Printkoppen reinigen vanaf de computer...
Pagina 222
De procedure voor automatische uitlijning van de printkop is als volgt: Uitlijning printkop (Print Head Alignment) 1. Selecteer Testafdruk (Test Print) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2. Klik op het pictogram Uitlijning printkop (Print Head Alignment) Een bericht verschijnt op het scherm.
Pagina 223
Opmerking • Wacht totdat het afdrukken is voltooid voordat u andere handelingen uitvoert. Het afdrukken duurt ongeveer 3 tot 4 minuten. Opmerking • Wanneer de uitlijning van de printkop voltooid is, kunt u afdrukken en de huidige instellingen controleren. Klik daarvoor op het pictogram Uitlijning printkop (Print Head Alignment) en klik in het weergegeven bericht op Uitlijningswaarde afdrukken (Print Alignment Value).
Pagina 224
3. Pas de instellingen toe Klik op Toepassen (Apply) en klik op OK in het bevestigingsbericht. 4. Selecteer Testafdruk (Test Print) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 5. Klik op het pictogram Uitlijning printkop (Print Head Alignment) Een bericht verschijnt op het scherm.
Pagina 225
Zorg dat de printer aan staat en klik op Printkop uitlijnen (Align Print Head). Het eerste raster wordt afgedrukt. Belangrijk • Open het bedieningspaneel niet terwijl een afdruktaak wordt uitgevoerd. 8. Controleer het afgedrukte patroon Voer de nummers van de patronen met de minst zichtbare strepen in de bijbehorende vakken in en klik op OK.
Pagina 226
Opmerking • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Duidelijkst zichtbare horizontale strepen • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
Pagina 227
Het apparaat reinigen De buitenkant van het apparaat reinigen De glasplaat en de documentklep reinigen De ADF (automatische documentinvoer) reinigen De papierinvoerrol reinigen Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Het cassettekussentje reinigen...
Pagina 228
De buitenkant van het apparaat reinigen Gebruik altijd een zachte en droge doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt. Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
Pagina 229
De glasplaat en de documentklep reinigen Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Pagina 230
• Lijm, inkt, correctievloeistof of andere stoffen op het glas van de ADF (C in de bovenstaande afbeelding) veroorzaken zwarte strepen op gescande afbeeldingen. Als er iets op de glasplaat zit, veegt u dit er voorzichtig af.
Pagina 231
De ADF (automatische documentinvoer) reinigen Reinig de ADF (automatische documentinvoer) met een zachte, schone, pluisvrije en droge doek. Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Pagina 232
4. Sluit daarna de klep van de documentinvoer door erop te drukken totdat deze vastklikt. 5. Sluit de documentlade.
Pagina 233
De papierinvoerrol reinigen Als de papierinvoerrol vuil is of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrol. Als u de papierinvoerrol reinigt, slijt deze. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is. U moet het volgende voorbereiden: drie vellen gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1.
Pagina 234
10. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit en open vervolgens de papieruitvoersteun. 11. Tik op OK. Het apparaat begint met de reiniging. Het reinigen is voltooid als het papier wordt uitgeworpen. 12. Tik op OK in het voltooiingsbericht. Als het probleem nog steeds niet is verholpen na het reinigen van de papierinvoerrol, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 235
Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van het apparaat. Als het binnenste van het apparaat vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen.
Pagina 236
9. Plaats alleen dit vel papier in cassette 1 met de rug van de vouwen naar boven gericht, waarbij de rand van de helft zonder vouw van u af is gericht. Belangrijk • Cassette 2 is niet beschikbaar voor reiniging van de onderste plaat. Zorg dat u papier in cassette 1 plaatst.
Pagina 237
• Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen. Zorg dat het verzenden of ontvangen van alle faxen door het apparaat is voltooid voordat u het netsnoer loskoppelt. •...
Pagina 238
Het cassettekussentje reinigen Als het kussentje in een cassette besmeurd is geraakt met papierstof of vuil, kunnen twee of meer vellen papier tegelijk worden uitgevoerd. Volg de onderstaande procedure om het kussentje in de cassette te reinigen. U moet het volgende voorbereiden: wattenstaafje 1.
Pagina 239
De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De apparaatinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel De favoriete instellingen (Aangepaste profielen) registreren Controleren hoe vaak het apparaat in totaal is gebruikt...
Pagina 240
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De inktstatus controleren vanaf uw computer Een gewijzigd afdrukprofiel registreren De stroomvoorziening van de Printer beheren Het geluid van de Printer reduceren De bedieningsmodus van de Printer aanpassen...
Pagina 241
U kunt gedetailleerde gegevens controleren, zoals het resterende inktniveau en de soorten inkttanks voor uw model. 1. Selecteer Informatie inktniveau (Ink Level Information) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Er verschijnt een illustratie van de inkttypen en hun status.
Pagina 242
Een gewijzigd afdrukprofiel registreren U kunt het afdrukprofiel dat u hebt geselecteerd in het Dialoogvenster Afdrukken een naam geven en registreren. U kunt het geregistreerde afdrukprofiel voor gebruik oproepen via Instellingen (Presets). U kunt het onnodige afdrukprofiel ook verwijderen. De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt: Een afdrukprofiel registreren 1.
Pagina 243
Het afdrukprofiel in het dialoogvenster Afdrukken zal worden bijgewerkt naar het opgeroepen afdrukprofiel. Een afdrukprofiel verwijderen 1. Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt verwijderen • Als u OS X Mavericks v10.9, OS X Mountain Lion v10.8 of OS X Lion v10.7 gebruikt Selecteer in het afdrukvenster Instellingen tonen...
Pagina 244
1. Selecteer Stroomvoorzieningsinstellingen (Power Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2. Voer het uitzetten van de printer uit Klik op Printer uit (Power Off) en vervolgens op OK in het bevestigingsbericht.
Pagina 245
Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen. De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt: 1. Selecteer Stille instellingen (Quiet Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Opmerking • Als de computer niet kan communiceren met de printer, verschijnt er mogelijk een bericht omdat de computer geen toegang heeft tot de informatie die is ingesteld op de printer.
Pagina 246
3. Pas de instellingen toe Zorg dat de printer aan staat en klik op Toepassen (Apply). Klik op OK in het bevestigingsbericht. De instellingen zijn geactiveerd. Opmerking • Het effect van de stille modus kan kleiner zijn, afhankelijk van de instellingen voor de papierbron en de afdrukkwaliteit.
Pagina 247
Als u de berichten wilt verbergen, schakelt u het selectievakje Niet meer weergeven (Do not show again) in het weergegeven dialoogvenster in. Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, geeft u het pop-upmenu voor Canon IJ Printer Utility weer, selecteert u Aangepaste instellingen (Custom Settings) en schakelt u het selectievakje Hagaki afdrukken (Hagaki Printing) in.
Pagina 248
Als het afdrukresultaat na een automatische printkopuitlijning niet naar wens is, voert u de uitlijning handmatig uit. Schakel dit selectievakje in om de printkop handmatig uit te lijnen. Schakel dit selectievakje uit om de printkop automatisch uit te lijnen. Niet-overeenkomende pap.instel. niet detect. bij afdr. vanaf comp. (Don't detect mismatch of paper settings when printing from computer) Als u documenten afdrukt vanaf uw computer en de papierinstellingen in het dialoogvenster Afdrukken en de papiergegevens van de cassette die op de printer zijn geregistreerd niet...
Pagina 249
De apparaatinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel De apparaatinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel FAX-instellingen Afdrukinstell. LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat Taal kiezen Firmware bijwerken Cassette-instellingen Wachtwoord beheerder instellen Bedieningsbeperkingen Instelling herstellen Informatie over ECO-instellingen Informatie over Stille instelling Het Apparaat met de toegangspuntmodus gebruiken...
Pagina 250
De apparaatinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel In dit gedeelte wordt de procedure voor het wijzigen van de instellingen in het scherm Apparaatinstellingen (Device settings) beschreven. Daarbij worden de stappen voor het opgeven van de optie Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion) als voorbeeld genomen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Pagina 251
U kunt de menu´s voor instellingen hieronder selecteren. FAX-instellingen Afdrukinstell. LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat Taal kiezen Firmware bijwerken Cassette-instellingen Wachtwoord beheerder instellen Bedieningsbeperkingen Instelling herstellen Belangrijk • Afhankelijk van de instelling is verificatie met het beheerderswachtwoord vereist. Informatie over het beheren van het apparaat Als u niet het juiste beheerderswachtwoord weet, kunt u de beheerder van het apparaat dat u gebruikt om het wachtwoord vragen.
Pagina 252
FAX-instellingen Belangrijk • Deze instelling is bedoeld voor de beheerder. In dit gedeelte worden de instellingen van FAX-instellingen (FAX settings) beschreven. Gebruikersinstellingen FAX (FAX user settings) Geavanc. FAX-instellingen (Advanced FAX settings) Automatische afdrukinstellingen (Auto print settings) Instellingen automatisch opslaan (Auto save setting) Beveiligingsbeheer (Security control) Handmatige instelling (Easy setup) Opmerking...
Pagina 253
Opmerking • Deze instelling is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. • Instellingen pauzeduur (Pause time settings) Hiermee stelt u de wachttijd in voor elke keer dat u op de knop 'P' (Pauze) drukt. •...
Pagina 254
Automatische afdrukinstellingen (Auto print settings) • Ontvangen documenten (Received documents) Selecteer of de ontvangen fax automatisch na ontvangst moet worden afgedrukt. Als u Niet afdrukken (Do not print) selecteert, wordt de ontvangen fax opgeslagen in het apparaatgeheugen. Meer informatie over de ontvangen fax die is opgeslagen in het apparaatgeheugen: Document opgeslagen in apparaatgeheugen •...
Pagina 255
Beveiligingsbeheer (Security control) • Faxnummer opnieuw invoeren (FAX number re-entry) Als u AAN (ON) selecteert, stelt u het apparaat zo in dat u faxnummers tweemaal moet invoeren voordat het apparaat de fax verzendt. Op deze manier kunt u verkeerd verzonden faxen voorkomen. Verkeerd verzonden faxen voorkomen •...
Pagina 256
Afdrukinstell. • Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion) Gebruik deze instelling alleen als er vlekken op het afdrukoppervlak ontstaan. Belangrijk • Stel dit item na het afdrukken weer in op UIT (OFF), omdat dit tot een lagere afdruksnelheid of - kwaliteit kan leiden.
Pagina 257
LAN-instellingen (LAN settings) Belangrijk • Deze instelling is bedoeld voor de beheerder. • LAN wijzigen (Change LAN) Hiermee schakelt u draadloos LAN, bedraad LAN of de toegangspuntmodus in. U kunt ze ook uitschakelen. • Instellingen draadloos LAN (Wireless LAN setup) Hiermee selecteert u de instelmethode voor de draadloze LAN-verbinding.
Pagina 258
De lijst met instellingen voor draadloos LAN van dit apparaat wordt op het aanraakscherm weergegeven. De volgende items worden weergegeven. Items Instelling Verbinding (Connection) Actief/Inactief SSID XXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXX Communicatiemodus (Communication mode) Infrastructuur Kanaal (Channel) Beveiliging draadloos LAN (Wireless LAN Inactief/WEP(64bit)/WEP(128bit)/WPA-PSK(TKIP)/ security) WPA-PSK(AES)/WPA2-PSK(TKIP)/WPA2-PSK(AES) IPv4-adres (IPv4 address)
Pagina 261
Opmerking • Wanneer deze instelling is ingeschakeld, wordt het printerpictogram weergegeven in de netwerkverkenner in Windows 8.1, Windows 8, Windows 7 en Windows Vista. WSD-scan vanaf dit apparaat (WSD scan from this device) Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u de gescande gegevens via WSD naar de computer verzenden.
Pagina 262
Gebruikersinstellingen apparaat Belangrijk • Deze instelling is bedoeld voor de beheerder. • Instelling datum/tijd (Date/time setting) Hiermee kunt u de huidige datum en tijd instellen. Informatie over de afzender instellen • Indeling datumweergave (Date display format) Hiermee selecteert u de notatie van datums die worden weergegeven op het aanraakscherm en die worden afgedrukt op verzonden faxen en foto's.
Pagina 263
• Deze instelling is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. • Instelling verz. apparaatinfo (Device info sending setting) Hiermee selecteert u of de gebruiksgegevens van de printer naar de Canon-server worden verzonden. De informatie die naar Canon is verzonden, wordt gebruikt om betere producten te ontwikkelen.
Pagina 264
Taal kiezen Belangrijk • Deze instelling is bedoeld voor de beheerder. Hiermee wijzigt u de taal voor berichten en menu's op het aanraakscherm.
Pagina 265
Firmware bijwerken Belangrijk • Deze instelling is bedoeld voor de beheerder. U kunt de firmware van het apparaat bijwerken, de firmwareversie controleren of instellingen selecteren voor een systeemvak, een DNS-server en een proxyserver. Opmerking • Als LAN uitschakelen (Disable LAN) is geselecteerd voor LAN wijzigen (Change LAN) bij LAN- instellingen (LAN settings), is alleen Huidige versie controleren (Check current version) beschikbaar.
Pagina 266
• DNS-server instellen (DNS server setup) Selecteer instellingen voor een DNS-server. Selecteer Automatisch instellen (Auto setup) of Handmatige instelling (Manual setup). Als u Handmatige instelling (Manual setup) selecteert, volgt u de aanwijzingen op het aanraakscherm om de instellingen uit te voeren. •...
Pagina 267
Cassette-instellingen Door het aangepaste papierformaat en het in de cassette geplaatste mediumtype te registreren, kunt u voorkomen dat het apparaat onjuiste afdrukken produceert. Hiertoe wordt voor het afdrukken begint, een bericht weergegeven als het papierformaat of het mediumtype van het geplaatste papier afwijkt van de afdrukinstellingen.
Pagina 268
Wachtwoord beheerder instellen Belangrijk • Deze instelling is bedoeld voor de beheerder. U kunt het beheerderswachtwoord opgeven of uitschakelen. Als u het beheerderswachtwoord opgeeft, moet u het wachtwoord invoeren om de instellingen van het apparaat of van de verbinding te wijzigen. Als u de instellingen in de volgende menu's wilt wijzigen, moet u het beheerderswachtwoord invoeren.
Pagina 269
Bedieningsbeperkingen Belangrijk • Deze instelling is bedoeld voor de beheerder. U kunt afdruk-, kopieer- en faxbediening beperken of het gebruik van een USB-flashstation of een gedeelde map op de computer beperken. Opmerking • Wanneer er geen bedieningsbeperkingen zijn ingeschakeld, wordt het bevestigingsscherm voor het inschakelen van bedieningsbeperkingen weergegeven.
Pagina 270
Instelling herstellen Belangrijk • Deze instelling is bedoeld voor de beheerder. Hiermee worden alle standaardinstellingen van het apparaat hersteld. Sommige instellingen worden echter mogelijk niet gewijzigd, afhankelijk van de huidige staat van het apparaat. Belangrijk • Afhankelijk van de instelling is het noodzakelijk om opnieuw verbinding te maken of de instellingen opnieuw te configureren nadat u de standaardwaarde van de instelling hebt hersteld.
Pagina 271
U kunt het telefoonnummer of de naam van de geregistreerde gebruiken verwijderen door de onderstaande procedure te volgen. 1. Geef het scherm Gebruikersgegevens instellen (User information settings) weer. Informatie over de afzender instellen 2. Tik op de naam of het telefoonnummer van de gebruiker en verwijder vervolgens alle tekens of cijfers.
Pagina 272
Informatie over ECO-instellingen Met deze instelling kunt u automatisch dubbelzijdig afdrukken als standaard gebruiken om papier te besparen en om het apparaat automatisch in/uit te schakelen om elektriciteit te besparen. Dubbelzijdig afdrukken gebruiken Het apparaat automatisch in-/uitschakelen Belangrijk • Afhankelijk van de instelling is verificatie met het beheerderswachtwoord vereist. Informatie over het beheren van het apparaat Als u niet het juiste beheerderswachtwoord weet, kunt u de beheerder van het apparaat dat u gebruikt om het wachtwoord vragen.
Pagina 273
Opmerking • Wanneer dubbelzijdig afdrukken is geselecteerd, wordt het pictogram in elk menu van het HOME-scherm weergegeven of bij de instellingsopties voor dubbelzijdig afdrukken op elk scherm voor afdrukinstellingen. Het apparaat automatisch in-/uitschakelen Volg de onderstaande procedure om de functie voor energie besparen te gebruiken. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Pagina 274
4. Tik op de cijfers om de tijd waarop het apparaat moet worden ingeschakeld aan te geven. U kunt de uren opgeven van 0 tot 24 en de minuten met stappen van 10 minuten. 5. Tik OK om de tijd waarop het apparaat moet worden ingeschakeld te bevestigen. Zodra u de tijd waarop het apparaat moet worden ingeschakeld hebt bevestigd, wordt het scherm waarop u de dag kunt opgeven weergegeven.
Pagina 275
4. Tik op de cijfers om de tijd waarop het apparaat moet worden uitgeschakeld aan te geven. U kunt de uren opgeven van 0 tot 24 en de minuten met stappen van 10 minuten. 5. Tik OK om de tijd waarop het apparaat moet worden uitgeschakeld te bevestigen. Zodra u de tijd waarop het apparaat moet worden uitgeschakeld hebt bevestigd, wordt het scherm waarop u de dag kunt opgeven weergegeven.
Pagina 276
Informatie over Stille instelling Hiermee schakelt u deze functie in als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Bovendien kunt u de tijdsduur opgeven voor het verminderen van het geluid van het apparaat. Belangrijk •...
Pagina 277
1. Tik op de cijfers om de begintijd op te geven. U kunt het uur opgeven tussen 0 en 24. 2. Tik om de begintijd te bevestigen. Zodra u de begintijd hebt opgegeven, moet u de eindtijd opgeven volgens dezelfde procedure.
Pagina 278
Het Apparaat met de toegangspuntmodus gebruiken Door het apparaat als toegangspunt in een omgeving zonder draadloze LAN-router of toegangspunt te gebruiken, of door het apparaat tijdelijk als toegangspunt in een omgeving met draadloze LAN-router of toegangspunt te gebruiken, kunt u het apparaat met een extern apparaat, zoals een computer of smartphone, verbinden en vanaf dit externe apparaat afdrukken/scannen.
Pagina 279
Opmerking • Wanneer u op Details tikt, wordt de beveiligingsinstelling weergegeven. Het vereiste wachtwoord voor het verbinden van het externe apparaat wordt ook weergegeven. • U kunt de naam van het toegangspunt (SSID) en de beveiligingsinstelling naar keuze opgeven. De toegangspuntmodus instellen 7.
Pagina 280
2. Tik op Apparaatinstellingen (Device settings). 3. Tik op LAN-instellingen (LAN settings). 4. Tik op LAN wijzigen (Change LAN). 5. Tik op Draadloos LAN actief (Wireless LAN active). Als u het apparaat niet via een draadloze LAN-verbinding gebruikt, selecteer dan de optie Bedraad LAN actief (Wired LAN active) of LAN uitschakelen (Disable LAN).
Pagina 281
WPA2-PSK (AES) Hiermee geeft u de beveiligingsinstelling op waarmee WPA2-PSK (AES) wordt toegepast. Ga door naar de volgende stap als het scherm voor het opgeven van het wachtwoord wordt weergegeven. 12. Tik op het aanraakscherm. 13. Voer het wachtwoord in (8 tot 10 tekens). 14.
Pagina 282
De favoriete instellingen (Aangepaste profielen) registreren U kunt de favoriete kopieer-, scan- en faxinstellingen registreren deze vanaf het HOME-scherm openen. U kunt maximaal 20 instellingen registreren. De instelling registeren De geregistreerde instelling openen De geregistreerde instelling bewerken/verwijderen De instelling registeren Tik op Profiel opsl.
Pagina 283
De geregistreerde instelling bewerken/verwijderen Volg de onderstaande procedure om de geregistreerde instelling te bewerken of te verwijderen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik vervolgens op Aangep. profielen (Custom profiles). Het bedieningspaneel gebruiken 3. Tik op Bew./verw. (Edit/delete). U kunt de volgorde of de naam van de geregistreerde instellingen wijzigen en de instellingen verwijderen.
Pagina 284
Controleren hoe vaak het apparaat in totaal is gebruikt U kunt controleren hoe vaak het apparaat in totaal is gebruikt (bijv. hoe vaak er in totaal is afgedrukt, gekopieerd of gescand en hoe vaak er faxen zijn verzonden of ontvangen). Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Pagina 285
Informatie over de netwerkverbinding Handige informatie over de netwerkverbinding...
Pagina 286
Handige informatie over de netwerkverbinding In de fabriek ingestelde standaardwaarden (netwerk) Het Apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Info over netwerkinstellingen afdrukken...
Pagina 287
Time-outinstelling (Timeout setting) 1 minuut (1 minute) Bonjour inschakelen/uitschakelen (Enable/disable Bonjour) Inschakelen (Enable) Servicenaam (Service name) Canon MB2300 series LPR-protocolinstelling (LPR protocol setting) Inschakelen (Enable) DRX-instelling voor draadl. LAN (Wireless LAN DRX setting) Inschakelen (Enable) DRX-instelling voor bedraad LAN (Wired LAN DRX setting) Inschakelen (Enable) ('XX' staat voor alfanumerieke tekens.)
Pagina 288
Het Apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Sluit het apparaat en de computer aan met een USB-kabel (zie illustratie hieronder). De USB-poort bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat.
Pagina 289
Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd Wanneer de printer wordt gedetecteerd, ziet u mogelijk meerdere printers met dezelfde naam in het venster met detectieresultaten. De printernamen op het scherm worden weergegeven met het MAC-adres toegevoegd aan het einde van de namen of weergegeven als printernamen gespecificeerd door Bonjour. Selecteer een printer door een vinkje te zetten bij het MAC-adres, de printernaam die door Bonjour opgegeven is, of het serienummer die voor de printer ingesteld is naast het serienummer in het venster met detectieresultaten.
Pagina 290
Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Als u de computer wilt toevoegen door het apparaat te verbinden met een LAN of als u de verbindingsmethode tussen het apparaat en de computer wilt wijzigen van USB in LAN, dient u de installatie uit te voeren volgens de instructies op onze website.
Pagina 291
Info over netwerkinstellingen afdrukken U kunt de huidige netwerkinstellingen van het apparaat afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat. Belangrijk • Deze afdruk bevat belangrijke informatie over uw computer. Bewaar deze zorgvuldig. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats een normaal papier van A4- of Letter-formaat. 3.
Pagina 292
Versleuteling (Encryption) Coderingsmethode geen (none)/WEP/TKIP/AES WEP-sleutellengte (WEP Key WEP-sleutellengte (WEP Key Inactief/128/64 Length) Length) Verificatie (Authentication) Verificatiemethode geen (none)/auto/open/gedeeld (shared)/ WPA-PSK/WPA2-PSK Signaalsterkte (Signal Strength) Signaalsterkte (Signal 0 tot 100 [%] Strength) TCP/IP-versie (TCP/IP Version) TCP/IP-versie (TCP/IP Version) IPv4 en IPv6/IPv4 IPv4 IP-adres (IPv4 IP Address) Geselecteerd IP-adres (IPv4) XXX.XXX.XXX.XXX...
Pagina 293
IPsec *3 IPsec-instelling Actief Beveiligingsprotocol *3 Methode van het ESP/ESP & AH/AH beveiligingsprotocol Bedraad LAN DRX (Wired LAN Niet-continue ontvangst Inschakelen (Enable)/Uitschakelen DRX) (bedraad LAN) (Disable) Overige instellingen (Other Overige instellingen Settings) Printernaam (Printer Name) Printernaam Printernaam (maximaal 15 alfanumerieke tekens) WSD-instelling Inschakelen (Enable)/Uitschakelen...
Pagina 294
Over netwerkcommunicatie Netwerkinstellingen wijzigen en controleren Bijlage voor netwerkcommunicatie...
Pagina 295
Netwerkinstellingen wijzigen en controleren IJ Network Tool Scherm Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool De instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen De gedetailleerde WPA-/WPA2-instellingen wijzigen De instellingen wijzigen op het tabblad Bedraad LAN...
Pagina 296
IJ Network Tool starten 1. Selecteer Toepassingen (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder, dubbelklik op Canon Utilities > IJ Network Tool en dubbelklik daarna op het pictogram Canon IJ Network Tool. Afhankelijk van de printer die u gebruikt, is er bij aankoop mogelijk al een beheerderswachtwoord voor de printer ingesteld.
Pagina 297
Scherm Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. 1. Hulpprogramma's (Utilities) Hiermee past u de instellingen van het apparaat aan. Selecteer deze optie om de netwerknaam (SSID) te wijzigen.
Pagina 298
Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Vernieuwen (Refresh) in het menu Weergave (View). 4. Configuratie... (Configuration...) Deze optie is uitgeschakeld als Hulpprogramma's (Utilities) is geselecteerd. Klik hierop om het venster Configuratie (Configuration) weer te geven waarin u de instellingen van de geselecteerde printer kunt opgeven.
Pagina 299
• Als de printer wordt gebruikt door een andere computer, wordt een venster weergegeven met deze informatie. Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Bijwerken (Update) in het venster Canon IJ Network Tool. Netwerkinformatie (Network Information) Hiermee geeft u het venster Netwerkinformatie (Network Information) weer, waarin u de netwerkinstellingen van de printer en de computer kunt controleren.
Pagina 300
Onderhoud... (Maintenance...) Hiermee geeft u het venster Onderhoud (Maintenance) weer, waarin u de netwerkinstellingen van de printer kunt terugzetten op de fabrieksinstellingen. Draadloos LAN van printer instellen... (Set up printer's wireless LAN...) U kunt de instellingen van de toegangspuntmodus wijzigen. Configureer de instellingen volgens het bericht op het scherm.
Pagina 301
De instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
Pagina 302
AirPort-netwerk (Infra) (AirPort Network (Infra)) Hiermee kunt u de printer verbinden met een draadloos LAN met een toegangspunt. Toegangspuntmodus (Access point mode) Hiermee verbindt u externe draadloze communicatieapparaten (bijv. computers, smartphones of tablets) met de printer en gebruikt u de printer als toegangspunt. Opmerking •...
Pagina 303
Wachtwoord (WEP) gebruiken (Use Password (WEP)) Verzending wordt gecodeerd met een WEP-sleutel die u hebt opgegeven. Als er geen netwerkwachtwoord (WEP) is ingesteld, wordt het venster WEP-details (WEP Details) automatisch weergegeven. Als u de eerder ingestelde WEP-instellingen wilt wijzigen, klikt u op Configuratie... (Configuration...) om het venster weer te geven. De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen WPA/WPA2 gebruiken (Use WPA/WPA2) Verzending wordt gecodeerd met een netwerksleutel die u hebt opgegeven.
