Interface bedieningspaneel achteraan*
Automatische schermvergrendeling
• Als de schermvergrendeling achter is
opgeheven, wordt het scherm van het
bedieningspaneel achter automatisch
vergrendeld na een periode van
inactiviteit.
Het scherm ontgrendelen
• Tik op de ontgrendelknop op het
bedieningspaneel achter om het
scherm te ontgrendelen.
• Wanneer u op een andere knop op
het vergrendelde scherm tikt,
knippert de ontgrendelknop om aan
te geven dat het scherm momenteel
vergrendeld is en dat de bewerking
ongeldig is.
• Op het bedieningspaneel achter
wordt de ontgrendelknop niet
weergegeven wanneer de
automatische schermvergrendeling
is gedeactiveerd.
HERINNERING
Wanneer de knop voor het
vergrendelen van de achterrij in het
snelmenu van het infotainment-
touchscreen is vergrendeld, zijn
knoppen op relevante interfaces niet
beschikbaar.
De knoppen op het
bedieningspaneel achter zijn
ongeldig wanneer de ontdooifunctie
voor de voorruit is ingeschakeld.
Operationele definities
Automatische modus
• Nadat u op deze knop hebt getikt, gaat
de indicator op het aircopaneel voor
branden en kunnen de
compressorstatus, ventilatorsnelheid
en luchtverdeling automatisch worden
aangepast.
• Het voertuig verlaat de automatische
regeling als de ventilatorsnelheid of
luchtverdeling is ingesteld en andere
functies in de automatische modus
blijven, behalve die welke zijn bediend.
AIRCO AAN/UIT
• Tik op deze knop om de airco uit te
schakelen als deze AAN staat.
• Tik op deze knop om de airco in te
schakelen als deze UIT staat.
Max. koeling
• Tik op dit pictogram om de airco over
te schakelen naar de maximale
koelregelingsmodus. De temperatuur is
ingesteld op 'Lo' (Laag), de
ventilatorsnelheid is ingesteld op het
maximum, de recirculatiemodus is
geactiveerd en de lucht blaast op
gezichtsniveau.
• Tik nogmaals op deze knop om af te
sluiten.
Koeling
• Tik op deze knop om de
aircocompressor te activeren. De
compressor begint dan te koelen.
05
151