10.
Bij een alarm in de additievendispenser (frequentiepuls):
1.
Controleer of de bak niet leeg is en de transportpijp niet verstopt is.
2.
Maak met uw smartphone verbinding met de voerregelaar.
3.
Ga naar de pagina Alarmen > Actieve alarmen.
4.
Druk op de toets
5.
Test de additievendispenser (frequentiepuls), ga naar de pagina Service > FreqReg puls >
Test FreqReg puls
1.
Druk op
Er verschijnt een venster met het nummer van de dispenser.
2.
Druk op het witte vakje dat het nummer weergeeft, stel het gewenste nummer in en druk op
OK.
3.
Druk op
Er verschijnt een venster met het gewicht.
4.
Druk op het witte vakje dat het gewicht aangeeft, stel het gewicht in en druk op OK.
5.
Druk op
De ingestelde additievendispenser (frequentiepuls) begint de werken en doseert het ingestelde
gewicht aan additieven.
Afbeelding 45. Conventionele dispenser
LEGENDA: 3. Sensor -
Controleer tijdens bedrijf of het lampje van de sensor (3) (zie afbeelding 45 op pagina 5-20) of
(5) (zie afbeelding 46 op pagina 5-20) knippert bij elke puls. Brandt het lampje niet, dan is de
sensor defect.
Controleer of het ingestelde gewicht wordt gedoseerd. Wanneer dit niet het geval is, moet de
additievendispenser (frequentiepuls) worden gekalibreerd (zie Kalibreer de additievendispenser
(pulsfrequentie) op pagina 6-26).
11.
Reset zo nodig het MOD-alarm (zie Het resetten van alarmen op het MOD-alarm op pagina 5-23) of
het alarm op CRS.
5.4.3
Het systeem na een alarm opnieuw starten
U kunt de WebUI of de smartphone gebruiken om alarmen in de software van de voerregelaar te resetten.
5-20
ACCEPT.
.
en
.
.
Afbeelding 46. Dispenser met mengmotor
LEGENDA: 5. Sensor -
in n o vato rs in ag ric u ltu re
Bedieningsinstructies