Pagina 304
• Venster Toegangspunten (Access Points) 1. Gevonden toegangspunten: (Detected Access Points:) De signaalsterkte van de toegangspunten, het coderingstype, naam van het toegangspunt en het radiokanaal kunnen worden gecontroleerd. Belangrijk • Als u verbinding maakt met een netwerk dat niet wordt beschermd met beveiligingsmaatregelen, is er een risico aanwezig dat gegevens, zoals uw persoonlijke informatie, getoond worden aan derden.
Pagina 305
3. Instellen (Set) Klik hier om de netwerknaam (SSID) in te stellen bij Netwerk (SSID): (Network (SSID):) op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN). Opmerking • Het scherm WEP-details (WEP Details) of het scherm WPA/WPA2-details (WPA/WPA2 Details) wordt weergegeven als het geselecteerde toegangspunt is gecodeerd. Geef in dit geval op dat dezelfde coderingsinstellingen moeten worden gebruikt als zijn ingesteld op het toegangspunt.
Pagina 306
De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
Pagina 307
Hexadecimaal (Hex) 10 tekens 26 tekens 2. Sleutellengte: (Key Length:) Selecteer 64-bits (64 bit) of 128-bits (128 bit). 3. Sleutelindeling: (Key Format:) Selecteer ASCII of Hex. 4. Sleutel-id: (Key ID:) Selecteer de sleutel-id (index) die is ingesteld op het toegangspunt. Opmerking •...
Pagina 308
De gedetailleerde WPA-/WPA2-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
Pagina 309
• Als de printer niet kan communiceren met de computer nadat het coderingstype van de printer is gewijzigd, zorgt u dat het coderingstype van de computer en het toegangspunt overeenkomt met dat van de printer. Opmerking • Dit apparaat ondersteunt WPA/WPA2-PSK (WPA-/WPA2-Persoonlijk) en WPA2-PSK (WPA2- Persoonlijk).
Pagina 310
De instellingen wijzigen op het tabblad Bedraad LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Activeer de instelling voor bedraad LAN van de printer als u de instellingen op het tabblad Bekabeld LAN (Wired LAN) wilt wijzigen.
Pagina 311
De instellingen wijzigen op het tabblad Beheerwachtwoord Opmerking • U kunt de instellingen niet wijzigen wanneer de toegangspuntmodus gebruikt wordt. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printer: (Printers:). 3. Klik op de knop Configuratie... (Configuration...). 4. Klik op de knop Beheerwachtwoord (Admin Password). Het tabblad Beheerwachtwoord (Admin Password) wordt weergegeven.
Pagina 312
6. Klik op OK. Er wordt een venster weergegeven waarin u de instellingen moet bevestigen voordat ze naar de printer worden verzonden. Als u op OK klikt, worden de instellingen naar de printer verzonden en wordt het venster Verzonden instellingen (Transmitted Settings) weergegeven. Venster Wachtwoord invoeren (Enter Password) Het volgende venster wordt weergegeven als een beheerderswachtwoord is ingesteld op de printer.
Pagina 313
Status draadloos netwerk controleren Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Als u het apparaat via een bedraad LAN gebruikt, kunt u netwerkstatus niet controleren. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printer: (Printers:). 3.
Pagina 314
Als ze te ver uit elkaar staan, plaatst u ze dichter bij elkaar (binnen 50 m/164 ft.). • Controleer of zich geen barrières of obstakels tussen de printer en het toegangspunt bevinden. In het algemeen neemt de verbindingskwaliteit af bij communicatie tussen verschillende ruimten of verdiepingen.
Pagina 315
Voer de instellingen daarom uit volgens de instructies op onze website. Opmerking • U kunt de netwerkinstellingen van de printer wijzigen met IJ Network Tool en een USB-verbinding nadat de LAN-instellingen zijn geïnitialiseerd. Als u de netwerkinstellingen wilt wijzigen met Canon IJ Network Tool, moet u eerst draadloos LAN activeren.
Pagina 316
Aangepaste instellingen weergeven Het venster Bevestiging (Confirmation) wordt weergegeven wanneer u de printerinstellingen in het venster Configuratie (Configuration) hebt gewijzigd. Wanneer u op OK klikt in het venster Bevestiging (Confirmation), wordt het volgende venster weergegeven waarin u de gewijzigde instellingen kunt controleren.
Pagina 317
Bijlage voor netwerkcommunicatie De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Info over technische termen Beperkingen...
Pagina 318
De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation De kaartsleuf kan alleen via een netwerk worden gebruikt als deze softwarematig is toegewezen.
Pagina 319
Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk • U kunt niet via een netwerk gegevens schrijven naar een geheugenkaart in de kaartsleuf. U kunt alleen gegevens lezen van een geheugenkaart. • Als het apparaat is verbonden met een netwerk, kan de kaartsleuf door meerdere computers worden gedeeld.
Pagina 320
Info over technische termen In dit gedeelte worden de technische termen beschreven die in de handleiding worden gebruikt. • Toegangspunt (Access Point) Een draadloze ontvanger of basisstation dat informatie ontvangt van draadloze clients/het apparaat en ze opnieuw uitzendt. Vereist in een infrastructuurnetwerk. •...
Pagina 321
• AES Een coderingsmethode. Deze is optioneel voor WPA/WPA2. Sterk, cryptografisch algoritme dat wordt gebruikt in overheidsinstanties in de VS voor verwerking van gegevens. • AirPort Netwerk (Infra) Configuratie van de clientcomputer en het apparaat waarbij alle draadloze communicatie via een toegangspunt loopt.
Pagina 322
• DNS-server Een server die apparaatnamen omzet in IP-adressen. Als u handmatig een IP-adres opgeeft, moet u het adres opgeven van zowel een primaire server als een secundaire server. • Firewall Dit is een systeem dat ongeautoriseerde toegang tot de computer in het netwerk voorkomt. Om dergelijke toegang te voorkomen, kunt u de firewallfunctie van een breedbandrouter, de beveiligingssoftware of het besturingssysteem van de computer gebruiken.
Pagina 323
Hiervoor kunt u een tekenreeks van vijf of dertien tekens opgeven die alfanumerieke en onderstrepingstekens '_' kan bevatten. Deze sleutel is hoofdlettergevoelig. ◦ Hex Hiervoor kunt u een tekenreeks van 10 of 26 tekens opgeven die hexadecimale tekens kan bevatten (0 tot 9, A tot F en a tot f). •...
Pagina 324
• Prestatie Hiermee wordt de status van de printer aangegeven. • Proxyserver Een server die een via een LAN verbonden computer verbindt met internet. Als u een proxyserver gebruikt, geeft u het adres en het poortnummer van de proxyserver op. •...
Pagina 325
• TCP/IP Verzameling van communicatieprotocollen die worden gebruikt om verbinding te maken met hosts op internet of het LAN. Dit protocol maakt communicatie tussen verschillende terminals mogelijk. • TKIP Een coderingsprotocol dat wordt gebruikt door WPA/WPA2. • USB Seriële interface ontworpen om 'hot-swap' van apparaten mogelijk te maken door ze aan te sluiten en te verwijderen zonder het apparaat uit te schakelen.
Pagina 326
• WPA2 Beveiligingsstructuur uitgegeven door de Wi-Fi Alliance in september 2004 als een nieuwere versie van WPA. Biedt een sterker coderingsmechanisme met Advanced Encryption Standard (AES). ◦ Verificatie (Authentication) WPA2 bestaat uit de volgende verificatiemethoden: WPA2 Persoonlijk dat zonder verificatieserver kan worden gebruikt en WPA2 Onderneming waarvoor wel een verificatieserver is vereist.
Pagina 327
Beperkingen Als u een printer gebruikt via het draadloze LAN, herkent de printer mogelijk draadloze systemen in de buurt. U moet daarom een netwerksleutel (WEP of WPA/WPA2) instellen voor het toegangspunt om draadloze verzending te coderen. Draadloze communicatie met een product dat niet voldoet aan de Wi-Fi- standaard kan niet worden gegarandeerd.
Pagina 328
Tips voor een optimale afdrukkwaliteit Handige informatie over inkt Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de papierinstellingen voordat u gaat afdrukken Stel de papiergegevens voor de cassette in nadat u het papier hebt geplaatst Een afdruktaak annuleren Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat...
Pagina 329
Inkt wordt soms gebruikt om de optimale afdrukkwaliteit te behouden. Om de printerprestaties op peil te houden, wordt er op basis van de printerconditie door de Canon-printer een automatische reiniging uitgevoerd. Tijdens deze automatische reiniging wordt een kleine hoeveelheid inkt verbruikt.
Pagina 330
Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de status van het apparaat voordat u gaat afdrukken! • Is de printkop in orde? Als de spuitopening van printkop verstopt is, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken. Onderhoudsprocedure •...
Pagina 331
Controleer de papierinstellingen voordat u gaat afdrukken Selecteer de papierinstellingen op het bedieningspaneel of het computerscherm voordat u gaat afdrukken. Er zijn verschillende soorten papier, zoals papier met een speciale coating waarop foto’s met een optimale kwaliteit kunnen worden afgedrukt en papier dat geschikt is voor documenten. Voor elk mediumtype zijn er vooraf gedefinieerde instellingen (de manier waarop inkt wordt gebruikt en gespoten, de afstand vanaf de spuitopeningen enz.), waarmee u afdrukken met een optimale beeldkwaliteit op dat mediumtype kunt maken.
Pagina 332
Stel de papiergegevens voor de cassette in nadat u het papier hebt geplaatst Als u een cassette in het apparaat plaatst nadat u papier hebt geplaatst, wordt het scherm voor het instellen van het type en formaat van het papier weergegeven. Stel de papiergegevens voor de cassette in op basis van het type en formaat van het geplaatste papier.
Pagina 333
Een afdruktaak annuleren Druk nooit op de knop AAN (ON)! Als u tijdens het afdrukken op de knop AAN (ON) drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer worden verzonden in de wachtrij van het apparaat geplaatst en kunt u mogelijk niet meer afdrukken.
Pagina 334
Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Haal de stekker nooit uit het stopcontact voordat het apparaat is uitgeschakeld! Als u op de knop AAN (ON) drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen.
Pagina 335
Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat Let op het volgende wanneer u het apparaat vervoert. Belangrijk • Pak het apparaat in een stevige doos in en zorg dat het apparaat rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant). Gebruik voldoende beschermend materiaal om een veilig transport te garanderen.
Pagina 336
6. Koppel de printerkabel los van de computer en het apparaat en koppel vervolgens het netsnoer los van het apparaat. 7. Zet met plakband alle kleppen van het apparaat vast, zodat deze tijdens het vervoer niet kunnen opengaan en om te voorkomen dat de cassettes eruit vallen. Verpak het apparaat vervolgens in de plastic zak.
Pagina 337
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen Het maken van kopieën en het scannen, afdrukken of het gebruiken van reproducties van de volgende documenten kan illegaal zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied. •...
Pagina 338
Specificaties Algemene specificaties Afdrukresolutie (dpi) 600 (horizontaal) x 1200 (verticaal) Interface USB-poort: Hi-Speed USB *1 Poort voor USB-flashstation: USB-flashstation LAN-poort: Bedraad LAN: 100BASE-TX / 10BASE-T Draadloos LAN: IEEE802.11n / IEEE802.11g / IEEE802.11b *2 *1 Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is vereist. Aangezien de Hi-Speed USB-interface volledig opwaarts compatibel is met USB 1.1, kan deze worden gebruikt met USB 1.1.
Pagina 339
Gewicht Circa 12,2 kg (circa 26,9 lb) * Met geplaatste printkop en inkttanks. Printkop/inkt 4352 spuitopeningen in totaal (BK 1280 spuitopeningen, C/M/Y 512 x 6 spuitopeningen) ADF-capaciteit A4- of Letter-formaat: maximaal 50 vellen (papier van 75 g /m / 20 lb), tot een hoogte van 5 mm / 0,20 inch Legal-formaat: maximaal 10 vellen (papier van 75 g /m / 20 lb), tot een...
Pagina 340
(op basis van ITU-T No.1 chart voor VS-specificaties en Canon FAX Standard chart No.1 voor anderen, allebei in standaardmodus) Kleur: ongeveer 1 minuut per pagina met een snelheid van 33,6 kbps (op basis van Canon COLOR FAX TEST SHEET) Gradatie...
Pagina 341
WPA2-PSK (TKIP/AES) Instellen: Standaardinstellingen WPS (configuratie met drukknop/PIN-codemethode) WCN (WCN-NET) Instellen zonder kabel Andere functies: beheerderswachtwoord Minimale systeemvereisten Conform de vereisten van het besturingssysteem indien hoger dan hier wordt vermeld. Windows Besturingssysteem Windows 8, Windows 8.1 Windows 7, Windows 7 SP1 Windows Vista SP1, Windows Vista SP2 Windows XP SP3 alleen 32-bits Voor het printer- en faxstuurprogramma:...
Pagina 342
Overige ondersteunde besturingssystemen Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij elk besturingssysteem. Raadpleeg de handleiding of de website van Canon voor meer informatie over het gebruik met iOS, Android en Windows RT. Mogelijkheid tot mobiel afdrukken Apple AirPrint Google Cloud Print...
Pagina 343
Beheerdersinstellingen Informatie over het beheren van het apparaat Het beheerderswachtwoord instellen De bediening beperken...
Pagina 344
Informatie over het beheren van het apparaat Door het beheerderswachtwoord op te geven of bepaalde bewerkingen te beperken, kunt u het gebruik van het apparaat beheren. Wanneer u het apparaat gebruikt nadat u het beheerderswachtwoord hebt opgegeven of bepaalde bedieningen beperkt, wordt het aangeraden een beheerder toe te wijzen. Belangrijk •...
Pagina 345
Het beheerderswachtwoord instellen U kunt het beheerderswachtwoord opgeven of uitschakelen. Als u het beheerderswachtwoord opgeeft, moet u het wachtwoord invoeren om de instellingen van het apparaat of van de verbinding te wijzigen. Als u de instellingen in de volgende menu's wilt wijzigen, moet u het beheerderswachtwoord invoeren. •...
Pagina 346
8. Voer het beheerderswachtwoord in. Tik op het gebied voor het invoeren van het wachtwoord en voer het wachtwoord in (0 tot 32 alfanumerieke tekens). Tik op OK wanneer u het beheerderswachtwoord hebt ingevoerd. 9. Tik op Toepass. (Apply). 10. Voer nogmaals het beheerderswachtwoord dat u hebt opgegeven in. Tik op het gebied voor het invoeren van het wachtwoord en voer het wachtwoord dat u hebt opgegeven Tik op OK wanneer u het beheerderswachtwoord hebt ingevoerd.
Pagina 347
De bediening beperken U kunt afdruk-, kopieer- en faxbediening beperken of het gebruik van een USB-flashstation of een gedeelde map op de computer beperken. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op Instellen (Setup). Het bedieningspaneel gebruiken 3.
Pagina 348
Telefoonboek (Directory) Beperkt bewerkingen met betrekking tot het telefoonboek van het apparaat. 7. Tik op Afsluiten (Exit). De bedieningsbeperkingen die u hebt geselecteerd, worden ingeschakeld. Opmerking • Als u alle beperkingen uitschakelen, tikt u in stap 5 op Bedieningsbeperkingen annuleren (Cancel operation restrictions).
Pagina 349
Over het beheerderswachtwoord Bij aankoop is voor de printer standaard het beheerderswachtwoord 'canon' ingesteld. Belangrijk • Uit oogpunt van veiligheid raden we u aan het wachtwoord te wijzigen voordat u de printer gebruikt. • U kunt het wachtwoord wijzigen met behulp van een van onderstaande tools. (Afhankelijk van de printer die u gebruikt, zijn mogelijk niet alle tools beschikbaar.)
Pagina 350
Afdrukken Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Papierinstelling voor afdrukken...
Pagina 351
Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma)
Pagina 352
Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken met de basisinstellingen Basis Verschillende afdrukmethoden De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Overzicht van het printerstuurprogramma Het printerbesturingsbestand bijwerken...
Pagina 353
Afdrukken met de basisinstellingen U kunt de volgende eenvoudige instelprocedure gebruiken om op de juiste manier af te drukken met deze printer: Controleer of de printer is ingeschakeld Plaats papier in de printer 3. Selecteer de printer Selecteer uw model in de lijst Printer in het Dialoogvenster Afdrukken.
Pagina 354
5. Selecteer Kwaliteit en media (Quality & Media) in het pop-upmenu 6. Selecteer het mediumtype Selecteer bij Mediumtype (Media Type) de papiersoort die in de printer is geplaatst.
Pagina 355
7. Selecteer de papierbron Selecteer naar wens Cassette (auto select.) (Cassette (Auto Select)), Cassette 1 of Cassette 2 voor Papierbron (Paper Source). Belangrijk • De beschikbare instellingen voor papierbron zijn afhankelijk van de papiersoort en het papierformaat. 8. Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer Hoog (High) of Standaard (Standard) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality), afhankelijk van het gewenste afdrukresultaat.
Pagina 356
Belangrijk • De beschikbare instellingen voor de afdrukkwaliteit zijn afhankelijk van het afdrukprofiel. 9. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Het document wordt afgedrukt in overeenstemming met het mediumtype en -formaat dat wordt gebruikt. Belangrijk • Klik in het gedeelte Instellingen (Presets) op Huidige instellingen opslaan... (Save Current Settings as Preset...) (Opslaan als...
Pagina 357
Voor informatie over de papiergegevens voor de cassette die op de printer moeten worden geregistreerd, raadpleegt u het volgende: • Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype) • Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat)
Pagina 358
Normaal papier (inclusief Normaal papier (Plain Paper) Normaal papier gerecycled papier) Enveloppen Envelop (Envelope) Envelop Origineel Canon-papier (foto's afdrukken) Papierinformatie cassette Mediumtype (Media Type) in het Mediumnaam <Modelnummer> die zijn geregistreerd op de printerstuurprogramma printer Glossy Foto Papier Extra II...
Pagina 359
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat) Wanneer u deze printer gebruikt, krijgt u het beste afdrukresultaat als u een papierformaat selecteert dat overeenkomt met het soort afdruk. U kunt de volgende papierformaten gebruiken met deze printer. Papierinformatie cassette die zijn geregistreerd op de Papierformaat (Paper Size) in het printerstuurprogramma printer US Letter...
Pagina 360
Verschillende afdrukmethoden Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven De nietmarge instellen Het formaat van de afdruk aanpassen aan het papierformaat Afdrukken op schaal Pagina-indeling afdrukken Dubbelzijdig afdrukken Afdrukken op briefkaarten Van papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Papierformaat instellen (aangepast formaat)
Pagina 361
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven Pagina's sorteren (Collate pages) + Pagina's sorteren (Collate pages) + Omgekeerd (Reverse) Omgekeerd (Reverse) Normaal (Normal) U geeft als volgt het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde op: 1. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken Geef het aantal afdrukken op bij Aantal (Copies) in het Dialoogvenster Afdrukken.
Pagina 362
5. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt. Belangrijk • Als de toepassing waarmee het document is gemaakt dezelfde functie heeft, geeft u de instellingen op in het printerstuurprogramma. Als de afdrukresultaten echter niet naar wens zijn, geeft u de functie- instellingen op in de toepassing.
Pagina 363
De nietmarge instellen De procedure voor het instellen van de breedte van de marge en de nietzijde is als volgt: 1. Selecteer Marge (Margin) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2. Stel de breedte van de marge en de nietzijde in Stel zo nodig de breedte van de Marge (Margin) in en selecteer een nietpositie in de lijst Nietmarge (Stapling Side).
Pagina 364
Het formaat van de afdruk aanpassen aan het papierformaat De procedure voor het afdrukken van een document dat automatisch is verkleind of vergroot in overeenstemming met het paginaformaat, is als volgt: 1. Controleer het papierformaat Controleer of de instelling voor Papierformaat (Paper Size) in het Dialoogvenster Afdrukken gelijk is aan het papierformaat dat u hebt ingesteld in de toepassing.
Pagina 365
5. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Het document wordt bij het afdrukken vergroot of verkleind, zodat dit op het paginaformaat past.
Pagina 366
Afdrukken op schaal De procedure voor het afdrukken van een document met pagina's die zijn vergroot of verkleind is als volgt: 1. Selecteer de printer Selecteer de naam van uw model in de lijst Stel in voor (Format For) in het Dialoogvenster Pagina- instelling.
Pagina 367
Pagina-indeling afdrukken U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een enkel vel papier afdrukken. De procedure voor het afdrukken van een pagina-indeling is als volgt: 1. Selecteer Indeling (Layout) in het pop-upmenu in het Dialoogvenster Afdrukken 2.
Pagina 368
Spiegel horizontaal (Flip horizontally) Schakel dit selectievakje in wanneer u de linker- en de rechterkant van het document wilt omwisselen. 4. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Als u het afdrukken start, wordt het opgegeven aantal pagina's in de opgegeven volgorde op elk vel papier gerangschikt.
Pagina 369
Dubbelzijdig afdrukken De procedure voor het afdrukken van gegevens op beide zijden van een vel papier is als volgt: 1. Stel dubbelzijdig afdrukken in Schakel het selectievakje Dubbelzijdig (Two-Sided) in het Dialoogvenster Afdrukken 2. Selecteer Indeling (Layout) in het pop-upmenu van het dialoogvenster Afdrukken. 3.
Pagina 370
• Nadat de voorzijde is afgedrukt, wordt gewacht met de achterzijde totdat de inkt droog is (het afdrukken wordt tijdelijk onderbroken). Raak het papier niet aan. U kunt de droogtijd verkorten via Aangepaste instellingen (Custom Settings) in Canon IJ Printer Utility. Opmerking •...
Pagina 371
Verwant onderwerp De bedieningsmodus van de Printer aanpassen...
Pagina 372
Afdrukken op briefkaarten In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een briefkaart afdrukt. Plaats briefkaarten in de printer 2. Selecteer het papierformaat in het Dialoogvenster Afdrukken Selecteer Ansichtkaart (Postcard) of Briefkaart - dubbel (Postcard Double) in het menu Papierformaat (Paper Size). Belangrijk •...
Pagina 373
Van papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel Deze printer heeft twee papierbronnen, cassette 1 en cassette 2. U kunt het afdrukken vereenvoudigen door een papierbron te selecteren die overeenkomt met uw mediumtype en doelstellingen. De procedure voor het instellen van de papierbron is als volgt: 1.
Pagina 374
4. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Bij het afdrukken wordt het papier door de printer in de opgegeven papierbron gebruikt. Opmerking • Als de papierinstellingen in het afdrukdialoogvenster verschillen van de papiergegevens voor de cassette die op de printer zijn geregistreerd, kan er een fout optreden. Raadpleeg 'Papierinstelling voor afdrukken' voor instructies voor wat u moet doen als er een fout optreedt.
Pagina 375
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Als u Mac OS X v10.6.8 gebruikt, kunt u de afdrukresultaten vóór het afdrukken weergeven en controleren. Als u de afdrukresultaten wilt weergegeven voordat u gaat afdrukken, klikt u op Voorbeeld (Preview) in het Dialoogvenster Afdrukken.
Pagina 376
Papierformaat instellen (aangepast formaat) U kunt de hoogte en breedte van het papier opgeven als u het formaat niet kunt selecteren in het menu Papierformaat (Paper Size). Een dergelijk papierformaat wordt een 'aangepast formaat' genoemd. De procedure voor het opgeven van een aangepast papierformaat is als volgt: 1.
Pagina 377
• Als de papierinstellingen in het afdrukdialoogvenster verschillen van de papiergegevens voor de cassette die op de printer zijn geregistreerd, kan er een fout optreden. Raadpleeg 'Papierinstelling voor afdrukken' voor instructies voor wat u moet doen als er een fout optreedt. Voor informatie over de papiergegevens voor de cassette die op de printer moeten worden geregistreerd, raadpleegt u het volgende: •...
Pagina 378
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Een kleurendocument monochroom afdrukken Kleurcorrectie opgeven Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in de toepassingssoftware) Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in het printerbesturingsbestand) De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen...
Pagina 379
Een kleurendocument monochroom afdrukken De procedure voor het monochroom afdrukken van een kleurendocument is als volgt: 1. Selecteer Kwaliteit en media (Quality & Media) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2. Stel afdrukken in grijstinten in Schakel het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) in. 3.
Pagina 380
• Afhankelijk van de toepassing kan Canon kleurevenaring (Canon Color Matching) niet worden geselecteerd als een ICC-afdrukprofiel wordt opgegeven vanuit die toepassing. In dat geval wordt ColorSync automatisch geselecteerd. • De instelling Kwaliteit en media (Quality & Media) is vereist, zelfs als ColorSync of Canon kleurevenaring (Canon Color Matching) is geselecteerd.
Pagina 381
Verwante onderwerpen Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in de toepassingssoftware) Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in het printerbesturingsbestand)
Pagina 382
In dit gedeelte wordt de afdrukprocedure beschreven bij gebruik van de kleurcorrectiefunctie van het printerstuurprogramma. • Afdrukken met Canon Digital Photo Color De printer drukt gegevens af in kleurtinten waaraan veel mensen de voorkeur geven; de originele kleuren van de afbeelding worden weergegeven en driedimensionale effecten en hoge, scherpe contrasten worden gegenereerd.
Pagina 383
De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma U kunt de functie voor kleurcorrectie van het printerstuurprogramma zo instellen dat wordt afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven door gebruik te maken van Canon Digital Photo Color. Als u afdrukt vanuit een toepassing die ICC-profielen kan identificeren en waarvoor u deze kunt opgeven, gebruikt u een ICC-profiel voor afdrukken in de toepassing en selecteert u instellingen voor kleurbeheer.
Pagina 384
Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in de toepassingssoftware) Wanneer u afdrukt vanuit Adobe Photoshop, Canon Digital Photo Professional of een andere toepassing die ICC-invoerprofielen kan identificeren en waarin u deze profielen kunt opgeven, gebruikt de printer bij het afdrukken het ingebouwde kleurbeheersysteem van Mac OS, ColorSync. De bewerkingen en verbeteringen die zijn gemaakt in een toepassing worden door de printer afgedrukt, waarbij effectief gebruik wordt gemaakt van de kleurruimte van het ICC-invoerprofiel dat in de beeldgegevens is opgegeven.
Pagina 385
De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
Pagina 386
Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in het printerbesturingsbestand) Vanuit een toepassing die geen ICC-invoerprofielen kan identificeren of waarin u geen ICC-profiel kunt opgeven, kunt u afdrukken met de kleurruimte van het ICC-invoerprofiel (sRGB) van de gegevens. 1. Selecteer Kleurafstemming (Color Matching) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2.
Pagina 387
De kleurbalans aanpassen U kunt de kleurtinten tijdens het afdrukken aanpassen. Aangezien deze functie de kleurbalans van de afdruk aanpast door de inktverhoudingen van elke kleur te wijzigen, wordt de gehele kleurbalans van het document gewijzigd. Gebruik de toepassing als u uitgebreide wijzigingen wilt aanbrengen in de kleurbalans.
