Inhoudsopgave
Advertenties
•
U kunt in infotainment-touchscreen
Comfort of Sport selecteren
Vehicle (Auto) → Intelligent
Chassis (Intelligent Chassis) →
Brake assist mode
(Remassistentie).
•
Comfortparkeersysteem
•
Comfortparkeersysteem: Wanneer
het voertuig vertraagt om te
stoppen in een niet-noodsituatie,
vermindert het intelligente
rembekrachtigingssysteem de
stop-instant veerhelling en impact
door de remdruk van de vier
remmen te regelen, waardoor de
bestuurder een soepel stopgevoel
krijgt.
•
Ga naar het infotainment-
touchscreen
→ Intelligent Chassis om de
comfortregeling in of uit te
schakelen.
•
Nadat de functie is geactiveerd,
kan de remafstand met 2-5 cm
toenemen. Vergroot de afstand
tot het voertuig of obstakel
dienovereenkomstig voordat
u uw voertuig stopt.
•
Remschijf afvegen
•
Afveegfunctie remschijf: Wanneer
de ruitenwisserschakelaar is
ingeschakeld of de regensensor
regen detecteert, oefent het
geïntegreerde remcontrolesysteem
een kleine remdruk uit op alle vier
de remmen, zodat de remblokken
in contact komen met schijven om
de waterfilm van de schijven te
verwijderen. Dit verkort de
remresponstijd en remafstand.
•
Zolang het systeem regen of het
AAN-signaal van de ruitenwisser
detecteert, worden de remschijven
herhaaldelijk met bepaalde
tussenpozen afgeveegd om de
veiligheid te verbeteren.
166
→
→ Vehicle (Auto)
Bedieningsinstructies voor de ESC
•
Werking van de ESC
•
Als er kans is op slippen of
terugglijden wanneer het
voertuig op een helling wegrijdt,
of als een van de aandrijfwielen
doordraait, knippert de
indicator voor de elektronische
stabiliteitsregelaar om aan te
geven dat de elektronische
stabiliteitsregelaar werkt.
•
Elektronische stabiliteitsregelaar
uitschakelen
•
Als het voertuig vast komt te zitten
in sneeuw of modder, kan de
elektronische stabiliteitsregelaar
het vermogen van de motor naar
de wielen verminderen. In dit geval
moet u mogelijk het systeem
uitschakelen om los te komen.
•
Elektronische stabiliteitsregelaar
uitschakelen
•
Om ESC uit te schakelen, drukt
u op de knop ESC UIT en laat u
deze los. Daarnaast controleert
ESC in real time de werkstatus.
Als de ESC OFF-schakelaar wordt
ingedrukt terwijl het ESC-systeem
werkt, zal het systeem de actieve
interventiecontrole voltooien in
plaats van het commando
'Uitschakelen' onmiddellijk
uit te voeren. ESC wordt pas
uitgeschakeld nadat de
interventiecontrole is voltooid.
•
Sommige functies van het ESC-
systeem kunnen opnieuw worden
ingeschakeld als u nogmaals op de
ESC OFF-schakelaar drukt of als de
autosnelheid de drempel (80 km/u)
overschrijdt. Om te voorkomen
dat de ESC plotseling wordt
uitgeschakeld, kan de ESC alleen
opnieuw worden geactiveerd als
het zich niet in een dynamische
interventiestatus van de auto
bevindt.
Advertenties
Inhoudsopgave
