Andere delen dan het
passagierscompartiment wordt zijdelingse
gebotst.
De zijkant van het voertuig wordt
diagonaal geraakt.
De zijkant van het voertuig raakt een paal.
WAARSCHUWING
Airbags zijn ontworpen voor
specifieke modellen. Wijzigingen aan
de ophanging, bandenmaat,
bumpers, chassis en in de fabriek
uitgeruste apparaten kunnen een
nadelige invloed hebben op het
airbagsysteem. Gebruikers mogen
WAARSCHUWING
geen onderdelen van het
airbagsysteem op andere
automodellen gebruiken. Als u dit wel
doet, kan het airbagsysteem defect
raken.
Bestuurders moeten een afstand van
minimaal 25 cm tussen hun borst en
het stuurwiel aanhouden, zodat het
systeem de bestuurder zo goed
mogelijk kan beschermen.
Maak uw veiligheidsgordel vast en
neem een goede zithouding aan
terwijl het voertuig in beweging is. Als
de veiligheidsgordel niet is
vastgemaakt, als de inzittende naar
voren leunt of niet goed zit, kan het
activeren van de airbag het risico op
letsel vergroten.
Plak geen stickers op en bedek of
versier niet de afdekking van het
stuurwiel, de rechterkant van het
dashboard of het oppervlak van de
A-, B- en C-stijlen. Reinig deze
oppervlakken met een droge of
vochtige doek, zonder te veel druk uit
te oefenen.
Een kind mag niet op de
passagiersstoel voorin zitten en mag
ook niet op de schoot van een
passagier voorin zitten, om ernstig
letsel of zelfs een ongeval als gevolg
van het activeren van de airbag te
voorkomen.
Er mogen geen accessoires, zoals
telefoonhouders, bekers, asbakken,
worden geïnstalleerd op
airbaghoezen of binnen hun
actiebereik. Anders verhoogt de
activatie van de airbag het risico op
letsel bij een ongeval.
Zijairbags en zijgordijnairbags worden
snel geactiveerd met hoge krachten.
Inzittenden mogen tijdens het rijden
niet tegen de portieren van
voertuigen met deze airbags leunen.
Als u dit niet doet, kan dit leiden tot
ernstig of zelfs fataal letsel.
01
21