Pagina 388
3. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Wanneer u het document afdrukt, wordt de aangepaste kleurbalans gebruikt. Belangrijk • Wanneer het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) is geselecteerd bij Kwaliteit en media (Quality & Media), zijn de opties voor kleurbalans (Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) niet beschikbaar.
Pagina 389
De helderheid aanpassen U kunt de helderheid van afbeeldingsgegevens tijdens het afdrukken aanpassen. Puur wit en zwart worden niet veranderd, maar de helderheid van de tussenliggende kleuren wordt wel veranderd. Het volgende voorbeeld toont het afdrukresultaat wanneer de helderheid is aangepast. Licht (Light) is geselecteerd Normaal (Normal) is geselecteerd Donker (Dark) is geselecteerd De procedure voor het aanpassen van de helderheid is als volgt: 1.
Pagina 390
Belangrijk • Als u ColorSync selecteert voor Kleurenevenaring (Color Matching), is de optie Helderheid (Brightness) niet beschikbaar voor selectie. Verwante onderwerpen Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
Pagina 391
De intensiteit aanpassen U kunt de kleuren van de beeldgegevens helderder of donkerder maken tijdens het afdrukken. Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt wanneer de intensiteit wordt verhoogd: de kleuren van de afbeeldingsgegevens worden donkerder afgedrukt. Geen aanpassing Hogere intensiteit De procedure voor het aanpassen van de intensiteit is als volgt: 1.
Pagina 392
Belangrijk • Als u ColorSync selecteert voor Kleurenevenaring (Color Matching), is de optie Intensiteit (Intensity) niet beschikbaar voor selectie. Verwante onderwerpen Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen Het contrast aanpassen...
Pagina 393
Het contrast aanpassen U kunt het beeldcontrast tijdens het afdrukken aanpassen. Wanneer u de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen groter en duidelijker wilt maken, verhoogt u het contrast. Wanneer u echter de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen kleiner en minder duidelijk wilt maken, verlaagt u het contrast.
Pagina 394
Belangrijk • Als u ColorSync selecteert voor Kleurenevenaring (Color Matching), is de optie Contrast niet beschikbaar voor selectie. Verwante onderwerpen Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen...
Pagina 395
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen Dialoogvenster Pagina-instelling Dialoogvenster Afdrukken Kwaliteit en media Kleuropties Marge Canon IJ Printer Utility Canon IJ Printer Utility openen Onderhoud van deze Printer Het scherm met de afdrukstatus weergeven Een ongewenste afdruktaak verwijderen Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
Pagina 396
Canon IJ-printerstuurprogramma Het Canon IJ-printerstuurprogramma (hierna het printerstuurprogramma genoemd) is software die op uw computer wordt geïnstalleerd voor het afdrukken van gegevens met deze printer. Het printerstuurprogramma converteert de afdrukgegevens die in de toepassing zijn gemaakt, naar gegevens die de printer begrijpt en stuurt de geconverteerde gegevens naar de printer.
Pagina 397
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit de toepassing die u gebruikt. Het dialoogvenster Pagina-instelling openen Gebruik deze procedure als u de pagina-instellingen (papierinstellingen) wilt opgeven voordat u gaat afdrukken. 1. Selecteer Pagina-instelling... (Page Setup...) in het menu Bestand (File) van de toepassing Dialoogvenster Pagina-instelling wordt geopend.
Pagina 398
Dialoogvenster Pagina-instelling U kunt in het dialoogvenster Pagina-instelling de basisinstellingen voor het afdrukken opgeven, zoals de schaling of het formaat van het papier in de printer. U opent het dialoogvenster Pagina-instelling door Pagina-instelling... (Page Setup...) te selecteren in het menu Bestand (File) van uw toepassing. Instellingen (Settings) Klik op het pop-upmenu en selecteer de volgende items: Paginakenmerken (Page Attributes)
Pagina 399
Dialoogvenster Afdrukken U kunt in het dialoogvenster Afdrukken de papiersoort, papierbron en de afdrukkwaliteit instellen. U opent het dialoogvenster Afdrukken door Afdrukken... (Print...) te selecteren in het menu Bestand (File) van de toepassing. Printer Selecteer de naam van het model dat u gebruikt. Wanneer u op Printer toevoegen...
Pagina 400
Afdrukstand (Orientation) Selecteer een afdrukstand. Pop-upmenu Via het pop-upmenu kunt u schakelen tussen de pagina's in het dialoogvenster Afdrukken. Het eerste menu dat wordt weergegeven verschilt, afhankelijk van de toepassing waarmee het dialoogvenster Afdrukken werd geopend. U kunt in het pop-upmenu de volgende items selecteren. Indeling (Layout) U kunt de pagina's in een bepaalde lay-out afdrukken.
Pagina 401
Kwaliteit en media In dit dialoogvenster kunt u basisafdrukinstellingen opgeven in overeenstemming met de papiersoort. Voor een normale afdruktaak volstaat het instellingen in dit dialoogvenster op te geven. Mediumtype (Media Type) Selecteer het mediumtype dat u wilt gebruiken. Selecteer het mediumtype dat in de printer is geplaatst. Hierdoor kan de printer het type afdruk maken dat geschikt is voor het afdrukmateriaal.
Pagina 402
Verwante onderwerpen Van papierbron wisselen zodat deze overeenkomt met het doel Een kleurendocument monochroom afdrukken...
Pagina 403
Kleuropties In dit dialoogvenster kunt u de afdrukkleur naar wens aanpassen. Als de kleuren van de afgedrukte afbeelding niet naar wens zijn, past u de eigenschappen in het dialoogvenster aan en drukt u opnieuw af. In tegenstelling tot speciale software voor beeldverwerking hebben de aanpassingen die u hier opgeeft, geen invloed op de kleuren van de oorspronkelijke afdrukgegevens.
Pagina 404
Gebruik het printerbesturingsbestand alleen als u kleine wijzigingen in de kleurbalans wilt aanbrengen. Gebruik de toepassing als u de kleurbalans ingrijpend wilt wijzigen. Helderheid (Brightness) Selecteer de helderheid voor de afgedrukte afbeeldingen. U kunt het niveau van puur wit en zwart niet wijzigen. U kunt wel het contrast van de kleuren tussen wit en zwart wijzigen.
Pagina 405
Marge In dit dialoogvenster geeft u op aan welke kant u wilt nieten en hoe groot de marge voor het nieten van meerdere vellen papier moet zijn. Marge (Margin) Geef de grootte van de nietmarge van het papier op. Voer een waarde in tussen 0 mm (0 inch) en 30 mm (1,2 inch).
Pagina 406
Met Canon IJ Printer Utility kunt u onderhoud uitvoeren aan de printer of de instellingen van de printer wijzigen. De mogelijkheden van Canon IJ Printer Utility Via het pop-upmenu kunt u schakelen tussen de pagina's in Canon IJ Printer Utility. U kunt in het pop- upmenu de volgende items selecteren. Reiniging (Cleaning) Hiermee kunt u de printer reinigen om verstopte spuitopeningen van de printkop vrij te maken.
Pagina 407
Verwante onderwerpen De Printkoppen reinigen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De positie van de Printkop uitlijnen vanaf de computer De inktstatus controleren vanaf uw computer De stroomvoorziening van de Printer beheren Het geluid van de Printer reduceren De bedieningsmodus van de Printer aanpassen...
Pagina 408
Canon IJ Printer Utility openen U opent Canon IJ Printer Utility door de onderstaande stappen uit te voeren. 1. Open Systeemvoorkeuren (System Preferences) en selecteer Printers en scanners (Printers & Scanners) (Afdrukken en scannen (Print & Scan) of Afdrukken en faxen (Print &...
Pagina 409
Onderhoud van deze Printer De Printkoppen reinigen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De positie van de Printkop uitlijnen vanaf de computer De inktstatus controleren vanaf uw computer De stroomvoorziening van de Printer beheren Het geluid van de Printer reduceren De bedieningsmodus van de Printer aanpassen...
Pagina 410
Het scherm met de afdrukstatus weergeven U kunt als volgt de voortgang van het afdrukken controleren: 1. Open het scherm met de afdrukstatus • Als de afdrukgegevens naar de printer zijn gestuurd Het scherm met de afdrukstatus wordt automatisch geopend. Als u het scherm met de afdrukstatus wilt weergeven, klikt u op (het printerpictogram) dat wordt weergegeven in het Dock.
Pagina 411
Hiermee verwijdert u de opgegeven afdruktaak. Hiermee stopt u het afdrukken van het gespecificeerde document. Hiermee hervat u het afdrukken van het gespecificeerde document. Hiermee geeft u informatie over de afdruktaak weer. Hiermee stopt u het afdrukken van alle documenten. Wordt alleen weergegeven wanneer het afdrukken van alle documenten wordt stopgezet.
Pagina 412
Een ongewenste afdruktaak verwijderen Als de printer niet start met afdrukken, is het mogelijk dat geannuleerde of niet-uitgevoerde afdruktaken in de wachtrij blijven staan. Verwijder onnodige afdruktaken uit het scherm voor afdrukstatus. 1. Open Systeemvoorkeuren (System Preferences) en selecteer Printers en scanners (Printers &...
Pagina 413
Canon IJ Printer Utility. Opmerkingen bij het toevoegen van een printer • Als u het Canon-printerstuurprogramma in Mac OS wilt installeren en de printer wilt gebruiken via een netwerkverbinding, kunt u Bonjour of Canon IJ Network selecteren in het dialoogvenster Voeg toe (Add) (Voeg printer toe (Add Printer)).
Pagina 414
Het printerbesturingsbestand bijwerken Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen De onnodige Canon IJ-printer uit de printerlijst verwijderen Voordat u het printerstuurprogramma installeert Het printerstuurprogramma installeren...
Pagina 415
Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen Door het printerstuurprogramma bij te werken naar de nieuwste versie, kunt u onopgeloste problemen mogelijk verhelpen. U kunt vanaf onze website het nieuwste printerbesturingsbestand voor uw model downloaden. Belangrijk • U kunt het printerstuurprogramma gratis downloaden, maar de kosten van de internetverbinding zijn voor uw eigen rekening.
Pagina 416
De onnodige Canon IJ-printer uit de printerlijst verwijderen Een Canon IJ-printer die u niet meer nodig hebt, kunt u uit de printerlijst verwijderen. Voordat u de Canon IJ-printer verwijdert, moet u de kabel waarmee de printer op de computer is aangesloten, loskoppelen.
Pagina 417
Voordat u het printerstuurprogramma installeert Hier leest u wat u moet controleren voordat u het printerstuurprogramma gaat installeren. U moet dit gedeelte ook raadplegen als het printerstuurprogramma niet kan worden geïnstalleerd. De instellingen van de computer controleren • Sluit alle actieve toepassingen. •...
Pagina 418
Installatieprogramma opnieuw. • U kunt het printerbesturingsbestand gratis downloaden, maar de kosten van de internetverbinding zijn voor uw eigen rekening. Verwante onderwerpen Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen De onnodige Canon IJ-printer uit de printerlijst verwijderen Voordat u het printerstuurprogramma installeert...
Pagina 419
Afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat Fotogegevens afdrukken Documenten (PDF-bestanden) afdrukken die zijn opgeslagen op een USB- flashstation...
Pagina 420
Fotogegevens afdrukken Foto's afdrukken die op een USB-flashstation zijn opgeslagen Items instellen voor foto's afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Handige weergavefuncties gebruiken...
Pagina 421
Foto's afdrukken die op een USB-flashstation zijn opgeslagen U kunt foto's die op een USB-flashstation zijn opgeslagen gemakkelijk afdrukken. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats fotopapier. Plaats het USB-flashstation in de poort voor het USB-flashstation. Belangrijk • Als u het USB-flashstation al hebt geplaatst om de ontvangen faxen automatisch op te slaan, kunt u de foto's niet afdrukken, zelfs niet als het USB-flashstation met de fotogegevens is ingesteld.
Pagina 422
U kunt de weergegeven foto afdrukken door op de knop Kleur (Color) te drukken. • De weergavemethode, het aantal afdrukken of de afdrukinstellingen wijzigen: Tik in de buurt van het midden van de weergegeven foto om menu's weer te geven. A.
Pagina 423
Opmerking • U kunt het aantal afdrukken voor elke foto instellen. Geef de foto weer die u wilt afdrukken en geef het aantal afdrukken op wanneer de gewenste foto wordt weergegeven. C. Schakelen tussen groepen Tik hierop om een andere groep foto's weer te geven. Voor meer informatie: Handige weergavefuncties gebruiken D.
Pagina 424
F. Datum opgeven Tik hierop om een foto te selecteren door de datum op te geven (datum waarop gegevens voor het laatst zijn gewijzigd). Voor meer informatie: Handige weergavefuncties gebruiken G. Meerdere foto's weergeven Tik hierop om meerdere foto's tegelijk weer te geven. Voor informatie over de weergavemethode: Handige weergavefuncties gebruiken 6.
Pagina 425
• Het pictogram voor de gereserveerde foto wordt weergegeven op de foto die in de afdruktaak staat. 2. Geef het aantal afdrukken voor elke foto op. Opmerking • Tijdens het afdrukken kunt u de instelling voor Pg.form. (Page size) of Type op het bevestigingsscherm voor afdrukinstellingen niet wijzigen.
Pagina 426
Items instellen voor foto's afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat U kunt het paginaformaat, het mediumtype, fotocorrectie en dergelijke instellen voor het afdrukken van foto's die zijn opgeslagen op het USB-flashstation. Veeg verticaal om instellingsitems weer te geven en tik daarna op het instellingsitem om de instellingen weer te geven.
Pagina 427
Opmerking • De opnamedatum wordt afgedrukt volgens de instellingen voor Indeling datumweergave (Date display format) bij Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings) onder Instellen (Setup). Gebruikersinstellingen apparaat...
Pagina 428
Handige weergavefuncties gebruiken U kunt meerdere foto's tegelijk weergeven, de datum (datum waarop gegevens voor het laatst zijn gewijzigd) opgeven om foto's te selecteren en wisselen tussen fotogroepen. Meerdere foto's weergeven om een foto te selecteren Een datum opgeven om een foto te selecteren Inzoomen op de foto Schakelen tussen fotogroepen Meerdere foto's weergeven om een foto te selecteren...
Pagina 429
De foto's op de opgegeven datum worden weergegeven. Opmerking • De datum wordt weergegeven volgens de instellingen voor Indeling datumweergave (Date display format) bij Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings) onder Instellen (Setup). Gebruikersinstellingen apparaat Inzoomen op de foto Het volgende scherm wordt weergegeven wanneer u tikt op op het fotoselectiescherm.
Pagina 430
U kunt u PDF-bestanden die zijn gescand met het bedieningspaneel van het apparaat, PDF-bestanden die zijn opgeslagen op het USB-flashstation tijdens de ontvangst van faxen of PDF-bestanden die zijn gemaakt met Canon IJ Scan Utility (software die compatibel is met het apparaat) afdrukken vanaf het USB- flashstation.
Pagina 431
Stel in dat geval de optie Instellingen automatisch opslaan (Auto save setting) bij FAX- instellingen (FAX settings) in op UIT (OFF) en verwijder het USB-flashstation voor het opslaan van faxen. Plaats vervolgens het USB-flashstation met de documentgegevens. 4. Veeg op het HOME-scherm en tik vervolgens op Toegang t.
Pagina 432
• Andere tekens dan de naam van het apparaat, IJ Scan Utility worden weergegeven bij Gemaakt met (Created with). • De PDF-bestanden die zijn gemaakt met andere software dan Canon IJ Scan Utility (software die compatibel is met het apparaat), kunnen niet worden afgedrukt, ook al zijn deze opgeslagen met Canon IJ Scan Utility.
Pagina 433
5. Afdr.kwl. (Print qlty) (Afdrukkwaliteit) Geef de afdrukkwaliteit op. 6. Dub.zijdigInst.afdr. (2-sidedPrintSetting) Selecteer dubbelzijdig of enkelzijdig afdrukken. Als u op Geavanceerd (Advanced) tikt terwijl Dub.zijdig (2-sided) is geselecteerd, kunt u de afdrukstand en de nietmarge van het document opgeven. Opmerking •...
Pagina 434
Papierinstelling voor afdrukken Door het aangepaste papierformaat en het in de cassette geplaatste mediumtype te registreren, kunt u voorkomen dat het apparaat onjuiste afdrukken produceert. Hiertoe wordt voor het afdrukken begint, een bericht weergegeven als het papierformaat of het mediumtype van het geplaatste papier afwijkt van de afdrukinstellingen.
Pagina 435
• Wanneer de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren verschillen van de papiergegevens van de cassette die op het apparaat zijn geregistreerd: Voorbeeld: ◦ Papierinstelling voor afdrukken of kopiëren: B5 ◦ Papiergegevens van de cassette die zijn geregistreerd op het apparaat: A4 Wanneer u begint met afdrukken of kopiëren, wordt er een bericht weergegeven.
Pagina 436
Na het vervangen van het papier en het plaatsen van de cassette wordt het registratiescherm voor de papiergegevens van de cassette weergegeven. Registreer de papiergegevens van de cassette aan de hand van het papier dat u in de cassette hebt geladen. Opmerking •...
Pagina 437
Kopiëren Kopieën verkleinen of vergroten Kopieën maken Basis Dubbelzijdig kopiëren Over het menu Speciale kopie Twee pagina’s kopiëren op één pagina Vier pagina’s kopiëren op één pagina Gesorteerd kopiëren...
Pagina 438
Kopieën maken In dit gedeelte wordt de procedure voor het kopiëren met Kopiëren (Copy) beschreven. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats papier. 3. Veeg over het HOME-scherm en tik op Kopiëren (Copy). Het bedieningspaneel gebruiken Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. Plaats het originele document op de glasplaat of in de ADF.
Pagina 439
Meer informatie over de instellingsitems: Items voor kopiëren instellen E. Tik om een voorbeeld van de afdruk weer te geven in het voorbeeldscherm. Voor meer informatie: Voorbeeldweergave weergeven F. Tik hierop om het paginaformaat op te geven. 6. Druk op de knop Kleur (Color) als u in kleur wilt kopiëren of op de knop Zwart (Black) als u in zwart-wit wilt kopiëren.
Pagina 440
Opmerking • Druk op de knop Stoppen (Stop) om het kopiëren te annuleren. • Als u het origineel op de glasplaat legt, kunt u tijdens het afdrukken de kopieertaak toevoegen. De kopieertaak toevoegen (reservekopie) • Wanneer een bericht wordt weergegeven met de melding dat de bedieningsbeperking is ingeschakeld, kunt u de beheerder van het apparaat dat u gebruikt om het wachtwoord vragen.
Pagina 441
u op de knop OK en raakt u daarna de knop Stoppen (Stop) aan om het kopiëren te annuleren. Kopieer hierna de documenten die nog niet zijn voltooid.
Pagina 442
Voorbeeldweergave weergeven wordt weergegeven op het standby-scherm voor kopiëren, kunt u op tikken om een voorbeeld van de afdruk weer te geven op het voorbeeldscherm. Belangrijk • Het voorbeeldscherm is niet beschikbaar als u het origineel in de ADF plaatst. •...
Pagina 443
manier. Geef vervolgens opnieuw de voorbeeldweergave weer en bekijk het afdrukvoorbeeld van het origineel. C. De vergrotingsinstelling die is ingesteld tijdens weergave van het voorbeeld wordt weergegeven. Als een andere instelling dan Passend (Fit to page) is geselecteerd, kunt u de vergrotingsinstelling wijzigen door de balk op het aanraakscherm te verslepen.
Pagina 444
Items voor kopiëren instellen Het volgende scherm wordt weergegeven wanneer u tikt op Instellingen (Settings) op het stand-byscherm voor kopiëren. Veeg om instellingsitems weer te geven en tik daarna op het instellingsitem om de instellingen weer te geven. Tik om de instelling op te geven. Opmerking •...
Pagina 445
A. Tik hierop om automatische aanpassing van de intensiteit in of uit te schakelen. Wanneer AAN (ON) is geselecteerd, wordt de intensiteit automatisch aangepast volgens de originelen die op de glasplaat zijn geplaatst. B. Sleep om de intensiteit op te geven. C.
Pagina 446
Twee pagina’s kopiëren op één pagina Vier pagina’s kopiëren op één pagina 8. Dub.zijdigInst.afdr. (2-sidedPrintSetting) Selecteer of u dubbelzijdig kopiëren wilt uitvoeren. Dubbelzijdig kopiëren 9. Sorteren (Collate) Kies of u gesorteerde afdrukken wilt maken wanneer u meerdere kopieën maakt van een origineel met meerdere pagina's.
Pagina 447
Kopieën verkleinen of vergroten U kunt de vergroting optioneel opgeven of een kopie met een vooraf ingestelde verhouding of een kopie passend op het papierformaat selecteren. Het onderstaande scherm wordt weergegeven wanneer u tikt op Instellingen (Settings) in het standby- scherm voor kopiëren en tikt op Vergrot.
Pagina 448
• Vaste schaal U kunt een van de vaste schalen selecteren om een kopie te verkleinen of te vergroten. Selecteer de juiste verhouding voor de grootte van het origineel en het paginaformaat. De instelling in Vergrot. (Magnif.): 70% A4->A5/86% A4->B5/94% A4->LTR/115% B5->A4/141% A5->A4/156% 5x7->LTR/183% 4x6->LTR Opmerking •...
Pagina 449
Dubbelzijdig kopiëren Wanneer u Dub.zijdig (2-sided) voor Dub.zijdigInst.afdr. (2-sidedPrintSetting) selecteert bij Kopiëren (Copy), kunt u twee originele pagina's kopiëren naar de twee zijden van één vel papier. Selecteer Dub.zijdig (2-sided) en tik vervolgens op OK. Als u op Geavanceerd (Advanced) tikt terwijl Dub.zijdig (2-sided) is geselecteerd, kunt u de afdrukstand en de nietmarge van het origineel opgeven.
Pagina 450
Vier pagina’s kopiëren op één pagina • Als u kopieert in zwart-wit kan de afdrukintensiteit van de dubbelzijdige kopie afwijken van die van een enkelzijdige kopie. Wanneer het origineel op de glasplaat wordt geplaatst: • Voordat u gaat scannen: Wanneer u Dub.zijdig (2-sided) selecteert voor Dub.zijdigInst.afdr. (2-sidedPrintSetting) en de voorbeeldfunctie wordt geactiveerd, begint het apparaat met een voorlopige scan voordat het origineel wordt gescand.
Pagina 451
Over het menu Speciale kopie Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren...
Pagina 452
Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren Wanneer AAN (ON) is geselecteerd voor Kop.kader wissen (Frame erase copy) bij Kopiëren (Copy) en u een dik origineel zoals een boek kopieert, kunt u kopiëren zonder zwarte marges rondom het beeld en schaduwen van rugmarges. Met deze functie vermindert u onnodig inktverbruik. Opmerking •...
Pagina 453
Twee pagina’s kopiëren op één pagina Wanneer u 2 op 1 kopie (2-on-1 copy) selecteert voor Indeling (Layout) in Kopiëren (Copy) kunt u twee originele pagina's op één vel papier kopiëren door de afbeeldingen te verkleinen. Tik op Instellingen (Settings) op het standby-scherm voor kopiëren om het scherm met afdrukinstellingen weer te geven en selecteer 2 op 1 kopie (2-on-1 copy) voor Indeling (Layout).
Pagina 454
Als u deze functie in combinatie gebruikt, kunt u vier originele pagina's op één vel papier kopiëren. In dit geval worden twee originele pagina's op elke zijde van het papier gekopieerd. Als u deze functie in combinatie gebruikt, selecteert u Dub.zijdig (2-sided) voor Dub.zijdigInst.afdr. (2-sidedPrintSetting) en selecteert u vervolgens de afdrukstand en de nietmarge van het afdrukpapier in het scherm Afdrukinstellingen.
Pagina 455
De kopieertaak toevoegen (reservekopie) • Als u deze functie in combinatie met dubbelzijdig kopiëren gebruikt, wordt het bovenstaande scherm weergegeven nadat het scannen van het tweede vel van het origineel is voltooid. Volg de instructies op het scherm om het derde en vierde vel van het origineel te scannen.
Pagina 456
Vier pagina’s kopiëren op één pagina Wanneer u 4 op 1 kopie (4-on-1 copy) selecteert bij Indeling (Layout) in Kopiëren (Copy), kunt u vier originele pagina's op één vel papier kopiëren door de afbeeldingen te verkleinen. Er zijn vier verschillende indelingen beschikbaar.
Pagina 457
Nadat u de volgorde hebt geselecteerd, kunt u selecteren of u het voorbeeldscherm wilt gebruiken. Als u tikt op AAN (ON), wordt het voorbeeldscherm weergegeven, waarin u de afdrukstand kunt controleren. Opmerking • U kunt deze functie gebruiken in combinatie met dubbelzijdig kopiëren. Als u deze functie in combinatie gebruikt, kunt u acht originele pagina's op één vel papier kopiëren.
Pagina 458
Verwijder na het scannen het origineel van de glasplaat, plaats het volgende vel op de glasplaat en tik op Scannen (Scan). B. Tik hierop om het reeds gescande origineel te kopiëren. Opmerking • U kunt de kopieertaak toevoegen tijdens het afdrukken. De kopieertaak toevoegen (reservekopie) •...
Pagina 459
Gesorteerd kopiëren U kunt gesorteerde afdrukken maken wanneer u meerdere kopieën maakt van een origineel met meerdere pagina's. Wanneer u AAN (ON) selecteert voor Sorteren (Collate) bij Kopiëren (Copy), kunt u gesorteerde afdrukken maken wanneer u meerdere kopieën maakt van een origineel met meerdere pagina's. Daarnaast kunt u originelen kopiëren op beide zijden van het papier.
Pagina 460
Dubbelzijdig kopiëren voor dubbelzijdig kopiëren.
Pagina 461
Scannen Scannen vanaf een computer Scannen via het bedieningspaneel van het apparaat...
Pagina 462
Scannen vanaf een computer Scannen met IJ Scan Utility Scannen met scannerstuurprogramma Handige informatie over scannen Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)
Pagina 463
Scannen met IJ Scan Utility Wat is IJ Scan Utility (scannersoftware)? IJ Scan Utility starten Documenten scannen Basis Foto's scannen Scannen met voorkeursinstellingen Items scannen die groter zijn dan de glasplaat (Afbeelding samenvoegen) Tekst extraheren van gescande afbeeldingen (OCR) Gescande afbeeldingen via e-mail verzenden Meerdere items tegelijk scannen Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer)
Pagina 464
Wat is IJ Scan Utility (scannersoftware)? IJ Scan Utility is een toepassing waarmee u op eenvoudige wijze documenten, foto's en dergelijke kunt scannen. U kunt in één handeling scannen en opslaan door op het bijbehorende pictogram in het hoofdscherm van IJ Scan Utility te klikken.
