VOORZICHTIG
•
Om schade aan de transmissie te
voorkomen, drukt u pas op de 'P'-
knop nadat de auto volledig tot
stilstand is gekomen.
•
Druk op de knop 'ONTGRENDELEN'
om van 'P' of naar 'R' te schakelen.
•
'R': Reverse (Achteruit), alleen
gebruikt wanneer het voertuig
volledig tot stilstand is gekomen.
•
'N': Neutral (Neutraal), gebruikt voor
tijdelijke stop. Schakel in 'P' voordat u
langdurig parkeert.
Huidige
versnelling
Schakelen
naar
P
R
N
D
124
P
/
Met het contact
ingeschakeld en
het rempedaal
ingedrukt.
Met het contact
ingeschakeld en
het rempedaal
ingedrukt.
Met het contact
ingeschakeld en
het rempedaal
ingedrukt.
•
'D': Drive (Rijden). Schakel naar 'D'
om normaal met het voertuig te
rijden.
•
Als de versnelling ingeschakeld is,
keert de hendel terug naar de
middelste stand nadat deze is
losgelaten.
•
Als het bestuurdersportier opent
terwijl de auto ≤ 3 km/u rijdt in de
versnelling 'D' / 'R', schakelt de
versnelling automatisch over naar 'P'.
•
Schakel bij het starten van de auto het
contact in en schakel in de versnelling
'D' of 'R' om het EPB-systeem te
koppelen.
•
Verkeerd schakelen kan de aandrijflijn
beschadigen. Schakeltabel:
R
Met de
ontsteking aan
ontsteking aan
en autosnelheid
en autosnelheid
≤3 km/u.
Met het contact
autosnelheid ≤3
/
Met het contact
aan.
Met het contact
Met de
ontsteking aan
autosnelheid ≤3
en autosnelheid
≤3 km/u.
N
Met de
Met de
ontsteking
aan en
autosnelheid
≤3 km/u.
≤3 km/u.
Met de
aan,
ontsteking
aan en
km/u en
autosnelheid
rempedaal
≤3 km/u.
ingedrukt.
Met het
/
contact aan.
aan,
km/u en
rempedaal
ingedrukt.
D
/