30 Programmakenmerken
Voorbeeld
Een ventilator gaat trillen in het gebied van 540 tot 690 rpm en 1380 tot 1560 rpm.
Om de omvormer de vibratie-frequentiebereiken te laten overslaan:
• activeer de kritische toerentalfunctie door bit 0 van parameter
toeren functie
aan te zetten, en
• stel de kritische-frequentiebereiken in zoals in onderstaande figuur.
Motortoerental
(rpm)
1560
1380
690
540
Instellingen
Parametergroepen
keten
(pagina 119).
Encoder ondersteuning
• Het programma ondersteunt twee single-turn of multiturn encoders (of resolvers).
De volgende optionele interfacemodules zijn beschikbaar:
• Absolute encoder-interface FEN-11: absolute encoderingang, TTL ingang, TTL
uitgang (voor encoder emulatie en echo) en twee digitale ingangen voor
positievergrendeling
• Resolver-interface FEN-21: resolveringang, TTL ingang, TTL uitgang (voor
encoder emulatie en echo) en twee digitale ingangen voor positievergrendeling
• HTL encoder-interface FEN-31: HTL encoderingang, TTL uitgang (voor encoder
emulatie en echo) en twee digitale ingangen voor positievergrendeling.
De interfacemodule kan op elk optieslot op de besturingsunit van de omvormer
geïnstalleerd worden, of op een FEA-xx-uitbreiding adapter.
Snelle configuratie van HTL-encoder terugkoppeling
1. Specificeer het type encoder-interfacemodule (parameter
FEN-31) en de slot waarin de module is geïnstalleerd
Toerentalreferentie
1
2
3
4
(rpm)
22 Toerentalref selectie
1
Par.
22.52
2
Par.
22.53
3
Par.
22.54
4
Par.
22.55
(pagina 96) en
28 Frequentie referentie
91.11 Module 1 type
(91.12 Module 1
22.51 Kritische
= 540 rpm
= 690 rpm
= 1380 rpm
= 1560 rpm
locatie).
=