Machine in bedrijf stellen
5.3
Trekker en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen
WAARSCHUWING
1.
Laat de opgetrokken, ongeborgde onderdelen van de machine zakken tot in een veilige
eindpositie.
Zo voorkomt u onbedoeld neerlaten.
2.
Trek de parkeerrem van de trekker aan.
3.
Zet de motor van de trekker uit.
4.
Trek de contactsleutel uit het contactslot.
5.
Stuur derden (kinderen) weg van de trekker.
6.
Sluit de cabine van de trekker af.
7.
Beveilig de machine tegen wegrollen:
•
op vlak terrein met de parkeerrem of de wielblokken;
•
op zeer oneffen terrein of op een helling via de parkeerrem en de wielblokken.
84
Gevaren door beknellen, afrukken, snijden, afsnijden, grijpen,
opwikkelen, naar binnen trekken, vangen en stoten kunnen
voor personen ontstaan bij ingrepen aan de machine:
•
wanneer de niet aan de trekker aangehangen en onbeveiligde
machine onbedoeld wegrolt;
•
wanneer aangedreven werkgereedschappen niet worden
uitgeschakeld;
•
wanneer onbedoeld hydraulische functies worden uitgevoerd,
werkgereedschappen of delen van de machine worden
aangedreven, terwijl de machine aan de trekker is
aangehangen en de motor van de trekker draait;
•
wanneer de motor van de trekker onbedoeld wordt gestart;
•
wanneer trekker en machine onbedoeld wegrollen;
•
wanneer omhoog staande delen van de machine onbedoeld
omlaag gaan.
Aperion 2101, Aperion 2401, Aperion 3401 05.18