Inhoudsopgave
Advertenties
WAARSCHUWING
bovenkant van de sensor of het
afvegen met een doek ervoor
zorgen dat de ruitenwisser werkt
en dus tot een ongeluk leiden.
•
Schakel de automatische modus
van de ruitenwisser uit tijdens het
wassen van de auto, in droge
seizoenen of wanneer het niet
regent om te voorkomen dat de
ruitenwisser onbedoeld wordt
gebruikt.
VOORZICHTIG
•
Wanneer de ruitenwisser
halverwege stopt vanwege
sneeuwophoping en/of andere
redenen, zet de ruitenwisser dan
uit, parkeer het voertuig op een
veilige plaats en verwijder de
sneeuw en ander vuil, zodat de
ruitenwisser goed kan werken.
•
De sensor kan er soms niet in
slagen om sneeuwvlokken
goed te identificeren, omdat ze
verschillende vormen hebben, wat
kan leiden tot een storing van de
ruitenwisser. Nadat de sneeuw is
gesmolten, kan dit leiden tot
automatisch vegen van de
ruitenwisser.
HERINNERING
•
Als de ruitenwisserhendel zich in
bevindt, voert de ruitenwisser
een veegactie uit wanneer de
gevoeligheid van de ruitenwisser
met één trap wordt verhoogd.
Als de ruitenwisser wordt
uitgeschakeld naar
ruitenwisser een veegactie uit.
, voert de
Sproeier voor voorruit
Trek de ruitenwisserschakelaar korter
dan 0,5 seconden omhoog (naar het
stuur) zodat het systeem alleen water
spuit zonder veegactie, of spuit water
plus veegactie met lage snelheid als de
ruitenwisserschakelaar lang wordt
opgetrokken. Na loslaten van de
ruitenwisserschakelaar veegt de
ruitenwisser automatisch drie keer en
keert dan terug in de oorspronkelijke
stand.
Achterruitwisser en sproeier
•
Zet de ruitenwisserschakelaar op
om de achterruitwisser te activeren.
Zet deze op
om de ruitenwisser te
stoppen.
•
Zet de ruitenwisserschakelaar op
om de ruitenwisser achter en de
sproeier tegelijkertijd te activeren.
03
81
Advertenties
Inhoudsopgave
