Inhoudsopgave
Advertenties
storingsindicator van de intelligente
cruisecontrol
het instrumentenpaneel.
Activeringsvoorwaarden ICC
• De EPB is vrijgegeven.
• Het voertuig staat in Drive (Rijden).
• Het voertuig rolt niet achteruit.
• De kofferruimte, motorkap en alle
portieren zijn gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.
• De elektronische stabiliteitsregelaar is
ingeschakeld, maar nog niet
geactiveerd.
• De snelheid van het voertuig is niet
hoger dan 125 km/u.
• Rempedaal wordt ingedrukt bij snelheid
0, of rempedaal wordt niet ingedrukt bij
snelheden boven 0.
• Er is geen melding voor een
communicatiestoring in het
voertuignetwerk op het
instrumentenpaneel.
• De functie automatisch remmen voor
een noodstop is niet geactiveerd.
• Tweerichtingsrijstrooklijnen zijn
duidelijk en het voertuig bevindt zich in
het midden van de rijstrook.
Hoe te gebruiken
• Druk op
op het stuurwiel om de
intelligente cruisecontrol te activeren of
te verlaten. (Als de functie is
geactiveerd, wordt de huidige snelheid
standaard op de cruisesnelheid
ingesteld. Als de huidige snelheid lager
is dan 30 km/u, wordt de
cruisesnelheid ingesteld op 30 km/u.)
• Zie de functiebeschrijvingen van
adaptieve cruisecontrol (in het vorige
hoofdstuk) voor het instellen van de
cruisesnelheid en de voertuigafstand.
• U kunt de intelligente cruisecontrol ook
in- of uitschakelen in infotainment-
114
gaat branden op
touchscreen →
(Geavanceerd
bestuurdersassistentiesysteem) →
Intelligent Driving (Intelligent rijden).
(Als intelligente cruisecontrol al is
ingeschakeld op het infotainment-
touchscreen, kan intelligente
cruisecontrol alleen worden
uitgeschakeld als het voertuig in de
parkeerstand staat.) Wanneer het
voertuig net is opgestart, blijft de status
van de intelligente cruisecontrol
behouden voordat de laatste
uitschakeling plaatsvindt.
Voorzorgsmaatregelen
• De intelligente cruisecontrol integreert
de adaptieve cruisecontrol en de
rijstrookcentrering. Daarom moeten de
voorzorgsmaatregelen voor de functie
adaptieve cruisecontrol tijdens het
gebruik in acht worden genomen (zie
de vorige hoofdstukken voor meer
informatie).
• Wanneer de intelligente cruisecontrol
wordt ingeschakeld en geactiveerd bij
voertuigsnelheden tussen 0 km/u en
125 km/u:
• Als er geen rijstrooklijnen voor u
liggen, wordt de transversale
intelligente cruisecontrol onderdrukt
en werkt alleen adaptieve
cruisecontrol. In dat geval wordt de
werkstatusindicator van de
intelligente cruisecontrol grijs op het
instrumentenpaneel.
• Als de rijstroken voor u duidelijk en
herkenbaar zijn, wordt de
transversale intelligente
cruisecontrol automatisch
geactiveerd. In dat geval toont de
werkstatusindicator van de
intelligente cruisecontrol de
geactiveerde status op het
instrumentenpaneel.
• Het intelligente cruisecontrolsysteem is
een rijhulpsysteem, geen automatisch
rijsysteem. De bestuurder moet het
voertuig te allen tijde onder controle
houden en de handen mogen niet lang
het stuurwiel loslaten. Anders wordt het
→ ADAS
Advertenties
Inhoudsopgave
