Productbeschrijving
2.9
Achterklep
De achterklep sluit de laadruimte aan de
achterzijde af. Het openen en sluiten van de
achterklep vindt plaats via twee dubbelwerkende
hydraulische cilinders (1).
Afhankelijk van de uitrusting vindt de bediening
van de hydraulische cilinders plaats:
•
direct via een dubbelwerkend ventielenblok
van de trekker (standaarduitrusting);
•
via het bedieningspaneel (speciale
uitrusting).
Bij het openen bewegen de hydraulische
cilinders (1) de achterklep (2) eerst verticaal uit
de vergrendeling (3). Daarna zwenkt de
achterklep naar achteren omhoog.
Bij het sluiten gaat de achterklep eerst door zijn
eigen gewicht naar beneden. De hydraulische
cilinders (1) treden pas op het laatste moment in
werking. Ze trekken de achterklep dicht en laten
de achterklep verticaal op de
vergrendelingspen (4) zakken om te
vergrendelen.
De achterklep van de wagen met transportband kan worden uitgerust met een aardappelschuif of een
graanschuif.
32
Fig. 20
Tijdens transporten moet de graanschuif goed gesloten en geborgd
zijn met de borgschroef, zodat deze niet onbedoeld kan worden
geopend!
Aperion 2101, Aperion 2401, Aperion 3401 05.18