WAARSCHUWING
lichaam onder het voertuig. Anders
kan er persoonlijk letsel ontstaan.
Schakel het voertuig niet in wanneer
het wordt opgekrikt.
Parkeer het voertuig op een vlakke
en stevige ondergrond, schakel de
elektronische parkeerrem in en zet de
versnellingspook in de neutrale stand.
Indien nodig zet u het voertuig vast
door de band diagonaal tegen de
lekke band te wiggen.
Zorg ervoor dat de krik op het juiste
krikpunt is geplaatst. Als u het
voertuig op een onjuist krikpunt
opkrikt, wordt het voertuig
beschadigd of kantelt het voertuig
van de krik, met persoonlijk letsel tot
gevolg.
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat de krik het voertuig
op de juiste manier omhoog brengt,
anders kan het voertuig beschadigd
raken.
Het voertuig opkrikken
5. Nadat u hebt bevestigd dat het voertuig
geen passagier aan boord heeft, krikt u het
voertuig op tot een hoogte die de
installatie van het reservewiel mogelijk
maakt.
• Het installeren van een reservewiel
vereist meer afstand tot de grond dan
het verwijderen van een leeggelopen
band.
• Wanneer u het voertuig optilt, steekt u
de dopsleutel in de krik en draait u
deze rechtsom.
• Wanneer de krik in contact staat met
het voertuig en het voertuig begint op
te krikken, controleer dan opnieuw of
de krik in de juiste positie staat.
WAARSCHUWING
Ga nooit onder een voertuig dat
alleen door een krik wordt
ondersteund.
Wielen vervangen
6. Verwijder de wielmoeren en vervang de
band.
• Rol het reservewiel naar de
montagepositie, met de bouten
uitgelijnd met de wielgaten. Houd
vervolgens het wiel omhoog totdat de
bovenste bout door het schroefgat
gaat.
• Draai de band en duw het terug totdat
alle andere bouten door de gaten
gaan.
07
201