9.
Schroef de doseerwalsen vast met behulp
van de vier bevestigingsschroeven (4) aan
weerszijden twee.
10.
Monteer de ketting (5).
11.
Monteer de kettingspanner (6).
5.13.2
Doseerwalsen demonteren
1.
Beveilig de machine tegen onbedoeld wegrollen wanneer deze niet aan de trekker is
gekoppeld.
2.
Beveilig trekker en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen wanneer ze onderling zijn
aangekoppeld.
3.
Open de achterklep en borg die zodat deze niet onbedoeld naar beneden kan zakken.
4.
Om de doseerwalsen te kunnen demonteren wordt de doseeraggregaat-opname voor de
palletvork (72207602) (1) met een vorkheftruck in lijn gebracht met de onderste, in de
doseerwalsen aangebrachte, openingen voor de opname.
5.
Breng een schroefverbinding aan door ieder van de vier openingen (2) in de doseeraggregaat-
opname voor de palletvork (1) en de opname-openingen in de doseerwalsen.
6.
Open de beschermplaten (3).
7.
Demonteer de kettingspanner (6).
8.
Demonteer de ketting (5).
9.
Draai de vier verbindingsschroeven (4), aan weerszijden twee, los en klap deze weg.
10.
Til de doseerwalsen daarna met een vorkheftruck van de machine.
11.
Monteer de zijstukken.
Aperion 2101, Aperion 2401, Aperion 3401 05.18
Machine in bedrijf stellen
Fig. 70
Fig. 71
111