Inhoud van het veldbus Controlwoord
De tekst in vette hoofdletters verwijst naar de statussen die in het statusdiagram te
zien zijn (pagina
257).
Bit
Naam
0
OFF1_
CONTROL
1
OFF2_
CONTROL
2
OFF3_
CONTROL
3
INHIBIT_
OPERATION
4
RAMP_OUT_
ZERO
5
RAMP_HOLD
6
RAMP_IN_
ZERO
7
RESET
8
INCHING 1
9
INCHING 2
10
REMOTE_
CMD
11
EXT_CTRL_
LOC
12 tot 15 Gereserveerd.
Veldbusbesturing via een veldbusadapter 255
Waarde STATUS/Omschrijving
1
Ga verder naar READY TO OPERATE.
0
Stop volgens op dat moment actieve deceleratiehelling. Ga verder
naar OFF1 ACTIVE; ga verder naar READY TO SWITCH ON, tenzij
andere blokkeringen (OFF2, OFF3) actief zijn.
1
Bedrijf voortzetten (OFF2 niet actief).
0
Noodstop OFF, uitloop tot stilstand.
Ga verder naarOFF2 ACTIVE, SWITCH-ON INHIBITED.
1
Bedrijf voortzetten (OFF3 niet actief).
0
Noodstop, stop binnen tijd bepaald door omvormerparameter. Ga
verder naar OFF3 ACTIVE; ga verder naar SWITCH-ON INHIBITED.
WAARSCHUWING: Zorg dat motor en aangedreven machine
met deze stopmodus kunnen worden gestopt.
1
Ga verder naar OPERATION ENABLED.
Opmerking: Runvrijgavesignaal moet actief zijn; zie de omvormer-
documentatie. Als de omvormer ingesteld is om het
startvrijgavesignaal van de veldbus te ontvangen, activeert dit bit het
signaal.
0
Blokkeer bedrijf. Ga verder naar OPERATION INHIBITED.
1
Normaal bedrijf. Ga verder naar RAMP FUNCTION GENERATOR:
OUTPUT ENABLED.
0
Dwing uitgang Hellingfunctiegenerator naar nul. De omvormer zal
onmiddellijk decelereren naar nul toeren (met inachtneming van de
koppellimieten).
1
Activeer hellingfunctie.
Ga verder naar RAMP FUNCTION GENERATOR: ACCELERATOR
ENABLED.
0
Zet hellingfunctie stop (uitgang hellingfunctiegenerator wordt
vastgehouden).
1
Normaal bedrijf. Ga verder naar OPERATING.
Opmerking: Dit bit heeft alleen effect als de veldbus interface
ingesteld is als de bron voor dit signaal door omvormer-parameters.
0
Dwing ingang Hellingfunctiegenerator naar nul.
0=>1
Foutreset als er een actieve fout bestaat. Ga verder naar SWITCH-
ON INHIBITED.
Opmerking: Dit bit heeft alleen effect als de veldbus interface
ingesteld is als de bron voor dit signaal door omvormer-parameters.
0
Normaal bedrijf voortzetten.
1
Accelereer naar jogging setpoint 1.
0
Jogging 1 geblokkeerd.
1
Accelereer naar jogging setpoint 2.
0
Jogging 2 geblokkeerd.
1
Veldbusbesturing ingeschakeld.
0
Controlwoord en referentie komen niet door bij de omvormer, behalve
bits OFF1, OFF2 en OFF3.
1
Kies externe besturingslocatie EXT2. Geldig als de besturingslocatie
geparametriseerd is om vanuit de veldbus geselecteerd te worden.
0
Kies Externe besturingslocatie EXT1. Geldig als de besturingslocatie
geparametriseerd is om vanuit de veldbus geselecteerd te worden.