Inhoudsopgave
Advertenties
•
Wanneer de slimme laadfunctie
geactiveerd is, wordt de
laagspanningsaccu via de
hoogspanningsaccu opgeladen.
Het is daarom normaal dat de
accucapaciteit of de elektrische
actieradius die op het
instrumentenpaneel wordt
weergegeven, afneemt wanneer
de auto wordt gestart nadat deze
inactief is geweest.
•
Als slim opladen niet werkt, kan de
laagspanningsaccu de voeding van de
auto uitschakelen. Als u vóór gebruik
merkt dat het voertuig niet van
stroom wordt voorzien, probeer dan
de laagspanningsaccu te activeren
door de microschakelaar van het
bestuurdersportier continu in te
drukken en het voertuig
onmiddellijk in te schakelen om de
laagspanningsaccu op te laden. Het
wordt aanbevolen om deze langer dan
1 uur op te laden.
HERINNERING
•
De laagspanningsaccu bevat
relais. Het is dus normaal dat de
werkingsgeluiden van het relais
door de accu worden afgegeven.
•
De laagspanningsaccu moet
worden opgeladen met
professioneel laadgereedschap
en mag niet zonder toestemming
worden verwijderd om op te
laden.
•
Start het voertuig niet
met een ander voertuig met
brandstofmotor, omdat dit
de laagspanningsaccu kan
beschadigen.
•
De laagspanningsaccu is een accu
op een laagspanningsplatform
die verschilt van een gewone
loodzuuraccu. Lees de instructies
in deze handleiding in detail door.
112
HERINNERING
•
De laagspanningsaccu heeft een
ingebouwde vermogensmanager.
Demonteer of repareer de accu
niet zonder toestemming om
beschadiging van de accu of
persoonlijk letsel te voorkomen.
•
De laagspanningsaccu moet
voor normaal gebruik met de
auto communiceren, dus het is
belangrijk om de stekker en de
kabelboom correct aan te sluiten.
De auto wekken vanuit een lage
accucapaciteit
Wekken door de microschakelaar van
het bestuurdersportier:
•
De laagspanningsaccu is uitgerust
met de sluimer- en wekfunctie. Als na
langdurig parkeren de auto niet kan
worden gelokaliseerd of ontgrendeld
met de smartkey, geeft dit aan dat de
laagspanningsaccu mogelijk in een
slapende toestand is gekomen. Druk
nu op de microschakelaar op de
hendel van het bestuurdersportier
(zie P57 ) om de laagspanningsaccu te
activeren. Wanneer de auto
ontgrendeld is, kan deze normaal
gebruikt worden.
Wekken door starthulp
•
Als de auto niet kan worden
geactiveerd en ontgrendeld
met de microschakelaar van het
bestuurdersportier, gebruik dan de
mechanische sleutel om de portier te
openen. Gebruik vervolgens een 12V-
voeding om het voertuig te starten
met twee speciaal ontworpen kabels
voor de jumpstart. In dit geval is de
capaciteit van de laagspanningsaccu
laag. Het instrumentenpaneel kan het
volgende weergeven: 'De capaciteit
van de laagspanningsaccu is laag en
de auto wordt uitgeschakeld', en de
auto wordt weer inactief. Start de auto
Advertenties
Inhoudsopgave
