•
Het detectie van dode hoek-systeem
kan mogelijk geen adequate
waarschuwing geven wanneer
voertuigen met hoge snelheid van
achteren naderen.
•
De bestuurder moet zorgen voor de
normale werking van het detectie van
dode hoek-systeem, zodat de detectie
van dode hoek-radarsensoren in
goede staat blijven. Als ze bijvoorbeeld
bedekt zijn met vuil, sneeuw of andere
obstakels, moeten ze meteen worden
schoongemaakt.
•
Als irrelevante objecten aan de zij- of
achterkant (zoals grote barrières langs
de weg die worden gebruikt tijdens
wegwerkzaamheden, grote
reclameborden langs de weg,
reflectoren in tunnels of andere
objecten met een grote
reflectieoppervlakte) ten onrechte
worden geselecteerd als te detecteren
auto's, geeft het BSD-systeem een
waarschuwing.
•
Detectie kan in sommige omgevingen
worden beïnvloed of vertraagd. Als de
radardoorsnede van het doel te klein
is (bijvoorbeeld een fiets, elektrische
bromfiets of voetganger), kan het zijn
dat het systeem geen doelen
identificeert, wat leidt tot valse
alarmen. Daarnaast kan de detectie
ook worden beïnvloed of vertraagd
door ruis of elektromagnetische
interferentie.
•
RCTB-activatiescenario:
•
Een voetganger steekt achter het
voertuig over wanneer het met
lage snelheid achteruit rijdt.
Beperkingen van het systeem
•
De activering van het RCTB-systeem is
afhankelijk van verschillende factoren,
zoals de omgeving, de staat van het
voertuig en het doel. Er is geen
garantie dat de noodrem altijd in elke
situatie geactiveerd kan worden.
152
•
In sommige omstandigheden is het
moeilijk voor het systeem om de
bestuurder te helpen en kan de
detectie worden beïnvloed of
vertraagd. Mogelijke omstandigheden
omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
•
Het voertuig dat van de achterkant
nadert, verandert plotseling van
rijstrook.
•
Voertuigen die van achteren
komen, worden te laat
gedetecteerd bij scherpe bochten,
hellingen of andere instellingen.
•
Het te detecteren voertuig is
verduisterd.
•
Voertuigen komen van achteren
met een relatieve snelheid van
meer dan 80 km/u.
•
De auto bevindt zich in een te
scherpe bocht of gaat een bocht in
of uit.
•
De auto rijdt onder zware
weersomstandigheden, zoals
regen of sneeuw.
•
mmWave-radar(s) hoek achterzijde
komen los, zijn losjes geïnstalleerd
of zijn geblokkeerd.
•
Het voertuig komt bepaalde
metalen vangrails of vergelijkbare
wegomstandigheden tegen.
•
Doelen waarop mogelijk niet wordt
gereageerd, omvatten, maar zijn
niet beperkt tot, voetgangers en
dieren.
•
De omgeving bevat
elektromagnetische interferentie
of andere invloeden.
•
Trillingen of botsingen die
de sensorkalibratie van mmWave-
radars hoek achterzijde van de
detectie van dode hoek beïnvloeden,
kunnen de systeemprestaties
verminderen. Neem contact op met
een officiële BYD-dealer of een erkend
servicepunt. als dit wordt vastgesteld.