24.5
Systeem met reinigingoplossing reinigen
24.5.1
Apparaat zonder 3-wegkraan
Ca. 400 ml aanmaken van een natrium-hypochloriet-reinigingsoplossing van 0,5 %.
De toevoerslang van het reservoir van de fysiologische zoutoplossing afkoppelen en verbinden met het reservoir
van de reinigingsoplossing.
Met het reinigingsprogramma (Clean Program) het systeem met reinigingsoplossing doorspoelen en vullen, zie
hoofdstuk "Systeem met reinigingsprogramma (Clean Program) doorspoelen".
Ook het vullen van het systeem met reinigingsoplossing uitvoeren.
De toevoerslang van het reservoir van de reinigingsoplossing afkoppelen en verbinden met een reservoir, dat
gevuld is met gedestilleerd water.
Met het reinigingsprogramma (Clean Program) het systeem met gedestilleerd water doorspoelen, zie hoofdstuk
"Systeem met reinigingsprogramma (Clean Program) doorspoelen", paragraaf "Systeem doorspoelen".
De toevoerslang van het reservoir van het gedestilleerde water afkoppelen en opnieuw verbinden met het
reservoir van de fysiologische zoutoplossing.
Met het reinigingsprogramma (Clean Program) het systeem met fysiologische zoutoplossing vullen, zie
hoofdstuk "Systeem met reinigingsprogramma (Clean Program) doorspoelen", paragraaf "Systeem vullen".
De centrifugeerruimte en de rotor afdrogen.
Een vulvolumeregeling uitvoeren (zie hoofdstuk "Vulvolumeregeling").
24.5.2
Apparaat met 3-wegkraan
Ca. 400 ml aanmaken van een natrium-hypochloriet-reinigingsoplossing van 0,5 %.
De toevoerslang van het reservoir van het gedestilleerde water afkoppelen en verbinden met het reservoir van
de reinigingsoplossing.
De 3-wegkraan in de positie "H
hoofdstuk "3-wegkraan".
Met het reinigingsprogramma (Clean Program) het systeem met reinigingsoplossing doorspoelen en vullen, zie
hoofdstuk "Systeem met reinigingsprogramma (Clean Program) doorspoelen".
Ook het vullen van het systeem met reinigingsoplossing uitvoeren.
De toevoerslang van het reservoir van de reinigingsoplossing afkoppelen en opnieuw verbinden met het
reservoir van het gedestilleerde water.
Met het reinigingsprogramma (Clean Program) het systeem met gedestilleerd water doorspoelen, zie hoofdstuk
"Systeem met reinigingsprogramma (Clean Program) doorspoelen", paragraaf "Systeem doorspoelen".
De 3-wegkraan in de positie "NaCl" draaien, zodat het systeem verbonden is met de fysiologische zoutoplossing,
zie hoofdstuk "3-wegkraan".
Met het reinigingsprogramma (Clean Program) het systeem met fysiologische zoutoplossing vullen, zie
hoofdstuk "Systeem met reinigingsprogramma (Clean Program) doorspoelen", paragraaf "Systeem vullen".
De centrifugeerruimte en de rotor afdrogen.
Een vulvolumeregeling uitvoeren (zie hoofdstuk "Vulvolumeregeling").
24.6
Het verwijderen van de afvoergoot
Voor het reinigen kunnen de afvoergoot en de dichtingsring uit de centrifugeertrommel worden verwijderd.
Zie afbeeldingen op pagina 2.
Het verwijderen van de afvoergoot en de dichtingsring:
De dichtingsring (Fig. 3, c) uit de centrifugeertrommel verwijderen.
De dichtingsring (Fig. 3, a) van binnen voorzichtig naar boven klappen en de afvoergoot (Fig. 3, b) uit de
centrifugeertrommel verwijderen.
Het inzetten van de afvoergoot en de dichtingsring:
De dichtingsring (Fig. 4, a) aan de achterkant van de centrifugeertrommel voorzichtig naar boven klappen en de
afvoergoot (Fig. 4, b) onder dichtingsring (Fig. 4, a) schuiven, zie Fig. 4.
De afvoeropening van de afvoergoot (Fig. 4, b) moet zich boven de afvoeropening (Fig. 4, c) in de
centrifugeertrommel bevinden.
De dichtingsring (Fig. 4, a) rondom de afvoergoot van binnen voorzichtig naar boven klappen en de afvoergoot
(Fig. 4, b) naar beneden drukken. De afvoergoot (Fig. 3, b) moet zich onder de dichtingsring (Fig. 3, a) bevinden,
zie Fig. 3.
De dichtingsring (Fig. 3, c) zodanig op de afvoergoot (Fig. 3, b) leggen, dat het opschrift " this side up " leesbaar
is, zie Fig. 3.
O" draaien, zodat het systeem verbonden is met de reinigingsoplossing, zie
2
NL
33/126