WAARSCHUWING
•
Wanneer AVH aan staat
(controlelampje groen),
wanneer de EPB niet normaal
functioneert, verschijnen er
meldingen als 'Please check the
ESC system' (Controleer het
ESC-systeem) en 'Please check the
EPB system' (Controleer het
EPB-systeem) op het
instrumentenpaneel. De
bestuurder moet de besturing
binnen twee seconden overnemen,
waarna AVH de remdruk zal
vrijgeven.
AVH uitschakelen
Druk nogmaals op de AVH-schakelaar om
AVH uit te schakelen.
VOORZICHTIG
•
Door op het gaspedaal te drukken,
in P te schakelen of EPB in te
schakelen, kan AVH in stand-by
gezet worden. AVH wordt
uitgeschakeld als niet aan de
voorwaarden voor stand-by van
AVH wordt voldaan.
Belangrijke punten voor
het rijden
•
Vertraag bij het rijden bij sterke wind.
•
Rijd langzaam en voorzichtig over
grindwegen. Rijd niet over obstakels
met scherpe randen om schade aan
de banden te voorkomen. Anders
zullen de banden ernstig beschadigd
raken.
•
Vertraag op hobbelige of oneffen
wegen. Anders kan de impact de
wielen ernstig beschadigen.
•
Vermijd zoveel mogelijk rijden door
overstroomde gebieden.
•
Rijd voorzichtig op gladde wegen,
zoals wegen bedekt met ijs, sneeuw of
zand, of gladde oppervlakken zoals
natte keramische tegels of epoxyhars.
Vermijd parkeren op hellingen om te
voorkomen dat de auto achteruit rijdt.
WAARSCHUWING
•
De accu bevindt zich in het chassis
van de auto. Zorg ervoor dat u
geen klappen maakt tijdens het
rijden.
•
De bestuurder moet de rijveiligheid
van alle passagiers in de auto
waarborgen, hen begeleiden om
de autofuncties correct te
gebruiken en voorkomen dat
kinderen en andere passagiers
op een verkeerde manier met
bedieningsschakelaars zoals
raamschakelaars werken.
•
Zorg ervoor dat geen enkele
inzittende het hoofd of handen
buiten de auto steekt, vooral als
het om kinderen gaat.
•
Wees voorzichtig bij het versnellen
of remmen op gladde wegen. Snel
accelereren of plotseling remmen
zorgt ervoor dat de auto kan
slippen of uitbreken.
•
Verlaat de auto niet wanneer de
aandrijfmotor draait.
VOORZICHTIG
•
Wanneer de auto normaal
draait, wordt de vermogensafgifte
van de auto uitgeschakeld
voor nooduitschakeling als de
'START/STOP'-knop langer dan
drie seconden wordt ingedrukt.
Op dit moment wordt aanbevolen
om op de knop van het
alarmknipperlicht te drukken,
langs de kant van de weg te rijden
en geleidelijk te vertragen totdat
04
129