Pagina 465
Opmerking • Raadpleeg 'Dialoogvenster Instellingen' voor informatie over het instellen van de toepassingen waarmee geïntegreerd moet worden.
Pagina 466
Scaninstellingen voor het netwerk Selecteer Programma's (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder en dubbelklik achtereenvolgens op de map Canon Utilities, de map IJ Scan Utility en het pictogram Canon IJ Scan Utility2 om IJ Scan Utility te starten.
Pagina 467
Documenten scannen U kunt via dit scherm items die op de plaat zijn geplaatst scannen met instellingen die geschikt zijn voor documenten. 1. Plaats het item op de glasplaat. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) IJ Scan Utility starten. 3.
Pagina 468
Foto's scannen U kunt via dit scherm foto's die op de plaat zijn geplaatst scannen met instellingen die geschikt zijn voor foto's. 1. Plaats de foto op de plaat. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) IJ Scan Utility starten. 3.
Pagina 469
Scannen met voorkeursinstellingen U kunt via dit scherm items die op de plaat zijn geplaatst scannen met uw voorkeursinstellingen die u eerder hebt opgeslagen. Dit is een gemakkelijke manier om veelgebruikte instellingen op te slaan of scaninstellingen in detail op te geven.
Pagina 470
Items scannen die groter zijn dan de glasplaat (Afbeelding samenvoegen) U kunt de linker- en rechterhelft van een item dat groter is dan de plaat scannen en deze tot één afbeelding samenvoegen. Items scannen die maximaal ongeveer twee keer zo groot zijn dan de glasplaat worden ondersteund.
Pagina 471
5. Zorg dat Links beginnen met scannen (Scan from Left) is geselecteerd in Richting selecteren (Scan Direction). 6. Plaats het item dat aan de linkerkant van het scherm moet worden weergegeven met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 7.
Pagina 472
Het eerste item wordt gescand en verschijnt in 1. Opmerking • Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. 8. Plaats het item dat aan de rechterkant van het scherm moet worden weergegeven met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 9.
Pagina 473
Opmerking • Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. 10. Pas de gescande afbeeldingen desgewenst aan. Gebruik de taakbalk om te draaien of in/uit te zoomen, of sleep de afbeeldingen om hun posities aan te passen. Opmerking • Selecteer het selectievakje Bijsnijdkaders aanpassen (Adjust cropping frames) om het gebied dat moet worden opgeslagen op te geven.
Pagina 474
De gecombineerde afbeelding wordt opgeslagen. Opmerking • Raadpleeg 'Venster Afbeelding samenvoegen' voor meer informatie over het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch). • U kunt geavanceerde scaninstellingen opgeven in het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) dat wordt weergegeven als u klikt op Instellingen (Settings...).
Pagina 475
Tekst extraheren van gescande afbeeldingen (OCR) Klik op OCR in het hoofdvenster van IJ Scan Utility om tekst in gescande tijdschriften en kranten te scannen en weer te geven in een opgegeven toepassing. Opmerking • U kunt ook tekst extraheren via Document, Aangepast (Custom) of Stuurprog. (Driver). IJ Scan Utility starten.
Pagina 476
• Documenten met speciale lettertypen, effecten, cursieve letters of met de hand geschreven tekst • Documenten met een smalle regelafstand • Documenten met kleuren op de achtergrond van tekst • Documenten met meerdere talen...
Pagina 477
Gescande afbeeldingen via e-mail verzenden U kunt gescande afbeeldingen gemakkelijk per e-mail verzenden door te klikken op E-mail in het hoofdvenster van IJ Scan Utility. Opmerking • U kunt gescande afbeeldingen ook per e-mail verzenden via Document, Foto (Photo), Aangepast (Custom) of Stuurprog.
Pagina 478
Raadpleeg de handleiding van uw e-mailclient voor de e-mailinstellingen.
Pagina 479
Meerdere items tegelijk scannen U kunt twee of meer foto's (kleine items) die op de glasplaat zijn geplaatst tegelijk scannen en elke afbeelding apart opslaan. Belangrijk • De volgende typen items worden mogelijk niet goed gescand. In dat geval past u de bijsnijdkaders (selectievakken;...
Pagina 480
5. Kies bij Bron selecteren (Select Source) het type items dat u wilt scannen. 6. Selecteer Automatisch scannen (Auto scan) bij Papierformaat (Paper Size) en klik vervolgens op OK.
Pagina 481
Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking • Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (OCR) Dialoogvenster Instellingen (E-mail) 7.
Pagina 482
Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) Plaats meerdere documenten in de ADF (automatische documentinvoer) en scan deze tegelijkertijd. Opmerking • U kunt meerdere documenten tegelijkertijd scannen vanuit de ADF wanneer u scant via Document, Aangepast (Custom), Stuurprog. (Driver), OCR of E-mail. Raadpleeg 'Scannen met scannerstuurprogramma' voor informatie over scannen met het...
Pagina 483
5. Selecteer bij Bron selecteren (Select Source) het type documenten dat u wilt scannen. Als u alleen de voorzijde van elk document wilt scannen, selecteert u Document (ADF/glasplaat) (Document (ADF/Platen)) of Document (ADF enkelzijdig) (Document (ADF Simplex)). Als u zowel de voorzijde als de achterzijde van elk document wilt scannen, selecteert u Document (ADF handmatig dubbelzijdig) (Document (ADF Manual Duplex)).
Pagina 484
Klik op Instellingen scanstand document... (Document Scan Orientation Settings...) om de afdrukstand te selecteren van de documenten die u wilt scannen. In het weergegeven dialoogvenster kunt u de Afdrukstand (Orientation) en de Inbindzijde (Binding Side) opgeven. Hoe u de documenten moet plaatsen voor het scannen van de achterzijde, is afhankelijk van de Inbindzijde (Binding Side).
Pagina 485
Opmerking • Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. Ga verder met stap 8 wanneer Document (ADF handmatig dubbelzijdig) (Document (ADF Manual Duplex)) voor Bron selecteren (Select Source) is geselecteerd. 8. Volg de instructies op het scherm voor het plaatsen van de documenten. Opmerking •...
Pagina 486
9. Klik op OK. Het scannen begint. Opmerking • Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. • Gescande afbeeldingen worden opgeslagen in de map die is ingesteld voor Opslaan in (Save in) in het betreffende dialoogvenster Instellingen dat verschijnt als u klikt op Instellingen (Settings...). In elk dialoogvenster Instellingen kunt u ook geavanceerde scaninstellingen opgeven.
Pagina 487
Opslaan na controle van de scanresultaten U kunt de scanresultaten controleren en de afbeeldingen vervolgens op een computer opslaan. Belangrijk • U kunt de scanresultaten niet controleren voordat u ze hebt opgeslagen wanneer u hebt gescand via het bedieningspaneel. Opmerking •...
Pagina 488
4. Schakel het selectievakje Scanresultaten controleren (Check scan results) in en klik op Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking • Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) Dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.)
Pagina 489
Wanneer het scannen is voltooid, wordt het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) weergegeven. Opmerking • Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. 6. Wijzig de gewenste volgorde van de afbeeldingen of de opties voor het opslaan van bestanden. U kunt de volgorde van afbeeldingen of de opties voor het opslaan van bestanden wijzigen in het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings).
Pagina 490
Schermen van IJ Scan Utility Hoofdscherm van IJ Scan Utility Dialoogvenster Instellingen Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) Dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) Dialoogvenster Instellingen (OCR) Dialoogvenster Instellingen (E-mail) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (foto)) Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (document))
Pagina 491
Hoofdscherm van IJ Scan Utility Selecteer Programma's (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder en dubbelklik achtereenvolgens op de map Canon Utilities, de map IJ Scan Utility en het pictogram Canon IJ Scan Utility2 om IJ Scan Utility te starten.
Pagina 492
Instellingen voor scannen/opslaan en de reactie na scannen kunt u opgeven in het dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) (Settings (Driver)). U kunt tekst in gescande tijdschriften en kranten scannen en weergeven in een opgegeven toepassing. Instellingen voor het scannen/opslaan en toepassingen kunt u opgeven in het dialoogvenster Instellingen (OCR) (Settings (OCR)).
Pagina 493
Dialoogvenster Instellingen Het dialoogvenster Instellingen bestaat uit drie tabbladen: (Scannen vanaf een computer), (Scannen vanaf het bedieningspaneel) en (Algemene instellingen). Als u op een tabblad klikt verandert de weergave in het rode kader en kunt u geavanceerde instellingen voor de functies op elk tabblad opgeven.
Pagina 494
(Scannen vanaf het bedieningspaneel) U kunt opgeven hoe moet worden gereageerd als er wordt gescand vanaf het bedieningspaneel. Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (foto)) Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (document)) Tabblad (Algemene instellingen) U kunt het te gebruiken product, de beperking van de bestandsgrootte voor e-mailbijlagen, de taal om tekst in afbeeldingen te detecteren en de map waarin de afbeeldingen tijdelijk worden opgeslagen...
Pagina 495
Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Klik op Document scannen (Document Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Document scannen) (Settings (Document Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Document scannen) (Settings (Document Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen voor het scannen van items als documenten opgeven.
Pagina 496
Opmerking • Wanneer Document (ADF/glasplaat) (Document (ADF/Platen)) is geselecteerd en documenten op de plaat en de ADF worden geplaatst, worden de documenten gescand die op de ADF zijn geplaatst. Kleurenmodus (Color Mode) Hier kunt u de kleurenmodus selecteren waarmee het item moet worden gescand. Papierformaat (Paper Size) Selecteer de grootte van het item dat u wilt scannen.
Pagina 497
Belangrijk • Inbindzijde (Binding Side) kan niet worden opgegeven als alleen de voorzijde van elk document wordt gescand. Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings) Klik op (pijl naar rechts) om het volgende in te stellen. Opmerking • De weergegeven items hangen af van Bron selecteren (Select Source) en Kleurenmodus (Color Mode).
Pagina 498
• Wanneer u deze functie inschakelt, kan het scannen langer duren dan normaal bij een netwerkverbinding. Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) Detecteert de gescande tekst en corrigeert de hoek (binnen -0,1 tot -10 graden of +0,1 tot +10 graden) van het document.
Pagina 499
Opmerking • Wanneer u het selectievakje Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) inschakelt, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd. Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, geeft u de doelmap op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen...
Pagina 500
Een PDF-bestand maken dat zoeken op trefwoord ondersteunt (Create a PDF file that supports keyword search) Schakel dit selectievakje in als u tekens in afbeeldingen wilt converteren naar tekstgegevens en PDF- bestanden wilt maken die zoeken op trefwoorden ondersteunen. Belangrijk •...
Pagina 501
Opmerking • Geef het programma of de map op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen... (Add...) selecteert in het pop-upmenu. Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. Standaard (Defaults) U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
Pagina 502
Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Klik op Foto scannen (Photo Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) (Settings (Photo Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) (Settings (Photo Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven.
Pagina 503
Opmerking • Klik op Standaard (Defaults) om de opgegeven instellingen te herstellen naar de standaardinstellingen. Resolutie (Resolution) Selecteer de resolutie van het item dat u wilt scannen. Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding. Resolutie Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings) Klik op (pijl naar rechts) om het volgende in te stellen.
Pagina 504
Opmerking • Met een netwerkverbinding kan het scannen langer duren dan normaal als u TIFF of PNG instelt bij Gegevensindeling (Data Format). JPEG-beeldkwaliteit (JPEG Image Quality) U kunt de beeldkwaliteit van JPEG-bestanden opgeven. Belangrijk • Dit wordt alleen weergegeven als JPEG/Exif is geselecteerd bij Gegevensindeling (Data Format).
Pagina 505
Standaard (Defaults) U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
Pagina 506
Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Klik op Aangepast scannen (Custom Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen voor het scannen volgens uw voorkeur opgeven.
Pagina 507
• Foto's op A4-formaat • Tekstdocumenten kleiner dan 2L (127 x 178 mm) (5 x 7 inch), zoals pagina's van een pocket waarvan de rug is afgesneden • Items die zijn afgedrukt op dun wit papier • Lange, smalle items, zoals panoramafoto's •...
Pagina 508
Opmerking • Alleen Automatisch (Auto) is beschikbaar wanneer Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Automatisch (Auto). • Alleen 300 dpi of 400 dpi kan worden ingesteld wanneer OCR starten (Start OCR) is geselecteerd bij Instellingen voor de toepassing (Application Settings). Instellingen scanstand document...
Pagina 509
Contouren scherper maken (Sharpen outline) Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken. • Als Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Tijdschrift (Magazine) of Document: Opmerking • De weergegeven items hangen af van Bron selecteren (Select Source) en Kleurenmodus (Color Mode).
Pagina 510
Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) Detecteert de gescande tekst en corrigeert de hoek (binnen -0,1 tot -10 graden of +0,1 tot +10 graden) van het document. Belangrijk • De volgende typen documenten worden mogelijk niet juist gecorrigeerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd.
Pagina 511
Opmerking • Wanneer u het selectievakje Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) inschakelt, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd. Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, geeft u de doelmap op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen...
Pagina 512
Een PDF-bestand maken dat zoeken op trefwoord ondersteunt (Create a PDF file that supports keyword search) Schakel dit selectievakje in als u tekens in afbeeldingen wilt converteren naar tekstgegevens en PDF- bestanden wilt maken die zoeken op trefwoorden ondersteunen. Belangrijk •...
Pagina 513
Geen toepassing starten (Do not start any application) De scan wordt opgeslagen in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in). Opmerking • Geef het programma of de map op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen... (Add...) selecteert in het pop-upmenu.
Pagina 514
Dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) Klik op Scannen en samenvoegen (Scan and Stitch) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven voor het scannen van items die groter zijn dan de plaat.
Pagina 515
Resolutie (Resolution) Selecteer de resolutie van het item dat u wilt scannen. Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding. Resolutie Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings) Klik op (pijl naar rechts) om het volgende in te stellen. De beschikbare items die u kunt instellen variëren volgens Bron selecteren (Select Source).
Pagina 516
Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, geeft u de doelmap op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen... (Add...) selecteert in het pop-upmenu. De standaardmap voor opslag is de map Afbeeldingen (Pictures).
Pagina 517
Belangrijk • Dit wordt alleen weergegeven als JPEG/Exif is geselecteerd bij Gegevensindeling (Data Format). Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) Schakel dit selectievakje in om een map met de huidige datum te maken in de map die is opgegeven voor Opslaan in (Save in) en gescande afbeeldingen op te slaan in die map.
Pagina 518
Dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) Klik op Stuurprog. (Driver) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) (Settings (Driver)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) (Settings (Driver)) kunt u instellen hoe afbeeldingen moeten worden opgeslagen wanneer items worden gescand door het scannerstuurprogramma te starten vanuit IJ Scan Utility en hoe er na het opslaan moet worden gereageerd.
Pagina 519
Gegevensindeling (Data Format) Selecteer de gegevensindeling waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. U kunt JPEG/Exif, TIFF, PNG, PDF of PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) selecteren. Opmerking • Als PDF of PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) is geselecteerd kunnen afbeeldingen tot maximaal 9600 x 9600 pixels worden gescand.
Pagina 520
Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) Schakel dit selectievakje in om een map met de huidige datum te maken in de map die is opgegeven voor Opslaan in (Save in) en gescande afbeeldingen op te slaan in die map. Er wordt een map gemaakt met een naam als '20XX_01_01' (Jaar_Maand_Dag).
Pagina 521
Opmerking • Geef het programma of de map op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen... (Add...) selecteert in het pop-upmenu. Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. Standaard (Defaults) U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
Pagina 522
Dialoogvenster Instellingen (OCR) Klik op OCR op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (OCR) (Settings (OCR)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (OCR) (Settings (OCR)) kunt u geavanceerde instellingen opgeven om tekst te extraheren uit gescande afbeeldingen. (1) Gebied Scanopties (2) Gebied Instellingen opslaan (3) Gebied Instellingen voor de toepassing...
Pagina 523
Papierformaat (Paper Size) Selecteer de grootte van het item dat u wilt scannen. Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het papierformaat kunt opgeven. Selecteer een Eenheid (Unit), voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) in en klik vervolgens op OK. Belangrijk •...
Pagina 524
Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings) Klik op (pijl naar rechts) om het volgende in te stellen. Opmerking • De weergegeven items hangen af van Bron selecteren (Select Source) en Kleurenmodus (Color Mode). Automatische documentcorrectie toepassen (Apply Auto Document Fix) Schakel dit selectievakje in om tekst in een document of tijdschrift scherper te maken en zo de leesbaarheid ervan te verbeteren.
Pagina 525
Belangrijk • De volgende typen documenten worden mogelijk niet juist gecorrigeerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd. • Documenten waarvan de tekstregels een hellingspercentage hebben van meer dan 10 graden of waarvan de regels niet hetzelfde hellingspercentage hebben •...
Pagina 526
Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, geeft u de doelmap op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen... (Add...) selecteert in het pop-upmenu. De standaardmap voor opslag is de map Afbeeldingen (Pictures).
Pagina 527
Dialoogvenster Instellingen (E-mail) Klik op E-mail op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (E- mail) (Settings (E-mail)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (E-mail) (Settings (E-mail)) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd wanneer u afbeeldingen aan een e-mail toevoegt nadat deze zijn gescand met de scannerknop. (1) Gebied Scanopties (2) Gebied Instellingen opslaan (3) Gebied Instellingen voor de toepassing...
Pagina 528
• Reflecterende disclabels worden mogelijk niet zoals verwacht gescand. • Plaats de items op de juiste manier op de plaat, afhankelijk van het type item dat u wilt scannen. Anders worden de items mogelijk niet goed gescand. Raadpleeg 'Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)' voor informatie over het plaatsen van items.
Pagina 529
Klik om het dialoogvenster Instellingen voor scanstand document (Document Scan Orientation Settings) weer te geven waarin u de afdrukstand en inbindzijde van de documenten die worden gescand vanuit de ADF kunt instellen. Belangrijk • Inbindzijde (Binding Side) kan niet worden opgegeven als alleen de voorzijde van elk document wordt gescand.
Pagina 530
Automatische documentcorrectie toepassen (Apply Auto Document Fix) Schakel dit selectievakje in om tekst in een document of tijdschrift scherper te maken en zo de leesbaarheid ervan te verbeteren. Belangrijk • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
Pagina 531
• Documenten met zowel verticale als horizontale tekst • Documenten met een zeer groot of zeer klein lettertype • Documenten met weinig tekst • Documenten met illustraties/afbeeldingen • Handschrift • Documenten met zowel verticale als horizontale lijnen (tabellen) Opmerking • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) inschakelt.
Pagina 532
Gegevensindeling (Data Format) Selecteer de gegevensindeling waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. U kunt JPEG/Exif, TIFF, PNG, PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) of Automatisch (Auto) selecteren. Belangrijk • U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White).
Pagina 533
Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) Schakel dit selectievakje in om een map met de huidige datum te maken in de map die is opgegeven voor Opslaan in (Save in) en gescande afbeeldingen op te slaan in die map. Er wordt een map gemaakt met een naam als '20XX_01_01' (Jaar_Maand_Dag).
Pagina 534
Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) Klik op Opslaan naar pc (foto) (Save to PC (Photo)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) (Settings (Save to PC (Photo))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) (Settings (Save to PC (Photo))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen als foto's opslaat op een computer nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel.
Pagina 535
Opmerking • Wanneer u het selectievakje Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) inschakelt, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd. Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, geeft u de doelmap op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen...
Pagina 536
Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) Klik op Opslaan naar pc (document) (Save to PC (Document)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) (Settings (Save to PC (Document))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) (Settings (Save to PC (Document))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen als documenten opslaat op een computer nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel.
Pagina 537
Belangrijk • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit. Opmerking • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u deze functie inschakelt. Schaduw van rugmarge reduceren (glasplaat) (Reduce gutter shadow (platen)) Reduceert schaduwen van rugmarges die tussen pagina's zichtbaar zijn wanneer geopende boekjes worden gescand.
Pagina 538
• Tekengrootte ligt buiten het bereik van 8 punten tot 48 punten • Documenten met speciale lettertypen, effecten, cursieve letters of met de hand geschreven tekst • Documenten met achtergrondpatronen (2) Gebied Instellingen opslaan Bestandsnaam (File Name) Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001".
Pagina 539
In het pop-upmenu kunt u de toepassing selecteren. Naar een toepassing sturen (Send to an application) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ongewijzigd wilt gebruiken in een toepassing waarmee u door afbeeldingen kunt bladeren of ze kunt organiseren. In het pop-upmenu kunt u de toepassing selecteren.
Pagina 540
Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (foto)) Klik op Toevoegen aan e-mail (foto) (Attach to E-mail (Photo)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (foto)) (Settings (Attach to E-mail (Photo))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (foto)) (Settings (Attach to E-mail (Photo))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen als foto's aan een e-mail toevoegt nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel.
Pagina 541
Opmerking • Wanneer u het selectievakje Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) inschakelt, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd. Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, geeft u de doelmap op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen...
Pagina 542
Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (document)) Klik op Toevoegen aan e-mail (document) (Attach to E-mail (Document)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (document)) (Settings (Attach to E-mail (Document))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (document)) (Settings (Attach to E-mail (Document))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen als documenten aan een e-mail toevoegt nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel.
Pagina 543
Opmerking • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u deze functie inschakelt. Schaduw van rugmarge reduceren (glasplaat) (Reduce gutter shadow (platen)) Reduceert schaduwen van rugmarges die tussen pagina's zichtbaar zijn wanneer geopende boekjes worden gescand. Belangrijk • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer vanaf de glasplaat wordt gescand. Opmerking •...
Pagina 544
• Documenten met achtergrondpatronen (2) Gebied Instellingen opslaan Bestandsnaam (File Name) Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001".
Pagina 545
Opmerking • Geef de e-mailclient op in het dialoogvenster dat u kunt weergegeven door Toevoegen... (Add...) te selecteren in het keuzemenu. Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. Standaard (Defaults) U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
Pagina 546
Dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) Klik op het tabblad (Algemene instellingen) om het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) weer te geven. U kunt het te gebruiken product, de beperking van de bestandsgrootte voor e-mailbijlagen, de taal om tekst in afbeeldingen te detecteren en de map waarin de afbeeldingen tijdelijk worden opgeslagen instellen in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)).
Pagina 547
Map voor de opslag van tijdelijke bestanden (Folder to Save Temporary Files) Hier wordt de map weergegeven waarin de afbeeldingen tijdelijk moeten worden opgeslagen. Klik op Bladeren... (Browse...) om de doelmap op te geven. Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. Standaard (Defaults) U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
Pagina 548
Scherm voor netwerkselectie U kunt u de scanners of printers selecteren die u wilt gebruiken om via een netwerk vanaf uw computer of het bedieningspaneel te scannen of te printen. Scherm voor netwerkselectie Selecteer in Productnaam (Product Name) in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) een item met "Netwerk"...
Pagina 549
• Als u de Bonjour-servicenaam hebt gewijzigd nadat u uw scanner of printer hebt geselecteerd op basis van de Bonjour-servicenaam, opent u het scherm voor netwerkselectie opnieuw en selecteert u de nieuwe Bonjour-servicenaam bij Scanners. Opmerking • Als de Bonjour-servicenaam van uw scanner of printer niet wordt weergegeven of niet kan worden geselecteerd, controleert u het volgende;...
Pagina 550
Dialoogvenster Instellingen opslaan Selecteer het selectievakje Scanresultaten controleren (Check scan results) in Instellingen opslaan (Save Settings) van het dialoogvenster Instellingen om na het scannen het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) weer te geven. U kunt de gegevensindeling en de bestemming opgeven terwijl u de miniaturen van scanresultaten weergeeft.
Pagina 551
(3) Gebied Instellingen opslaan Bestandsnaam (File Name) Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001". Opmerking • Wanneer u het selectievakje Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) inschakelt, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd.
Pagina 552
Standaard (Standard) Deze instelling wordt aanbevolen. Hoog (High) Hiermee wordt het bestand gecomprimeerd tijdens het opslaan, waardoor u de netwerk-/ serverbelasting kunt verminderen. Belangrijk • Dit wordt alleen weergegeven als PDF of PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) is geselecteerd bij Gegevensindeling (Data Format). •...
Pagina 553
Venster Afbeelding samenvoegen Klik op Samenvoegen (Stitch) in het hoofdscherm van IJ Scan Utility om het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch) weer te geven. U kunt de linker- en rechterhelft van een item dat groter is dan de plaat scannen en deze tot één afbeelding samenvoegen.
Pagina 554
Rechts beginnen met scannen (Scan from Right) Geeft de eerste gescande afbeelding aan de rechterkant weer. Afbeelding 1 scannen (Scan Image 1) Start het scannen van afbeelding 1 (Start Scanning Image 1) Scant het eerste item. Afbeelding 2 scannen (Scan Image 2) Start het scannen van afbeelding 2 (Start Scanning Image 2) Scant het tweede item.
Pagina 555
Opslaan (Save) Opslaan (Save) De twee gescande afbeeldingen worden als één afbeelding opgeslagen. Annuleren (Cancel) Annuleert Samenvoegen (Stitch) scan. (2) Werkbalk U kunt de gescande afbeeldingen verwijderen of de voorbeeldafbeeldingen aanpassen. (Verwijderen) Hiermee verwijdert u de gescande afbeelding. (Vergroten/verkleinen) Hiermee vergroot of verkleint u de voorbeeldafbeelding. Door met de linkermuisknop te klikken in het Voorbeeldgebied wordt de getoonde afbeelding vergroot.
Pagina 556
Wanneer geen afbeeldingen zijn gescand: Nadat het eerste item is gescand door te klikken op Start het scannen van afbeelding 1 (Start Scanning Image 1): De afbeelding wordt gescand in de richting die is opgegeven in Richting selecteren (Scan Direction), en 2 verschijnt ernaast.
Pagina 557
Verwant onderwerp Items scannen die groter zijn dan de glasplaat (Afbeelding samenvoegen)
Pagina 558
Scannen met scannerstuurprogramma U kunt scannen door het scannerstuurprogramma te starten vanuit verschillende toepassingen. Raadpleeg de Help van Mac OS voor informatie over het scannen. Belangrijk • Wanneer u scant met het scannerstuurprogramma in Mac OS X v10.6.8, selecteert u JPEG of TIFF bij Indeling (Format).
Pagina 559
Afbeeldingscorrecties en kleuraanpassingen U kunt afbeeldingen corrigeren en kleuren aanpassen met het scannerstuurprogramma. Belangrijk • Wanneer u afbeeldingscorrectie of kleuraanpassing gebruikt voor items zonder moiré, stof/krassen of vervaagde kleuren, kan de kleurtint nadelig worden beïnvloed. • Resultaten van afbeeldingscorrecties worden niet weergegeven in de proefscan. Opmerking •...
