Veiligheidsaanwijzingen
•
Zet de trekker bij alle functiestoringen aan de reminstallatie onmiddelijk stil. Laat de
functiestoring onmiddellijk verhelpen!
•
Zet de machine veilig neer en beveilig deze tegen per ongeluk wegrollen (wielblokken), voor u
werkzaamheden aan de reminstallatie uitvoert! De opgetilde machinedelen tegen per ongeluk
zakken borgen!
•
Wees heel voorzichtig bij las-, brand- of boorwerkzaamheden in de buurt van remleidingen!
•
Voer na alle werkzaamheden voor het instellen en in stand houden aan de reminstallatie altijd
een remproef uit!
•
Het remsysteem van de trekker moet in overeenstemming zijn met het remsysteem van de
machine!
3.4.6.1
Luchtdrukreminstallatie
•
Luchtdrukreminstallatie van trekker en machine moeten met elkaar in overeenstemming zijn!
•
Verwijder eventuele vervuilingen van de afdichtringen op de koppelingskoppen van de
voorraad- en remleiding, voordat u de voorraad- en remleiding vastkoppelt aan de trekker!
•
U mag met aangekoppelde machine pas starten wanneer de manometer op de trekker 5,0 bar
aangeeft!
•
Tap dagelijks het condenswater in het persluchtreservoir af!
•
Let erop dat de rijhoogte van het hydraulische onderstel juist is ingesteld!
•
Sluit vóór ritten zonder machine de koppelingskoppen op de trekker af!
•
Hang de koppelingskoppen van de voorraad- en remleiding bij afgekoppelde machine in de
daarvoor bedoelde blinde koppelingen!
•
U mag de vastgelegde instellingen op de remkleppen niet wijzigen!
•
Vervang het persluchtreservoir wanneer:
het persluchtreservoir in de spanbanden kan worden bewogen;
het persluchtreservoir is beschadigd;
het typeplaatje op het persluchtreservoir verroest is, los zit of ontbreekt.
3.4.7
Banden
•
Reparatiewerkzaamheden aan de banden en wielen mogen uitsluitend door vaklieden met
geschikt montagegereedschap worden uitgevoerd!
•
Bij vervanging van een band het hefapparaat alleen op gemarkeerde bevestigingspunten
aanbrengen.
•
Zorg voor voldoende stevigheid van de ondergrond, voordat u de machine met een hefinrichting
optilt en met onderzetbokken beveiligt tegen onbedoeld omlaaggaan. Gebruik bovendien
stabiele, lastverdelende onderlagen, indien nodig.
•
Ga nooit onder een opgetrokken, ongeborgde machine staan.
•
Controleer regelmatig de luchtdruk!
•
Neem de voorgeschreven luchtdruk in acht!
•
Parkeer de aanhanger veilig en beveilig de aanhanger tegen onbedoeld naar beneden zakken
en onbedoeld wegrollen (parkeerrem, wielblokken), voordat u werkzaamheden aan de banden
uitvoert!
•
U moet alle bevestigingsbouten en moeren volgens de voorschriften van B. Strautmann &
Söhne GmbH u. Co. KG aandraaien of vaster aandraaien!
62
Aperion 2101, Aperion 2401, Aperion 3401 05.18