Bediening
6.3
Besturing
6.3.1
Bestuurbare naloopas deblokkeren tijdens directe bediening
1.
Zet de verstelhendel op het ventielenblok
van de trekker in de zweefstand, zodat
beide blokkeercilinders (1) ontgrendelen.
De bestuurbare naloopas is vrij
beweegbaar en volgt bij het maken van
bochten de stuurstraal van de bocht.
6.3.2
Bestuurbare naloopas blokkeren tijdens directe bediening
WAARSCHUWING
1.
Zet de wielen van de bestuurbare
naloopas recht door met de trekker en
aangehangen machine even recht vooruit
te rijden.
2.
Houd de verstelhendel aan het
ventielenblok van de trekker minstens
5 seconden in de stand "Blokkeren" tot de
blokkeercilinders (1) de stuuras
vergrendelen.
De bestuurbare naloopas is in de stand
"rechtdoor" geblokkeerd.
120
Fig. 77
Gevaren door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de
machine bij niet-beoogd gebruik van de bestuurbare naloopas!
Blokkeer de bestuurbare naloopas beslist:
•
bij rijsnelheden boven 40 km/h;
•
voordat over rijkuilen wordt gereden;
•
op een niet vlakke rijbaan;
•
bij het rijden dwars ten opzichte van de helling (langs de
hoogtelijn);
•
vóór het achteruit rijden.
Fig. 78
Aperion 2101, Aperion 2401, Aperion 3401 05.18