Pagina 560
Document Hiermee wordt Beeldaanpassing (Image Adjustment) voor tekstdocumenten toegepast. Opmerking • Als de afbeelding niet correct wordt aangepast met Automatisch (Auto), moet u het itemtype opgeven. • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding na toepassing van de functie Beeldaanpassing. Stel in dat geval Beeldaanpassing (Image Adjustment) in op Geen (None).
Pagina 561
Korreligheid corr. (Grain Correction) Gebruik deze functie om korreligheid (grofheid) te reduceren in foto's die bijvoorbeeld met hoge snelheid of gevoelige film zijn genomen. Geen (None) Korreligheid wordt niet gereduceerd. Laag (Low) Selecteer deze instelling wanneer de foto iets korrelig is. Middel (Medium) Deze instelling wordt aanbevolen.
Pagina 562
• Hoe u het item moet plaatsen, is afhankelijk van het model en het item dat u wilt scannen. Beeld verscherpen (Unsharp Mask) Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken. Moiré-reductie (Descreen) Reduceert moirépatronen. Afgedrukte materialen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of afbeeldingen met fijne punten worden gescand.
Pagina 563
Algemene opmerkingen (scannerstuurprogramma) Het scannerstuurprogramma kent de volgende beperkingen. Houd hier rekening mee bij het gebruik van het scannerstuurprogramma. Beperkingen van het scannerstuurprogramma • Als de computer door meerdere gebruikers wordt gebruikt of als u zich na het afmelden opnieuw aanmeldt, kan een bericht verschijnen dat het scannerstuurprogramma in gebruik is.
Pagina 564
Het scannerstuurprogramma bijwerken Het nieuwste scannerstuurprogramma ophalen Voordat u het scannerstuurprogramma installeert Het scannerstuurprogramma installeren...
Pagina 565
Het nieuwste scannerstuurprogramma ophalen Door het scannerstuurprogramma te upgraden naar de nieuwste versie van het scannerstuurprogramma kunt u eventuele problemen die u nu hebt, mogelijk oplossen. Ga naar onze website en download het scannerstuurprogramma voor uw model. Belangrijk • U kunt het scannerstuurprogramma gratis downloaden. De kosten voor de internetverbinding zijn echter voor uw rekening.
Pagina 566
Voordat u het scannerstuurprogramma installeert Controleer de volgende punten voordat u het scannerstuurprogramma installeert. Controleer deze ook als u het scannerstuurprogramma niet kunt installeren. Apparaatstatus • Als het apparaat en de computer met een USB-kabel zijn verbonden, koppelt u deze USB-kabel los van de computer.
Pagina 567
Het scannerstuurprogramma installeren Ga naar onze website op internet en download de nieuwste versie van het scannerstuurprogramma. Volg deze stappen om de gedownloade versie van het scannerstuurprogramma te installeren. 1. Activeer de schijf. Dubbelklik op het gedownloade schijfbestand. Het bestand wordt uitgepakt en de schijf wordt geactiveerd. 2.
Pagina 568
Handige informatie over scannen Bijsnijdkaders aanpassen in het venster Afbeelding samenvoegen Resolutie Gegevensindelingen...
Pagina 569
Bijsnijdkaders aanpassen in het venster Afbeelding samenvoegen Met bijsnijden selecteert u het gebied in een afbeelding dat u wilt behouden en verwijdert u de rest tijdens het scannen. In het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch) kunt u een bijsnijdkader opgeven voor de afbeelding die in het voorbeeldgebied wordt weergegeven.
Pagina 570
Resolutie De gegevens in de door u gescande afbeelding zijn een verzameling puntjes die informatie over helderheid en kleur bevatten. De dichtheid van deze puntjes wordt 'resolutie' genoemd. De resolutie bepaalt hoeveel details de afbeelding bevat. De resolutie wordt uitgedrukt in het aantal puntjes per inch (dpi). Dpi is het aantal puntjes per inch (2,5 cm).
Pagina 571
Opmerking • Wanneer u de gescande afbeelding groter wilt afdrukken, scan dan met een hogere resolutie dan hierboven wordt aangeraden.
Pagina 572
Gegevensindelingen Bij het opslaan van gescande afbeeldingen kunt u een gegevensindeling kiezen. Geef de meest geschikte gegevensindeling op, in overeenstemming met het gebruik van de afbeelding in een bepaalde toepassing. De beschikbare gegevensindelingen zijn afhankelijk van de toepassing en het besturingssysteem (Windows of Mac OS).
Pagina 573
Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Informatie over hoe u items moet plaatsen op de plaat of ADF (automatische documentinvoer) van uw scanner of printer. Plaats de items op de juiste manier op de plaat, afhankelijk van het type item dat u wilt scannen.
Pagina 574
Belangrijk Belangrijk • Grote items (zoals foto's op A4-formaat) die alleen • Raadpleeg 'Originelen plaatsen' voor uw model tegen de randen/pijl (positiemarkering) van de plaat vanuit de startpagina van de Online handleiding kunnen worden geplaatst, worden mogelijk voor meer informatie over de gedeelten opgeslagen als PDF-bestanden.
Pagina 575
1. Open de documentlade. 2. Plaats de documenten op de ADF en stel de documentgeleiders in op de breedte van de documenten. Plaats de documenten met de bedrukte zijde omhoog totdat u een piepgeluid hoort.
Pagina 576
Scannen via het bedieningspaneel van het apparaat Gescande gegevens naar de computer sturen met het bedieningspaneel van het apparaat Basis Gescande gegevens aan e-mail toevoegen met het Bedieningspaneel van het Apparaat Gescande gegevens op het USB-flashstation opslaan vanaf het bedieningspaneel van het apparaat Gescande gegevens naar de gedeelde map op de computer sturen met het Bedieningspaneel van het Apparaat Gescande gegevens verwijderen van een USB-flashstation...
Pagina 577
Scaninstellingen voor het netwerk • De bestemming en de bestandsnaam zijn opgegeven in Canon IJ Scan Utility. U kunt de bestemming en de bestandsnaam opgeven in Canon IJ Scan Utility. Meer informatie over de instellingen van Canon IJ Scan Utility: Dialoogvenster Instellingen Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Pagina 578
Het stand-byscherm voor scannen wordt weergegeven. Opmerking • Wanneer u de gescande gegevens naar de computer doorstuurt via WSD (een van de netwerkprotocollen die worden ondersteund in Windows 8.1, Windows 8, Windows 7 en Windows Vista), selecteert u Enable voor WSD-scan vanaf dit apparaat (WSD scan from this device) bij WSD-instelling (WSD setting) bij Andere instellingen (Other settings) in LAN-instellingen (LAN settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings).
Pagina 579
De gescande gegevens worden doorgestuurd naar de computer op basis van de instellingen die zijn opgegeven in Canon IJ Scan Utility. Verwijder het origineel van de glasplaat of uit de documentuitvoersleuf nadat het scannen is voltooid.
Pagina 580
Als u originelen wilt scannen met geavanceerde instellingen of als u de gescande afbeeldingen wilt bewerken of afdrukken: Als u originelen scant vanaf een computer, kunt u de gescande afbeeldingen bewerken. U kunt de afbeeldingen bijvoorbeeld optimaliseren of bijsnijden. Daarnaast kunt u de gescande afbeeldingen bewerken of afdrukken met de compatibele toepassingssoftware.
Pagina 581
Scaninstellingen voor het netwerk • De e-mailsoftware en de bestandsnaam zijn opgegeven in Canon IJ Scan Utility. U kunt de bestemming en de bestandsnaam opgeven in Canon IJ Scan Utility. Meer informatie over de instellingen van Canon IJ Scan Utility: Dialoogvenster Instellingen Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Pagina 582
Het stand-byscherm voor scannen wordt weergegeven. 5. Geef de gewenste instellingen op. A. Tik hierop om het documenttype te selecteren. Document Hiermee wordt het origineel op de glasplaat of in de ADF gescand als een document, waarbij de instellingen bij Scaninstelling. (Scan settings) worden toegepast. Foto (Photo) Het origineel op de glasplaat wordt gescand als een foto, waarbij de instellingen bij Scaninstelling.
Pagina 583
De gescande gegevens worden doorgestuurd naar de computer en als bijlage aan een e-mail toegevoegd op basis van de instellingen die zijn opgegeven in Canon IJ Scan Utility. Raadpleeg de handleiding van de e-mailsoftware voor informatie over de instellingen of het verzenden van e-mail.
Pagina 584
USB-flashstation zijn opgeslagen, op een ander medium op te slaan om onverwacht verlies te voorkomen. • Canon is niet aansprakelijk voor enige schade aan of verlies van gegevens om welke reden dan ook, ook niet binnen de garantieperiode.
Pagina 585
Het stand-byscherm voor scannen wordt weergegeven. 6. Pas de instellingen zo nodig aan. A. Tik hierop om het documenttype te selecteren. Document Hiermee wordt het origineel op de glasplaat of in de ADF gescand als een document, waarbij de instellingen bij Scaninstelling. (Scan settings) worden toegepast. Foto (Photo) Het origineel op de glasplaat wordt gescand als een foto, waarbij de instellingen bij Scaninstelling.
Pagina 586
A. Het voorbeeld van de gescande gegevens wordt weergegeven. B. Tik hierop om het voorbeeldscherm te draaien. Dit wordt weergegeven als u PDF of Compacte PDF (Compact PDF) selecteert voor Indeling (Format) op het scherm met de scaninstellingen. C. Tik hierop om het gescande origineel op het USB-flashstation op te slaan. D.
Pagina 587
• U kunt maximaal 2000 bestanden met gescande gegevens in de gegevensindelingen PDF en JPEG opslaan. • De gescande gegevens worden opgeslagen op het USB-flashstation met de volgende mapnaam en bestandsnaam: • Mapnaam: (bestandsextensie: PDF): CANON_SC\DOCUMENT\0001 • Mapnaam: (bestandsextensie: JPEG): CANON_SC\IMAGE\0001 •...
Pagina 588
• Het apparaat is correct via een LAN aangesloten op een computer. • De doelmap wordt opgegeven bij Canon Quick Toolbox. U kunt de doelmap opgeven bij Canon Quick Toolbox. Meer informatie over de instellingen van Canon Quick Toolbox: Instellingen voor doelmap Volg onderstaande procedure om gescande gegevens naar de gedeelde map op de computer te sturen.
Pagina 589
Opmerking • Wanneer u een pincode voor een geregistreerde map opgeeft, verschijnt er een scherm waarin u wordt gevraagd een pincode in te voeren. Door een PIN-code in te voeren kunt u de gedeelde map als de doelmap toewijzen. 5. Geef de gewenste instellingen op. A.
Pagina 590
één PDF-bestand naar de gedeelde map op de computer doorgestuurd. De gescande gegevens worden doorgestuurd naar de gedeelde map op de computer op basis van de instellingen die zijn opgegeven in Canon Quick Toolbox. Verwijder het origineel van de glasplaat of uit de documentuitvoersleuf nadat het scannen is voltooid.
Pagina 591
Gescande gegevens verwijderen van een USB-flashstation U kunt gescande gegevens van het USB-flashstation verwijderen via het bedieningspaneel. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op Scannen (Scan). Het bedieningspaneel gebruiken Het scherm waarin u kunt selecteren waar de gegevens worden opgeslagen, wordt weergegeven. Plaats het USB-flashstation in de poort voor het USB-flashstation.
Pagina 592
Wanneer de indeling voor PDF-gegevens is geselecteerd, wordt alleen de eerste pagina van de PDF-gegevens op het aanraakscherm weergegeven. C. Tik hierop om het bestandstype te wijzigen dat wordt weergegeven op het aanraakscherm. D. Veeg om de gegevens weer te geven en tik daarna om de gegevens te verwijderen. E.
Pagina 593
Wijzig de instelling volgens de aanwijzingen op het scherm. • Wanneer u de gescande gegevens naar de computer doorstuurt of aan een e-mailbericht toevoegt, kunt u de bestemming en de bestandsnaam opgeven met Canon IJ Scan Utility. Dialoogvenster Instellingen • Als u originelen scant vanaf de computer, kunt u scannen met geavanceerde instellingen. Voor details...
Pagina 594
2. Indeling (Format) Selecteer de gegevensindeling van de gescande gegevens. 3. Scanres. (Scan res) (Scanresolutie) Selecteer de resolutie voor scannen. 4. Voorbeeld (Preview) Kies deze optie als u een voorbeeld van de gescande gegevens wilt weergeven wanneer u de gegevens opslaat op een USB-flashstation.
Pagina 595
• Voor een USB-verbinding selecteert u 'Canon XXX series' (waarbij 'XXX' de modelnaam is) voor Productnaam (Product Name). Instelling voor scannen vanaf het bedieningspaneel U kunt de instelling selecteren voor het scannen vanaf het bedieningspaneel.
Pagina 596
3. Klik op het tabblad (Algemene instellingen). Het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) wordt weergegeven. 4. Selecteer in Productnaam (Product Name) een item met "Netwerk" achter de productnaam. Klik vervolgens op Selecteren (Select) dat aan de rechterkant wordt weergegeven.
Pagina 597
Opgeven hoe gereageerd moet worden op opdrachten van het Bedieningspaneel met gebruik van IJ Scan Utility Met IJ Scan Utility kunt u opgeven hoe moet worden gereageerd als er wordt gescand vanaf het bedieningspaneel. Opmerking • In de volgende beschrijvingen worden de schermen voor het scannen van foto's vanaf het bedieningspaneel als voorbeeld gebruikt.
Pagina 598
Opmerking • Ga naar de volgende pagina's voor meer informatie. Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (foto)) Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (document)) 4. Stel Scanopties (Scan Options) in. 5.
Pagina 599
6. Selecteer de toepassing die u na het scannen wilt starten in Instellingen voor de toepassing (Application Settings). 7. Klik op OK. De reacties worden volgens de opgegeven instellingen uitgevoerd wanneer u start met scannen vanaf het bedieningspaneel.
Pagina 600
Faxen Het faxen voorbereiden Faxen verzenden met het bedieningspaneel van het apparaat Ontvangers registreren Faxen ontvangen Overige nuttige faxfuncties...
Pagina 601
Het faxen voorbereiden Verbind het apparaat met de telefoonlijn en stel het apparaat in voordat u de faxfuncties gebruikt. Geef vervolgens de basisinstellingen op, zoals informatie over de afzender, datum/tijd en zomertijd. Belangrijk • Als de stroom onverwachts wordt onderbroken: Als u er een stroomstoring is opgetreden of als u de stekker per ongeluk uit het stopcontact haalt, worden de datum- en tijdinstellingen op het apparaat teruggezet.
Pagina 602
De telefoonlijn aansluiten De verbindingsmethode verschilt afhankelijk van uw telefoonlijn. • Wanneer u het apparaat rechtstreeks aansluit op de muuraansluiting/Wanneer u het apparaat aansluit met de xDSL-splitter: Basisverbinding • Als u het apparaat aansluit op een andere lijn, zoals een xDSL: Verschillende lijnen aansluiten Als het apparaat niet op de juiste manier is aangesloten, kan het apparaat geen faxen verzenden/ ontvangen.
Pagina 603
Belangrijk • Zorg dat de telefoonlijn is aangesloten voordat het apparaat wordt ingeschakeld. Als u de telefoonlijn aansluit wanneer het apparaat is ingeschakeld, schakelt u het apparaat uit en haalt u de stekker uit het stopcontact. Wacht 1 minuut en sluit de telefoonlijn en de stekker weer aan. Opmerking •...
Pagina 604
E. Telefoon of antwoordapparaat F. WAN-poort (Wide Area Network) G. LAN-poort (Local Area Network) H. TEL-poort I. LINE-poort * De poortconfiguraties en namen kunnen variëren afhankelijk van het product. Opmerking • Als u verbinding maakt met de xDSL-lijn, moet u hetzelfde lijntype selecteren als het type dat u gebruikt in Type telefoonlijn (Telephone line type).
Pagina 605
Het telefoonlijntype instellen Controleer of u het juiste telefoonlijntype voor uw telefoonlijn hebt ingesteld voordat u het apparaat gaat gebruiken. Als u niet zeker weet welk telefoonlijntype u gebruikt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij of serviceprovider als u het lijntype voor xDSL- of ISDN-aansluitingen wilt controleren.
Pagina 606
De ontvangstmodus instellen Stel de ontvangstbewerking (ontvangstmodus) in. Meer informatie over het instellen van de ontvangstmodus: De ontvangstmodus instellen U kunt de juiste modus selecteren. Meer informatie over de te selecteren ontvangstmodus: Informatie over de ontvangstmodus Voor meer informatie over de geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus: Geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus Opmerking •...
Pagina 607
Informatie over de ontvangstmodus • DRPD is alleen beschikbaar in de VS en Canada. • Netwerkschakelaar (Network switch) is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. • Raadpleeg Faxen ontvangen voor informatie over het ontvangen van faxen of de procedure voor elke ontvangstmodus.
Pagina 608
• Geavanceerde instelling in Modus Telefoonprioriteit (TEL priority mode) U kunt de volgende instellingsitems opgeven. ◦ Hand./auto schakel.: AAN (Manual/auto switch: ON)/Hand./auto schakel.: UIT (Manual/auto switch: OFF) Als u Hand./auto schakel.: AAN (Manual/auto switch: ON) selecteert, worden faxen automatisch door het apparaat ontvangen nadat het externe apparaat een opgegeven tijd is overgegaan.
Pagina 609
• Geavanceerde instelling in DRPD U kunt de volgende instellingsitems opgeven. ◦ Belpatroon (Normaal belsignaal (Normal ring)/Dubbel belsignaal (Double ring)/Kort-kort- lang (Short-short-long)/Kort-lang-kort (Short-long-short)) Hiermee stelt u het herkenbare belpatroon in voor een oproep waarvan het apparaat aanneemt dat het een fax is. Als u bent aangemeld voor een DRPD-service, stelt u het belpatroon in op het patroon dat is toegewezen door uw telefoonmaatschappij.
Pagina 610
6. Tik op Geavanceerd (Advanced). 7. Selecteer het belpatroon dat uw telefoonmaatschappij heeft toegewezen aan uw faxnummer. 8. Geef de hoeveelheid tijd op en tik op OK. 9. Tik op OK. Het scherm Functielijst (Function list) wordt weergegeven.
Pagina 611
Informatie over de afzender instellen U kunt informatie over de afzender instellen, zoals datum/tijd, toestelnaam en fax-/telefoonnummer van toestel. Informatie over de afzender De datum en tijd instellen Zomertijd instellen Gebruikersinformatie registreren Informatie over de afzender Als de naam en het fax-/telefoonnummer van het toestel zijn geregistreerd, worden deze samen met de datum en tijd afgedrukt als afzenderinformatie op de fax van de ontvanger.
Pagina 612
De datum en tijd instellen In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het instellen van de datum en tijd. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op Instellen (Setup). Het bedieningspaneel gebruiken 3. Tik op Apparaatinstellingen (Device settings).
Pagina 613
2. Tik op het nummer om in te voeren. Voer de datum en tijd in een 24-uursnotatie in. 3. Tik op OK. 4. Tik nogmaals op OK wanneer alle instellingen zijn voltooid. 8. Druk op de knop HOME om terug te keren naar het HOME-scherm. Zomertijd instellen In bepaalde landen wordt het zomertijdsysteem gebruikt.
Pagina 614
3. Tik op Apparaatinstellingen (Device settings). 4. Tik op Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings). 5. Tik op Instelling zomertijd (Daylight saving time setting). 6. Tik op AAN (ON). Als u zomertijd wilt uitschakelen, tikt u op UIT (OFF). 7. Stel de datum en tijd in wanneer de zomertijd begint. 1.
Pagina 615
2. Stel de tijd in (in 24-uursnotatie) wanneer de zomertijd eindigt. Tik op een instelling om te wijzigen en geef vervolgens de instelling op. Tik nogmaals op OK wanneer alle instellingen zijn voltooid. 9. Druk op de knop HOME om terug te keren naar het HOME-scherm. Gebruikersinformatie registreren In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het registreren van de gebruikersgegevens.
Pagina 616
Het scherm voor het registreren van de toestelnaam en het fax-/telefoonnummer van het toestel wordt weergegeven. 7. Geef de naam van het toestel op. 1. Tik op het invoerveld onder Toestelnaam (Unit name). Het scherm voor het invoeren van het teken wordt weergegeven. 2.
Pagina 617
3. Tik op OK. Opmerking • U kunt het fax-/telefoonnummer invoeren (maximaal 20 cijfers, inclusief spaties). • Voor meer informatie over het invoeren of verwijderen van tekens: Cijfers, letters en symbolen invoeren 9. Tik op Registreren (Register) om de registratie te voltooien.
Pagina 618
Faxen verzenden via het bedieningspaneel van het apparaat Faxen versturen door een fax-/telefoonnummer in te voeren Basis Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers) Verzendingsinstellingen voor faxen Faxen verzenden met behulp van handige functies...
Pagina 619
Faxen versturen door een fax-/telefoonnummer in te voeren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u faxnummers kiest en faxen direct verzendt door de fax-/ telefoonnummers in te voeren. Belangrijk • Het is mogelijk dat faxen bij een onbeoogde ontvanger terechtkomen doordat het verkeerde fax-/ telefoonnummer is gekozen of het nummer onjuist is geregistreerd.
Pagina 620
Tik hierop om het scherm voor het invoeren van fax-/telefoonnummers weer te geven. D. Functielijst (Function list) U kunt elke faxfunctie gebruiken en de faxinstellingen wijzigen. E. Nr. herhalen (Redial) Tik hierop om faxen te versturen met behulp van nummerherhaling. Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers) F.
Pagina 621
A. Numerieke toetsen Hiermee wordt het nummer ingevoerd. B. Pauze (Pause) Hiermee voert u een pauze "P" in. C. Verwijderen Hiermee wordt het ingevoerde nummer verwijderd. D. Lege spatie Hiermee wordt een spatie ingevoerd. 3. Tik op OK. Het aanraakscherm gaat terug naar stand-byscherm voor faxen. Opmerking •...
Pagina 622
Het apparaat begint met het scannen van het document. Belangrijk • Verzenden in kleur is alleen mogelijk wanneer het faxapparaat van de ontvanger faxen in kleur ondersteunt. • Wacht met openen van de documentklep tot het scannen is voltooid. 6. Start het verzenden. •...
Pagina 623
Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers) Er zijn twee methoden voor het herhalen van een nummer: Automatische nummerherhaling en Handmatige nummerherhaling. • Automatische nummerherhaling Als u een document verzendt en de lijn bezet is, probeert het apparaat het na een vaste periode automatisch opnieuw.
Pagina 624
• Als u automatische nummerherhaling wilt annuleren, kunt u de niet-verzonden fax uit het apparaatgeheugen wissen wanneer het apparaat wacht op de volgende poging. Zie Documenten uit het apparaatgeheugen verwijderen voor meer informatie. Handmatige nummerherhaling Ga als volgt te werk om een nummer handmatig te herhalen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Pagina 625
• Druk op de knop Stoppen (Stop) om handmatige nummerherhaling te annuleren. Als u het verzenden wilt annuleren terwijl de fax wordt verzonden, drukt u op de knop Stoppen (Stop) en volgt u de aanwijzingen op het aanraakscherm. • Als er documenten achterblijven in de ADF nadat u op de knop Stoppen (Stop) hebt gedrukt terwijl er een scantaak actief is, wordt het bericht Document in ADF.
Pagina 626
Verzendingsinstellingen voor faxen U kunt de instellingen voor het scancontrast en de scanresolutie opgeven op het stand-byscherm voor faxen. Tik hierop om de instellingen voor het scancontrast en de scanresolutie op te geven. • Scanres. (ScanRes.) U kunt de volgende instellingen voor de scanresolutie selecteren. Standaard (Standard) Geschikt voor documenten die alleen tekst bevatten.
Pagina 627
Faxen verzenden met behulp van handige functies Een fax verzenden na een telefoongesprek Een fax naar de geregistreerde ontvanger verzenden Hetzelfde document naar verschillende ontvangers verzenden (Sequentiële uitzending) Verkeerd verzonden faxen voorkomen De functie voor het kiezen van nummers met de telefoon op de haak gebruiken...
Pagina 628
Een fax verzenden na een telefoongesprek Als u met de ontvanger wilt spreken voordat u een fax verzendt, of als de ontvanger geen faxapparaat heeft dat automatisch faxen kan ontvangen, kunt u een fax handmatig verzenden nadat u via de telefoon met de ontvanger hebt gesproken om na te gaan of de ontvanger faxen kan ontvangen.
Pagina 629
7. Vraag de ontvanger om het faxapparaat in te stellen voor het ontvangen van faxen. 8. Wanneer u hoge tonen hoort, drukt u op de knop Kleur (Color) of op de knop Zwart (Black). Druk op de knop Kleur (Color) als u het document in kleur wilt verzenden of op de knop Zwart (Black) als u het document in zwart-wit wilt verzenden.
Pagina 630
Een fax naar de geregistreerde ontvanger verzenden Als u het fax- en/of telefoonnummer en de naam van de ontvanger in het telefoonboek van het apparaat registreert, kunt u heel eenvoudig faxen verzenden. Belangrijk • Het is mogelijk dat faxen bij een onbeoogde ontvanger terechtkomen doordat het verkeerde fax-/ telefoonnummer is gekozen of het nummer onjuist is geregistreerd.
Pagina 631
B. Tik hierop om het scherm weer te geven waarin u een initiaal kunt selecteren. U kunt de geregistreerde ontvanger zoeken door naar zijn of haar initiaal te zoeken. Door het initiaal te selecteren, worden de geregistreerde ontvangers in alfabetische volgorde vanaf het geselecteerde teken weergegeven.
Pagina 632
• Als het apparaat geen fax kon verzenden, bijvoorbeeld omdat de lijn van de ontvanger bezet was, is het mogelijk om het nummer na een vaste tijd opnieuw te bellen. Automatische nummerherhaling is standaard ingeschakeld. Automatische nummerherhaling Als u de functie Automatische nummerherhaling wilt annuleren, wacht u totdat het apparaat opnieuw begint te kiezen en drukt u op de knop Stoppen (Stop).
Pagina 633
Hetzelfde document naar verschillende ontvangers verzenden (Sequentiële uitzending) Met dit apparaat kunt u hetzelfde document naar maximaal 101 ontvangers tegelijk verzenden. U kunt de ontvangers opgeven door de fax-/telefoonnummers in te voeren en de geregistreerde ontvangers te selecteren (het nummer van de specifieke ontvanger en groepskiezen). U kunt het volgende aantal ontvangers gezamenlijk opgeven.
Pagina 634
Geef de eerste ontvanger op met een van de volgende manieren. • Door de ontvanger die geregistreerd is voor het apparaat op te geven: Tik op Telefoonboek (Directory) en geef de ontvanger op. Een fax naar de geregistreerde ontvanger verzenden •...
