Inhoudsopgave
Advertenties
8.9
Doseerwalsen
WAARSCHUWING
8.9.1
Spanning van de rollenkettingen controleren/opnieuw spannen/smeren
Iedere rollenketting (1) van de doseerwalsen is
uitgerust met een automatische
kettingspanner (2).
U moet de rollenkettingen
opnieuw spannen wanneer u de
rollenkettingen meer dan 5 mm in
kunt drukken.
1.
Beveilig de trekker en machine tegen
onbedoeld starten en wegrollen.
2.
Open de veiligheidsinrichtingen met een
gereedschap.
3.
Beveilig de geopende
veiligheidsinrichtingen tegen onbedoeld
dichtslaan.
4.
Draai de schroef (3) zover los dat de
kettingspanner (2) kan worden gedraaid.
5.
Stel met de spansleutel (4)
(Fig. 118,Fig. 119) de automatische
kettingspanner (2) bij tot de rollenketting
(1) weer voldoende is gespannen.
•
linkerkant machine:
met de klok mee
•
rechterkant machine:
tegen de klok in
6.
Draai de schroef (3) weer vast, en houd
ondertussen de kettingspanner in de
nieuwe positie gespannen.
7.
Smeer de bijbehorende rollenketting (1).
8.
Sluit en vergrendel de
veiligheidsinrichtingen in de
beschermstand.
Aperion 2101, Aperion 2401, Aperion 3401 05.18
Gevaren door uitglijden, struikelen of vallen tijdens het
onderhoud en de verzorging van de rollenkettingen voor de
aandrijving van de doseerwalsen!
Gebruik tijdens het onderhoud en de verzorging van de
rollenkettingen voor de aandrijving van de doseerwalsen beslist een
mobiel werkplatform met trap.
Fig. 116
Fig. 117
Machine onderhouden en verzorgen
161
Advertenties
Inhoudsopgave
