Bediening
Warmhouden voor één bereiding uit-
schakelen
Voorbeeld: u hebt een functie en de no-
dige instellingen gekozen, zoals een
temperatuur.
U wilt de functie
bereiding uitschakelen.
Kies de sensortoets .
Kies
Warmhouden
Bevestig met OK.
De functie
Warmhouden
Na afloop van de bereiding blijft de deur
gesloten. De koelventilator koelt het ge-
recht en de ovenruimte af.
De instelling voor de functie
wijzigt niet.
50
voor deze
Warmhouden
|
.
Uit
is uitgeschakeld.
Snelkoelen
Crisp function
Het gebruik van de functie
(vochtvermindering) is zinvol bij ge-
rechten zoals quiche, pizza, plaattaarten
met vochtig beleg of muffins.
Vooral gevogelte krijgt met deze functie
een krokant vel.
Crisp function inschakelen
De functie
Crisp function
functie gebruikt worden en moet voor
elke bereiding apart worden ingescha-
keld.
U heeft een functie en de nodige instel-
lingen gekozen, bijv. een temperatuur.
U wilt de functie
bereiding inschakelen.
Kies de sensortoets .
Kies
Crisp function
Bevestig met OK.
De functie
Crisp function
Crisp function
kan bij elke
voor deze
Crisp function
|
.
Aan
is ingeschakeld.