Pagina 635
A. Voegt de ontvanger uit de lijst met geregistreerde ontvangers toe: B. Voegt de ontvanger toe door de fax-/telefoonnummers in te voeren als u een eerste ontvanger uit de lijst met geregistreerde ontvangers hebt toegevoegd. C. Voegt de ontvanger toe door een nummer uit de uitgaande oproepenlogboeken te selecteren als u een eerste ontvanger uit de lijst met geregistreerde ontvangers hebt toegevoegd.
Pagina 636
Opmerking • Druk op de knop Stoppen (Stop) om het verzenden te annuleren. Als u het verzenden wilt annuleren terwijl de fax wordt verzonden, drukt u op de knop Stoppen (Stop) en volgt u de aanwijzingen op het aanraakscherm. Wanneer u op de knop Stoppen (Stop) drukt, wordt het verzenden naar alle ontvangers die u hebt opgegeven, geannuleerd.
Pagina 637
Verkeerd verzonden faxen voorkomen Het apparaat heeft twee functies voor het voorkomen van verzendfouten in faxen. • Faxen verzenden nadat u het nummer tweemaal hebt ingevoerd Met deze functie moet u het fax-/telefoonnummer tweemaal invoeren om te voorkomen dat u het verkeerde nummer kiest met het apparaat.
Pagina 638
Fax verzenden na controle gegevens (gegevens van de ontvanger controleren) Stel RX-faxinfo controleren (Check RX FAX information) in op AAN (ON) aan de hand van de volgende procedure. Belangrijk • Deze functie is niet beschikbaar wanneer u faxen handmatig verzend. Een fax verzenden na een telefoongesprek Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Pagina 639
De functie voor het kiezen van nummers met de telefoon op de haak gebruiken Ga als volgt te werk om faxen te verzenden met de functie voor het kiezen van nummers met de telefoon op de haak. Belangrijk • Het is mogelijk dat faxen bij een onbeoogde ontvanger terechtkomen doordat het verkeerde fax-/ telefoonnummer is gekozen of het nummer onjuist is geregistreerd.
Pagina 640
Een fax naar de geregistreerde ontvanger verzenden • Door de fax- of telefoonnummers in te voeren: Tik op het invoerveld voor fax-/telefoonnummers en voer het nummer in. Faxen versturen door een fax-/telefoonnummer in te voeren Opmerking • Als Faxnummer opnieuw invoeren (FAX number re-entry) bij Beveiligingsbeheer (Security control) onder FAX-instellingen (FAX settings) is ingesteld op AAN (ON), voert u het nummer nogmaals in.
Pagina 641
Ontvangers registreren Ontvangers registreren met het bedieningspaneel van het apparaat Ontvangers registreren/wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen...
Pagina 642
Ontvangers registreren met het bedieningspaneel van het apparaat Als u ontvangers van tevoren in het telefoonboek van het apparaat registreert, kunt u heel eenvoudig fax-/ telefoonnummers kiezen. De volgende methoden voor registreren zijn beschikbaar: • Ontvanger registreren Als u het fax- en/of telefoonnummer en de naam van de ontvanger in het telefoonboek registreert, kunt u een fax verzenden door een geregistreerde ontvanger in het telefoonboek van het apparaat te selecteren.
Pagina 643
Het fax-/telefoonnummer van ontvangers registreren Voordat u de directory van het apparaat kunt gebruiken, moet u fax-/telefoonnummers van ontvangers registreren. Volg de onderstaande procedure om de fax-/telefoonnummers van de ontvangers te registreren. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op FAX.
Pagina 644
Het scherm voor het registreren van het fax-/telefoonnummer en de naam van de ontvanger wordt weergegeven. Ga naar de volgende stap. • Via log met uitg. oproepen (From outgoing call log) Wanneer u deze registratiemethode selecteert, wordt het scherm voor het selecteren van het fax-/ telefoonnummer van de uitgaande oproepenlogboeken weergegeven.
Pagina 645
Als u Via log met inkom. oproepen (From incoming call log) als registratiemethode hebt geselecteerd, is de naam van de ontvanger mogelijk al ingevoerd. Als u de naam niet wijzigt, gaat u naar de volgende stap. 1. Tik op het nameninvoerveld. Het scherm voor het invoeren van het teken wordt weergegeven.
Pagina 646
• Als Type telefoonlijn (Telephone line type) bij Gebruikersinstellingen FAX (FAX user settings) onder FAX-instellingen (FAX settings) is ingesteld op Pulskiezen (Rotary pulse), kunt u een toon (T) invoeren door op de toets Toon te tikken. 12. Tik op Registreren (Register) om de registratie te voltooien. Opmerking •...
Pagina 647
Ontvangers registreren bij Groepskiezen Als u twee of meer geregistreerde ontvangers registreert als groepskiesnummer, kunt u hetzelfde document verzenden aan alle ontvangers die voor het groepskiesnummer zijn geregistreerd. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op FAX.
Pagina 648
8. Geef de groepsnaam op. 1. Tik op het invoerveld voor de groepsnaam. Het scherm voor het invoeren van het teken wordt weergegeven. 2. Geef de groepsnaam op. 3. Tik op OK. Opmerking • U kunt maximaal 16 tekens inclusief spaties opgeven voor de naam. Cijfers, letters en symbolen invoeren 9.
Pagina 649
B. Tik hierop om het scherm weer te geven waarin u een initiaal kunt selecteren. U kunt de geregistreerde ontvanger zoeken door naar zijn of haar initiaal te zoeken. Door het initiaal te selecteren, worden de geregistreerde ontvangers in alfabetische volgorde vanaf het geselecteerde teken weergegeven.
Pagina 650
Het lid dat kan worden geregistreerd wordt in de lijst weergegeven. Herhaal de procedure om nog een lid aan hetzelfde groepskiesnummer toe te voegen. 10. Tik op Voltooien (Complete) om de registratie te voltooien. Opmerking • Als u nog een groep wilt registreren, selecteert u een niet-geregistreerd ID-nummer. De procedure is vervolgens hetzelfde.
Pagina 651
Geregistreerde gegevens wijzigen Ga als volgt te werk om de geregistreerde gegevens voor ontvangers en groepskiesnummers te wijzigen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op FAX. Het bedieningspaneel gebruiken Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven. 3.
Pagina 652
Tik zodra het bevestigingsscherm wordt weergegeven op Ja (Yes) om de ontvanger uit de groepskeuze te verwijderen. 5. Tik op Voltooien (Complete) om de wijzigingen te voltooien.
Pagina 653
Geregistreerde gegevens verwijderen Ga als volgt te werk om de geregistreerde gegevens voor ontvangers en groepskiesnummers te verwijderen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op FAX. Het bedieningspaneel gebruiken Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven. 3.
Pagina 654
Een lijst met geregistreerde nummers afdrukken U kunt een lijst met de fax- en telefoonnummers afdrukken en deze lijst bij het apparaat bewaren als hulpmiddel bij het kiezen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats papier. 3. Veeg over het HOME-scherm en tik op FAX.
Pagina 655
Ontvangers registreren/wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen Informatie over het hulpprogramma Snelkiezen Met het Hulpprogramma Snelkiezen kunt u de fax-/telefoonnummers die in het apparaat zijn geregistreerd, doorsturen naar een computer en ze op de computer registreren/wijzigen. Daarnaast kunt u het fax-/telefoonnummer, de naam en het fax-/telefoonnummer van de gebruiker en geweigerde nummers die op de computer zijn bewerkt, registreren in het apparaat.
Pagina 656
1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Selecteer Programma´s (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder. 3. Dubbelklik op de map Canon Utilities. 4. Dubbelklik op de map Hulpprogramma Snelkiezen (Speed Dial Utility). 5. Dubbelklik op Hulpprogramma Snelkiezen (Speed Dial Utility).
Pagina 657
Dialoogvenster Hulpprogramma Snelkiezen Het dialoogvenster Hulpprogramma Snelkiezen (Speed Dial Utility) bevat de volgende items. 1. Printernaam: (Printer Name:) Hier selecteert u het apparaat waarvoor u de geregistreerde gegevens wilt bewerken met het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings) Hiermee laadt u de geregistreerde gegevens in het apparaat dat is geselecteerd bij Printernaam: (Printer Name:) in het hulpprogramma Snelkiezen.
Pagina 658
6. Laden van pc... (Load from PC...) Hiermee geeft u de geregistreerde gegevens weer die zijn opgeslagen op de computer. 7. Instructies (Instructions) Hiermee geeft u deze handleiding weer. 8. Afsluiten (Exit) Hiermee sluit u het Hulpprogramma Snelkiezen af. Gegevens die zijn geregistreerd of bewerkt met het Hulpprogramma Snelkiezen worden niet op de computer opgeslagen en ook niet in het apparaat geregistreerd.
Pagina 659
Geregistreerde gegevens in het apparaat opslaan op de pc Volg de onderstaande procedure als u de naam en het fax-/telefoonnummer van de ontvangers, groepskiesnummers, de naam en het fax-/telefoonnummer van de gebruiker of geweigerde nummers die in het apparaat zijn geregistreerd, wilt opslaan op de computer. Start het Hulpprogramma Snelkiezen.
Pagina 660
Fax-/telefoonnummers registreren met het hulpprogramma Snelkiezen Volg de onderstaande procedure als u fax-/telefoonnummers wilt registreren. Opmerking • Voordat u fax-/telefoonnummers registreert met het Hulpprogramma Snelkiezen, moet u controleren of er geen faxbewerkingen worden uitgevoerd. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Selecteer het apparaat in de lijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
Pagina 661
1. Geef de groepsnaam op. 2. Selecteer het nummer dat u aan de groep wilt toevoegen en klik op Toevoegen >> (Add >>). Opmerking • U kunt alleen nummers invoeren die al zijn geregistreerd. 6. Klik op OK. Herhaal stap 4 tot en met 6 als u nog meer fax-/telefoonnummers of groepskiesnummers wilt registreren. •...
Pagina 662
Fax-/telefoonnummers wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen Volg de onderstaande procedure als u fax-/telefoonnummers wilt wijzigen. Opmerking • Voordat u fax-/telefoonnummers wijzigt met het Hulpprogramma Snelkiezen, moet u controleren of er geen faxbewerkingen worden uitgevoerd. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Selecteer het apparaat in de lijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
Pagina 663
Een nummer toevoegen: Selecteer het nummer dat u aan de groep wilt toevoegen en klik op Toevoegen >> (Add >>). Een nummer verwijderen: Selecteer het nummer dat u uit de groep wilt verwijderen en klik op << Verwijderen (<< Delete). 5.
Pagina 664
Fax-/telefoonnummers verwijderen met het hulpprogramma Snelkiezen Volg de onderstaande procedure als u fax-/telefoonnummers wilt verwijderen. Opmerking • Voordat u fax-/telefoonnummers verwijdert met het Hulpprogramma Snelkiezen, moet u controleren of er geen faxbewerkingen worden uitgevoerd. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Selecteer het apparaat in de lijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
Pagina 665
Gegevens over de afzender wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen Volg de onderstaande procedure als u de naam of het fax-/telefoonnummer van de gebruiker wilt wijzigen. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Selecteer het apparaat in de lijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
Pagina 666
Geweigerde nummers registreren/wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen Volg de onderstaande procedure als u geweigerde nummers wilt registreren, wijzigen of verwijderen. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Selecteer het apparaat in de lijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings). 3.
Pagina 667
De geregistreerde gegevens oproepen vanaf de pc en de gegevens in het apparaat registreren U kunt de fax-/telefoonnummers, de naam en het fax-/telefoonnummer van de gebruiker en geweigerde nummers die op de computer zijn opgeslagen, registreren in het apparaat. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2.
Pagina 668
Volg de onderstaande procedure als u het Hulpprogramma Snelkiezen wilt verwijderen. 1. Selecteer Programma´s (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder, dubbelklik op Canon Utilities > Hulpprogramma Snelkiezen (Speed Dial Utility) en sleep het pictogram Hulpprogramma Snelkiezen (Speed Dial Utility) naar de Prullenmand.
Pagina 669
Faxen ontvangen Faxen ontvangen De papierinstellingen wijzigen Geheugenontvangst Faxen ontvangen met behulp van handige functies...
Pagina 670
Faxen ontvangen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het ontvangen van een faxen voorbereid en hoe u faxen ontvangt. De ontvangst van een fax voorbereiden Ga te werk volgens de onderstaande procedure om de ontvangst van een fax voor te bereiden. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Pagina 671
Opmerking • Meer informatie over de ontvangstmodus: De ontvangstmodus instellen • U kunt voor elke ontvangstmodus geavanceerde instellingen opgeven. Voor meer informatie over de geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus: Geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus • Als het apparaat een fax niet heeft kunnen afdrukken, wordt de niet-afgedrukte fax tijdelijk in het geheugen van het apparaat opgeslagen (Geheugenontvangst).
Pagina 672
• Als u zich hebt aangemeld voor de Duplex Ringing-service in Hongkong, gaat de telefoon een opgegeven aantal keren over bij een inkomende oproep met een herkenbaar faxbelpatroon. Vervolgens schakelt het apparaat over op automatische faxontvangst, zonder dat u de hoorn hoeft op te nemen.
Pagina 673
nemen binnen de tijd die u bij RX-starttijd (RX start time) hebt opgegeven. Anders schakelt het apparaat over op faxontvangst. Wanneer Modus Alleen faxen (FAX only mode) is geselecteerd: • Als het een faxoproep betreft: Het apparaat ontvangt automatisch de fax. Opmerking •...
Pagina 674
Opmerking • Als u deze functie wilt gebruiken, moet u zich aanmelden bij een compatibele service die door uw telefoonmaatschappij wordt geleverd. • Voor DRPD U moet het juiste belpatroon selecteren op het apparaat. De DRPD-belpatronen instellen (alleen VS en Canada) •...
Pagina 675
De papierinstellingen wijzigen Dit apparaat drukt ontvangen faxen af op papier dat vooraf in het apparaat is geplaatst. Met het bedieningspaneel kunt u de papierinstellingen voor het afdrukken van faxen wijzigen. Zorg dat de instellingen geschikt zijn voor het geplaatste papier. Belangrijk •...
Pagina 676
A. Pg.form. (Page size) U kunt het paginaformaat instellen op A4, Letter of Legal. B. Type (Mediumtype) Het type papier is ingesteld op Normaal papier (Plain paper). C. Pap.bron (Paper src) (Papierbron) Selecteer de cassette waarin het papier wordt ingevoerd. Wanneer u Cassette (auto) selecteert, kan op het apparaat onder de volgende voorwaarden papier worden ingevoerd vanuit cassette 2 zodra het papier in cassette 1 op is.
Pagina 677
Geheugenontvangst Als het apparaat de fax niet heeft kunnen afdrukken, wordt de ontvangen fax in het apparaatgeheugen opgeslagen. Het lampje Faxgeheugen (FAX Memory) gaat branden en Ontvangen in geheugen. (Received in memory.) wordt weergegeven op het stand-byscherm voor faxen. Belangrijk •...
Pagina 678
Het kan echter zijn dat de fax deels of in zijn geheel niet wordt afgedrukt omdat de inkt op is. Bovendien wordt de inhoud van de fax niet opgeslagen in het apparaatgeheugen. Als de inkt al op is, wordt het bovendien aanbevolen om Niet afdrukken (Do not print) te selecteren voor Ontvangen documenten (Received documents) bij Automatische afdrukinstellingen (Auto print settings) onder FAX-instellingen (FAX settings) om de ontvangen fax op te slaan in het apparaatgeheugen.
Pagina 679
Faxen ontvangen met behulp van handige functies Ontvangen faxen automatisch opslaan op een USB-flashstation Ontvangen faxen automatisch doorsturen naar een gedeelde map op de computer Externe ontvangst Faxontvangst weigeren Oproepen weigeren op basis van nummerherkenning...
Pagina 680
USB-flashstation zijn opgeslagen om zo onverwacht verlies te voorkomen. • Canon is niet aansprakelijk voor enige schade aan of verlies van gegevens om welke reden dan ook, ook niet binnen de garantieperiode. • Wachten op documentverwerking (Awaiting document processing.) wordt weergegeven op het...
Pagina 681
• U kunt maximaal 2000 PDF-bestanden opslaan op een USB-flashstation. • Als het USB-flashstation wordt verwijderd of vol raakt terwijl faxen worden opgeslagen, wordt er een foutbericht weergegeven op het aanraakscherm. Tik op OK om de fout te annuleren. • De faxen worden opgeslagen op het USB-flashstation met de volgende mapnaam en bestandsnaam: •...
Pagina 682
• Verbreek nooit de verbinding tussen het apparaat en de computer wanneer het apparaat is ingesteld op het automatisch doorsturen van ontvangen faxen naar de gedeelde map op de computer. • Canon is niet aansprakelijk voor enige schade aan of verlies van gegevens om welke reden dan ook, ook niet binnen de garantieperiode.
Pagina 683
8. Tik op Doelmap (Destination folder). 9. Selecteer een gedeelde map. Opmerking • Wanneer u een PIN-code voor een geregistreerde map opgeeft, verschijnt er een scherm waarin u wordt gevraagd een PIN-code in te voeren. Door een PIN-code in te voeren kunt u de gedeelde map als de doelmap toewijzen.
Pagina 684
Externe ontvangst Als het apparaat zich niet in de buurt van de telefoon bevindt, kunt u de hoorn van de haak nemen van de telefoon die is aangesloten op het apparaat. Kies 25 (de id voor externe ontvangst) om faxen te ontvangen (externe ontvangst).
Pagina 685
Faxontvangst weigeren U kunt het apparaat zo instellen dat faxen zonder informatie over de afzender of van bepaalde afzenders worden geweigerd. Selecteer een van de volgende opties voor het weigeren van faxen. • Faxen zonder informatie over de afzender. • Faxen van afzenders die niet in het telefoonboek van het apparaat zijn geregistreerd. •...
Pagina 686
Het geweigerde nummer registreren Registreer het geweigerde nummer volgens de onderstaande procedure. 1. Wanneer het bevestigingsbericht voor het registeren van het geweigerde nummer wordt weergegeven, tikt u op Ja (Yes). 2. Selecteer een registratienummer. 3. Selecteer een registratiemethode. Registreer het geweigerde nummer op basis van de registratiemethode. •...
Pagina 687
Tik op het fax-/telefoonnummer dat of op de naam die u wilt registreren. Opmerking • Deze registratiemethode is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. 4. Tik op Registreren (Register) om de registratie te voltooien. Opmerking •...
Pagina 688
Oproepen weigeren op basis van nummerherkenning Als u bent geabonneerd op een service voor beller-ID, detecteert het apparaat het nummer van de afzender. Als de ID van de afzender voldoet aan de voorwaarde die u hier hebt geselecteerd, weigert het apparaat het telefoongesprek of de fax van de afzender.
Pagina 689
Het geweigerde nummer registreren voor meer informatie over het registreren van het geweigerde nummer. Opmerking • Zelfs wanneer u Weigeren (Reject) selecteert, gaat het apparaat eenmaal over. (Het apparaat gaat mogelijk niet over, afhankelijk van het land of de regio van aankoop.)
Pagina 690
Overige nuttige faxfuncties Informatieservices gebruiken Faxen verzenden/ontvangen in de ECM Document opgeslagen in apparaatgeheugen Overzicht van rapporten en lijsten...
Pagina 691
Informatieservices gebruiken U kunt gebruikmaken van vele informatieservices, zoals services voor bankieren en vliegticket- en hotelreserveringen. Voor het gebruik van deze services is toonkiezen vereist. U moet dus tijdelijk schakelen naar toonkiezen als het apparaat is aangesloten op een lijn voor pulskiezen. De lijn voor toonkiezen gebruiken De lijn voor pulskiezen gebruiken Belangrijk...
Pagina 692
Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven. 3. Neem de hoorn van de telefoon op. 4. Kies het nummer van de informatieservice met de telefoon. 5. Wanneer het opgenomen bericht van de informatieservice wordt afgespeeld, drukt u op de telefoon op de nummers die in het bericht worden aangegeven. 6.
Pagina 693
Het bedieningspaneel gebruiken Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven. 3. Neem de hoorn van de telefoon op. 4. Kies het nummer van de informatieservice met de telefoon. 5. Wanneer het opgenomen bericht van de informatieservice wordt afgespeeld, schakelt u met de telefoon naar toonkiezen. Wanneer u het nummer van de informatieservice hebt gekozen op de telefoon die op het apparaat is aangesloten, kunt u niet met het apparaat schakelen naar toonkiezen.
Pagina 694
Faxen verzenden/ontvangen in de ECM Het apparaat is ingesteld voor het verzenden/ontvangen van faxen in de ECM (Error Correction Mode). Als het faxapparaat van de ontvanger geschikt is voor ECM, verstuurt het apparaat de fax automatisch opnieuw met gecorrigeerde fouten. Opmerking •...
Pagina 695
Document opgeslagen in apparaatgeheugen Als het verzenden van faxen niet wordt voltooid of als het apparaat de ontvangen faxen niet heeft kunnen afdrukken, worden deze faxen opgeslagen in het apparaatgeheugen. Als er een fout is opgetreden tijdens het verzenden van een fax, wordt het document niet in het apparaatgeheugen opgeslagen.
Pagina 696
Meer informatie over het afdrukken van de GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST) vindt u in Documenten uit het apparaatgeheugen afdrukken.
Pagina 697
Documenten uit het apparaatgeheugen afdrukken U kunt een bepaald document in het apparaatgeheugen of alle documenten in het geheugen tegelijk afdrukken. Wanneer u een bepaald document afdrukt, kunt u het gewenste document selecteren met behulp van het transactienummer. Als u het transactienummer van het gewenste document niet weet, kunt u eerst de lijst met documenten (GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST)) afdrukken.
Pagina 698
6. Selecteer het menu Afdrukken. • De geheugenlijst afdrukken (GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST)): U kunt een lijst afdrukken met de documenten die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen door op Doc.lijst afdr. (Print doc. list) te tikken. Wanneer het bevestigingsbericht voor afdrukken wordt weergegeven, tikt u op Ja (Yes). Het afdrukken wordt gestart.
Pagina 699
Documenten uit het apparaatgeheugen verwijderen U kunt een bepaald document uit het apparaatgeheugen of alle documenten uit het geheugen tegelijk verwijderen. Opmerking • Wanneer u een bepaald document verwijdert, kunt u het gewenste document selecteren met behulp van het transactienummer. Als u het transactienummer van het gewenste document niet weet, kunt u eerst de lijst met documenten (GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST)) afdrukken.
Pagina 700
5. Selecteer het menu om te verwijderen. • Een document opgeven om te verwijderen: Selecteer op het scherm Geheugenlijst (Memory list) het document dat u wilt verwijderen en tik op Opgeg. doc. verwijderen (Delete specified doc.). Opmerking • Als het opgegeven document niet in het apparaatgeheugen wordt opgeslagen, wordt het bericht Er is geen document dat kan worden verwijderd.
Pagina 701
USB-flashstation zijn opgeslagen om zo onverwacht verlies te voorkomen. • Canon is niet aansprakelijk voor enige schade aan of verlies van gegevens om welke reden dan ook, ook niet binnen de garantieperiode. Opmerking •...
Pagina 702
A. Datum en tijd van de transactie en fax-/telefoonnummer B. Transactienummer (TX/RX nr.) Een transactienummer tussen "0001" en "4999" geeft aan dat het een verzonden document is. Een transactienummer tussen "5001" en "9999" geeft aan dat het een ontvangen document is. C.
Pagina 703
• Als het USB-flashstation wordt verwijderd of vol raakt terwijl faxen worden opgeslagen, wordt er een foutbericht weergegeven op het aanraakscherm. Tik op OK om de fout te annuleren. • De faxen worden opgeslagen op het USB-flashstation met de volgende mapnaam en bestandsnaam: •...
Pagina 704
• Verbreek nooit de verbinding tussen het apparaat en de computer wanneer ontvangen faxen door het apparaat naar de gedeelde map op de computer worden doorgestuurd. • Canon is niet aansprakelijk voor enige schade aan of verlies van gegevens om welke reden dan ook, ook niet binnen de garantieperiode.
Pagina 705
A. Datum en tijd van de transactie en fax-/telefoonnummer B. Transactienummer (TX/RX nr.) Een transactienummer tussen "0001" en "4999" geeft aan dat het een verzonden document is. Een transactienummer tussen "5001" en "9999" geeft aan dat het een ontvangen document is. C.
Pagina 706
Tik op een doelmap om alle documenten naar de gedeelde map op de computer door te sturen. Opmerking • Wanneer u een PIN-code voor een geregistreerde map opgeeft, verschijnt er een scherm waarin u wordt gevraagd een PIN-code in te voeren. Door een PIN-code in te voeren kunt u de gedeelde map als de doelmap toewijzen.
Pagina 707
Overzicht van rapporten en lijsten Het apparaat drukt automatisch het rapport af nadat een fax is verzonden of ontvangen. U kunt de lijst met fax-/telefoonnummers afdrukken of de huidige instellingen afdrukken. Typen rapporten en lijsten Een rapport of lijst afdrukken Typen rapporten en lijsten Rapport of lijst Beschrijving...
Pagina 708
LIJST GEWEIGERDE Deze lijst bevat alle geweigerde nummers. NUMMERS (REJECTED Een rapport of lijst afdrukken voor meer informatie over de procedure voor het NUMBER LIST) afdrukken. BELGESCHIEDENIS (CALLER Deze lijst bevat de belgeschiedenis. HISTORY) Deze lijst is beschikbaar als u bent aangemeld voor de Service voor beller-ID. Een rapport of lijst afdrukken voor meer informatie over de procedure voor het afdrukken.
Pagina 709
• Als er een fout optreedt bij het ontvangen van een fax, wordt het foutnummer op het RX RAPPORT (RX REPORT) afgedrukt (bij sommige fouten wordt ook de oorzaak afgedrukt). Fouten bij het ontvangen van faxen voor meer informatie over het foutnummer.
Pagina 710
6. Selecteer het rapport dat of de lijst die u wilt afdrukken om het afdrukken te starten. • Wanneer u Telefoonboeklijst (Directory list) selecteert: Selecteer Ontvanger (Recipient) of Groepskiezen (Group dial). Als u Ontvanger (Recipient) selecteert, selecteert u of u de LIJST MET TEL.NRS. ONTVANGERS (RECIPIENT TELEPHONE NUMBER LIST) alfabetisch gesorteerd op de geregistreerde namen wilt afdrukken.
Pagina 711
#018 Lijn bezet. Het fax-/telefoonnummer dat u hebt gekozen, is bezet. Probeer het later nogmaals. #022 Het nummer is verwijderd. Het fax-/telefoonnummer dat in het telefoonboek van het apparaat is geregistreerd, is niet correct. Controleer het fax-/telefoonnummer van de ontvanger, pas het geregistreerde nummer in het telefoonboek van het apparaat aan en verzend het document opnieuw.
