5.9.3.1
Tweeleiding-bedrijfsrem afkoppelen
1.
Beveilig de machine tegen onbedoeld wegrollen. Gebruik hiervoor de handrem en indien nodig
bovendien de wielblokken.
2.
Haal de koppelingskop van de voorraadleiding (rood) los.
3.
Haal de koppelingskop van de remleiding (geel) los.
4.
Bevestig de koppelingskoppen in de blinde koppelingen.
5.
Sluit de deksels van de koppelingskoppen op de trekker.
5.9.3.2
Hydraulische reminrichting loskoppelen
1.
Beveilig trekker en machine met de handrem tegen onbedoeld wegrollen.
2.
Controleer of de hydraulische leiding tussen trekker en machine drukloos is.
3.
Koppel de hydraulische mof los.
4.
Steek de hydraulische mof op het blinde aansluitstuk aan machinezijde.
5.9.3.3
Hydraulische reminstallatie met noodremventiel afkoppelen
1.
Beveilig trekker en machine met de handrem tegen onbedoeld wegrollen.
2.
Controleer of de hydraulische leiding tussen trekker en machine drukloos is.
Stel het rem-stuurventiel op de trekker zo in dat de hydraulische olie naar de trekker kan
terugstromen.
Druk op het afblaasventiel (7) aan het noodremventiel (3).
De hydraulische olie stroomt terug naar de trekker en de drukaccumulator (4) wordt drukloos.
3.
Haal de scheurlijn (1) los van de trekker.
4.
Koppel de hydraulische koppelingsmof (/2) los.
5.
Steek de hydraulische mof op het blinde aansluitstuk aan machinezijde.
(1)
Scheurlijn
(2)
Koppelingsmof
(3)
Noodremventiel
(4)
Drukaccumulator
(5)
Remcilinder
(6)
Remtrommel
(7)
Ledigingsklep
Aperion 2101, Aperion 2401, Aperion 3401 05.18
Machine in bedrijf stellen
Fig. 59
103