2.5.2
Luchtdrukreminstallatie met twee leidingen met ALB-regelaar
WAARSCHUWING
(1)
Voorraadleiding met koppelingskop (rood)
(2)
Remleiding met koppelingskop (geel)
(3)
Blinde koppeling voor remleiding
(4)
Aanhanger-remventiel
(5)
Lastregelaar (mechanisch)
(6)
Afblaasventiel
(7)
Bediening voor afblaasventiel (kan alleen
in losgekoppelde toestand worden
bediend):
•
tot de aanslag indrukken en de bedrijfsrem
schakelt uit, bijv. voor het rangeren van de
afgekoppelde machine
•
tot de aanslag uittrekken en de machine
wordt weer via de van de luchtketel
komende voorraaddruk geremd
(8)
Membraanremcilinder
(9)
Luchtdrukhouder
(10)
Ontwateringsklep
(11)
Controleaansluiting vóór lastregelaar
(12)
Controleaansluiting achter lastregelaar
(13)
Controleaansluiting membraanremcilinder
(14)
Controleaansluiting luchtdrukhouder
(15)
Handrem
Aperion 2101, Aperion 2401, Aperion 3401 05.18
Gevaren door onvoldoende remvermogen van de machine
kunnen optreden wanneer de mechanische lastregelaar niet
correct is ingesteld!
U mag de instelmaat (L) op de lastregelaar niet veranderen. De
instelmaat (L) moet overeenkomen met de aangegeven waarde op
het lastregelaarplaatje.
Fig. 7
Productbeschrijving
19