volgende in acht om de levensduur van
de ruitenwisserbladen en de rijveiligheid
te garanderen:
•
Gebruik geen mes om ijs van het
oppervlak van de voorruit te
verwijderen. Gebruik een geschikte
ijsschraper.
•
Schraap het oppervlak van de voorruit
niet af als dat vuil, vettig of wasachtig
is.
•
Houd het oppervlak van de voorruit
schoon. Wis geen stof, zand, insecten
of vreemde voorwerpen op het
oppervlak van de voorruit.
•
Tijdens het wassen van de auto en
het onderhoud van de carrosserielak
is het niet nodig om de voorruit te
waxen, omdat de waxlaag licht
reflecteert, waardoor het zicht en de
rijveiligheid worden beïnvloed. Spoel
het wisserblad na het wassen van de
auto met gewoon water af en gebruik
een speciaal waxreinigingsmiddel
voor de voorruit om de waxlaag op de
voorruit te verwijderen.
•
Was de ruitenwisserbladen niet met
een waterstraal om te voorkomen dat
overmatige waterdruk de bladen
beschadigt.
Onderhoudsregels
•
Reinig de voorruit en het blad
regelmatig (bij voorkeur eenmaal
per week of eenmaal per twee weken).
•
Veeg de ruitenwisser regelmatig
schoon, bij voorkeur eenmaal per
dag of per twee dagen.
•
Wanneer u een mes gebruikt om de
voorruit schoon te maken, houd de
voorruit dan volledig nat (als er geen
regen is, moet de wasvloeistof van
tevoren worden gespoten).
•
Reinig de voorruit met een speciale
ruitensproeiervloeistof.
•
Reinig modder en insecten meteen
met een doek aan de voorruit
vastzitten.
•
Wanneer er pitjes in de voorruit zitten
die veroorzaakt zijn door steentjes,
moet het onderhoud tijdig worden
uitgevoerd (ruitreparatie met
harsinjectie wordt aanbevolen voor
pitjes en voorruitvervanging als de
pitjes te groot of er te veel zijn, of de
voorruit gebarsten is).
•
Vervang de ruitenwisserbladen
regelmatig, bij voorkeur eenmaal
per zes maanden.
•
Zet bij het reinigen van de voorruit de
ruitenwisserarm van tevoren omhoog.
De specifieke werkwijze is als volgt:
1. Ga naar het infotainmentsysteem
en tik op Vehicle Health (Staat
van de auto) om onderhoud van
de voor-/achterruitenwisser
mogelijk te maken. De wissers
draaien naar buiten.
2. Pak het bovenste uiteinde van
de ruitenwisserarm vast en til
voorzichtig de ruitenwisserarm
en het blad op.
Banden
•
Voor veilig rijden moeten geschikte
banden en de juiste maat voor de
auto, met een goed loopvlak en
standaard bandenspanning, worden
gebruikt.
•
Op de volgende pagina's vindt u meer
informatie over het controleren van de
bandenspanning, schade aan en
slijtage van banden en de werkwijze
voor het uitlijnen van de wielen.
WAARSCHUWING
•
Het gebruik van banden
met overmatige slijtage of
onvoldoende of juist overmatige
06
211