8.6
Smeren
8.6.1
Centrale smering
Speciale uitrusting
Gebruik uitsluitend lithiumverzeept multi-purposevet van de NLGI-klasse 2.
Gebruik alleen vet met hetzelfde verzepingstype.
Controleer vóór elk gebruik het vulniveau in het vetreservoir. Het vulniveau moet minstens 1 cm
bedragen. Vul het reservoir van de centrale smering tijdig bij.
Vul het reservoir uitsluitend bij via de smeernippels. Zorg hierbij voor optimale reinheid.
Laat het deksel van het reservoir steeds gesloten. Alleen zo is het vet duurzaam beschermd tegen het
binnendringen van water.
Controleer de toevoerleidingen naar de vetsmeerpunten regelmatig op beschadigingen of
afbladdering.
8.6.2
Vulhoeveelheden en verversingsintervallen
Aggregaat
Aandrijfkast
Laadvloer met
Aanvoermechanisme
lopende band
Doseeraggrega
Haakse overbrenging
at
Aperion 2101, Aperion 2401, Aperion 3401 05.18
•
Smeer alle lagerpunten volgens het smeerschema.
•
Verwijder vuil van de smeernippels.
•
Gebruik milieuvriendelijke, biologisch afbreekbare oliën en
vetten, op punten waar smeermiddelen in voederproducten of
in de grond terecht kunnen komen. Informeer ernaar bij een
gespecialiseerd landbouwmechanisatiebedrijf.
•
Let erop, dat u bij het doorsmeren met hogedrukvetspuiten een
smeerdruk van 250 bar niet overschrijdt. Er kan schade aan
lagerpunten, afdichtingen enz. optreden, wanneer de gebruikte
vetspuit niet over een veiligheidsvoorziening beschikt.
Smeermiddel
3,5
Transmissieolie
1,2
Transmissieolie
Machine onderhouden en verzorgen
Specificatie
EP80W-90 SAE
ISO VG 220
EP80W-90 SAE
ISO VG 320
2000
500
153