Pagina 712
#003 Het ontvangen van een Neem contact op met de afzender en laat deze de fax in kleinere stukken verdelen pagina duurt te lang. of de beeldkwaliteit (faxresolutie) lager instellen. De afzender kan het document daarna opnieuw verzenden. #005 Geen antwoord. Het apparaat detecteert geen signalen van het faxapparaat van de afzender bij het handmatig ontvangen van een fax.
Pagina 713
Problemen oplossen Het Apparaat kan niet worden ingeschakeld De afdruktaak wordt niet gestart Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd Papierstoringen Als er een fout optreedt Problemen met het verzenden van faxen Problemen met het ontvangen van faxen Zoeken in alle functies Problemen met netwerkcommunicatie...
Pagina 714
Problemen met netwerkcommunicatie Problemen met het Apparaat tijdens gebruik in een netwerk Een Apparaat wordt niet gedetecteerd in een netwerk Overige problemen met het netwerk...
Pagina 715
Problemen met het Apparaat tijdens gebruik in een netwerk Het Apparaat werkt opeens niet meer Afdruksnelheid is laag Het Apparaat kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan...
Pagina 716
Het Apparaat werkt opeens niet meer Kan niet communiceren met het apparaat via het draadloze LAN Kan niet communiceren met het apparaat dat de toegangspuntmodus gebruikt Kan niet communiceren met het apparaat via het bedrade LAN U kunt niet afdrukken of scannen vanaf een computer die op het netwerk is aangesloten Kan niet communiceren met het apparaat via het draadloze LAN Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Pagina 717
Controle 10 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Pagina 718
Zorg dat externe communicatieapparaten niet te ver van het apparaat zijn Controle 5 geplaatst. Plaats externe communicatieapparaten niet te ver van het apparaat. Zorg dat er geen belemmeringen zijn. Controle 6 Draadloze communicatie tussen verschillende kamers of verschillende verdiepingen is over het algemeen gebrekkig.
Pagina 719
Wanneer u een draadloos LAN gebruikt, zorgt u dat de toegangscontrole Controle 3 niet is ingesteld op het toegangspunt. Raadpleeg de instructiehandleiding van het toegangspunt of neem contact op met de fabrikant voor de procedures voor het aansluiten en installeren van een toegangspunt. Opmerking •...
Pagina 720
Afdruksnelheid is laag Het apparaat is mogelijk bezig met het afdrukken van een grote taak van een Controle 1 andere computer. Als u gebruikmaakt van een draadloos netwerk, zorg er dan voor dat de Controle 2 status van de radiogolven goed is en pas de installatieposities aan terwijl u de status van de radiogolven in de gaten houdt met IJ Network Tool.
Pagina 721
Het Apparaat kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan Wanneer u een toegangspunt vervangt, dient u de netwerkinstallatie van het apparaat opnieuw uit te voeren. Voer de netwerkinstallatie opnieuw uit volgens de instructies op onze website. Zie hieronder als het probleem niet is verholpen.
Pagina 722
Kan niet communiceren met het apparaat nadat het coderingstype is gewijzigd op het toegangspunt als codering is ingeschakeld Als het apparaat niet kan communiceren met de computer nadat het coderingstype van het apparaat is gewijzigd, zorgt u dat het coderingstype van de computer en het toegangspunt overeenkomt met dat van het apparaat.
Pagina 723
Een Apparaat wordt niet gedetecteerd in een netwerk Kan het Apparaat niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Het Apparaat wordt niet gedetecteerd in het draadloze LAN Het apparaat wordt niet gedetecteerd in het bedrade LAN Opmerking • U kunt draadloos LAN en bedraad LAN niet tegelijkertijd gebruiken.
Pagina 724
Kan het Apparaat niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Als het apparaat niet in het netwerk kan worden gedetecteerd wanneer u de netwerkcommunicatie instelt, controleert u de netwerkinstellingen voordat u het apparaat opnieuw detecteert. Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1 Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 1 Opmerking •...
Pagina 725
Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1 Zijn het apparaat en het netwerkapparaat (router, toegangspunt en dergelijke) ingeschakeld? Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld Controleer of het netwerkapparaat (router, toegangspunt en dergelijke) is ingeschakeld. Als het apparaat of het netwerkapparaat is uitgeschakeld: Schakel het apparaat of het netwerkapparaat in.
Pagina 726
Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 2 Is de instelling voor draadloos LAN van het apparaat ingeschakeld? Controleer of het pictogram hieronder wordt weergegeven op het aanraakscherm. Als het pictogram niet wordt weergegeven: De instelling voor draadloos LAN van het apparaat is uitgeschakeld.
Pagina 727
Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 3 Is het apparaat verbonden met het toegangspunt? Controleer aan de hand van het pictogram op het aanraakscherm van het apparaat of het apparaat verbinding heeft met het toegangspunt. Als het pictogram wordt weergegeven: Het apparaat is mogelijk te ver van het toegangspunt geplaatst.
Pagina 728
Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 4 Zijn de SSID van het toegangspunt dat met uw computer is verbonden en dat van het apparaat hetzelfde? U kunt de SSID van het toegangspunt dat met het apparaat is verbonden, bevestigen op het aanraakscherm.
Pagina 729
• Als het bericht niet wordt weergegeven op de computer: Annuleer het instellen en stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk door Canon- software* is toegestaan. * Stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk voor Setup.app, Canon IJ Network Tool.app, canonijnetwork.bundle, CIJScannerRegister.app, Canon IJ Scan Utility2.app en...
Pagina 730
Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 6 Controleer de instellingen van het toegangspunt. Controleer de instellingen van het toegangspunt voor de netwerkverbinding, zoals IP-adresfiltering, MAC- adresfiltering of de DHCP-functie. Zorg ervoor dat het radiokanaal van het toegangspunt en het radiokanaal dat aan het apparaat toegewezen is, hetzelfde zijn.
Pagina 731
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 1 Is de LAN-kabel aangesloten en zijn het apparaat en de router ingeschakeld? Zorg dat de LAN-kabel is aangesloten. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld Controleer of de router is ingeschakeld.
Pagina 732
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 2 Zijn de computer en de router geconfigureerd en kan de computer verbinding maken met het netwerk? Controleer of u webpagina's kunt zien op de computer. Als u geen webpagina's kunt zien: Klik op Annuleer (Cancel) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) om het instellen van de netwerkcommunicatie te annuleren.
Pagina 733
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 3 Is de instelling voor bedraad LAN van het apparaat ingeschakeld? Controleer of het pictogram wordt weergegeven op het aanraakscherm. Als het pictogram niet wordt weergegeven: De instelling voor bedraad LAN van het apparaat is uitgeschakeld. Schakel de instelling voor bedraad LAN van het apparaat in.
Pagina 734
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 4 Is het apparaat verbonden met de router? Controleer met het bedieningspaneel van het apparaat of het apparaat is verbonden met de router. Selecteer Instellen (Setup) op het HOME-scherm en selecteer vervolgens Apparaatinstellingen (Device settings) >...
Pagina 735
• Als het bericht niet wordt weergegeven op de computer: Annuleer het instellen en stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk door Canon- software* is toegestaan. * Stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk voor Setup.app, Canon IJ Network Tool.app, canonijnetwork.bundle, CIJScannerRegister.app, Canon IJ Scan Utility2.app en...
Pagina 736
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 6 Controleer de instellingen van de router. Controleer de instellingen van de router voor de netwerkverbinding, zoals IP-adresfiltering, MAC- adresfiltering of DHCP-functie. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij de router is geleverd of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het controleren van de instellingen van de router.
Pagina 737
Als dit niet het geval is, volgt u de instructies op onze website om de installatie uit te voeren. Wanneer u IJ Network Tool gebruikt, klikt u op Bijwerken (Update) om het Controle 5 apparaat nogmaals te zoeken. Venster Canon IJ Network Tool Zorg dat de netwerkinstellingen van het apparaat overeenkomen met die van Controle 6 het toegangspunt.
Pagina 738
Controle 11 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Pagina 739
Het apparaat wordt niet gedetecteerd in het bedrade LAN Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controle 1 Is de optie LAN wijzigen (Change LAN) bij LAN-instellingen (LAN Controle 2 settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings) ingesteld op LAN uitschakelen (Disable LAN)? LAN-instellingen Zorg dat de LAN-kabel correct is aangesloten.
Pagina 740
Overige problemen met het netwerk Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven U bent het beheerderswachtwoord van het Apparaat vergeten Informatie over het netwerk controleren De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het Apparaat herstellen...
Pagina 741
Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP- of WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP- of WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Een coderingssleutel instellen Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP- of WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP- of WPA-/WPA2- sleutel vergeten) Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de...
Pagina 742
Opmerking • Als het apparaat is aangesloten op een AirPort-basisstation via een LAN: Wanneer het apparaat via een LAN is aangesloten op een AirPort-basisstation, bevestigt u de instellingen bij Draadloze beveiliging (Wireless Security) in AirPort Utility. • Selecteer 64-bits (64 bit) als WEP - 40 bits (WEP 40 bit) is geselecteerd voor de sleutellengte in het AirPort-basisstation.
Pagina 743
Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven Het venster Wachtwoord invoeren (Enter Password) wordt weergegeven tijdens de installatie Het venster voor het instellen van de codering wordt weergegeven nadat het toegangspunt is geselecteerd in het venster Toegangspunten (Access Points) "U verbindt het apparaat met een niet gecodeerd draadloos netwerk"...
Pagina 744
Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN voor meer informatie over de coderingsinstellingen. "U verbindt het apparaat met een niet gecodeerd draadloos netwerk" wordt weergegeven Beveiliging word niet geconfigureerd op het toegangspunt. Het apparaat kan nog steeds worden gebruikt. Ga daarom verder met de installatieprocedure om deze te voltooien. Belangrijk •...
Pagina 745
U bent het beheerderswachtwoord van het Apparaat vergeten Initialiseer de apparaatinstellingen. Selecteer Alles herstellen (Reset all), waarna de standaardwaarden van het beheerderswachtwoord hersteld worden. Instelling herstellen Na het initialiseren van de apparaatinstellingen dient u de installatie uit te voeren volgens de instructies op onze website.
Pagina 746
Als u de informatie over de netwerkinstellingen wilt weergeven via IJ Network Tool, selecteert u Netwerkinformatie (Network Information) in het menu Weergave (View). Menu's van Canon IJ Network Tool Het IP-adres of het MAC-adres van de computer controleren Volg de hieronder beschreven procedure als u wilt controleren welk IP-adres of MAC-adres aan de computer is toegewezen.
Pagina 747
Klik op TCP/IP om het IP-adres te bevestigen. Klik op Hardware om het MAC-adres te bevestigen. • In Mac OS X v10.6.8: Klik op TCP/IP om het IP-adres te bevestigen. Klik op Ethernet en bekijk vervolgens Ethernet ID om het MAC-adres te bevestigen. Controleer of de computer en het apparaat, of de computer en het toegangspunt kunnen communiceren Controleer of communicatie beschikbaar is door de ping-test uit te voeren.
Pagina 748
Als u de informatie over de netwerkinstellingen van het apparaat wilt controleren, kunt u de netwerkinstellingen via het bedieningspaneel van het apparaat weergeven of u kunt de netwerkinstellingen van het apparaat afdrukken. LAN-instellingen Info over netwerkinstellingen afdrukken...
Pagina 749
De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het Apparaat herstellen Belangrijk • Houd er rekening mee dat bij initialisatie alle netwerkinstellingen op het apparaat worden gewist en dat afdrukken of scannen vanaf een computer via een netwerk wellicht niet meer mogelijk is. Als u het apparaat via een netwerk wilt gebruiken, dient u de installatie uit te voeren volgens de instructies op onze website.
Pagina 750
Problemen met afdrukken De afdruktaak wordt niet gestart Papierstoringen Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid...
Pagina 751
De afdruktaak wordt niet gestart Controleer of de stekker goed is aangesloten en druk vervolgens op de knop Controle 1 AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het apparaat is bezig met initialiseren zolang het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert. Wacht totdat het AAN/UIT (POWER)-lampje stopt met knipperen en blijft branden.
Pagina 752
De bedieningsmodus van de Printer aanpassen Als u afdrukt vanaf de computer en er overbodige afdruktaken zijn, verwijdert Controle 5 u deze. Een ongewenste afdruktaak verwijderen Controleer of de naam van uw apparaat is geselecteerd in het dialoogvenster Controle 6 Druk af.
Pagina 753
Papierstoringen Als papier is vastgelopen, wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. • Als een ondersteuningscode en een bericht worden weergegeven op het computerscherm: * Welk venster u krijgt, is afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt. •...
Pagina 754
Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Zorg dat er papier is geplaatst. Controle 1 Papier plaatsen Let op het volgende bij het plaatsen van papier in de printer. Controle 2 • Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u het papier uitwaaieren voordat u het papier plaatst. Wanneer u papier plaatst terwijl er nog papier is achtergebleven in de cassette, moet u het resterende papier en het nieuw geplaatste papier uitwaaieren voordat u het plaatst.
Pagina 755
• Als Hagaki-papier gekruld is, wordt dit mogelijk niet correct ingevoerd, ook al overschrijdt de stapel papier de maximumcapaciteit niet. Plaats Hagaki-papier met de kolom voor de postcode naar het uiteinde van cassette 1 gericht. • Als u wilt afdrukken op enveloppen, raadpleegt u Papier plaatsen en bereidt u de enveloppen voor.
Pagina 756
Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt Is de instelling voor automatisch dubbelzijdig afdrukken geselecteerd? Controle 1 Controleer of het selectievakje Dubbelzijdig (Two-Sided) is ingeschakeld in het dialoogvenster Afdrukken. Dubbelzijdig afdrukken Controleer of het huidige papierformaat geschikt is voor automatisch Controle 2 dubbelzijdig afdrukken. De mediumformaten die geschikt zijn voor automatisch dubbelzijdig afdrukken zijn A4 en Letter.
Pagina 757
Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid Is er papier geplaatst? Controle 1 Zorg dat er papier is geplaatst. Plaats nieuw papier als het papier in het apparaat op is. Bevatten de af te drukken documenten veel foto's of illustraties? Controle 2 Als u omvangrijke gegevens afdrukt zoals foto's of afbeeldingen, hebben het apparaat en de computer tijd nodig om deze te verwerken, zodat het soms lijkt alsof het apparaat is gestopt.
Pagina 758
Problemen met de afdrukkwaliteit Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd...
Pagina 759
Afdrukresultaten niet naar behoren Als de afdrukresultaten witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, kunt u het beste eerst controleren of de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit correct zijn. Komen de instellingen voor het paginaformaat en mediumtype overeen met Controle 1 het formaat en type papier dat is geplaatst? Als deze instellingen onjuist zijn, kunt u geen goed afdrukresultaat verkrijgen.
Pagina 760
De afdruktaak wordt niet voltooid Is er voldoende ruimte op de vaste schijf van de computer? Controle Verwijder onnodige bestanden om schijfruimte vrij te maken.
Pagina 761
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/ Witte strepen Geen afdrukresultaten Onduidelijke afdrukken Onjuiste kleuren...
Pagina 762
Witte strepen Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Controleer de status van de inkttanks. Vervang de inkttank als de inkt op is. Controle 2 Een inkttank vervangen Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 3 noodzakelijke onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop.
Pagina 763
Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor meer informatie over de bedrukbare zijde. • Raadpleeg ook de volgende gedeelten als u gaat kopiëren: Is de glasplaat of het glas van de ADF vuil? Controle 5 Reinig de glasplaat of het glas van de ADF. De glasplaat en de documentklep reinigen Opmerking •...
Pagina 764
Lijnen worden verkeerd afgedrukt Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Lijn de printkop uit. Controle 2 Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
Pagina 765
Wordt er fotopapier gebruikt voor het afdrukken van foto's? Controle 3 Als u gegevens afdrukt met een hoge kleurverzadiging, zoals foto's of afbeeldingen met diepe kleuren, raden wij het gebruik van Glossy Foto Papier Extra II of ander speciaal papier van Canon aan. Mediumtypen die u kunt gebruiken...
Pagina 766
Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen Papier vertoont vlekken De randen van het papier vertonen vlekken Het papier vertoont vlekken Papieroppervlak vertoont krassen Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Wordt de juiste papiersoort gebruikt? Controle 2 Controleer of het papier waarop u afdrukt geschikt is voor het doel waarvoor het gebruikt wordt.
Pagina 767
De apparaatinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel • Instellen via de computer Selecteer in het pop-upmenu van de Canon IJ Printer Utility Aangepaste instellingen (Custom Settings), schakel het selectievakje Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion) in en klik vervolgens op Toepassen (Apply).
Pagina 768
Canon IJ Printer Utility openen als u Canon IJ Printer Utility wilt openen. Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de intensiteit en probeert u Controle 5 opnieuw af te drukken. Als u normaal papier gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen met een hoge intensiteit, absorbeert het papier mogelijk te veel inkt.
Pagina 769
Op die manier geeft u het afgedrukte oppervlak voldoende tijd om te drogen, zodat er geen inktvlekken en krassen ontstaan. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Open de Canon IJ Printer Utility. Canon IJ Printer Utility openen 3. Selecteer Aangepaste instellingen (Custom Settings) in het pop-upmenu.
Pagina 770
Vegen op de achterzijde van het papier Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Maak de binnenzijde van het apparaat schoon door een reiniging van de Controle 2 onderste plaat uit te voeren. Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Opmerking •...
Pagina 771
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen Kleuren zijn ongelijkmatig Kleuren zijn gestreept Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijke onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop. Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Pagina 772
• Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd: Voer een diepte-reiniging van de printkop uit. Als het probleem niet is opgelost na de dieptereiniging van de printkop, zet u het apparaat uit en voert u na 24 uur nogmaals een dieptereiniging van de printkop uit.
Pagina 773
Er wordt geen inkt toegevoerd Is de inkt op? Controle 1 Controleer de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het aanraakscherm en neem de juiste maatregelen om het probleem op te lossen. Lijst met ondersteuningscodes Zijn de spuitopeningen van de printkop verstopt? Controle 2 Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Pagina 774
Problemen met faxen Problemen met het verzenden van faxen Problemen met het ontvangen van faxen Kan geen duidelijke faxen verzenden Problemen met de telefoon...
Pagina 775
Problemen met het verzenden van faxen Kan geen faxen verzenden Sequentiële uitzending via nummerherhaling werkt niet of u kunt niet kiezen door de nummers in te voeren Er treden vaak fouten op bij het verzenden van faxen Kan geen faxen verzenden Is het apparaat ingeschakeld? Controle 1 •...
Pagina 776
Maak geheugen vrij en verzend de fax opnieuw. Document opgeslagen in apparaatgeheugen Is het juiste type telefoonlijn ingesteld? Controle 4 Controleer de instellingen voor het type telefoonlijn en wijzig deze zo nodig. Het telefoonlijntype instellen Is Instelling handsfreetoets (Hook key setting) ingesteld op Controle 5 Uitschakelen (Disable)? Wanneer u een fax handmatig wilt verzenden, kiest u het nummer terwijl Inschakelen (Enable) is...
Pagina 777
Controleer of er een foutbericht wordt weergegeven op het aanraakscherm. Controleer de oorzaak wanneer er een foutbericht wordt weergegeven op het aanraakscherm. Raadpleeg de Lijst met ondersteuningscodes wanneer het foutbericht met de ondersteuningscode wordt weergegeven. Raadpleeg Een bericht verschijnt op het scherm wanneer het foutbericht zonder de ondersteuningscode wordt weergegeven.
Pagina 778
Problemen met het ontvangen van faxen Kan geen faxen ontvangen of afdrukken Het apparaat schakelt niet automatisch tussen spraak- en faxoproepen De kwaliteit van ontvangen faxen is laag Kan geen kleurenfax ontvangen Er treden vaak fouten op bij het ontvangen van faxen Kan geen faxen ontvangen of afdrukken Is het apparaat ingeschakeld? Controle 1...
Pagina 779
Treedt er een fout op tijdens de ontvangst? Controle 3 • Controleer of er een bericht wordt weergegeven op het stand-byscherm voor faxen. Controleer de oorzaak wanneer er een bericht wordt weergegeven op het stand-byscherm voor faxen. Er wordt een bericht voor faxen weergegeven op het stand-byscherm voor faxen •...
Pagina 780
Ontvangen documenten (Received documents) bij Automatische afdrukinstellingen (Auto print settings), wordt de fax die in het apparaatgeheugen is opgeslagen automatisch afgedrukt. Automatische afdrukinstellingen (Auto print settings) Is de juiste ontvangstmodus van het apparaat ingeschakeld? Controle 8 Controleer de instellingen voor de ontvangstmodus en pas deze desgewenst aan het type verbinding aan. De ontvangstmodus instellen Is Faxontvangst geweigerd (FAX reception reject) ingesteld op AAN Controle 9...
Pagina 781
Controleer de scaninstellingen van het faxapparaat van de afzender. Controle 1 Vraag of de afzender de scaninstellingen van het faxapparaat wil aanpassen. Is ECM RX ingesteld op UIT (OFF)? Controle 2 Selecteer AAN (ON) voor ECM RX in Geavanc. communicatie-instell. (Adv. communication settings) bij Geavanc.
Pagina 782
Geavanc. FAX-instellingen (Advanced FAX settings) Er treden vaak fouten op bij het ontvangen van faxen Controleer de aansluiting en de kwaliteit van de verbinding. Controle 1 Als de verbinding slecht is, kan de fout mogelijk worden opgelost door de startsnelheid voor ontvangst lager in te stellen.
Pagina 783
Kan geen duidelijke faxen verzenden Is het document juist geplaatst? Controle 1 Verwijder het document en plaats het opnieuw op de glasplaat of in de ADF. Originelen plaatsen Is de glasplaat en/of de binnenzijde van de documentklep en/of het glas van Controle 2 de ADF vuil? Reinig de glasplaat en/of de binnenzijde van de documentklep en/of het glas van de ADF en plaats het...
Pagina 784
Problemen met de telefoon Kan geen nummers kiezen Verbinding wordt verbroken tijdens telefoongesprek Kan geen nummers kiezen Is de telefoonkabel correct aangesloten? Controle 1 Controleer of de telefoonkabel juist is aangesloten. Basisverbinding Is het telefoonlijntype van het apparaat of het externe apparaat correct Controle 2 ingesteld? Controleer de instellingen voor het type telefoonlijn en wijzig deze zo nodig.
Pagina 785
Problemen met scannen Problemen met scannen Scanresultaten niet naar behoren...
Pagina 786
Problemen met scannen De scanner werkt niet Scannerstuurprogramma start niet Er verschijnt een foutbericht en het scherm van het scannerstuurprogramma wordt niet weergegeven Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Lage scansnelheid Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is De computer loopt vast tijdens het scannen De gescande afbeelding kan niet worden geopend...
Pagina 787
De scanner werkt niet Zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 1 Sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer. Controle 2 Als de USB-kabel is aangesloten op een USB-hub, verwijdert u de kabel uit Controle 3 de USB-hub en sluit u deze aan op een USB-poort van de computer.
Pagina 788
Scannerstuurprogramma start niet Controleer of het scannerstuurprogramma is geïnstalleerd. Controle 1 Installeer het scannerstuurprogramma van de webpagina als het programma nog niet is geïnstalleerd. Selecteer uw scanner of printer in het menu van de toepassing. Controle 2 Opmerking • Deze bewerking kan per toepassing verschillen. Controleer of de toepassing het ICA-stuurprogramma (Image Capture Controle 3 Architecture) ondersteunt.
Pagina 789
Er verschijnt een foutbericht en het scherm van het scannerstuurprogramma wordt niet weergegeven Zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 1 Zet de scanner of printer uit, sluit de USB-kabel opnieuw aan en sluit het Controle 2 netsnoer weer aan. Sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer.
Pagina 790
Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Controleer of de items correct zijn geplaatst. Controle 1 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controleer of u één item goed kunt scannen. Controle 2 Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten. Scan in dat geval elk document afzonderlijk.
Pagina 791
Lage scansnelheid Als u de afbeelding wilt weergeven op een monitor, stelt u de uitvoerresolutie Controle 1 in op ongeveer 150 dpi. Voor afdrukken stelt u de resolutie in op ongeveer 300 dpi. Resolutie Stel Correctie van vervaging (Fading Correction), Korreligheid corr. Controle 2 (Grain Correction) en dergelijke in op Geen (None).
Pagina 792
Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is Sluit andere toepassingen en probeer het opnieuw. Controle 1 Verlaag de resolutie of het uitvoerformaat en voer de scan opnieuw uit. Controle 2 Resolutie...
Pagina 793
De computer loopt vast tijdens het scannen Start de computer opnieuw op, verlaag de uitvoerresolutie en scan het Controle 1 document nogmaals. Resolutie Verwijder overbodige bestanden om voldoende ruimte op de hard disk vrij te Controle 2 maken en scan het document nogmaals. Er kan een foutbericht worden weergegeven als er onvoldoende vaste schijfruimte is om de afbeelding te scannen en op te slaan doordat de afbeelding te groot is (bijvoorbeeld bij het scannen van een groot item bij een hoge resolutie).
Pagina 794
De gescande afbeelding kan niet worden geopend Als de gegevensindeling niet door de toepassing wordt ondersteund, scant u Controle de afbeelding opnieuw en selecteert u een veelgebruikte gegevensindeling zoals JPEG bij het opslaan. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing.
Pagina 795
Scanresultaten niet naar behoren Er treedt moiré op in de scanresultaten Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Kan niet scannen met de juiste afmetingen Bij scannen vanaf het Bedieningspaneel kan de positie of de grootte van de afbeelding niet goed worden vastgesteld Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het...
Pagina 796
Er treedt moiré op in de scanresultaten verhoog de scanresolutie. Controle 1 Resolutie Neem de volgende maatregelen en scan opnieuw. Controle 2 • Breng een van de volgende instellingen aan in het dialoogvenster Instellingen (Document scannen) (Settings (Document Scan)), Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)), Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)), Instellingen (OCR) (Settings (OCR)) of Instellingen (E-mail) (Settings (E-mail)) van IJ Scan Utility in en scan vervolgens vanuit het hoofdscherm van IJ Scan Utility.
Pagina 797
Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht Als de afbeelding rafelig is, verhoogt u de scanresolutie of selecteert u TIFF Controle 1 of PNG bij Gegevensindeling (Data Format) in het dialoogvenster Instellingen. Resolutie Dialoogvenster Instellingen Stel het weergaveformaat in op 100%. Controle 2 In bepaalde toepassingen worden te kleine weergaveformaten niet duidelijk weergegeven.
Pagina 798
Als de kleurtint van afbeeldingen afwijkt van het originele document, neemt u Controle 6 de volgende maatregelen en probeert u het opnieuw. Klik op Stuurprog. (Driver) in het hoofdvenster van IJ Scan Utility en stel Beeldaanpassing (Image Adjustment) in op Geen (None). Raadpleeg 'Afbeeldingscorrecties en kleuraanpassingen' voor meer informatie.
