• Controleer voor het ontladen:
• Zorg ervoor dat de accucapaciteit
van het te ontladen voertuig niet
lager is dan 15%.
• Zorg ervoor dat de behuizing van het
V2L-aansluitapparaat niet gebarsten
is en dat de stekker vrij is van roest
of obstructies.
• Zorg ervoor dat er geen water of
vreemd materiaal in de oplaadpoort
zit en dat de metalen aansluitingen
niet beschadigd en vrij van roest of
corrosie zijn.
• Start het ontladen niet als een van
de bovenstaande condities wordt
vastgesteld, anders kan kortsluiting
of elektrische schok leiden tot
persoonlijk letsel.
• Sluit de ontladingsaansluiting aan:
• Sluit het V2L-ontladingsapparaat
aan op de oplaadpoort. De indicator
van de stekkerdoos licht op wanneer
de doos stroom krijgt en klaar is voor
gebruik.
• Het ontladen start:
• Nadat de verbinding tot stand is
gebracht, begint de ontlading en
wordt de betreffende informatie
weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Stoppen met ontladen
• Stoppen met ontladen:
• Koppel de lading los.
• Ontkoppel de aansluiting van het
ontladingsapparaat:
• Haal de stekker van het
ontladingsapparaat uit het
stopcontact.
• Sluit de dop van de oplaadpoort en
de laadpoortklep (zie P82).
• Organiseren van de apparatuur:
• Sla de apparatuur op de juiste wijze
op wanneer het ontladen is voltooid.
Weergave actieradius
• De 'Weergavemodus actieradius' kan
worden ingesteld om de rijervaring te
verbeteren. De standaardinstelling is
de standaardmodus.
• De bijbehorende instellingen kunnen
worden gemaakt in infotainment-
touchscreen →
(Nieuwe energie)→ Energy Manager
(Energiemanager) → Range display
mode (Weergavemodus bereik).
• Standaardmodus: geeft de
actieradius weer die is gebaseerd op
de resultaten van uitgebreide testen
van de gebruiksomstandigheden.
• Dynamische modus: geeft de
geschatte actieradius weer op basis
van het beschikbare accuvermogen
en het huidige gemiddelde
energieverbruik.
• De weergavemodus voor de ingestelde
actieradius wordt door het systeem
onthouden.
• Wanneer het voertuig wordt uit- en
weer ingeschakeld, blijft de laatst
ingestelde weergavemodus
behouden.
HERINNERING
Wanneer de weergavemodus
Dynamisch actieradius is ingesteld:
De actieradius die na een
●
volledige lading wordt
weergegeven kan variëren,
afhankelijk van de berekeningen
van het energieverbruik de
laatste keer dat het voertuig
gebruikt is.
De werkelijke actieradius wordt
●
aangepast op basis van de
toestand van de airco van het
voertuig, de geselecteerde
rijmodus (ECO, NORMAAL,
SPORT, enz.) en de
rijgewoonten van de bestuurder,
zodat deze overeenkomt met de
→ New Energy
91
04