2.
Plaats de nieuwe strip op de vloer, zorg ervoor dat de meng- en voerrobot de metalen strip op exact
dezelfde positie aantreft als de oude strip.
3.
Maak voor zover mogelijk gebruik van de oude gaten.
4.
Draai de schroef (BT 6x65) een stukje in de duo-plug.
5.
Gebruik een hamer om de plug met de schroef door de metalen strip in het gat te tikken. Zorg ervoor
dat de bovenkant van de plug vlak ligt met het beton.
6.
Gebruik een T30-bit om de metalen strip met de bouten (BT 6x65) vast te zetten. Draai de bouten vast
met niet meer dan 20 Nm, het moet nog steeds mogelijk zijn de strip te bewegen.
6.2.10
Het inspecteren van de verslagen in de software van de meng- en voerrobot
1.
Maak verbinding tussen de smartphone en de meng- en voerrobot.
2.
Ga naar de pagina Alarmen > Meldingskrant.
3.
Lees de meldingen van de afgelopen dagen. Wanneer sommige meldingen vaker voorkomen dan te
verwachten was, probeer dan het achterliggende probleem op te lossen, of neem contact op met uw
Lely-monteur voor advies. Voorbeelden hiervan zijn meldingen betreffende accu's of van een silo.
6.2.11
Legen van de mengbak en tarreren van de laadcellen
Omdat de mengbak na het voeren aan het einde van een locatie nooit helemaal leeg zal zijn, is het
raadzaam om het tarreren uit te voeren met de hoeveelheid voer die altijd in de mengbak achterblijft.
Voer deze procedure uit wanneer de mengbak niet geheel leeg is en het gemeten voergewicht nul is.
Voorbereiding
1.
Rijd (zie De meng- en voerrobot handmatig rijden op pagina 5-34) de meng- en voerrobot handmatig
naar een voerhek.
Maak de mengbak leeg
1.
Maak verbinding tussen de smartphone (zie Verbinding maken tussen de smartphone en de software
op het apparaat op pagina 5-15) en de meng- en voerrobot.
2.
Open de voerdeur op pagina Testen > Motoren > Voertondeur.
3.
Druk op
om de gewenste richting te kiezen en op
4.
Start de loswals in de juiste richting op pagina Testen > Motoren > Losrol.
5.
Druk op
om de gewenste draairichting te kiezen en op
stoppen.
6.
Start de mengvijzel in de juiste richting op pagina Testen > Motoren > Vijzel.
Om beschadiging van de motor of frequentieregelaar te voorkomen, laat de
vijzelmotor nooit sneller draaien dan met een frequentie van 50 Hz.
Onderhoudsprocedures
om de motor te starten of te stoppen.
om de motor te starten of te
in n o vato rs in ag ric u ltu re
6-19