Pagina 799
De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Het scangebied opgeven. Controle Geef het scangebied handmatig op wanneer er witte marges of ongewenste gebieden zijn langs de randen van gescande afbeeldingen in het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch). Bijsnijdkaders aanpassen in het venster Afbeelding samenvoegen...
Pagina 800
Kan niet scannen met de juiste afmetingen Controleer of de items correct zijn geplaatst. Controle Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)
Pagina 801
Bij scannen vanaf het Bedieningspaneel kan de positie of de grootte van de afbeelding niet goed worden vastgesteld Controleer of de items correct zijn geplaatst. Controle 1 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controleer of de instellingen overeenkomen met het te scannen item. Controle 2 Als u niet correct kunt scannen door het type item automatisch te detecteren, geeft u het type en de grootte van het item op.
Pagina 802
Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef Als Document of Tijdschrift (Magazine) is geselecteerd voor Bron Controle selecteren (Select Source), schakelt u het selectievakje Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) uit en scant u het item opnieuw. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen)
Pagina 803
De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het computerscherm Wijzig de weergave-instelling in de toepassing. Controle 1 Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing. Klik op Stuurprog.
Pagina 804
Problemen met het apparaat Het Apparaat kan niet worden ingeschakeld Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Kan niet communiceren met het Apparaat met een USB-verbinding Het display van het aanraakscherm is volledig onzichtbaar Er wordt een ongewenste taal weergegeven op het aanraakscherm Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen...
Pagina 805
Het Apparaat kan niet worden ingeschakeld Druk op de knop AAN (ON). Controle 1 Controleer of de stekker goed in de netsnoeraansluiting van het apparaat is Controle 2 bevestigd en zet vervolgens het apparaat weer aan. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Wacht ten minste 2 Controle 3 minuten en steek daarna de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan.
Pagina 806
Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Afdruk- of scansnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet Als uw systeemomgeving niet volledig compatibel is met Hi-Speed USB, werkt het apparaat langzamer, op de snelheid van USB 1.1. In dit geval werkt het apparaat goed, maar kan de afdruk- of scansnelheid afnemen door de lagere communicatiesnelheid.
Pagina 807
Kan niet communiceren met het Apparaat met een USB-verbinding Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controle 1 Zorg ervoor dat de USB-kabel correct is aangesloten. Controle 2 Het Apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel voor een correcte aansluiting van de USB- kabel.
Pagina 808
Het display van het aanraakscherm is volledig onzichtbaar • Als het AAN/UIT (POWER)-lampje niet brandt: Het apparaat is niet ingeschakeld. Sluit het netsnoer aan en druk op de knop AAN (ON). • Als het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt: Mogelijk staat het aanraakscherm in de schermbeveiligingsmodus. Tik op het aanraakscherm.
Pagina 809
Er wordt een ongewenste taal weergegeven op het aanraakscherm Selecteer de taal die u wilt weergeven met behulp van de volgende procedure. 1. Druk op de knop HOME en wacht ongeveer 5 seconden. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op Instellen (Setup).
Pagina 810
Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen Belangrijk • De printkophouder beweegt alleen naar de positie voor vervanging als een inkttank leeg raakt. Als de inkt in een inkttank niet op is, beweegt de printkophouder niet, zelfs als u de voorklep opent. Is het AAN/UIT (POWER)-lampje uit? Controle 1 Controleer of het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt.
Pagina 811
Problemen met installeren/downloaden Kan MP Drivers niet installeren IJ Network Tool verwijderen...
Pagina 812
Kan MP Drivers niet installeren Download het stuurprogramma van de ondersteuningspagina op onze website en installeer het opnieuw.
Pagina 813
U kunt dan echter geen netwerkinstellingen via het netwerk wijzigen. 1. Selecteer Toepassingen (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder, dubbelklik op Canon Utilities > IJ Network Tool en sleep het pictogram Canon IJ Network Tool naar de Prullenbak (Trash).
Pagina 814
Informatie over weergegeven fouten/berichten Als er een fout optreedt Er wordt een bericht voor faxen weergegeven op het stand-byscherm voor faxen Een bericht verschijnt op het scherm...
Pagina 815
Als er een fout optreedt Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken (het papier in het apparaat is bijvoorbeeld op of vastgelopen), wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Als een fout optreedt, wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op het computerscherm of het aanraakscherm weergegeven.
Pagina 816
Er wordt een bericht voor faxen weergegeven op het stand- byscherm voor faxen Als er een bericht wordt weergegeven op het stand-byscherm voor faxen, voert u de bijbehorende actie uit die hieronder wordt beschreven. Bericht Actie Automatische Het apparaat wacht op het volgende moment om het nummer van de ontvanger opnieuw nummerherhaling (Auto te kiezen omdat de lijn bezet was of de ontvanger niet antwoordde toen u probeerde een redial)
Pagina 817
Wanneer het probleem is opgelost zoals hieronder staat beschreven, wordt de fax die in het apparaatgeheugen is opgeslagen, automatisch afgedrukt. • De hoeveelheid resterende inkt is onvoldoende om een fax af te drukken: Vervang de inkttank. Een inkttank vervangen Opmerking •...
Pagina 818
Document opgeslagen in apparaatgeheugen Bezet/geen signaal • Het nummer van de ontvanger dat u hebt gekozen, is bezet. (Busy/no signal) Probeer het later nogmaals. Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers) • Het fax-/telefoonnummer dat u hebt gekozen, is incorrect. Controleer het fax-/telefoonnummer en probeer het opnieuw.
Pagina 819
Faxinfo komt niet Het verzenden is geannuleerd omdat het apparaat de faxapparaatinformatie van de overeen. (FAX info does verzender niet heeft gedetecteerd of omdat deze informatie niet overeenkwam met het not match.) gekozen nummer. Dit bericht wordt weergegeven als RX-faxinfo controleren (Check RX FAX information) bij Beveiligingsbeheer (Security control) onder FAX-instellingen (FAX settings) is ingesteld op AAN (ON).
Pagina 820
Een bericht verschijnt op het scherm In dit gedeelte worden enkele fouten en berichten beschreven. Opmerking • Voor sommige fouten of berichten wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op de computer of het aanraakscherm weergegeven. Raadpleeg de Lijst met ondersteuningscodes voor meer informatie over fouten met een ondersteuningscode.
Pagina 821
• Het scherm Details wordt niet weergegeven voor het PDF-bestand dat u wilt afdrukken. • Andere tekens dan de apparaatnaam, of IJ Scan Utility worden weergegeven in Gemaakt met (Created with) op het scherm Details. • '?' wordt weergegeven in het voorbeeldscherm. ◦...
Pagina 822
• Kan geen verbinding maken met de server. Wacht even en probeer het opnieuw. (Cannot connect to the server. Please wait a while and try again.) U kunt vanwege een bepaalde communicatiefout geen verbinding met de server maken. Wanneer u hebt geprobeerd om een fotodeelsite te bezoeken, is het mogelijk dat uw foto´s zijn verwijderd.
Pagina 823
• Indien u wilt deelnemen aan het onderzoeksprogramma: Klik op Akkoord (Agree) en volg de aanwijzingen op het scherm. De gebruiksgegevens van de printer worden via internet verstuurd. Als u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, worden de gegevens vanaf de volgende keer automatisch verzonden en wordt het bevestigingsvenster niet meer weergegeven.
Pagina 824
2. Selecteer Programma's (Applications) in het menu Ga (Go) van de Finder en dubbelklik op de map Canon Utilities en daarna op de map Inkjet Extended Survey Program. 3. Plaats het bestand Canon Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program.app in de Prullenmand (Trash).
Pagina 825
Als u het probleem niet kunt oplossen met een van de suggesties in dit hoofdstuk, neemt u contact op met de verkoper van het apparaat of met het servicecentrum. Het ondersteuningspersoneel van Canon is opgeleid voor het verschaffen van technische ondersteuning aan klanten.
Pagina 826
Lijst met ondersteuningscodes Als zich een fout voordoet, wordt de ondersteuningscode weergegeven op het aanraakscherm en het computerscherm. "Ondersteuningscode" wil zeggen het foutnummer dat verschijnt bij een foutbericht. Als een fout optreedt, controleert u de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het aanraakscherm of het computerscherm en voert u vervolgens de nodige stappen uit.
Pagina 827
6943 6944 6945 6946 • 7000 tot 2ZZZ 7100 7200 7201 7202 7203 7204 7205 7300 • 9000 tot 2ZZZ 9000 9500 • A000 tot ZZZZ B202 B203 B204 B502 B503 B504 C000 Bij de ondersteuningscode voor vastgelopen papier kunt u ook Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) raadplegen.
Pagina 828
Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het aan de hand van de juiste procedure. • Als het papier is vastgelopen in de voorklep: 1300 • Als het papier is vastgelopen in de achterklep: 1303 •...
Pagina 829
1300 Oorzaak Het papier is vastgelopen in de voorklep. Actie Als het papier is vastgelopen in de voorklep, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Belangrijk • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er ontvangen of niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Pagina 830
3. Houd het vastgelopen papier met beide handen vast. Als het papier is opgerold, trekt u het eruit. 4. Trek het papier er langzaam uit, zodat het niet scheurt. 5. Controleer of al het vastgelopen papier is verwijderd.
Pagina 831
Als het papier is gescheurd, kan er gemakkelijk een stukje papier in het apparaat achterblijven. Controleer het volgende en haal eventueel achtergebleven papier uit de printer. • Is er een stukje papier achtergebleven onder de printkophouder? • Is het stukje papier in het apparaat achtergebleven? •...
Pagina 832
Schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van het papier aan wanneer u papier plaatst. • Als het bericht over vastgelopen papier op het aanraakscherm van het apparaat of op het computerscherm wordt weergegeven wanneer u het afdrukken hervat nadat u al het vastgelopen papier hebt verwijderd, is er misschien toch nog een stukje papier in het apparaat achtergebleven.
Pagina 833
1303 Oorzaak Het papier is vastgelopen in de achterklep. Actie Als het papier is vastgelopen in de achterklep, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Belangrijk • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er ontvangen of niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Pagina 834
4. Trek het papier er langzaam uit. Opmerking • Raak de binnenste delen van het apparaat niet aan. • Als u het papier er niet uit kunt trekken, probeert u het volgende. • Schakel het apparaat uit en weer in. Het papier wordt dan mogelijk automatisch uitgevoerd.
Pagina 835
Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd en op OK op het aanraakscherm van het apparaat hebt getikt, hervat het apparaat het afdrukken vanaf de pagina waar het papier was vastgelopen. • Als het papier tijdens het afdrukken vanaf een computer is vastgelopen of het kopiëren wordt uitgevoerd: Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd en op OK op het aanraakscherm van het apparaat hebt getikt, hervat het apparaat het afdrukken vanaf de volgende pagina na het punt...
Pagina 836
1313 Oorzaak Het papier is vastgelopen in de achterklep terwijl het apparaat het bedrukte papier naar binnen trok. Actie Als het papier is vastgelopen in de achterklep terwijl het apparaat het bedrukte papier naar binnen trok, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Belangrijk •...
Pagina 837
3. Open de achterklep. Schuif de achterklep naar links en open deze vervolgens. 4. Trek het papier er langzaam uit. Opmerking • Raak de binnenste delen van het apparaat niet aan. • Als u het papier er niet uit kunt trekken, probeert u het volgende. •...
Pagina 838
• Als het papier tijdens het afdrukken van de faxen is vastgelopen of het faxrapport wordt uitgevoerd: Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd en op OK op het aanraakscherm van het apparaat hebt getikt, hervat het apparaat het afdrukken vanaf de pagina waar het papier was vastgelopen.
Pagina 839
1314 Oorzaak Het papier is tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken vastgelopen in de achterklep. Actie Als het papier is vastgelopen in de achterklep tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Belangrijk • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er ontvangen of niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Pagina 840
4. Trek het papier er langzaam uit. Opmerking • Raak de binnenste delen van het apparaat niet aan. • Als u het papier er niet uit kunt trekken, probeert u het volgende. • Schakel het apparaat uit en weer in. Het papier wordt dan mogelijk automatisch uitgevoerd.
Pagina 841
Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd en op OK op het aanraakscherm van het apparaat hebt getikt, hervat het apparaat het afdrukken vanaf de pagina waar het papier was vastgelopen. • Als het papier tijdens het afdrukken vanaf een computer is vastgelopen of het kopiëren wordt uitgevoerd: Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd en op OK op het aanraakscherm van het apparaat hebt getikt, hervat het apparaat het afdrukken vanaf de volgende pagina na het punt...
Pagina 842
2801 Oorzaak Het document is vastgelopen in de ADF. Actie Verwijder het document aan de hand van de volgende procedure. Belangrijk • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er ontvangen of niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen. Zorg dat het verzenden of ontvangen van alle faxen door het apparaat is voltooid voordat u het netsnoer loskoppelt.
Pagina 843
5. Sluit de klep van de documentinvoer en zet het apparaat aan. Wanneer u het document opnieuw scant nadat u de fout hebt verholpen, scant u dit vanaf de eerste pagina. Neem contact op met het ondersteuningscentrum als u het document niet kunt verwijderen, het document in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen document hebt verwijderd.
Pagina 844
In andere gevallen Voer de volgende controles uit: Bevinden zich vreemde voorwerpen bij de papieruitvoersleuf? Controle 1 Is de achterklep goed bevestigd? Controle 2 Is het papier gekruld? Controle 3 Herstel het gekrulde papier en plaats het papier opnieuw.
Pagina 845
1007 Oorzaak Mogelijke oorzaken zijn: • Het papier in de cassette 1 is op. • Het papier is niet goed geplaatst in de cassette 1. Actie Neem de juiste actie zoals hieronder wordt beschreven. • Plaats papier in de cassette 1. •...
Pagina 846
1008 Oorzaak Mogelijke oorzaken zijn: • Het papier in de cassette 2 is op. • Het papier is niet goed geplaatst in de cassette 2. Actie Neem de juiste actie zoals hieronder wordt beschreven. • Plaats papier in de cassette 2. •...
Pagina 847
1200 Oorzaak De voorklep is geopend. Actie Sluit de voorklep en wacht een ogenblik. Sluit het paneel niet terwijl u een inkttank vervangt.
Pagina 848
1310 Oorzaak Het formaat van het papier is mogelijk niet compatibel met automatisch dubbelzijdig afdrukken. Actie Alleen de mediumformaten A4 en Letter zijn geschikt voor automatisch dubbelzijdig afdrukken. Zorg dat papier met een correct formaat in het apparaat is geplaatst. Als u tikt op OK op het aanraakscherm, wordt het papier uitgevoerd en wordt het afdrukken opnieuw gestart vanaf de voorzijde van het volgende vel papier.
Pagina 849
Actie Als een inkttank leeg is, vervangt u deze. Een inkttank kan pas worden vervangen wanneer deze leeg is. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking of problemen veroorzaakt door het voortzetten van het afdrukken met een lege inkttank.
Pagina 850
1600 Oorzaak De inkt is wellicht op. Actie Aanbevolen wordt de inkttank te vervangen. Als het apparaat bezig is met een afdruktaak en u wilt doorgaan met afdrukken, tikt u op OK op het apparaat terwijl de inkttank is geïnstalleerd. U kunt hierdoor toch afdrukken. Aanbevolen wordt de inkttank na het afdrukken te vervangen.
Pagina 851
1660 Oorzaak De inkttank is niet geïnstalleerd. Actie Installeer de inkttank.
Pagina 852
Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie voor het detecteren van het resterende inktniveau in het geheugen opgeslagen. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking of problemen veroorzaakt door het voortzetten van het afdrukken met een lege inkttank.
Pagina 853
1700 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 854
1701 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 855
1754 Oorzaak De inkttank is niet correct geplaatst. Actie Open de voorklep. Druk daarna op de inkttank. Sluit de voorklep nadat u de inkttank correct hebt geplaatst. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 856
1755 Oorzaak De inkt is op. Actie Om zowel het apparaat als de afdrukkwaliteit in goede staat te houden, kan het apparaat niet doorgaan met afdrukken terwijl de inkttank leeg is. Annuleer het afdrukken en vervang de inkttank voordat u opnieuw afdrukt. Belangrijk •...
Pagina 857
1872 Oorzaak De cassette 1 is niet geplaatst. Actie Plaats de cassette 1. Opmerking • Het registratiescherm voor papiergegevens van de cassette wordt weergegeven nadat u de cassette 1 geplaatst hebt. Registreer de papiergegevens van de cassette op basis van het papier dat u in de cassette 1 geplaatst hebt.
Pagina 858
1873 Oorzaak De cassette 2 is niet geplaatst. Actie Plaats de cassette 2. Opmerking • Het registratiescherm voor papiergegevens van de cassette wordt weergegeven nadat u de cassette 2 geplaatst hebt. Registreer de papiergegevens van de cassette op basis van het papier dat u in de cassette 2 geplaatst hebt.
Pagina 859
1874 Oorzaak De cassette 1 en de cassette 2 zijn niet geplaatst. Actie Plaats beide cassettes. Opmerking • Het registratiescherm voor papiergegevens van de cassette weergegeven nadat u de cassettes geplaatst hebt. Registreer de papiergegevens van de cassette op basis van het papier dat u in de cassette 1 en de cassette 2 hebt geplaatst.
Pagina 860
1890 Oorzaak Het beschermende materiaal voor de printkophouder of de tape is mogelijk nog bevestigd aan de houder. Actie Open de voorklep en controleer of het beschermende materiaal of de tape niet meer bevestigd is aan de printkophouder. Als het beschermende materiaal of de tape nog is bevestigd, verwijdert u dit en sluit u de voorklep. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 861
2001 Oorzaak Er is een apparaat aangesloten dat niet compatibel is met het apparaat. Actie Controleer het apparaat dat is aangesloten op de poort voor USB-flashstation. Direct foto's afdrukken is mogelijk met een USB-flashstation.
Pagina 862
2002 Oorzaak Een niet-ondersteunde USB-hub is aangesloten. Actie Als een USB-flashstation op het apparaat is aangesloten via een USB-hub, koppelt u de hub los van het apparaat. Sluit een USB-flashstation rechtstreeks aan op het apparaat.
Pagina 863
2111 Oorzaak De papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren verschillen van de papiergegevens van de cassette die op het apparaat zijn geregistreerd. Opmerking • Voor meer informatie over de juiste combinatie van papierinstellingen raadpleegt u via het printerstuurprogramma of het aanraakscherm: Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Windows) Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer...
Pagina 864
Kies, indien nodig, wat u wilt doen. Opmerking • Afhankelijk van de instellingen van het apparaat worden onderstaande opties misschien niet weergegeven. Afdr. met papier in cassette-inst. (Print with paper in cass. settings) Selecteer deze optie als u wilt afdrukken op papier dat in de cassette 1 geplaatst is, zonder de papierinstellingen te hoeven wijzigen.
Pagina 865
Opmerking • U kunt het bericht uitschakelen dat onjuist afdrukken voorkomt. Wanneer u het bericht uitschakelt, begint het apparaat met afdrukken of kopiëren ook al verschillen de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren van de papiergegevens van de cassette die op het apparaat zijn geregistreerd. •...
Pagina 866
2112 Oorzaak De papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren verschillen van de papiergegevens van de cassette die op het apparaat zijn geregistreerd. Opmerking • Voor meer informatie over de juiste combinatie van papierinstellingen raadpleegt u via het printerstuurprogramma of het aanraakscherm: Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Windows) Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer...
Pagina 867
Kies, indien nodig, wat u wilt doen. Opmerking • Afhankelijk van de instellingen van het apparaat worden onderstaande opties misschien niet weergegeven. Afdr. met papier in cassette-inst. (Print with paper in cass. settings) Selecteer deze optie als u wilt afdrukken op papier dat in de cassette 2 geplaatst is, zonder de papierinstellingen te hoeven wijzigen.
Pagina 868
Opmerking • U kunt het bericht uitschakelen dat onjuist afdrukken voorkomt. Wanneer u het bericht uitschakelt, begint het apparaat met afdrukken of kopiëren ook al verschillen de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren van de papiergegevens van de cassette die op het apparaat zijn geregistreerd. •...
Pagina 869
2113 Oorzaak De papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren verschillen van de papiergegevens van de cassette die op het apparaat zijn geregistreerd. Opmerking • Voor meer informatie over de juiste combinatie van papierinstellingen raadpleegt u via het printerstuurprogramma of het aanraakscherm: Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Windows) Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer...
Pagina 870
Kies, indien nodig, wat u wilt doen. Opmerking • Afhankelijk van de instellingen van het apparaat worden onderstaande opties misschien niet weergegeven. Afdr. met papier in cassette-inst. (Print with paper in cass. settings) Selecteer deze optie als u wilt afdrukken op papier dat in de cassette 1 en de cassette 2 geplaatst is, zonder de papierinstellingen te hoeven wijzigen.
Pagina 871
Opmerking • U kunt het bericht uitschakelen dat onjuist afdrukken voorkomt. Wanneer u het bericht uitschakelt, begint het apparaat met afdrukken of kopiëren ook al verschillen de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren van de papiergegevens van de cassette die op het apparaat zijn geregistreerd. •...
Pagina 872
2121 Oorzaak De configuratie van de papierinstellingen van de cassette 1 is niet voltooid. Actie Als het volgende scherm weergegeven wordt, is de configuratie van de papierinstellingen van de cassette 1 niet voltooid. Tik op Registreren (Register) op het aanraakscherm van het apparaat om de papierinstellingen van de cassette 1 te bepalen.
Pagina 873
2122 Oorzaak De configuratie van de papierinstellingen van de cassette 2 is niet voltooid. Actie Als het volgende scherm weergegeven wordt, is de configuratie van de papierinstellingen van de cassette 2 niet voltooid. Tik op Registreren (Register) op het aanraakscherm van het apparaat om de papierinstellingen van de cassette 2 te bepalen.
Pagina 874
2500 Oorzaak De oorzaak van het volgende is mogelijk het mislukte automatische uitlijnen van de printkop. • De spuitopeningen van de printkop zijn verstopt. • Er is papier van een ander formaat dan A4 of Letter in cassette 1 geplaatst. •...
Pagina 875
2700 Oorzaak Mogelijke oorzaken zijn: • Er zijn enkele fouten opgetreden tijdens het kopiëren en er is een bepaalde tijd verstreken. • Er is een document achtergebleven in de ADF. • Er zijn fouten opgetreden tijdens het scannen en het document is achtergebleven in de ADF. Actie Neem de juiste actie zoals hieronder wordt beschreven.
Pagina 876
2802 Oorzaak De ADF bevat geen document. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het probleem te verhelpen en voer de bewerking opnieuw uit nadat u de documenten hebt geladen.
Pagina 877
2803 Oorzaak Het document is te lang of is vastgelopen in de ADF. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om de fout te wissen. Zorg daarna dat het document dat u plaatst, voldoet aan de vereisten van het apparaat voordat u de bewerking opnieuw uitvoert. Als het document is vastgelopen, verwijdert u het document aan de hand van de volgende procedure.
Pagina 878
Wanneer u het document opnieuw scant nadat u de fout hebt verholpen, scant u dit vanaf de eerste pagina. Neem contact op met het ondersteuningscentrum als u het document niet kunt verwijderen, het document in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen document hebt verwijderd.
Pagina 879
De opgegeven gegevens kunnen niet worden afgedrukt. Actie Wanneer u de inhoud op CREATIVE PARK PREMIUM afdrukt, bevestigt u het bericht op het computerscherm, controleert u of voor alle kleuren originele Canon-inkttanks correct zijn geïnstalleerd en start u het afdrukken opnieuw.
Pagina 880
4103 Oorzaak Kan niet automatisch dubbelzijdig afdrukken met de huidige afdrukinstellingen. Actie Druk op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat om het afdrukken te annuleren. Wijzig vervolgens de afdrukinstellingen en druk nogmaals af.
Pagina 881
4104 Oorzaak Het papierformaat of het mediumtype dat niet vanuit de cassette 2 kan worden ingevoerd, is opgegeven. Actie Druk op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat om het afdrukken te annuleren. Stel het papierformaat in op A4, Letter of Legal, en stel het mediumtype in op Normaal papier. Druk vervolgens opnieuw af.
Pagina 882
5011 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 883
5012 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 884
5040 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 885
5100 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en schakel het apparaat uit. Controleer daarna het volgende. • Controleer of er geen materiaal (beschermend materiaal of vastgelopen papier) is dat de beweging van de printkophouder belemmert. Als dat wel het geval is, verwijdert u het materiaal. •...
Pagina 886
5102 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en schakel het apparaat uit. Controleer daarna het volgende. • Controleer of er geen materiaal (beschermend materiaal of vastgelopen papier) is dat de beweging van de printkophouder belemmert. Als dat wel het geval is, verwijdert u het materiaal. •...
Pagina 887
5103 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en schakel het apparaat uit. Controleer daarna het volgende. • Controleer of er geen materiaal (beschermend materiaal of vastgelopen papier) is dat de beweging van de printkophouder belemmert. Als dat wel het geval is, verwijdert u het materiaal. •...
Pagina 888
5104 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en schakel het apparaat uit. Controleer daarna het volgende. • Controleer of er geen materiaal (beschermend materiaal of vastgelopen papier) is dat de beweging van de printkophouder belemmert. Als dat wel het geval is, verwijdert u het materiaal. •...
Pagina 889
5105 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en schakel het apparaat uit. Controleer daarna het volgende. • Controleer of er geen materiaal (beschermend materiaal of vastgelopen papier) is dat de beweging van de printkophouder belemmert. Als dat wel het geval is, verwijdert u het materiaal. •...
Pagina 890
5200 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 891
5203 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 892
5204 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 893
5205 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 894
5206 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 895
5207 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 896
5208 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 897
5209 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 898
5400 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 899
5500 Oorzaak Inkttank kan niet correct worden herkend. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 900
5501 Oorzaak Inkttank kan niet correct worden herkend. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 901
5B00 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 902
5B01 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 903
5C01 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 904
6000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 905
6500 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 906
6502 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 907
6800 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 908
6801 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 909
6900 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 910
6901 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 911
6902 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 912
6910 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 913
6911 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 914
6920 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 915
6921 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 916
6930 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 917
6931 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 918
6932 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 919
6933 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 920
6936 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 921
6937 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 922
6938 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 923
6939 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 924
693A Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 925
6940 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 926
6941 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 927
6942 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 928
6943 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 929
6944 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 930
6945 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 931
6946 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 932
7100 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 933
7200 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 934
7201 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 935
7202 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 936
7203 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 937
7204 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 938
7205 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 939
7300 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 940
9000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 941
9500 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 942
B202 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk • Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Pagina 943
B203 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk • Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Pagina 944
B204 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk • Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Pagina 945
B502 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 946
B503 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 947
B504 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 948
C000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en schakel het apparaat uit. Controleer daarna het volgende. • Controleer of er geen materiaal (beschermend materiaal of vastgelopen papier) is dat de beweging van de printkophouder belemmert. Als dat wel het geval is, verwijdert u het materiaal. •...