5.8.4.2
Hydraulische reminrichting vastkoppelen
1.
Haal de hydraulische mof (1) af van het
blinde aansluitstuk (2) aan machinezijde.
2.
Koppel de machinezijdige hydraulische
mof aan de trekkerzijdige snelsluiting van
de hydraulische reminrichting.
3.
Haal de handrem van de machine los.
5.8.4.3
Noodremventiel aansluiten
Mocht de machine losbreken dan activeert de losbreekkabel het noodremventiel. De hydraulische olie
loopt dan uit de drukaccumulator naar de remcilinders en zet het remproces in werking.
1.
Bevestig de afbreekkabel (1) zo aan de trekker, dat de afbreekkabel (1) zich bij het losbreken
horizontaal tussen trekker en machine bevindt.
2.
Bedien de reminstallatie van de machine tijdens stilstand meerdere malen.
De drukaccumulator (4) wordt gevuld. Nu zijn reminstallatie en noodremventiel (3) pas weer
gereed voor gebruik.
(1)
Afbreekkabel
(2)
Koppelingsmof
(3)
Noodremventiel
(4)
Drukaccumulator
(5)
Remcilinder
(6)
Remtrommel
(7)
Afblaasventiel
Aperion 2101, Aperion 2401, Aperion 3401 05.18
Koppel alleen schone hydraulische koppelingen.
•
Reinig zo nodig snelsluiting en hydraulische mof.
•
Steek de snelsluiting zo ver in de hydraulische mof dat de
snelsluiting voelbaar vergrendelt.
•
Controleer of het koppelingspunt van de hydraulische
remleiding goed zit en dicht is.
•
De gekoppelde hydraulische remleiding:
moet bij het maken van bochten zonder spanning,
knikken of wrijving licht meegeven met alle bewegingen;
mag niet tegen vreemde delen schuren.
•
Test de werking van de hydraulische reminrichting, voordat u
transporten uitvoert.
Fig. 55
Fig. 56
Machine in bedrijf stellen
99