•
ABS helpt de stuurcontrole te
behouden door te voorkomen
dat de wielen blokkeren wanneer
de rem plotseling wordt gebruikt
of op gladde wegen.
•
Als het ABS werkt, knippert het ESC-
lampje
en trilt het rempedaal, wat
lawaai kan veroorzaken. Dit komt
omdat het antiblokkeersysteem de
rem snel pulseert, wat normaal is. In
dit geval moet u het rempedaal
indrukken en vasthouden in plaats van
de pompend te remmen. Hierdoor kan
ABS functioneren zoals het is bedoeld.
Bij het wegsturen van gevaar moet er
altijd een stevige en constante druk op
het rempedaal worden gehouden om
het antiblokkeersysteem te laten
werken.
WAARSCHUWING
•
Het antiblokkeersysteem kan niet
effectief werken onder de volgende
omstandigheden:
•
Er worden banden gebruikt met
onvoldoende grip (bijvoorbeeld
overmatig versleten banden op
besneeuwde wegen).
•
Het voertuig slipt bij het rijden
met hoge snelheid op gladde
wegen.
•
ABS is niet ontworpen om de
remafstand van het voertuig te
verkleinen. Houd altijd een veilige
afstand van de auto vooruit bij:
168
WAARSCHUWING
•
Rijden op gladde, modderige,
zanderige of besneeuwde
wegen.
•
Rijden op wegen met veel
kuilen of op oneffen wegen.
•
Hobbelige wegen.
VOORZICHTIG
•
Als het waarschuwingslampje
voor een ABS-fout nog brandt
terwijl het waarschuwingslampje
van het remsysteem brandt,
parkeer het voertuig dan
onmiddellijk op een veilige
plaats. Het wordt aanbevolen
om contact op te nemen met
een officiële BYD-dealer of een
erkend servicepunt.
•
In dit geval, als de remmen
worden geactiveerd, zal het
antiblokkeersysteem niet werken
en zal het voertuig extreem
instabiel worden.
•
Het antiblokkeersysteem
vermindert niet de tijd en afstand
die nodig zijn om het voertuig te
stoppen. Dit systeem helpt u alleen
bij het sturen tijdens het remmen.
Houd altijd een veilige afstand tot
andere auto's.
•
Het antiblokkeersysteem voorkomt
geen afname van de stabiliteit. Bij
het remmen in een noodgeval
moet de besturing matig zijn. Een
grote of scherpe bocht tijdens het
rijden kan ertoe leiden dat de auto
uitwijkt naar tegemoetkomend
verkeer of van de weg raakt.
•
Het antiblokkeersysteem kan
slippen veroorzaakt door
plotselinge richtingsveranderingen
niet voorkomen, zoals proberen
een scherpe bocht te maken of