Preventie van verlaten van rijstrook
(Lane Departure Prevention, LDP)*
• De preventie van verlaten van rijstrook
(LDP) detecteert de rijstrooklijnen die
voor u liggen via een multifunctionele
camera. Als de bestuurder onbewust
van de rijstrook afwijkt bij een snelheid
van het voertuig tussen 60 km/u en 150
km/u, waarbij het voertuig op het punt
staat over de rijstrooklijnen te rijden,
zal het systeem, indien geactiveerd,
het stuurwiel lichtjes draaien door
tegenkoppel te leveren via het
elektronische
stuurbekrachtigingssysteem (electronic
power steering, EPS) om het verlaten
van de rijstrook te voorkomen.
• Als het preventie van verlaten van
rijstrook-systeem is geactiveerd, geeft
het alarmen aan de bestuurder (in de
vorm van een akoestisch alarm, visueel
alarm en trillingen van het stuurwiel) en
blijven de alarmen doorgaan totdat
deze activering eindigt. Als het
systeem twee of meer keer wordt
geactiveerd binnen een doorlopende
cyclus van 180 seconden en er tijdens
deze activeringsperiode geen draai-
invoer van de bestuurder komt, geeft
het systeem een alarm wanneer het
voor de tweede keer wordt geactiveerd
of wordt er verdere interventie
uitgevoerd. Voor de derde interventie
(en eventuele verdere interventies)
worden alarmen met ten minste 15
seconden verlengd.
Hoe te gebruiken
• Om hulp bij verlaten van rijstrook in of
uit te schakelen, gaat u naar
Infotainmentsysteem →
(Geavanceerd
bestuurdersassistentiesysteem) →
Driving Assist (Rijhulp) → Lane
Assist System
(Rijstrookassistentiesysteem).
• Opties van waarschuwing bij verlaten
van rijstrook-alarmvormen omvatten
alleen audio-alarm, of alleen trillingen
van het stuurwiel, en beide.
124
→ ADAS
• Wanneer waarschuwing bij verlaten
van rijstrook of preventie van verlaten
van rijstrook is ingeschakeld,
wordt
weergegeven op het
instrumentenpaneel.
• Indien geactiveerd, geeft
waarschuwing bij verlaten van rijstrook
alarmen (in de vorm van een
akoestisch alarm, visueel alarm en
trillingen van het stuurwiel). Op het
instrumentenpaneel worden virtuele
rijstrooklijnen aan de kant waar het
voertuig over rijstrooklijnen rolt rood.
• Indien geactiveerd, geeft preventie van
verlaten van rijstrook alarmen (in de
vorm van een akoestisch alarm, visueel
alarm en trillingen van het stuurwiel).
Op het instrumentenpaneel
knippert
twee keer, en virtuele
rijstrooklijnen aan de kant waar het
voertuig over rijstrooklijnen rijdt,
worden blauw.
• In geval van een storing
wordt
weergegeven.
Beperkingen van het systeem
• Het rijstrookassistentiesysteem kan in
complex verkeer mogelijk onjuiste of
geen rijstroken detecteren. In de
volgende gevallen werkt het systeem
mogelijk niet of nemen de prestaties
aanzienlijk af.
• Slecht zicht op besneeuwde,
regenachtige of mistige dagen
• Vuile of mistige voorruit of
geblokkeerde multifunctionele
camera
• Schittering door direct zonlicht,
reflectie in plassen, of aankomende
auto's
• Plotselinge veranderingen in licht,
zoals wanneer de auto een tunnel
binnenrijdt of verlaat
• Rijstrooklijnen verduisterd door
boomschaduwen op wegen in direct
zonlicht op zonnige dagen
• Niet-identificeerbare weggrens met
gras, grond of stoeprand