2.4.3.6
Veiligheidshek
Sensoren in de spanpaal van het veiligheidshek detecteren wanneer het hek dicht is en op de juiste
spanning is. Wanneer er geen spanning is, worden de voergrijper en bovenloopkraan onmiddellijk
uitgeschakeld. Denk eraan dat de MFR blijft werken. Om de sensor te resetten, sluit u het veiligheidshek
en laat u de lier draaien tot het lampje uitgaat.
Als het lampje brandt, betekent dit dat er een onveilige situatie is. Als het lampje uit is, geeft dit aan dat
het hek de juiste spanning heeft.
2.4.3.7
Veiligheidsschakelaar vuldeur voerkeuken
Ongevalgevaar door een veiligheidsschakelaar met een storing.
Ernstig letsel tot de dood toe.
Voer geen manipulaties uit aan de veiligheidsschakelaar.
Op de vuldeur van de keuken is een toegangsschakelaar aangebracht.
Wanneer de vuldeur van de keuken door onbevoegden wordt geopend, schakelt de toegangsschakelaar
de voergrijper, de brugkraan en het veiligheidshek onmiddellijk uit.
Houd er rekening mee, dat de meng- en voerrobot in bedrijf blijft.
Om de toegangsschakelaar te resetten, moet de vuldeur van de keuken weer worden gesloten en stelt u
de voerkeuken weer in bedrijf.
2.5
Veiligheidszones
2.5.1
Algemene veiligheidszones
De op de verdeelkast aangebrachte typeplaat van de Vector geeft de gevarenzones op het bedrijf aan.
Veiligheid
in n o vato rs in ag ric u ltu re
2-29