2.4.2.4
Noodbumper
De noodbumper (5) (zie afbeelding 8 op pagina 2-16) van de meng- en voerrobot zorgt ervoor dat het
voertuig onmiddellijk stopt wanneer het een obstakel raakt dat ten minste 45 cm boven vloerniveau is. De
reactie van de meng- en voerrobot is afhankelijk van het type obstakel en de routeactie
•
Als de meng- en voerrobot een hard obstakel raakt (bijvoorbeeld een tractor), rijdt hij naar achteren
totdat er geen contact meer is met het obstakel. Na een paar seconden probeert de meng- en
voerrobot zijn route te vervolgen. Wanneer de robot opnieuw het obstakel raakt, rijdt hij weer naar
achteren (totdat er geen contact meer is). Op deze manier zal de meng- en voerrobot een paar keer
proberen zijn route te vervolgen, waarna hij stopt en een alarmbericht genereert.
Wanneer de meng- en voerrobot een obstakel raakt dat niet massief is, of wanneer een mens of dier
•
tegen de bumper duwt, wacht het voertuig een paar seconden, en probeert dan de route te vervolgen.
Tijdens het voeren draait de voerrobot enigszins weg van het voerhek. Wanneer de noodbumper
enkele malen wordt geactiveerd (binnen 50 cm), stopt het voertuig, en genereert het een alarmbericht.
Het alarmbericht wordt gegenereerd nadat de noodbumper 5-maal is geactiveerd tijdens routeactie
Voeren, tijdens andere routeacties wordt een alarm gegenereerd nadat de bumper 3-maal is
geactiveerd.
2.4.2.5
Veiligheidssleutel
Aan de voorzijde van de besturingskast van de meng- en voerrobot (zie afbeelding 8 op pagina 2-16) is een
veiligheidssleutel (4) aangebracht.
Wanneer de veiligheidssleutel in stand OFF (uit) wordt gezet, stopt de voerrobot onmiddellijk met
werken. De sleutel bedient hetzelfde circuit als de noodstopknop, hetzelfde alarm wordt gegenereerd.
De veiligheidssleutel moet worden verwijderd voor aanvang van onderhoudswerkzaamheden.
Veiligheid
in n o vato rs in ag ric u ltu re
2-19