Wanneer de MFR de
•
voergang kruist: voer of
vliegen die de ultrasone
sensor beïnvloeden,
verkeerde uitlijning van de
ultrasone sensor (achterover
gebogen of omhoog/omlaag).
Door veel voer aan het einde
•
van een voerhek kan een MFR
naar buiten worden geduwd;
dit kan de volgende
routeactie(s) beïnvloeden.
Resetpunt gemist
•
Wanneer een MFR een muur
raakt voorbij het punt waar hij
had moeten stoppen op een
resetstrip, is hij misschien te laat
begonnen met zoeken naar de
resetstrip of heeft hij de strip
niet herkend. Het verschil tussen
het detecteren van staal en geen
staal moet groot genoeg zijn,
zodat beide sensoren
tegelijkertijd een strip
herkennen.
Resetstrips moeten zo dicht
mogelijk bij en loodrecht op de
rijrichting zijn. Bij voorkeur niet
meer dan 30 graden maar zeker
niet in een hoek van 45 graden
of groter. Als er zich veel voer
bovenop de resetstrip bevindt,
kan het zijn dat de MFR naar het
midden is geduwd en de strip
mist. Nat vuil of ijs op de
sensoren of strips beïnvloedt de
meting. Een verkeerde uitlijning
van de sensoren maakt ze
onbetrouwbaar.
Opsporen van storingen
Zet de MFR handmatig terug
naar een positie vóór de
resetstrip en hervat de route.
Verwijder voer dat zich bovenop
de resetstrip heeft opgehoopt.
Maak de inductieve
sensoreenheid schoon en
controleer of er zich geen metaal
onder bevindt.
in n o vato rs in ag ric u ltu re
Voorkom overmatige
•
ophoping van (rest)voer. Stop
de dosering eerder (alleen
gedaan door
servicemonteurs) of
verwijder het voer
regelmatig.
Reinig de sensoreenheid en
controleer of de hoogte van de
sensorbeugel goed is afgesteld.
Vraag uw Lely Center om te
controleren of de sensoren goed
in de houder zitten (niet omhoog
worden geduwd). Vraag ze om
de wieldiameter aan te passen
wanneer de MFR structureel te
laat is met het zien van de
resetpunten (diameter
vergroten) en laat ze
onbetrouwbare routes
verbeteren (positionering en
gebruik van resetstrips).
7-5