8
Inbedrijfstelling
Conform de norm voor laboratoriumapparaten EN / IEC 61010-2-020 moet in de huisinstallatie een
noodschakelaar zijn aangebracht voor de onderbreking van de stroomtoevoer in geval van storing.
Deze schakelaar moet buiten de centrifuge geplaatst zijn, bij voorkeur buiten de ruimte waarin de centrifuge zich
bevindt, of naast de ingang van deze ruimte.
De transportbeveiliging aan de bodem van de behuizing verwijderen, zie informatieblad "Transportbeveiliging"
De centrifuge op een geschikte plaats stabiel opstellen en nivelleren. Bij de opstelling moet het vereiste
veiligheidsbereik conform EN / IEC 61010-2-020, van 300 mm om de centrifuge heen worden
aangehouden.
Tijdens een centrifugatieloop mogen conform EN / IEC 61010-2-020, in een veiligheidsbereik
van 300 mm om de centrifuge heen, zich geen personen, gevaarlijke stoffen en voorwerpen
bevinden.
Ventilatieopeningen mogen niet gesloten worden.
Houdt een ventilerende ruimte van minimaal 300mm rondom de ventilatieopeningen vrij.
De meegeleverde afvoerslang ( 16 mm) vast op de passende aansluitnippel, aan de achterzijde van de
centrifuge steken.
Het vrije uiteinde van de afvoerslang verbinden met een geschikt opvangreservoir of met een geschikte afvoer.
De afvoerslang mag niet worden geknikt en moet een constante helling naar het opvangreservoir
hebben. Het vlekkeloos functioneren van de afvoer moet regelmatig worden gecontroleerd. Als de
afvoerslang geknikt of verstopt is, dan hoopt de vloeistof zich op in de centrifugeerruimte. De vloeistof
stroomt dan in de motorruimte en leidt tot schade aan de centrifuge!
Er bestaan fysiologische zoutoplossingen die met natriumazide zijn geconserveerd. Deze kunnen met
de afvoerbuizen tot explosieve azidezouten reageren. Laat u informeren door de fabrikant van de
fysiologische zoutoplossing voor u de gebruikte zoutoplossing in de afvoer laat stromen.
Apparaat zonder 3-wegkraan:
Het vrije uiteinde van de meegeleverde toevoerslang ( 7 mm) vast op de passende aansluitnippel, aan de
achterzijde van de centrifuge steken. De aanzuigbuis van de toevoerslang in het reservoir van de fysiologische
zoutoplossing leggen. Indien nodig de aanzuigbuis (metalen onderdeel) van de toevoerslang afkoppelen en de
toevoerslang met behulp van de adapter (kunststof onderdeel) verbinden met het reservoir van de fysiologische
zoutoplossing.
Apparaat met 3-wegkraan:
De vrije uiteinden van de beide meegeleverde toevoerslangen ( 7 mm) vast op de aansluitnippels "NaCl" en
"H
O" van de 3-wegkraan steken. Aansluitingen van de 3-wegkraan, zie hoofdstuk "3-wegkraan".
2
De aanzuigbuis van de toevoerslang, die bevestigd is op de aansluitnippel "NaCl", in het reservoir van de
fysiologische zoutoplossing leggen. De aanzuigbuis van de toevoerslang, die bevestigd is op de aansluitnippel
"H
O", in het reservoir van het gedestilleerde water leggen. Indien nodig de aanzuigbuis (metalen onderdeel) van
2
de toevoerslang afkoppelen en de toevoerslang met behulp van de adapter (kunststof onderdeel) verbinden met
het reservoir. De 3-wegkraan in de positie "NaCl" draaien, zodat het systeem verbonden is met de fysiologische
zoutoplossing, zie hoofdstuk "3-wegkraan".
Controleren of de netspanning overeenstemt met de aanduiding op het typeplaatje.
De centrifuge met de aansluitkabel op een genormeerde contactdoos aansluiten. Aansluitwaarde zie hoofdstuk
"Technische gegevens".
De netschakelaar inschakelen. Schakelaarstand "".
Het machinetype en de programmaversie worden weergegeven, de LED's branden. Na 8 seconden wordt
OPEN LID
weergegeven. De LED
Het deksel openen.
De laatst gebruikte centrifugeergegevens worden weergegeven.
De transportbeveiliging in de slingerruimte verwijderen, zie informatieblad "Transportbeveiliging"".
brandt.
NL
11/126