Oplossing Vervangen door papier dat aan de afdrukspecificaties voldoet.
"Geschikt en ongeschikt papier"
Oorzaak 2 Het papier is vochtig.
Oplossing Vervang het papier door nieuw papier uit een ongeopend pak.
"Papier van standaardformaat plaatsen (geen indexkaarten en enveloppen)"
"Indexkaarten plaatsen"
"Enveloppen plaatsen"
"Papier van aangepast formaat plaatsen (Niet-standaard papierformaat)"
Oorzaak 3 De drum van een van de tonercassettes is versleten.
Oplossing Vervang de tonercassette door een nieuw exemplaar.
"Tonercassettes vervangen"
Er verschijnen resten van afbeeldingen op plaatsen waar niet is afgedrukt
Oorzaak 1 Er wordt niet het juiste papier gebruikt.
Oplossing Vervangen door papier dat aan de afdrukspecificaties voldoet.
"Geschikt en ongeschikt papier"
Oorzaak 2 Afhankelijk van het afdrukpatroon of de papiersoort worden bij continu afdrukken
afbeeldingen op twee opeenvolgende pagina's licht afgedrukt.
Oplossing
Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma.
1
1. Geef het tabblad [Afwerking] weer.
2. Klik op [Geavanceerde instellingen].
3. Stel [Speciale afdrukmodus] in op [Speciale instellingen 12].
Onder normale omstandigheden gebruikt u de printer met [Speciale afdrukmodus] ingesteld
op [Uit]. Stel [Speciale instellingen 12] alleen in wanneer het beschreven probleem zich
voordoet.
Oplossing
Als oplossing 1 het probleem niet oplost, voert u de volgende procedure uit in het
2
printerstuurprogramma.
1. Geef het tabblad [Afwerking] weer.
2. Klik op [Geavanceerde instellingen].
3. Stel [Speciale afdrukmodus] in op [Speciale instellingen 13].
Onder normale omstandigheden gebruikt u de printer met [Speciale afdrukmodus] ingesteld
op [Uit]. Stel [Speciale instellingen 13] alleen in wanneer het beschreven probleem zich
voordoet.
Oorzaak 3 Er verschijnen resten van afbeeldingen, afhankelijk van de printerstatus.
Oplossing Voer de volgende procedure uit in het printerstuurprogramma.
1. Geef het tabblad [Afwerking] weer.
2. Klik op [Geavanceerde instellingen].
3. Stel [Speciale afdrukmodus] in op [Speciale instellingen 4].
Onder normale omstandigheden gebruikt u de printer met [Speciale afdrukmodus] ingesteld
op [Uit]. Stel [Speciale instellingen 4] alleen in wanneer het beschreven probleem zich
voordoet.
BELANGRIJK