Nr.
Naam/Waarde
21.08
DC stroom regeling
Bit
Waarde
0
1 = Vrijgeven DC-houd. Zie sectie
Opmerkingen:
• De DC-houd functie heeft geen effect als het startsignaal is uitgeschakeld.
• De DC-houd functie kan alleen geactiveerd worden in toerenregeling-modus.
• De DC-houd functie kan niet geactiveerd worden als parameter
regelmodus
1
1 = Vrijgeven namagnetisatie. Zie sectie
Opmerking: Namagnetisatie is alleen beschikbaar wanneer de stopmodus helling
geselecteerd is (zie parameter
2...15
Gereserveerd
21.09
DC hold toerental
0,0 ... 1000,0 rpm
21.10
DC stroom
referentie
0,0 ... 100,0%
21.11
Namagnetisatietijd
0...30000 ms
21.13
Autophasing modus
Draaiend
Stilstand 1
Stilstand 2
Beschrijving
Activeert/deactiveert de DC houd-functie en
namagnetisatiefuncties. Zie sectie
37).
Opmerking: DC magnetisatie leidt tot opwarming van de
motor. In toepassingen waarbij lange DC magnetisatietijden
vereist zijn, moeten extern geventileerde motoren worden
gebruikt. Als de DC-magnetisatieperiode lang is, kan DC-
magnetisatie niet voorkomen dat de motoras draait als een
constante last is aangesloten op de motor.
DC-houd
ingesteld is op Scalar.
21.03 Stop
Bepaalt het DC-houd toerental. Zie parameter
stroom
regeling, en sectie
DC-houd toerental
Bepaalt de DC-houdstroom in procent van de nominale
motorstroom. Zie parameter
sectie
DC-magnetisatie
DC-houd stroom.
Bepaalt de duur dat namagnetisatie actief is nadat de motor
gestopt is. De magnetisatiestroom wordt gedefinieerd door
parameter
21.10 DC stroom
Zie parameter
21.08 DC stroom
Namagnetisatietijd.
Kiest de manier waarop autophasing uitgevoerd wordt tijdens
de ID-run.
Zie de sectie
Autophasing
Deze modus geeft het meest nauwkeurige autophasing
resultaat. Deze modus kan gebruikt worden, en wordt
aanbevolen, als de motor mag draaien tijdens de ID-run en
het opstarten geen kritieke tijd kent.
Opmerking: Deze modus zal de motor doen draaien tijdens
de ID-run.
Sneller dan de
Draaiend
motor zal niet draaien.
Een alternatieve autophasing modus in stilstand, die gebruikt
kan worden als de
Draaiend
en de
Stilstand 1
modus onregelmatige resultaten oplevert.
Deze modus is echter aanzienlijk langzamer dan
DC-magnetisatie
(pagina 37).
Namagnetisatie
(pagina 37).
modus).
21.08 DC
DC-houd
(pagina 37).
21.08 DC stroom
regeling, en
(pagina 37).
referentie.
regeling.
op pagina 34.
modus, maar niet zo nauwkeurig. De
modus niet gebruikt kan worden,
Parameters 95
Def/FbEq
00b
(pagina
99.04 Motor
5,0 rpm
10 = 1 rpm
30,0%
10 = 1%
0 ms
1 = 1 ms
Draaiend
0
1
2
Stilstand
1.