32 Programmakenmerken
Jogging-functies 1 en 2 worden geactiveerd door een parameter of via veldbus. Voor
activatie via veldbus, zie parameter
Onderstaande afbeelding en tabel beschrijven de werking van de omvormer tijdens
joggen. (Merk op dat ze niet rechtstreeks toegepast kunnen worden op jog-
opdrachten via veldbus aangezien die geen vrijgavesignaal vereisen; zie parameter
20.25 Vrijgeven
jogging.) Ze laten ook zien hoe de omvormer overgaat naar normaal
bedrijf ( = joggen niet actief) als de startopdracht voor de omvormer wordt
ingeschakeld. Jog cmd = Status van de jogging ingang
20.27 Jogging 2
start); Jog enable = Status van de bron ingesteld door
Vrijgeven
jogging; Start cmd = Status van de startopdracht van de omvormer.
Toerental
1
2
3
4
5
Jog
Jog
Fase
opdr.
vrijgave
1-2
1
1
2-3
1
1
3-4
0
1
4-5
0
1
5-6
1
1
6-7
1
1
7-8
x
0
8-9
x
0
9-10
x
0
10-11
x
0
11-12
x
0
06.01
6
7
8
9
Start
opdr.
0
Omvormer accelereert naar jogging-toerental langs de
acceleratiehelling van de jogging-functie.
0
Omvormer draait bij het jogging-toerental.
0
Omvormer decelereert naar nul toeren langs de
deceleratiehelling van de jogging-functie.
0
Omvormer gestopt.
0
Omvormer accelereert naar jogging-toerental langs de
acceleratiehelling van de jogging-functie.
0
Omvormer draait bij het jogging-toerental.
1
Jog-vrijgave is niet actief; normaal bedrijf gaat door.
1
Normaal bedrijf heft het joggen tijdelijk op. Omvormer volgt
de toerentalreferentie.
0
Omvormer decelereert naar nul toeren langs de actieve
deceleratiehelling.
0
Omvormer gestopt.
1
Normaal bedrijf heft het joggen tijdelijk op. Omvormer
accelereert naar de toerentalreferentie langs de actieve
acceleratiehelling.
Hoofdcontrolwoord.
(20.26 Jogging 1 start
10
11
Beschrijving
of
20.25
12 13 14
15
16
Tijd