Nr.
Naam/Waarde
Noodhellingstop
(Off3)
21.05
Noodstop bron
Actief (false)
Inactief (true)
DIIL
DI1
DI2
DI3
DI4
DI5
DI6
DIO1
DIO2
Overig [bit]
21.06
Nul toeren limiet
0,00 ... 30000,00
rpm
Beschrijving
Wanneer de omvormer in bedrijf is:
• 1 = Normale werking.
• 0 = Stop langs noodstophelling gedefinieerd door
parameter
23.23 Noodstop
worden door het noodstopsignaal te verwijderen en het
startsignaal van 0 naar 1 te schakelen.
Wanneer de omvormer gestopt is:
• 1 = Starten toegestaan.
• 0 = Starten niet toegestaan.
Selecteert de bron van het noodstopsignaal. De stopmodus
wordt geselecteerd door parameter
0 = Noodstop actief
1 = Normaal bedrijf
Opmerking: Deze parameter kan niet gewijzigd worden
terwijl de omvormer in bedrijf is.
0.
1.
DIIL ingang
(10.02 DI vertraagde
Digitale ingang DI1
(10.02 DI vertraagde
Digitale ingang DI2
(10.02 DI vertraagde
Digitale ingang DI3
(10.02 DI vertraagde
Digitale ingang DI4
(10.02 DI vertraagde
Digitale ingang DI5
(10.02 DI vertraagde
Digitale ingang DI6
(10.02 DI vertraagde
Digitale ingang/uitgang DIO1
bit 0).
Digitale ingang/uitgang DIO2
bit 1).
Bronkeuze (zie
Termen en afkortingen
Bepaalt de nul-toeren limiet. De motor wordt gestopt langs
een toerentalhelling totdat de gedefinieerde nul-toeren limiet
bereikt is. Na de nul-toeren vertraging loopt de motor uit tot
stilstand.
Nul-toeren limiet.
tijd. De omvormer kan herstart
21.04 Noodstop
modus.
status, bit 15).
status, bit 0).
status, bit 1).
status, bit 2).
status, bit 3).
status, bit 4).
status, bit 5).
(11.02 DIO vertraagde
status,
(11.02 DIO vertraagde
status,
op pagina 53).
Parameters 93
Def/FbEq
2
Inactief (true)
0
1
2
3
4
5
6
7
8
11
12
-
30,00 rpm
100 = 1 rpm