Bediening cruiseknop
Knop ACC inschakelen/uitschakelen
Druk op knop ② om ACC te
•
activeren of af te sluiten. Het
systeem staat in standby wanneer
aan de activeringscondities is voldaan.
(Standaard stelt inschakelen van de
ACC de huidige snelheid als
② te drukken. Als de huidige snelheid
cruisesnelheid in door op knop
lager is dan 30 km/u, wordt de
cruisesnelheid ingesteld op 30 km/u.)
Resetten van de adaptieve
cruisecontrol
•
Wanneer het ACC-systeem in standby
staat binnen dezelfde
ontstekingscyclus, onthoudt het
Duw hendel ① omhoog om de
systeem de laatste snelheidsinstelling.
opgeslagen snelheid te herstellen
voordat u het cruisesysteem verlaat.
Cruisesnelheid verhogen/verlagen
•
Als de adaptieve cruisecontrol actief is,
stelt u de auto in op een snelheid
door hendel ① te bewegen. Door de
binnen het bereik van 30~150 km/u
hendel ① omhoog of omlaag te
bewegen, wordt de cruisenelheid
telkens met 5 km/u verhoogd of
verlaagd.
WAARSCHUWING
•
Houd u strikt aan de lokale
snelheidsbeperkingen, rijd
veilig en niet te hard.
132
Uitschakelen van de adaptieve
cruisecontrol
en u een tweede keer op knop ②
•
Als de adaptieve cruise control actief is
drukt of het rempedaal intrapt, wordt
de adaptieve cruise control op stand-
by gezet.
Voertuigafstand instellen
•
De bestuurder moet een veilige
voertuigafstand selecteren.
•
Het systeem past de snelheid van de
auto aan om op dezelfde rijstrook een
geschikte afstand tot het voorliggende
knoppen ③ en ④ op het stuurwiel te
auto aan te houden. Door op de
drukken, wordt de autoafstand
aangepast aan een van de vier
beschikbare niveaus. Op elk niveau is
de autoafstand recht evenredig met
de snelheid van de auto. Hoe sneller
de snelheid, hoe langer de afstand.
Snelheid verhogen/verlagen met
adaptieve cruisecontrol wanneer actief
is
•
Wanneer de adaptieve cruisecontrol is
geactiveerd, kunt u het gaspedaal
intrappen om vooraf de ingestelde
gewenste cruisesnelheid te bereiken.
Het systeem gaat dan naar de modus
hogere snelheid. Als de auto al op de
doelsnelheid rijdt en de bestuurder
het gaspedaal indrukt zonder andere
handelingen uit te voeren, keert de
auto terug naar de doelsnelheid nadat
het gaspedaal wordt losgelaten. Als de
bestuurder het rempedaal indrukt om
continu te vertragen, gaat ACC in
stand-by. Nadat de rem is losgelaten,
moet de adaptieve cruisecontrol
opnieuw worden geactiveerd.
Volgen-tot-stop/start
•
Gecontroleerd door de adaptieve
cruisecontrol, kan de auto stoppen
wanneer het voorliggende auto onder
normale rijomstandigheden stopt en