met een laag los en glad materiaal
(bijv. gras, sneeuw, ijs of grind).
•
De sneeuwmodus optimaliseert de
trek-, rij- en stuurfuncties in gladde
omstandigheden en het gaspedaal
wordt met voorzichtigheid
geselecteerd.
VOORZICHTIG
•
Het uitschakelen van het
elektronische stabiliteitsregelaar-
systeem kan helpen als de
motorprestaties in zachte
sneeuwomstandigheden worden
aangetast door de activering van
dynamische stabiliteitscontrole. Het
elektronische stabiliteitsregelaar-
systeem moet opnieuw worden
gestart nadat de omstandigheden
weer normaal zijn.
③ Knop rijmodus
•
Beschikbare rijmodi zijn Ecology
(Ecologie), Conservation (Behoud),
Optimization (Optimalisatie) (ECO),
Sport (SPORT) en Normal (NORMAL).
Schakel de knop in om te kiezen uit de
verschillende modi die op het
instrumentenpaneel worden
weergegeven op basis van uw
verschillende behoeften.
•
Ecologie, behoud, optimalisatie
(Ecology, conservation, optimization,
ECO): gemiddeld autovermogen,
comfortabele besturing en rijden,
gunstiger verbruik.
•
Normale modus (NORMAL): modus
met standaard instellingen, de
standaard rijconditie.
•
Sportmodus (SPORT): de auto levert
goede prestaties, maar de acceleratie
wordt bij lage capaciteit en te hoge of
lage temperaturen gereduceerd.
Schakelaar
passagiersairbag
•
De airbag voorin kan worden
gedeactiveerd als de auto is uitgerust
met een schakelaar voor de airbag
voor passagiers.
•
De schakelaar bevindt zich aan de
passagierszijde van het dashboard en
is toegankelijk wanneer de deur van
de passagier open is.
•
het controlelampje van de airbag voor
de voorpassagier bevindt zich op het
plafond.
•
Controleer altijd nogmaals of de
schakelaar in de gewenste stand
staat voor de persoon die op de
voorste passagiersstoel zit.
•
Schakel de airbag voor de
voorpassagier in of uit volgens
het gebruik van de passagiersstoel
voorin:
•
Wanneer de schakelaar op AAN
staat, wordt de airbag voor de
voorpassagier geactiveerd. het
controlelampje 'PASSENGER
AIRBAG' (Passagiersairbag) van
de voorpassagier brandt continu
03
85